ECLI:NL:RBGEL:2020:1059

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 januari 2020
Publicatiedatum
18 februari 2020
Zaaknummer
C/05/365135 / FZ RK 20/128
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting van crisismaatregel op basis van Wvggz

Op 23 januari 2020 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 18 januari 2020 opgelegde crisismaatregel. Tijdens de mondelinge behandeling waren verschillende deskundigen aanwezig, waaronder een psychiater en een aios van GGNet. De onafhankelijke psychiater die de medische verklaring had opgesteld, concludeerde dat er sprake was van een psychotische stoornis, mogelijk geluxeerd door middelenmisbruik. Echter, de psychiater die ter zitting aanwezig was, was van mening dat er geen psychiatrische stoornis vastgesteld kon worden. Na de zitting heeft de rechtbank besloten om de zaak aan te houden en een tweede onafhankelijke psychiater, de heer J. Stegink, te laten beoordelen. Deze psychiater kwam tot de conclusie dat er geen psychiatrische stoornis aanwezig was. Op basis van deze bevindingen heeft de officier van justitie geconcludeerd dat het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel niet toewijsbaar was. De raadsvrouw van betrokkene refereerde zich aan het oordeel van de rechter. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat niet aan de wettelijke vereisten voor toewijzing van de crisismaatregel was voldaan en heeft het verzoek afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2020 door rechter E.G. de Jong, en op 27 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/365135 / FZ RK 20/128
Datum mondelinge uitspraak: 23 januari 2020
schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S.A.H. Kool te Doetinchem.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 18 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van
18 januari 2020;
- de medische verklaring van 18 januari 2020;
- relevante politiegegevens en strafvorderlijke en justitiële gegevens van
20 januari 2020.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 januari 2020, op de locatie GGNet, locatie Kruisbergseweg te Doetinchem.
1.4.
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw;
- mr. V.G. Smink, officier van justitie;
- dhr. B.C.J. van den Bosch, als psychiater verbonden aan GGNet;
- dhr. J.J. Denekamp, als aios verbonden aan GGNet;
- dhr. M.J.G. Otten, als co-assistent verbonden aan GGNet;
- dhr. J. Sput, als verpleegkundige verbonden aan GGNet.
Ter zitting was tevens mw. I. Teerink-Keil, tolk frans, aanwezig.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken komt naar voren dat er volgens de onafhankelijke psychiater, blijkens de opgestelde medische verklaring, bij betrokkene sprake is van een psychotische stoornis, mogelijk geluxeerd door middelenmisbruik. De ter zitting aanwezige psychiater deelt deze diagnose echter niet. Na meerdere observaties concludeert de psychiater dat er bij betrokkene geen sprake is van een psychiatrische stoornis in welke vorm dan ook. Betrokkene laat weliswaar vreemd gedrag zien, maar dit maakt niet dat er sprake is van een psychiatrische stoornis.
2.2.
De psychiater ter zitting heeft bij het voorbereiden van zijn standpunt tevens een collega-psychiater verzocht om betrokkene te observeren. Deze tweede psychiater kwam, aldus de psychiater ter zitting, eveneens tot de conclusie dat er geen sprake is van een psychiatrische stoornis.
2.3.
De rechtbank achtte zich na de zitting nog onvoldoende voorgelicht om een beslissing te kunnen nemen en heeft de zaak aangehouden ten einde zich door een niet bij de behandeling betrokken psychiater te laten informeren. Betrokkene is in dat kader diezelfde dag, 23 januari 2020, nogmaals beoordeeld door een onafhankelijke psychiater, de heer J. Stegink. Deze psychiater heeft op die dag betrokkene gesproken en als volgt geconcludeerd:
“Betrokkene zat bij binnenkomst rustig achter de pc te kijken. Bij binnenkomst psychiater gemaniëreerd gedrag waarbij hij zich nauwelijks staande kan houden. […] Maakt onbegrijpelijk handgebaar, laat zich niet aanspreken op gedrag. Valt terug op Frans. […]Betrokkene geeft de indruk bewust niet mee te werken terwijl hij zich normaal kan gedragen als hij niet wordt geobserveerd. Bizar gedrag ten opzichte van zorgverleners en adequaat gedag naar derden wijzen niet op een ernstig psychiatrisch probleem”.
2.4.
Na kennisneming van de conclusie van psychiater Stegink heeft de officier van justitie bij emailbericht van 23 januari 2020 geconcludeerd dat, nu er geen stoornis in de zin van de Wvggz is vastgesteld, het verzoek niet toewijsbaar is.
2.5.
Bij emailbericht van 23 januari 2020 heeft de raadsvrouw van betrokkene, na kennisneming van voormelde conclusie van de door de rechtbank aangezochte psychiater, de rechtbank bericht dat zij zich refereert aan het oordeel van de rechter.
2.6.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat er geen psychiatrische stoornis in de zin van de Wvggz vastgesteld kan worden en komt tot het oordeel dat niet aan de wettelijke vereisten voor toewijzing is voldaan. Het verzoekt tot voortzetting van de crisismaatregel zal daarom worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2020 door mr. E.G. de Jong, rechter, in tegenwoordigheid van [griffier] , griffier, en op 27 januari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.