ECLI:NL:RBGEL:2019:866

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2019
Publicatiedatum
28 februari 2019
Zaaknummer
NL187288
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg bepaling in koopovereenkomst met betrekking tot voorraad en afschrijvingen

Op 28 februari 2019 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, een vonnis gewezen in een civiele zaak tussen twee besloten vennootschappen, de eiseressen en De Wolfershoeve B.V. De zaak betreft de uitleg van een bepaling in een koopovereenkomst, specifiek artikel 3 lid 1, dat betrekking heeft op de verrekening van wijzigingen in de aanwezige voorraad en afschrijvingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen de partijen in mei 2016, waarna een intentieverklaring is opgesteld. De eiseressen hebben gesteld dat de tekst van artikel 3 lid 1 niet correct de gemaakte afspraken weergeeft, terwijl De Wolfershoeve B.V. betoogt dat de uitleg van de eiseressen leidt tot absurde gevolgen. De rechtbank heeft de bewijsstukken en e-mailcorrespondentie tussen de partijen beoordeeld om de bedoelingen achter de bepaling te achterhalen. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de eiseressen niet voldoende onderbouwing hebben gegeven voor hun interpretatie van de bepaling en dat de gemaakte verrekeningsafspraak wel degelijk is bedoeld. De vorderingen van de eiseressen zijn afgewezen, en De Wolfershoeve B.V. is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

_________________________________________________________________ _
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer: NL18.7288
Vonnis van 28 februari 2019
in de zaak van

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[eiseres sub 1 / verweerster sub 1 van de tegenvordering],gevestigd te Lichtenvoorde,2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[eiseres sub 2 / verweerster sub 2 van de tegenvordering],gevestigd te Zelhem,eiseressen van de vordering,verweersters op de tegenvordering,hierna samen te noemen: [eiseressen / verweersters op de tegenvordering],advocaat mr. B.H.M. Harbers te Doetinchem,

tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE WOLFERSHOEVE B.V.,
gevestigd te Zelhem,
verweerster op de vordering,
eiseres van de tegenvordering,
hierna te noemen: De Wolfershoeve B.V.,
advocaat mr. J. van Schendel te Enschede.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 oktober 2018
  • de akte overlegging producties van De Wolfershoeve B.V.
  • de (antwoord)akte van [eiseressen / verweersters op de tegenvordering]
  • de antwoordakte van De Wolfershoeve B.V.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

op de vordering en op de tegenvordering

2.1.
De procedure gaat over de vraag hoe artikel 3 lid 1 van de tussen partijen gesloten koopovereenkomsten moet worden uitgelegd. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 18 oktober 2018 bepaald dat De Wolfershoeve B.V. de beschikbare bewijsstukken van de (e-mail)correspondentie tussen de De Wolfershoeve B.V. en [naam opsteller koopovereenkomst] (de opsteller van de koopovereenkomsten) over de totstandkoming van de inhoud/tekst van name artikel 3 van de koopovereenkomsten aan het dossier moet toevoegen. Daarna diende [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] mede aan de hand van de beschikbare informatie nader te onderbouwen wat de bedoeling is geweest van de passage in artikel 3 lid 1 “
Alle wijzigingen vanaf 1 januari 2016 tot aan leveringsdatum in aanwezige voorraad (…) worden verrekend”. In reactie hierop kon De Wolfershoeve B.V. een antwoordakte nemen.
2.2.
De Wolfershoeve B.V. heeft verschillende documenten en e-mails overgelegd. Toegespitst op de vraag met welke intentie “
voorraad” in artikel 3 lid 1 is opgenomen, is de volgende correspondentie van belang.
Bij bericht van 13 juni 2016 (productie 12) heeft [naam 1] aan [naam opsteller koopovereenkomst] de opzet van de intentieverklaring gestuurd met de vraag of iets is vergeten of beter anders kan worden omschreven.

Intentieverklaring overname (…)
Zelhem, 30-5-2016.
(…)
Volgende afspraken zijn tussen partijen besproken:
Uitgangspunt is 1-1-2016 met dien verstande dat alle wijzigingen in voorraad, aanschaf auto's, kantoormeubilair en andere aanschaffingen met meerdere jaren afschrijvingen worden verrekend. Uiteraard zijn uitgaven die vallen in 2017 en betrekking hebben op 2016 voor rekening verkopers, bovendien zijn alle opbrengsten die vallen in 2017 maar betrekking hebben op 2016 voor verkopers. Uitgaven gedaan in 2016 en betrekking hebben op 2017 zijn voor kopers.( Bv verzekering)
(…)
Het resultaat van te verkopen B.V.'s over 2016 is voor verkopers.
(…)”
In het e-mailbericht van 23 juni 2016 (productie 13) schrijft [naam adviseur fiscale zaken], adviseur fiscale zaken, dat de meegezonden bijlage de door de jurist van [naam opsteller koopovereenkomst] opgestelde concept-koopovereenkomst betreft, en dat het concept op 27 juni a.s. op kantoor wordt besproken en dat ieders bevindingen dan aan de orde kunnen komen.
De redactie van artikel 3 lid 1 is als volgt:

Artikel 3 Koopsom
1. De koopsom voor de Aandelen bedraagt € 2.000.000 (zegge: twee miljoen euro),
gebaseerd op de cijfers op peildatum 1 januari 2016. Alle wijzigingen vanaf
laatstgenoemde datum tot aan de Leveringsdatum in aanwezige voorraad, aanschaf auto’s,
inventaris en andere aankopen met meerjarige afschrijvingen worden tegen boekwaarde
met de koopsom verrekend. (…).”
Bij e-mailbericht van 17 oktober 2016 (productie 17) stuurt [naam 2] de opmerkingen van [naam 3] en [naam 4] over de concepten van de koopovereenkomsten door naar [naam opsteller koopovereenkomst].
Met een ‘wolkje’ zijn bij artikel 3 lid 1 de volgende opmerkingen geplaatst:

= balanstotaal 1-1-2016; plus / min wordt gewijzigd op 1.875.000,-”
“Alle wijzigingen vanaf 1 januari 2016 tot aan de Leveringsdatum in aanwezige voorraad, aanschaf auto's, inventaris en andere aankopen met meerjarige afschrijvingen worden tegen boekwaarde met de koopsom (pro rata met de koopsom van Mede-koper) verrekend. Bijlage 1 bevat de afschrijvingsstaat per 30 september 2016. Deze is nog niet volledig. Zo ontbreken de airco's, het kantoormeubilair en de nieuw bestelde bus. (…)

afschrijvingen geïnvesteerde goederen (deels ook in 2016) zijn in boekjaar 2016 gedaan.
Om misverstanden te voorkomen wenst ‘Koper’ actuele afschrijvingsstaat + Inventarislijst te ontvangen” en

Aanbetaalde, in 2017 te leveren, robotsystemen?
Bij e-mailberichten van 25, 26 en 27 oktober 2016 (producties 18 en 19) worden de concept-koopovereenkomsten nogmaals tussen [naam 2] c.s. en [naam opsteller koopovereenkomst] verstuurd.
In het e-mailbericht van 27 oktober 2016 (productie 20) schrijft [naam adviseur fiscale zaken] aan [naam juridisch adviseur], juridisch adviseur van [naam opsteller koopovereenkomst], en [naam 2]:

In artikel 3 lid 1 staat nu ook dat de verkoper de afschrijving betaalt. Is dit de bedoeling?”
In het e-mailbericht van 28 oktober 2016 (productie 21) wordt door [naam juridisch adviseur] aan [naam 2] c.s. geschreven:

Beste [naam 2] en [naam 1],
In overleg met [naam adviseur fiscale zaken] en [naam 5] heb ik artikel 3.1 aangepast. [naam adviseur fiscale zaken] zal bellen (of heeft gebeld) voor nadere uitleg. Gelieve de vorige versie weg te gooien.”
De tekst van artikel 3 lid 1 is dan als volgt:

(…) Alle wijzigingen vanaf 1 januari 2016 tot aan de Leveringsdatum in aanwezige voorraad, aanschaf auto's, inventaris en andere aankopen met meerjarige afschrijvingen worden tegen boekwaarde met de koopsom (pro rata met de koopsom van Mede-koper) verrekend.Bijlage 1bevat de afschrijvingsstaat per 30 september 2016. Deze is nog niet volledig. Zo ontbreken de airco's, het kantoormeubilair en de nieuw bestelde bus. (…).”
Bij e-mailbericht van 29 oktober 2016 (productie 22) geeft [naam 1] nog een paar wijzigingen door aan [naam adviseur fiscale zaken]. Deze hebben geen betrekking op artikel 3 lid 1. In reactie hierop (productie 23) bevestigt [naam adviseur fiscale zaken] dezelfde dag dat deze wijzigingen worden doorgevoerd.
2.3.
[eiseressen / verweersters op de tegenvordering] verwijst naar producties 12 en 13 voor beantwoording van de vraag op welke wijze de passage over “
alle wijzigingen in aanwezige voorraad” in de koopovereenkomsten is terechtgekomen. [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] erkent dat de inhoud van de intentieverklaring de tussen partijen gemaakte afspraken correct weergeeft.
Anders dan De Wolfershoeve B.V. ter zitting heeft verklaard, is niet op 23 mei maar pas op 25 mei 2016 de verrekening van de mutaties van de voorraad besproken en tussen partijen overeengekomen. In het eerste concept van de koopovereenkomsten, dat door [naam opsteller koopovereenkomst] is opgesteld, staat de betreffende passage al opgenomen. Ook de indeling van de ‘Intentieverklaring’ leert dat de afspraak over de verrekening van de mutaties in voorraad en dergelijke los staat van de afspraak dat het resultaat over 2016 aan Verkoper toekomt. Het enkele feit dat de afspraken door [naam opsteller koopovereenkomst] in hetzelfde artikel zijn verwerkt, maakt niet dat er een samenhang is tussen beide aspecten, laat staan dat de passage over de mutaties gezien dient te worden als een uitwerking van de afspraak over het resultaat over 2016, aldus [eiseressen / verweersters op de tegenvordering]
2.4.
De Wolfershoeve B.V. merkt op dat [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] in het geheel geen onderbouwing geeft van de passage ‘
alle wijzigingen in de aanwezige voorraad’. Dat kan zij ook niet omdat de passage tot absurde gevolgen leidt. Productie 12 is het enige relevante document dat gerelateerd is aan de ontstaansgeschiedenis van artikel 3. Nadat tussen partijen overeenstemming was bereikt, heeft [naam 1] aan [naam opsteller koopovereenkomst] een opzet verstrekt van de intentieverklaring. Het document en de begeleidende mail zijn ‘interne’ stukken, die niet naar [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] zijn gegaan. Het is niet tot een intentieverklaring gekomen. [naam opsteller koopovereenkomst] heeft meteen een koopovereenkomst opgesteld. Zoals de rechtbank in r.o. 4.5 van het vonnis van 18 oktober heeft verwoord, bevestigt productie 12 dat artikel 3 beoogt aanwijzingen te geven voor de vaststelling van het resultaat over 2016 dat bij winst ten gunste en bij verlies ten nadele van De Wolfershoeve B.V. zou komen, aldus De Wolfershoeve B.V. In productie 12 wordt met geen woord over de koopsom of over verrekening met de koopsom gesproken. Anders dan [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] betoogt, is tussen partijen nooit gesproken over verrekening met de koopsom van mutaties in de voorraad. Dit blijkt ook niet uit productie 12 of (de concepten van) de koopovereenkomsten. De ratio van artikel 3 was dat indien aanschaffingen zouden plaatsvinden met meerdere jaren afschrijvingen, slechts de afschrijving over 2016 ten laste van het resultaat (en dus van De Wolfershoeve B.V.) zou komen en niet de hele aanschafprijs. Als voorbeelden worden in de tekst genoemd “voorraad, aanschaf auto’s, kantoormeubilair”. Relevant is dat voorraad ook wordt gevormd door kostbare gereviseerde of ingeruilde robots. Indien een agrarisch bedrijf een nieuwe installatie koopt, zal hij zijn oude installatie willen inruilen. Die oude installatie wordt dus ingekocht door de vennootschap en gaat vervolgens tot de voorraad behoren. De waarde van dergelijke ingekochte installaties daalt in de loop der tijd. Ook hier wilde De Wolfershoeve B.V. wel de waardedaling over 2016 (verwerkt in het resultaat) voor haar rekening nemen, maar uiteraard niet de volledige koopsom gemoeid met de in te ruilen en in de voorraad op te nemen machine. De verrekening waarover wordt gesproken betreft dan ook de verrekening met het resultaat 2016, zoals de Wolfershoeve B.V. steeds heeft betoogd. In productie 12 wordt met geen woord gesproken over verrekening met de koopsom. Op 25 mei 2016 heeft kort contact plaatsgevonden tussen [naam 3], [naam 4] en [naam 2] c.s., onderhandelingen hebben niet meer plaatsgevonden. De intentieverklaring is met name een verduidelijking van de afspraken “
2016 neemt JS/MS voor rekening” en “
2016 +/- = JS+MS” (zie productie 5 van De Wolfershoeve B.V.), aldus De Wolfershoeve B.V.
2.5.
De rechtbank overweegt het volgende. Nadat in mei 2016 een mondelinge koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen De Wolfershoeve B.V. als verkoper en [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] als kopers, heeft [naam 1] op 13 juni 2016 een e‑mail aan [naam adviseur fiscale zaken] gestuurd met als onderwerp ‘intentieverklaring’, waaraan als bijlage is meegezonden de “
Intentieverklaring overname L.C. Zelhem B.V., M.C. Zelhem B.V., Farm Supply Zelhem B.V. en De Wolfershoeve Beheer B.V.”, gedateerd 30 mei 2016. (zie 2.2).
Cruciaal is de volgende passage:

Uitgangspunt is 1-1-2016 met dien verstande dat alle wijzigingen in voorraad, aanschaf auto's, kantoormeubilair en andere aanschaffingen met meerdere jaren afschrijvingen worden verrekend. Uiteraard zijn uitgaven die vallen in 2017 en betrekking hebben op 2016 voor rekening verkopers, bovendien zijn alle opbrengsten die vallen in 2017 maar betrekking hebben op 2016 voor verkopers. Uitgaven gedaan in 2016 en betrekking hebben op 2017 zijn voor kopers.( Bv verzekering) (…)
Het resultaat van te verkopen B.V.'s over 2016 is voor verkopers.”
In deze passage wordt het woord “
verrekend” gebruikt, maar niet duidelijk is vermeld op welke wijze en/of waarmee verrekening dient plaats te vinden. Het volgende stuk is de door de jurist van [naam opsteller koopovereenkomst] opgestelde concept-koopovereenkomst die op 23 juni 2016 per e-mail aan [naam 2] c.s. is verstuurd en die op 27 juni 2016 op het kantoor van [naam opsteller koopovereenkomst] met hen besproken zou worden. Artikel 3 lid 1 heeft dan de volgende redactie:

Alle wijzigingen vanaf laatstgenoemde datum tot aan de Leveringsdatum in aanwezige voorraad, aanschaf auto’s, inventaris en andere aankopen met meerjarige afschrijvingen worden tegen boekwaarde met de koopsom verrekend.
Hierin is ten opzichte van de intentieverklaring “voorraad” gewijzigd in “aanwezige voorraad”, de periode van de wijzigingen gepreciseerd en zijn “tegen boekwaarde” en “verrekening met de koopsom” toegevoegd.
Naar aanleiding van opmerkingen van [naam 3] en [naam 4] medio oktober is artikel 3 lid 1 aangevuld met koper en medekoper. Uit het e-mailbericht van 27 oktober 2016 blijkt dat door [naam opsteller koopovereenkomst] wordt geverifieerd of het de bedoeling is dat de verkoper de afschrijving betaalt, zoals in artikel 3 lid 1 staat, en uit de e-mail van 28 oktober 2016 blijkt dat Paffen in overleg met [naam adviseur fiscale zaken] en [naam 5] artikel 3.1. heeft aangepast, dat [naam adviseur fiscale zaken] zal bellen voor nadere uitleg hierover met het verzoek de vorige versie weg te gooien.
De redactie op 28 oktober 2016 luidt dan als volgt:

Alle wijzigingen vanaf 1 januari 2016 tot aan de Leveringsdatum in aanwezige voorraad, aanschaf auto's, inventaris en andere aankopen met meerjarige afschrijvingen worden tegen boekwaarde met de koopsom (pro rata met de koopsom van Mede-koper) verrekend. Bijlage 1 bevat de afschrijvingsstaat per 30 september 2016. Deze is nog niet volledig. Zo ontbreken de airco's, het kantoormeubilair en de nieuw bestelde bus. (…).”
Op 31 oktober 2016 zijn de koopovereenkomsten met de hiervoor geciteerde redactie ondertekend.
2.6.
De Wolfershoeve B.V. heeft over de mondelinge contacten met [naam opsteller koopovereenkomst] geen nadere toelichting gegeven. Zij heeft niet gesteld op welke wijze [naam opsteller koopovereenkomst] nader is geïnstrueerd over de bepaling inzake de verrekening. Het had op haar weg gelegen om na ontvangst van de concepten met [naam opsteller koopovereenkomst] te communiceren dat niet met de koopsom maar met het resultaat van 2016 moest worden verrekend, zoals zij thans stelt. Niet gebleken is dat De Wolfershoeve B.V. aan [naam opsteller koopovereenkomst] kenbaar heeft gemaakt dat niet met de koopsom verrekend moest worden. Uit de opmerkingen van [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] is duidelijk dat zij ervan uitgaat dat met de koopsom wordt verrekend, zoals in de tekst is opgenomen. Uit de e‑mailcorrespondentie eind oktober 2016 kan worden afgeleid dat over betaling van de afschrijving door verkoper is gesproken en dat artikel 3 lid 1 wordt aangepast met een nadere uitleg van [naam opsteller koopovereenkomst]. Ook hierover heeft De Wolfershoeve B.V. geen nadere toelichting gegeven, zodat over de bedoeling van De Wolfershoeve B.V. op dit punt ook geen duidelijkheid bestaat.
2.7.
Wat betreft het begrip ‘voorraad’ overweegt de rechtbank het volgende. [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] heeft op zich niet toegelicht waarom wijzigingen in de voorraad zijn opgenomen. Zij heeft ook geen eigen uitleg gegeven van het begrip “voorraad”. Al in de intentieverklaring komt het begrip “voorraad” voor. In de redactie van [naam opsteller koopovereenkomst] is dit “aanwezige voorraad” geworden. Dit is in de latere concepten niet gewijzigd. Uit de nadere toelichting nu van De Wolfershoeve B.V. begrijpt de rechtbank dat voorraad specifieker moet worden uitgelegd dan de betekenis van voorraad in het algemeen. De verbinding met het uitgangspunt dat het resultaat van 2016 ten gunste/ten nadele van De Wolfershoeve B.V. komt, moet kennelijk zo worden gelezen dat voorraad voor zover in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 is gewijzigd in aanmerking kan worden genomen. Wel een (deel van de) jaarlijkse afschrijving, maar niet de hele koopsom van een ingeruilde machine, zoals het voorbeeld van de melkrobot. De rechtbank begrijpt deze uitleg aldus dat de toevoeging “
met meerjarige afschrijvingen” kennelijk ook op voorraad moet worden betrokken. Dat zou betekenen dat “
aanwezige voorraad” niet de bedoeling van De Wolfershoeve B.V. weergeeft. Ook hiervoor geldt dat het op de weg van De Wolfershoeve B.V. had gelegen om met [naam opsteller koopovereenkomst] over de juiste redactie op dit punt te overleggen en het vervolgens in overeenstemming met de bedoeling van De Wolfershoeve B.V. in artikel 3 lid 1 op te nemen.
2.8.
De rechtbank gaat aan deze te late nieuwe stelling voorbij, mede omdat De Wolfershoeve B.V. ook geen rechtsgevolg aan deze uitleg heeft verbonden. Met de thans verdedigde uitleg had verwacht mogen worden dat toen [naam 2] op 1 augustus 2017 de uitleg van [naam 3] ontving op de vraag hoe het bedrag van € 130.727,00 tot stand was gekomen, hij hierop had gereageerd met een vraag naar het waarom van de grote negatiefpost van “
Voorraden LCZ”. Het antwoord van [naam 3] luidt namelijk als volgt:

De genoemde € 130.727,- is deels besproken tijdens ons overleg van 31 oktober waarbij wij de koopovereenkomst en de afschrijvingsstaten getekend hebben. Na enkele mutaties, doorgevoerd met goedkeuring van een ieder, zijn de volgende bedragen onderdeel van de berekening.
Het gaat om het verschil van activa in 2015 VS 2016 hieronder schematisch weergegeven:
2015 2016 verschil
Afschrijvingsstaat WHB 219.130 226.311 +7.001
Afschrijvingsstaat LCZ 64.349 200.139 +135.790
Voorraden LCZ 1.297.582 1.007.013 -290.569
Afschrijvingsstaat FSZ 6.758 23.809 + 17.051
Resultaat 130.727,-
Dit resultaat zou verrekend worden met de koopsom. Hopelijk zijn daarmee alle vragen beantwoord.”
De post “
Voorraden LCZ” lijkt niet te rijmen met de door De Wolfershoeve B.V. thans verdedigde uitleg van voorraad, terwijl de afschrijvingsstaten van de andere vennootschappen wel een positief bedrag opleveren op de wijze zoals door [naam 2] ter zitting is toegelicht. Of het betrekken van een nieuw pand mogelijk aanleiding is geweest voor meer afschrijvingen op de voorraad in 2016, al dan niet overeengekomen, is in de procedure niet aan de orde geweest. Het bedrag van € 130.727,00 is door beide partijen als vaststaand in de procedure aangenomen, zodat de rechtbank hiervan heeft uit te gaan.
2.9.
Conclusie is dat het door De Wolfershoeve B.V. gevoerde verweer dat de uitleg die [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] aan artikel 3 lid 1 van de koopovereenkomsten geeft tot een resultaat leidt dat door partijen niet bedoeld kan zijn omdat het tot een absurde uitkomst leidt, wordt gepasseerd. Vaststaat immers dat partijen wel degelijk een verrekeningsafspraak hebben gemaakt. Dat deze afspraak mogelijk niet op een wijze als door De Wolfershoeve B.V. is beoogd in de koopovereenkomsten is opgenomen, komt in de gegeven omstandigheden voor risico van De Wolfershoeve B.V.
2.10.
Op 18 januari 2018 heeft BenK Bedrijven onder protest € 130.727,00 betaald aan De Wolfershoeve B.V., omdat zij niet het risico wilde lopen de contractuele boete te moeten betalen aan De Wolfershoeve B.V., waarop De Wolfershoeve B.V. had aangekondigd aanspraak te zullen maken. Eveneens om reden niet het risico op verbeurte van de contractuele boete te lopen heeft De Wolfershoeve B.V. vervolgens op 17 mei 2018 een bedrag € 76.869,30 aan [eiseres sub 1 / verweerster sub 1 van de tegenvordering] en een bedrag van € 56.816,43 aan Naast Boeren voldaan. Op 23 mei 2018 zijn in aanvulling hierop aan [eiseres sub 1 / verweerster sub 1 van de tegenvordering] en Naast Boeren bedragen van respectievelijk € 1.542,84 en € 1.344,68 voldaan, omdat op de eerste betaling eerst rente en kosten in mindering zijn gebracht. Dit heeft tot gevolg dat de vordering zoals deze is ingesteld, niet kan worden toegewezen. [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] heeft haar eis niet gewijzigd nadat de gevorderde bedragen door haar zijn ontvangen. De vordering, zoals ingesteld, zal daarom worden afgewezen. Met de kanttekening dat De Wolfershoeve B.V. terecht aan haar heeft betaald.
2.11.
De Wolfershoeve B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseressen / verweersters op de tegenvordering] worden begroot op:
- betekening oproeping € 85,79
- griffierecht 3.946,00
- salaris advocaat
4.267,50(2,5 punten × tarief € 1.707,00)
Totaal € 8.299,29
Gelet op de identieke wijze van procesvoering zullen deze kosten bij helfte aan partijen worden toegewezen.
De nakosten zullen worden afgewezen, omdat reeds aan het vonnis is voldaan.
2.12.
Het voorgaande heeft tot de gevolg dat de tegenvordering zal worden afgewezen.
2.13.
De Wolfershoeve B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres sub 1 / verweerster sub 1 van de tegenvordering] en [eiseres sub 2 / verweerster sub 2 van de tegenvordering] samen worden begroot op salaris advocaat van €
2.133,73(2,5 punten × factor 0,5 × tarief € 1.707,00), zodat deze kosten bij helfte zullen worden toegewezen.

3.De beslissing

De rechtbank
op de vordering
3.1.
wijst de vorderingen af,
3.2.
veroordeelt De Wolfershoeve B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 1 / verweerster sub 1 van de tegenvordering] tot op heden begroot op € 4.149,65,
3.3.
veroordeelt De Wolfershoeve B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 2 / verweerster sub 2 van de tegenvordering] tot op heden begroot op € 4.149,64,
3.4.
verklaart dit vonnis op de vordering wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
op de tegenvordering
3.5.
wijst de vordering af,
3.6.
veroordeelt De Wolfershoeve B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 1 / verweerster sub 1 van de tegenvordering] tot op heden begroot op € 1.066,87,
3.7.
veroordeelt De Wolfershoeve B.V. in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres sub 2 / verweerster sub 2 van de tegenvordering] tot op heden begroot op € 1.066,86,
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Strens-Meulemeester en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2019.
St/KH