ECLI:NL:RBGEL:2019:710

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 februari 2019
Publicatiedatum
22 februari 2019
Zaaknummer
05/881136-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf en TBS wegens meerdere winkelovervallen met geweld

Op 21 februari 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die verantwoordelijk werd gehouden voor meerdere winkelovervallen in Apeldoorn. De verdachte, die thans gedetineerd is, heeft in een korte periode verschillende overvallen gepleegd waarbij hij geweld en bedreiging met een vuurwapen gebruikte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal met geweld, drie diefstallen met geweld en een afpersing. De feiten vonden plaats tussen juni 2018 en juni 2018, waarbij de verdachte telkens jonge winkelmedewerkers bedreigde en intimideerde. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren en ter beschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd, gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak voor behandeling van zijn psychische problemen. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die schade hebben geleden door de overvallen. De uitspraak is gedaan na een zorgvuldige afweging van de feiten, de omstandigheden en de persoonlijke situatie van de verdachte, waarbij ook rekening is gehouden met de psychologische en psychiatrische rapportages die zijn opgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/881136-18
Datum uitspraak : 21 februari 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd te HvB Ooyerhoekseweg - Zutphen te Zutphen,
raadsvrouw: mr. M.E. van der Zouw, advocaat te Haarlem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
1 oktober 2018, 29 november 2018 en 7 februari 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een
winkelpand van de [bedrijf 1] (filiaal [locatie 1] ) een hoeveelheid geld (althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] en/of de [bedrijf 1] , in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen
volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte -(nadat hij (ter afleiding) een ballenpomp uit het rek in de winkel had gepakt en deze op de (kassa)band had gelegd) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 1] gezegd "Ik ga jouw lade open doen" en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend links (dicht) naast die [slachtoffer 1] gaan staan en/of -onverhoeds zijn trui omhoog gedaan en/of met zijn rechterhand een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (vooraf dreiging geschikt) voorwerp (dat achter de broekband van verdachte zat) opzettelijk dreigend en/of intimiderend vastgepakt, en/of getoond en/of op dwingende intimiderende toon (zakelijk weergegeven) gezegd: "jullie zijn verzekerd, geef mij het geld", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid (onderzoek Gray); art 310 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 13 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn medeverdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld in een winkelpand van de [bedrijf 1] (filiaal [locatie 1] ) [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1]
en/of de [bedrijf 1] toebehoorde, in ieder geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte of zijn medeverdachte, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte -(nadat hij (ter afleiding) een ballenpomp uit het rek in de winkel had gepakt
en deze op de (kassa)band had gelegd) opzettelijk dreigend en/of intimiderend
tegen die [slachtoffer 1] gezegd "Ik ga jouw lade open doen" en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend links (dicht) naast die [slachtoffer 1] komen staan en/of -onverhoeds zijn trui omhoog gedaan en met zijn rechterhand een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (vooraf dreiging geschikt) voorwerp (dat achter de broekband van verdachte zat) opzettelijk dreigend en/of intimiderend vastgepakt en/of getoond/voorgehouden en/of op dwingende/intimiderende toon (zakelijk weergegeven) gezegd: "jullie zijn verzekerd, geeft mij het geld", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid(onderzoek
Gray);
2.
hij op of omstreeks 13 juni 2018 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een winkelpand van het [bedrijf 2] (filiaal [locatie 2] ) een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 300,-(driehonderd) althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of het [bedrijf 2] (filiaal [locatie 2] ), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn medeverdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte -(nadat hij (ter afleiding) een opmerking tegen [slachtoffer 2] had gemaakt) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht bij die [slachtoffer 2] gaan staan en/of -onverhoeds een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp tegen de linkerdij van die [slachtoffer 2] gedrukt/geduwd (gehouden) en/of op de [slachtoffer 2] gericht (gehouden) en/of aan die [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] getoond/voorgehouden en/of -(daarbij) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "maak de kassa open nu" en/of "nu de kassa open of ik schiet" en/of "moet ik schieten"? en/of -(daarbij) meermalen, althans eenmaal geroepen/gezegd "jullie zijn toch wel verzekerd" en/of "jullie zijn verzekerd, geef mij het geld" en/of -gevraagd (zakelijk weergegeven) "heb je ook biljetten van euro 50,-(vijftig)"? en/of -opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 2] gezegd/geroepen "nergens aankomen of ik schiet"(onderzoek Agria); art 310 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 13 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, in een winkelpand van het [bedrijf 2] (filiaal [locatie 2] ) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 300,--(driehonderd), althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of het [bedrijf 2] (filiaal [locatie 2] ) toebehoorde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte -(nadat hij (ter afleiding) een opmerking tegen [slachtoffer 2] had gemaakt) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht bij die [slachtoffer 2] gaan staan en/of -onverhoeds een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp tegen de linkerdij van die [slachtoffer 2] gedrukt/geduwd (gehouden) en/of op die [slachtoffer 2] gericht (gehouden) en/of aan die [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] getoond/voorgehouden en/of -(daarbij) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "maak de kassa open nu" en/of "nu de kassa open of ik schiet" en/of "moet ik schieten"? en/of -(daarbij) meermalen, althans eenmaal geroepen/gezegd "jullie zijn toch wel verzekerd" en/of "jullie zijn verzekerd, geef mij het geld" en/of -gevraagd (zakelijk weergegeven) "heb je ook biljetten van euro 50,-(vijftig)"? en/of -opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 2] gezegd/geroepen "nergens aankomen of ik schiet"(onderzoek Agria);
3.
hij op of omstreeks 16 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een winkelpand van de [bedrijf 3] (filiaal [locatie 3] ) een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 170,--(honderdzeventig), althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] en/of aan de [bedrijf 3] (filiaal [locatie 3] ), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn medeverdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (geheel in het zwart/donker gekleed) voornoemde [bedrijf 3] ingelopen en/of -(nadat hij (ter afleiding) een zak snoep uit het rek had gepakt en op de toonbank had gegooid) om de kassa heen loopt en/of opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht bij die [slachtoffer 4] gaan staan en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zachtjes/op fluisterende toon tegen die [slachtoffer 4] gezegd (zakelijk weergegeven) "maak de kassa open, nu" en/of -onverhoeds en opzettelijk dreigend en/of intimiderend een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp aan die [slachtoffer 4] getoond/voorgehouden en/of -op intimiderende wijze in de kassa gekeken en/of op dwingende/intimiderende toon aan die [slachtoffer 4] gevraagd (zakelijk weergegeven) "waar zijn de briefjes van euro 50,- (vijftig)"? en/of "jullie zijn verzekerd, geeft mij het geld"(onderzoek Holder); art 310 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 16 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld in een winkelpand van de [bedrijf 3] (filiaal [locatie 3] ) [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 170,--(honderdzeventig), althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] en/of aan de [bedrijf 3] (filiaal [locatie 3] ) toebehoorde, in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (geheel in het zwart/donker gekleed) voornoemde [bedrijf 3] ingelopen en/of -(nadat hij (ter afleiding) een zak snoep uit het rek had gepakt en op de toonbank had gegooid) om de kassa heen loopt en/of opzettelijk dreigend en/of
intimiderend zeer dicht bij die [slachtoffer 4] gaan staan en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zachtjes/op fluisterende toon tegen die [slachtoffer 4] gezegd (zakelijk weergegeven) "maak de kassa open, nu" en/of -onverhoeds en opzettelijk dreigend en/of intimiderend een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp aan die [slachtoffer 4] getoond/voorgehouden en/of -op intimiderende wijze in de kassa gekeken en/of op dwingende/intimiderende toon aan die [slachtoffer 4] gevraagd (zakelijk weergegeven) "waar zijn de briefjes van euro 50,- (vijftig)"? en/of "jullie zijn verzekerd, geef mij het
geld"(onderzoek Holder);
4.
hij op of omstreeks 18 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, in een winkelpand van het [bedrijf 4] (filiaal [locatie 4] ) -een hoeveelheid geld (te weten euro 344,--, althans een geldbedrag) en/of -VVV bonnen (ter waarde van euro 25,--) en/of -een flesje Fanta frisdrank , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [bedrijf 4] (filiaal [locatie 4] ) toebehoorde , in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte -(nadat hij (ter afleiding) een vraag aan die [slachtoffer 5] had gesteld) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht (op een afstand van ongeveer 10 cm) bij die [slachtoffer 5] gaan staan en/of -onverhoeds een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (vooraf dreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 5] gericht (gehouden) en/of getoond/voorgehouden -(daarbij) tegen die [slachtoffer 5] gezegd (zakelijk weergegeven) "jij gaat nu de kassa voor mij openmaken, anders schiet ik" en/of "Ik zou het maar doen, want ik heb ook nog een mes, dus ik zou het maar doen" en/of "jullie zijn verzekerd, geeft mij het geld" en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht tegen die [slachtoffer 5] aan in de richting van de kassa gelopen(onderzoek Alpenland); art 310 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 18 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld in een winkelpand van het [bedrijf 4]
(filiaal [locatie 4] ) [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van -een hoeveelheid geld (te weten euro 344,--, althans een geldbedrag) en/of -VVV bonnen (ter waarde van euro 25,--) en/of -een flesje Fanta frisdrank , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of de [bedrijf 4] (filiaal [locatie 4] ) toebehoorde, in ieder geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte -(nadat hij (ter afleiding) een vraag aan die [slachtoffer 5] had gesteld) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht (op een afstand van ongeveer 10 cm) bij die [slachtoffer 5] gaan staan en/of -onverhoeds een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (vooraf dreiging geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 5] gericht (gehouden) en/of getoond/voorgehouden -(daarbij) tegen die [slachtoffer 5] gezegd (zakelijk weergegeven) "jij gaat nu de kassa voor mij openmaken, anders schiet ik" en/of "Ik zou het maar doen, want ik heb ook nog een mes, dus ik zou het maar doen" en/of "jullie zijn verzekerd, geeft mij het geld" en/of -(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht tegen die [slachtoffer 5]
aan in de richting van de kassa gelopen (onderzoek Alpenland);
5.
hij op of omstreeks 22 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een winkelpand van de [bedrijf 5] (filiaal [locatie 5] )
-een hoeveelheid geld (te weten euro 537, althans een geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 7] en/of [bedrijf 5] (filiaal [locatie 5] ) voornoemd, in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (geheel in het zwart/donker gekleed) voornoemde [bedrijf 5] ingelopen en/of
-opzettelijk dreigend en/of intimiderend achter de balie dichtbij die [slachtoffer 7] gaan staan (waardoor die [slachtoffer 7] ingesloten raakte) en/of
-(vervolgens) fluisterend/op zachte (dwingende/intimiderende) toon tegen die [slachtoffer 7] gezegd (zakelijk weergegeven) "Dit is een overval" en/of "jullie zijn verzekerd, geef mij het geld" en/of
-(nadat verdachte met die [slachtoffer 7] naar de Kassa is gelopen) opzettelijk dreigend en/of intimiderend, zijn bovenkleding wat omhoog gedaan, waarbij achter de broekriem van verdachte een voorwerp zichtbaar werd, dat leek op een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voor afdreiging geschikt voorwerp en/of een voorwerp dat leek op een mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, in ieder geval een voorwerp waarmee verdachte wilde tonen/laten zien/doen voorkomen aan die [slachtoffer 7] , dat hij een wapen, althans een voor afdreiging geschikt voorwerp, bij zich droeg en/of
-(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 7] gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "La open" en/of "Briefjes van vijftig";
en/of
hij op of omstreeks 22 juni 2018 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld in een winkelpand van de [bedrijf 5] (filiaal [locatie 5] ) [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de afgifte van
-een hoeveelheid geld (te weten euro 537,--, althans een geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan de [bedrijf 5] (filiaal [locatie 5] ) en/of aan die [slachtoffer 7] toebehoorde, in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, immers is/zijn/heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte (geheel in het zwart/donker gekleed) voornoemde [bedrijf 5] ingelopen en/of
-opzettelijk dreigend en/of intimiderend achter de balie dichtbij die [slachtoffer 7] gaan staan (waardoor die [slachtoffer 7] ingesloten raakte) en/of
-(vervolgens) fluisterend/op zachte (dwingende/intimiderende) toon tegen die [slachtoffer 7] gezegd (zakelijk weergegeven) "Dit is een overval" en/of "jullie zijn verzekerd, geef mij het geld" en/of
-(nadat verdachte met die [slachtoffer 7] naar de Kassa is gelopen) opzettelijk dreigend en/of intimiderend, zijn bovenkleding wat omhoog gedaan, waarbij achter de broekriem van verdachte een voorwerp zichtbaar werd, dat leek op een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voor afdreiging geschikt voorwerp en/of een voorwerp dat leek op een mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, in ieder geval een voorwerp waarmee verdachte wilde tonen/laten zien aan die [slachtoffer 7] , dat hij een wapen, althans een voor afdreiging geschikt voorwerp, bij zich droeg en/of
-(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 7] gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) “La open” en/of “Briefjes van vijftig”.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 1 de poging tot diefstal met geweld bewezen geacht, ten aanzien van de feiten 2 tot en met 4 de diefstal met geweld en ten aanzien van feit 5 de afpersing. Het medeplegen wordt niet bewezen geacht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ter zake van de bewezenverklaring in die zin gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank dat zij wel het medeplegen bewezen acht.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft ter zake alle vijf aan hem ten laste gelegde feiten een bekennende verklaring afgelegd als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
Feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 442 - 444;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2019.
Feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] namens [bedrijf 2] Retail B.V., p. 574 - 575;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2019.
Feit 3:
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] namens [bedrijf 3] , p. 714 - 716;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2019.
Feit 4:
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 6] namens [bedrijf 2] en [slachtoffer 8] ., p. 842 - 844;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2019.
Feit 5:
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 7] namens [bedrijf 5] , p. 1022 - 1024;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2019.
Conclusie ten aanzien van het bewijs
Verdachte heeft ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 verklaard dat hij zelf het geld uit de kassalade heeft gepakt. Ten aanzien van feit 5 heeft verdachte verklaard dat de winkelmedewerker hem het geld overhandigde. De verklaringen van verdachte vinden bevestiging in de afzonderlijke aangiftes. Uit de aangifte met betrekking tot feit 1 blijkt dat verdachte voornemens was het geld uit de kassalade te pakken, zodat de rechtbank – met de officier van justitie - van oordeel is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan eenmaal een poging tot diefstal voorafgaand of vergezeld met geweld, driemaal een diefstal voorafgaand of vergezeld met geweld en eenmaal een afpersing voorafgaand of vergezeld met geweld.
Medeplegen
Ten aanzien van het ten laste gelegde medeplegen oordeelt de rechtbank, dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de door verdachte genoemde medeverdachte niet is komen vast te staan. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het ten laste gelegde medeplegen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks13 juni 2018 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een
winkelpand van de [bedrijf 1] (filiaal [locatie 1] ) een hoeveelheid geld
(althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed,dat geheel
of ten dele aan een andertoebehoorde,
te wetenaan
[slachtoffer 1] en/ofde [bedrijf 1] ,
in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, weg te nemen, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, en te doen vergezellen
en/of te doen
volgenvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers
is/zijn/heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn medeverdachte
-(nadat hij (ter afleiding) een ballenpomp uit het rek in de winkel had gepakt en deze op de (kassa)band had gelegd) opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend tegen die [slachtoffer 1] gezegd "Ik ga jouw lade open doen" en
/of
-(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend links (dicht) naast die [slachtoffer 1] gaan staan en
/of
-onverhoeds zijn trui omhoog gedaan en
/ofmet zijn rechterhand een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (vooraf dreiging geschikt) voorwerp (dat achter de broekband van verdachte zat) opzettelijk dreigend
en/of intimiderend vastgepakt, en/ofgetoond
en/of op dwingende intimiderende toon (zakelijk weergegeven) gezegd: "jullie zijn verzekerd, geef mij het geld", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid(onderzoek Gray);
2.
hij op
of omstreeks13 juni 2018 te Apeldoorn,
tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, in een winkelpand van het
[bedrijf 2] (filiaal [locatie 2] ) een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 300,-(driehonderd)
althans enig geldbedrag),i
n elk geval enig goed,dat geheel
of ten dele aan een ander
toebehoorde,
te weten aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/ofaan het
[bedrijf 2] (filiaal [locatie 2]
), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn medeverdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] en
/of die[slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te
maken, en
/ofom,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,immers is/
zijn/heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn medeverdachte
-(nadat hij (ter afleiding) een opmerking tegen [slachtoffer 2] had gemaakt) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht bij die [slachtoffer 2] gaan staan en
/of
-onverhoeds een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp tegen de linkerdij van die [slachtoffer 2] gedrukt/geduwd (gehouden) en
/ofop de [slachtoffer 2] gericht (gehouden) en
/of aan die [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 3] getoond/voorgehoudenen
/of
-(daarbij) opzettelijk dreigend en intimiderend tegen die [slachtoffer 2]
en/of die
[slachtoffer 3]gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) "maak de kassa open nu"
en
/of"nu de kassa open of ik schiet" en
/of"moet ik schieten"? en
/of
-(daarbij)
meermalen, althanseenmaal geroepen/gezegd "jullie zijn toch wel
verzekerd" en
/of"jullie zijn verzekerd, geef mij het geld" en
/of-gevraagd (zakelijk weergegeven) "heb je ook biljetten van euro 50,-(vijftig)"? en
/of
-opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend tegen die [slachtoffer 2] gezegd/geroepen
"nergens aankomen of ik schiet"(onderzoek Agria);
3.
hij op
of omstreeks16 juni 2018 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een winkelpand van de [bedrijf 3] (filiaal [locatie 3] ) een hoeveelheid geld (te weten ongeveer euro 170,--(honderdzeventig
), althans
enig geldbedrag), in elk geval enig goed, dat geheel
of ten dele aan een ander
toebehoorde,
te weten aan [slachtoffer 4] en/ofaan de [bedrijf 3] (filiaal
[locatie 3]
), in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn medeverdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan
geweld
en/ofbedreiging met geweld tegen
die[slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is
/zijn/heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn medeverdachte(geheel in het zwart/donker gekleed) voornoemde [bedrijf 3] ingelopen en
/of-(nadat hij (ter afleiding) een zak snoep uit het rek had gepakt en op de
toonbank had gegooid) om de kassa heen loopt en
/ofopzettelijk dreigend en
/of
intimiderend zeer dicht bij die [slachtoffer 4] gaan staan en/
of-(vervolgens) opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend zachtjes/op fluisterende toon tegen die [slachtoffer 4] gezegd (zakelijk weergegeven) "maak de kassa open, nu" en
/of
-onverhoeds en opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend een vuurwapen, althans
een daarop gelijkend (voor afdreiging geschikt) voorwerp aan die [slachtoffer 4]
getoond/voorgehouden en
/of
-op intimiderende wijze in de kassa gekeken en
/ofop dwingende/intimiderende
toon aan die [slachtoffer 4] gevraagd (zakelijk weergegeven) "waar zijn de briefjes
van euro 50,- (vijftig)"? en/
of"jullie zijn verzekerd, geeft mij het geld"(onderzoek Holder);
4.
hij op
of omstreeks18 juni 2018 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, in een winkelpand van het [bedrijf 4] (filiaal [locatie 4] )
-een hoeveelheid geld (te weten euro 344,--, althans een geldbedrag) en
/of
-VVV bonnen (ter waarde van euro 25,--) en
/of
-een flesje Fanta frisdrank ,
in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan
een ander, te weten [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/ofDe [bedrijf 2] (filiaal [locatie 4] ) toebehoorde ,
in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan
geweld en//ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te
maken,
en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers is
/zijn/heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn medeverdachte
-(nadat hij (ter afleiding) een vraag aan die [slachtoffer 5] had gesteld) opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend zeer dicht (op een afstand van ongeveer 10 cm) bij die [slachtoffer 5] gaan staan en
/of
-onverhoeds een vuurwapen, althans een daarop gelijkend (voor afdreiging
geschikt) voorwerp op die [slachtoffer 5] gericht (gehouden) en
/ofgetoond/voorgehouden
-(daarbij) tegen die [slachtoffer 5] gezegd (zakelijk weergegeven) "jij gaat nu de kassa voor mij openmaken, anders schiet ik" en
/of"Ik zou het maar doen, want ik heb ook nog een mes, dus ik zou het maar doen" en
/of"jullie zijn verzekerd, geeft mij het geld" en
/of
-(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend zeer dicht tegen die [slachtoffer 5]
aan in de richting van de kassa gelopen(onderzoek Alpenland);
5.
hij op
of omstreeks22 juni 2018 te Apeldoorn
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld in een winkelpand van de [bedrijf 5] (filiaal [locatie 5] ) [slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de afgifte van
-een hoeveelheid geld (te weten euro 537,--, althans een geldbedrag),
in elk geval enig goed,dat geheel
of ten deleaan de [bedrijf 5] (filiaal [locatie 5] )
en/of aan die [slachtoffer 7]toebehoorde
in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte, immers is
/zijn/heeft
/hebbenverdachte
en/of zijn medeverdachte(geheel in het zwart/donker gekleed) voornoemde [bedrijf 5] ingelopen en
/of-opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend achter de balie dichtbij die [slachtoffer 7] gaan staan (waardoor die [slachtoffer 7] ingesloten raakte) en
/of-(vervolgens) fluisterend/op zachte (dwingende/intimiderende) toon tegen die [slachtoffer 7] gezegd (zakelijk weergegeven) "Dit is een overval" en
/of"jullie zijn verzekerd, geef mij het geld" en
/of-(nadat verdachte met die [slachtoffer 7] naar de Kassa is gelopen) opzettelijk dreigend en
/ofintimiderend, zijn bovenkleding wat omhoog gedaan, waarbij achter de broekriem van verdachte een voorwerp zichtbaar werd, dat leek op
een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voor afdreiging geschikt voorwerp en/of een voorwerp dat leek opeen mes, althans een daarop gelijkend scherp en/of puntig en/of snijdend voorwerp, in ieder geval een voorwerp waarmee verdachte wilde tonen/laten zien aan die [slachtoffer 7] , dat hij een wapen, althans een voor afdreiging geschikt voorwerp, bij zich droeg en
/of-(vervolgens) opzettelijk dreigend en/of intimiderend tegen die [slachtoffer 7] gezegd/geroepen (zakelijk weergegeven) “La open” en/of “Briefjes van vijftig”.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Ten aanzien van feit 2:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken .
Ten aanzien van feit 3:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken .
Ten aanzien van feit 4:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken.
Ten aanzien van feit 5:
Afpersing

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op het psychologisch onderzoek van drs. [naam 1] , psycholoog d.d. 2 november 2018 en het psychiatrisch onderzoek van drs. [naam 2] , psychiater, d.d. 12 november 2018. Uit deze rapportages blijkt dat er bij verdachte ten tijde van het tenlastegelegde sprake was van een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne, heroïne en in mindere mate van alcohol, een gokstoornis alsmede een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. De invloed van de psychopathologie was zo overheersend, dat wordt geadviseerd het bewezenverklaarde in mindere mate aan betrokkene toe te rekenen. De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, en dat hem de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de eis van de officier van justitie moet worden gematigd. De tbs-maatregel is een maatregel die jaren kan duren. Als de rechtbank tbs met dwangverpleging oplegt, zal af moeten worden gezien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, althans zal de duur van de gevangenisstraf moeten worden beperkt. Daar komt bij dat een langdurige gevangenisstraf, gelet op zijn persoonlijke omstandigheden, veel impact zal hebben op verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte, zoals deze uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank heeft met het volgende rekening gehouden:
  • het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 27 augustus 2018;
  • het Pro Justitia-rapport van drs. [naam 1] , psycholoog van 2 november 2018;
  • het Pro Justitia-rapport van drs. [naam 2] , psychiater van 12 november 2018;
  • het Pro Justitia-rapport van dr. [naam 3] , klinisch psycholoog & klinisch neuropsycholoog van 28 januari 2019;
  • het Pro Justitia-rapport van dr. [naam 4] , psychiater/ psychoanalyticus van 4 februari 2019;
  • het reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg van 25 januari 2019.
Het volgende is daarbij in het bijzonder van belang. Verdachte heeft zich in een hele korte periode schuldig gemaakt aan een flink aantal winkelovervallen. Hij heeft daarbij schade aangericht, maar vooral ook angst en overlast veroorzaakt en het gevoel van veiligheid van zijn slachtoffers, vaak jonge winkelmedewerkers, aangetast. Verdachte is bovendien het dreigen met geweld niet uit de weg gegaan. De rechtbank vindt – in tegenstelling tot wat de verdediging heeft bepleit – daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank komt alles afwegend tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van het voorarrest.
Gezien de noodzaak om de samenleving tegen verdachte te beveiligen en om herhaling te voorkomen, kan met deze straf echter niet worden volstaan. De rapporteurs beschrijven dat het recidiverisico hoog is. Verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en er is al langdurig sprake van behandeling in een forensisch psychiatrische setting. Volgens de deskundigen zijn de persoonlijkheidsproblematiek en de verslavingsproblematiek nog onverminderd aanwezig. Verdachte heeft zich vaker aan een behandeling weten te onttrekken en ook doorkruist hij zijn behandeling door fysiek geweld te gebruiken tegen medepatiënten of terug te vallen in middelengebruik.
De hardnekkigheid van de problematiek van verdachte en het daaraan gekoppelde recidiverisico is zodanig groot dat enkel behandeling binnen een tbs-kliniek is aangewezen. Enerzijds vanwege de noodzaak tot intensieve en langdurige behandeling en anderzijds vanwege de noodzaak tot optimale beveiliging.
Gelet op de ernst van de feiten en de inhoud van voornoemde rapporten, waarvan de rechtbank de adviezen en op te leggen maatregel overneemt, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ter beschikking dient te worden gesteld en van overheidswege dient te worden verpleegd. Aan de eisen die de wet stelt aan het opleggen van de tbs-maatregel is blijkens voornoemde rapporten voldaan.
De rechtbank is tevens van oordeel dat in dit geval sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zoals bedoeld in artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht. Dit betekent dat de tbs met dwangverpleging langer dan vier jaren kan duren.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de ten laste gelegde feiten. Door [slachtoffer 8] zijn vorderingen ingediend met betrekking tot de diefstal met geweld bij de twee verschillende [bedrijf 2] -filialen en de afpersing bij [bedrijf 5] . De totale omvang van de vordering aan materiële schade bedraagt € 2.553,18. Door [slachtoffer 7] wordt een bedrag van € 825,-- aan immateriële schade gevorderd.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt dat in het geval van een bewezenverklaring de gevorderde vergoedingen dienen te worden toegewezen met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Voor wat betreft de hoogte van het bedrag aan immateriële schade, zoals gevorderd door [slachtoffer 7] , refereert de officier van justitie zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de ingediende vorderingen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 8]
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer 8] als gevolg van de onder 2, 4 en 5 bewezen verklaarde feiten materiële schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van € 2.553,18.
De verdachte is voor de schade − naar burgerlijk recht − aansprakelijk. De vordering dient tot een bedrag van € 2.553,18 te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018.
Ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 7]
Door de benadeelde partij [slachtoffer 7] wordt een bedrag van € 825,-- aan immateriële schadevergoeding gevorderd. [slachtoffer 7] heeft over het ten laste gelegde feit verklaard dat zij van de afpersing erg is geschrokken en bovendien op dat moment erg angstig was. De impact was erg groot op haar.
De rechtbank houdt bij het begroten van de immateriële schade van [slachtoffer 7] rekening met deze omstandigheden. Anderzijds dient de rechtbank ook rekening te houden met de bedragen die in vergelijkbare zaken aan schadevergoeding zijn toegekend. De rechtbank is van oordeel dat de ten aanzien van het vijfde feit gevorderde immateriële schadevergoeding tot een bedrag van in totaal € 300,-- dient te worden toegewezen.
De verdachte is voor de schade − naar burgerlijk recht − aansprakelijk. De vordering dient tot een bedrag van € 300,-- te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018.
De vordering van de benadeelde partij zal voor het overige worden afgewezen. In het belang van de benadeelde partij wordt, als extra waarborg voor betaling aan haar, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opgelegd.
7b. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling met betrekking tot het vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 20 maart 2013 (
parketnummer 13/676910-12) en het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2017 (
parketnummer 13/703220-16) de tenuitvoerlegging van in totaal zes maanden gevangenisstraf.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat deze vorderingen moeten worden afgewezen. Het zou zijn doel voorbij schieten om de voorwaardelijk opgelegde straffen nu ten uitvoer te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de data waarop de vonnissen zijn gewezen en de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde, thans de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straffen niet opportuun moet worden geacht. Aan verdachte wordt in het onderhavige vonnis een langdurige straf en maatregel opgelegd, zodat de gevraagde tenuitvoerlegging geen toegevoegde waarde heeft. De rechtbank zal de vorderingen van de officier van justitie dan ook afwijzen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 37a, 37b, 45, 57, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd;
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 8] en [slachtoffer 7]
 veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten 2, 4 en 5 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 8]van een bedrag van
€ 2.553,18 (vijfentwintighonderddrieënvijftig euro en achttien eurocent)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van de feit 5 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer 7]van een bedrag van
€ 300,-- (driehonderd euro)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 wijst de vordering van de
benadeelde partij [slachtoffer 7]voor het overige af;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer 7] , een bedrag
te betalen van € 300,-- (driehonderd euro)vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom zes dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

De beslissing op de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling


wijst af de vorderingenvan de officier van justitie van 4 oktober 2018, strekkende
tot tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 20 maart 2013 (
parketnummer 13/676910-12) en de bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 maart 2017 (
parketnummer 13/703220-16) opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van in totaal zes maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.E. ter Hart (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. D.S.M. Bak , rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Damme, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 februari 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam 5] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL2018317478, gesloten op 3 oktober 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.