ECLI:NL:RBGEL:2020:1073
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg met betrekking tot een betrokkene met psychische stoornissen
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 februari 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 3 februari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel die eerder op 31 januari 2020 was opgelegd. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 februari 2020, waarbij de rechtbank verschillende betrokkenen heeft gehoord, waaronder de betrokkene, haar advocaat, haar echtgenoot en medische professionals.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en gevaar voor de algemene veiligheid. Dit nadeel wordt vermoedelijk veroorzaakt door een psychische stoornis, waaronder een depressie en een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde zorg, die onder andere bestaat uit het beperken van de bewegingsvrijheid en toezicht op de betrokkene, noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. De betrokkene heeft ambivalente gevoelens ten aanzien van de zorg, maar de rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken.
De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 24 februari 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter T. ter Brugge, en is op 7 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt.