ECLI:NL:RBGEL:2019:709

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 februari 2019
Publicatiedatum
22 februari 2019
Zaaknummer
C/05/348493/ KZ ZA 19-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming koopovereenkomst kerkgebouw door Mooi Vastgoed B.V. tegen Protestantse Gemeente Apeldoorn

In deze zaak vorderde Mooi Vastgoed B.V. dat de Protestantse Gemeente Apeldoorn (PGA) de koopovereenkomst met betrekking tot de aankoop van een kerkgebouw zou nakomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat voorshands onvoldoende aannemelijk was dat de PGA gebonden was aan de getekende koopovereenkomst, omdat de vereiste goedkeuring van de Algemene Kerkenraad (AKR) ontbrak. De AKR had op 20 september 2018 haar goedkeuring aan de verkoop onthouden, omdat het voorgenomen verkoopbedrag niet passend werd geacht en de financiële zekerstelling onvoldoende was. Mooi Vastgoed had eerder met vertegenwoordigers van het College van Kerkrentmeesters (CvK) onderhandeld en een koopovereenkomst getekend, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de CvK niet bevoegd was om de PGA te binden zonder de vereiste instemming van de AKR. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Mooi Vastgoed af en veroordeelde haar in de proceskosten van de PGA.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/348493 / KZ ZA 19-21
Vonnis in kort geding van 21 februari 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MOOI VASTGOED B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. D.J. de Jongh te Zwolle,
tegen
de kerkgenootschap
PROTESTANTSE GEMEENTE te APELDOORN,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde,
advocaat mr. M.W. Verhoeven te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna Mooi Vastgoed en PGA genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met daarbij 25 producties,
  • aanvullend productie 26 van de zijde van Mooi Vastgoed,
  • 17 producties van de zijde van de PGA,
  • de mondelinge behandeling,
  • de pleitnota van de PGA.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Mooi Vastgoed is onderdeel van de in 2012 opgerichte uitvaartonderneming Mooi Afscheid. Mooi Vastgoed is in 2018 opgericht met het doel om het door Mooi Afscheid geëxploiteerde vastgoed in onder te brengen.
2.2.
De PGA is een kerkgenootschap en maakt deelt uit van het landelijke kerkgenootschap Protestantse Kerk in Nederland.
De PGA kent een aantal wijkgemeentes waaronder de wijkgemeente Open Hofkerk. Begin 2018 is besloten om de Open Hofkerk samen te voegen met een aangrenzende gemeente en het kerkgebouw aan de [adres kerkgebouw] (hierna: het pand) te verkopen.
2.3.
De organisatie van de PGA bestaat uit een Algemene Kerkenraad (hierna: AKR), waarvan de zogenaamde moderamen AKR als het ware het dagelijks bestuur vormt. Verder is er een College van Kerkrentmeesters (hierna: CvK) dat eveneens een zogenaamd moderamen kent in de vorm van een dagelijks bestuur. De heer [lid sub 1 moderamen van het CvK], de heer [lid sub 2 moderamen van het CvK] en de heer [lid sub 3 moderamen van het CvK] zijn lid van het moderamen van het CvK.
2.4.
Op de website van de PGA staat met betrekking tot de AKR, voor zover van belang, het volgende:

Taken en bevoegdheden
De Algemene Kerkenraad regelt voor de Protestantse Gemeente Apeldoorn taken die op centraal niveau uitgevoerd moeten worden.
Hierbij kun je denken aan:
  • De coördinatie van daarvoor in aanmerking komende werkzaamheden van de (wijk) kerkenraden voor zover deze daar mee instemmen.
  • Het jaarlijks vaststellen van het rooster van erediensten.
  • Het samen met de kerkrentmeesters vaststellen van financieel beleid.
  • Het medewerken aan de verkiezing van een predikant volgens de regels van de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland.
  • Het benoemen van kerkelijk werkers.
  • Alles wat te maken heeft met de rechtspositie van predikanten en gesalarieerde medewerkers.
  • Het jaarlijks vaststellen van het collecterooster.
Samenstelling en werkwijze
De Algemene Kerkenraad wordt volgens een rooster samengesteld uit vertegenwoordigers van de wijkgemeenten. Daar aan toegevoegd zijn de preses en scriba en de voorzitters van de Colleges van Diakenen en Kerkrentmeesters. Een vertegenwoordiger van Kerkplein7 is als adviseur verbonden aan de Algemene Kerkenraad.
Het moderamen van de Algemene Kerkenraad zou je kunnen omschrijven als het dagelijks bestuur. (…) De Algemene Kerkenraad vergadert vijf maal per jaar op de derde donderdag van de oneven maanden, m.u.v. de maand juli. In oktober is een extra begrotingsvergadering. Het moderamen AK vergadert maandelijks op de eerste maandag van de maand, m.u.v. de zomermaanden.”
2.5.
Op de website van de PGA staat met betrekking tot de het CvK, voor zover van belang, het volgende:
Taken en bevoegdheden
Het college van kerkrentmeesters zorgt op de achtergrond voor de financiële en materiële randvoorwaarden van de Protestantse Gemeente te Apeldoorn.Zij is de formele eigenaar van alle wijkkerken, pastorieën en kosterswoningen.De taken die op centraal niveau uitgevoerd worden zijn onder andere:
  • Het zorgen voor het beschikbaar zijn van kerkelijke gebouwen en in samenwerking met de wijkraden van kerkrentmeesters het onderhouden hiervan.
  • Het jaarlijks verzorgen van de begroting en de jaarrekening.
  • Het samen met de algemene kerkenraad vaststellen van algemeen en financieel beleid.
  • Het zorg dragen voor de geldwerving, ledenadministratie en de boekhouding.
  • De Protestantse Gemeente te Apeldoorn juridisch vertegenwoordigen.
Samenstelling en werkwijze
Het College van Kerkrentmeesters is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle wijkgemeenten. Zij is aangevuld met een aantal adviseurs op het terrein van geldwerving en het onderhoud van gebouwen. Het College van Kerkrentmeesters vergadert vijf maal per jaar. Het moderamen (dagelijks bestuur) vergadert maandelijks op de tweede woensdag van de maand.”
2.6.
In de Kerkorde en ordinanties van de Protestantse Kerk in Nederland is in ordinantie 11, de vermogensrechtelijke aangelegen, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“I. DE VERMOGENSRECHTELIJKE AANGELEGENHEDEN VAN DE GEMEENTE
Artikel 1.Algemeen
1. De zorg voor de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente berust bij de kerkenraad.
2. De kerkenraad vertrouwt de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard toe aan het college van kerkrentmeesters en die van diaconale aard aan het college van diakenen.
3. Het college van kerkrentmeesters en het college van diakenen stemmen hun beleid af op het beleid van de kerkenraad inzake het gehele leven en werken van de gemeente. Zij doen verslag van hun werkzaamheden aan de kerkenraad.
Artikel 2.Het college van kerkrentmeesters
(…)
9. Voorafgaande instemming van de kerkenraad is nodig voor rechtshandelingen betreffende:
- het verkrijgen, bouwen, ingrijpend verbouwen, uitbreiden of restaureren, verhuren, bezwaren, verkopen of op andere wijze vervreemden en afbreken van een gebouw of een orgel, beide in gebruik ten behoeve van de eredienst of anderszins van belang voor het leven en werken van de gemeente;
- het aangaan van verplichtingen waarin niet bij vastgestelde begroting is voorzien;
- het aanvaarden van erfstellingen, legaten en schenkingen onder last of voorwaarde;
- het oprichten van of deelnemen aan een stichting;
- het voeren van processen voor de overheidsrechter en het aangaan van overeenkomsten
om geschillen op een andere wijze tot een oplossing te brengen.
10. De kerkenraad neemt alleen in overleg met het college van kerkrentmeesters beslissingen op niet-diaconaal terrein waaraan voor de gemeente financiële gevolgen verbonden zijn welke niet bij vastgestelde begroting zijn voorzien.
Artikel 4.Vermogensrechtelijke aangelegenheden van gemeenten met wijkgemeenten
1. Waar een gemeente wijkgemeenten heeft, dient in deze ordinantie in plaats van kerkenraad gelezen te worden algemene kerkenraad.”
2.7.
Mooi Vastgoed heeft met (afgevaardigden van) het CvK vanaf januari 2018 verkennende gesprekken gevoerd over de aankoop van het pand.
2.8.
Bij brief van 4 juli 2014 heeft de heer [lid sub 3 moderamen van het CvK] (penningmeester van het CvK) aan Mooi Vastgoed de volgende twee tegenboden gedaan:
“Ons eerste moderamen CVK-tegenbod:
• koopsom van het onroerend goed inclusief orgel € 350.000 k.k. (kosten koper)
• Rente 2% per jaar
• Betaling in 120 maandelijkse termijnen, lineair, via automatische incasso
• Zekerheidsstelling middels 1e recht van hypotheek op het onroerend goed
• De geloofsgemeenschap van de Open Hof kan tot 1 januari 2019 iedere zondagochtend, tot 13.00, gebruik maken van de kerk
• Dit alles onder voorbehoud van formele goedkeuring Algemene Kerkenraad PGA en formele goedkeuring van het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken van de PKN (kortweg RCBB); dit alles zo snel mogelijk.
Of: Ons tweede moderamen CVK-tegenbod:
• Een twee jaarlijkse huurtermijn van € 20.000 per jaar, te betalen in 24-maandelijkse
termijnen van € 1.666,66, net als hij tegenbod 1, via automatische incasso.
• Mocht er onverhoopt in die twee jaar onderhoud nodig zijn dan is dat beperkt tot maximaal € 5.000.00 per jaar.
• Na de genoemde twee jaar volgt koopsom van het onroerend goed inclusief orgel voor € 350.000 k.k. (kosten koper)
• Rente 2% per jaar
• Betaling in 120 maandelijkse termijnen lineair, via automatische incasso zodat na 12 jaar vanaf eerste dag huur de volledige koopsom inclusief rente is betaald.
Huur en koop gaan dan samen in een basiscontract met twee achter liggende contracten.
•Zekerheidsstelling middels 1e recht van hypotheek op het onroerend goed
• De geloofsgemeenschap van de Open Hof kan tot 1 januari 2019 iedere zondagochtend, tot 13.00, gebruik maken van de kerk.
• Dit alles onder voorbehoud van formele goedkeuring Algemene Kerkenraad PGA en formele goedkeuring van het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken van de PKN (kortweg RCBB); dit alles zo snel mogelijk.”
2.9.
Na het bespreken van verschillende voorstellen door Mooi Vastgoed en het CvK hebben zij op 12 juli 2018 een akkoord bereikt over de voorwaarden voor verkoop van het pand. Het pand zal worden verkocht voor een bedrag van € 340.000,00 (v.o.n.) inclusief orgel en onroerende zaken. De koop zal worden gefinancierd met een door PGA verstrekte lening ter hoogte van de koopprijs. Het pand zal op 2 januari 2019 worden geleverd.
2.10.
In de dagen erna werden concept koopovereenkomsten opgesteld en uitgewisseld alsmede een overeenkomst van geldlening. In de concept koopovereenkomsten is een goedkeuringsvereiste door de PGA opgenomen.
2.11.
Op 25 juli 2018 is door Mooi Vastgoed en door de PGA, vertegenwoordigd door de heer [lid sub 1 moderamen van het CvK] (bestuurslid van het moderamen van het CvK), een koopovereenkomst getekend. In de getekende koopovereenkomst ontbreekt het goedkeuringsvereiste door de PGA. Op 1 augustus 2018 is de koop ingeschreven in het Kadaster.
Door de heer [lid sub 3 moderamen van het CvK] en de heer [lid sub 1 moderamen van het CvK] is namens de PGA de overeenkomst van geldlening met Mooi Vastgoed getekend.
2.12.
Bij e-mail van 6 september 2018 heeft de secretaris van het CvK aan Mooi Vastgoed bericht dat in de vergadering van de AKR van 20 september 2018 door de AKR een besluit zal worden genomen aangaande de verkoop van het kerkgebouw Open Hof en dat pas na een positief besluit van de AKR aan Mooi Vastgoed toegang gegeven kan worden tot het pand.
2.13.
De heer [lid sub 2 moderamen van het CvK], bestuurslid van het CvK, heeft bij e-mail van 20 september 2018 aan Mooi Vastgoed laten weten dat de AKR in haar vergadering van 20 september 2018 haar goedkeuring heeft onthouden aan de verkoop van het pand zoals opgenomen in de koopovereenkomst van 25 juli 2018. De AKR acht het voorgenomen verkoopbedrag niet passend en vindt de financiële zekerstelling en onderbouwing onvoldoende, aldus de heer [lid sub 2 moderamen van het CvK].
2.14.
Bij brief van 2 januari 2018 heeft Mooi Vastgoed de PGA in gebreke gesteld en gesommeerd om binnen acht dagen de verplichtingen voortvloeiende uit de koopovereenkomst en uit de financieringsovereenkomst na te komen.
2.15.
In diverse (online) krantenberichten alsmede diverse nieuwsbrieven aan de gemeenteleden van de Open Hofkerk wordt melding gemaakt van de het samengaan met een andere wijkgemeente en het verkopen van het pand aan de uitvaartonderneming Mooi Afscheid.

3.Het geschil

3.1.
Mooi Vastgoed vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de PGA te veroordelen tot:
(i) nakoming van de als productie 12 en 13 overgelegde koop- en geldleningsovereenkomst binnen een week na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan waarop nakoming uitblijft, met een maximum van
€ 100.000,00;
(ii) betaling aan Mooi Vastgoed van de contractuele boete van € 34.000,00;
(iii) de proceskosten aan de zijde van Mooi Vastgoed.
3.2.
Mooi Vastgoed heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de PGA is gebonden aan de koop- en geldleningsovereenkomst van 25 juli 2018. De PGA was daardoor verplicht om het pand op 2 januari 2019 aan Mooi Vastgoed te leveren maar heeft dat tot op heden geweigerd.
Volgens Mooi Vastgoed is voor een geldige koopovereenkomst en geldleningsovereenkomst geen instemming van de AKR vereist. Bovendien heeft de AKR tot twee keer toe ingestemd met de verkoop van het pand onder de met Mooi Vastgoed overeengekomen voorwaarden. Voor zover de AKR niet zou hebben ingestemd, had de weigering van de instemming van de AKR op 20 september 2018 geen effect meer. Tot slot heeft te gelden dat de PGA is gebonden aan de twee overeenkomsten omdat Mooi Vastgoed erop mocht vertrouwen dat het CvK de PGA mocht binden.
3.3.
De PGA voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
In dit kort geding gaat het om de vraag of er tussen partijen een rechtsgeldige koopovereenkomst en geldleningsovereenkomst tot stand zijn gekomen met betrekking tot de verkoop van het pand. Mooi Vastgoed stelt dat er sprake is van een (rechtsgeldig) gesloten koopovereenkomst en geldleningsovereenkomst en vordert nakoming daarvan. De PGA betwist dat er sprake is van een rechtsgeldige koopovereenkomst omdat de voor het sluiten van de koopovereenkomst vereiste instemming van de AKR ontbreekt. Hetzelfde geldt voor de geldleningsovereenkomst.
Geen instemming van de AKR vereist
4.2.
Mooi Vastgoed stelt zich op het standpunt dat op grond van artikel 2 lid 9 ordinantie 11 slechts in uitzonderingsgevallen de voorafgaande toestemming van de AKR is vereist en dat geen van die uitzonderingen zich hier voordoet. Het CvK was en is bevoegd om het pand te verkopen omdat het pand niet meer in gebruik was als kerkgebouw. De gemeente had met instemming van de AKR al besloten dat het pand per 1 januari 2019 niet meer in gebruik zou zijn voor een eredienst en daardoor per 1 januari 2019 niet langer van belang voor het leven en werken van de gemeente, aldus Mooi Vastgoed.
4.3.
Op grond van de relevante bepalingen uit ordinantie 11, hiervoor opgenomen onder 2.6., is het Cvk belast met vermogensrechtelijke aangelegenheden van niet-diaconale aard. Het CvK heeft voorafgaande instemming van de AKR nodig voor rechtshandelingen betreffende het verkopen van een gebouw of een orgel, beide in gebruik ten behoeve van de eredienst of anderszins van belang voor het leven en werken van de gemeente en bij het aangaan van verplichtingen waarin niet bij vastgestelde begroting is voorzien. Verder neemt de AKR alleen in overleg met het CvK beslissingen op niet-diaconaal terrein waaraan voor de gemeente financiële gevolgen verbonden zijn welke niet bij vastgestelde begroting zijn voorzien.
4.4.
De voorzieningenrechter overweegt dat ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst op 25 juli 2018 het pand nog in gebruik was voor erediensten en dat het de wens van de gemeente van de Open Hofkerk was dat zij tot 1 januari 2019 het pand kon gebruiken voor hun kerkdiensten. Dat de AKR al had besloten het pand af te stoten en samen te gaan met een andere gemeente doet daar niet aan af. Zelfs al zou het pand niet langer in gebruik zijn voor kerkdiensten dan is aannemelijk dat de verkoop van het pand anderszins van belang is voor het leven en werken van de gemeente en onder de reikwijdte van artikel 2 lid 9 van ordinantie 11 valt. Daar komt bij dat de PGA heeft gesteld, en Mooi Vastgoed onvoldoende weersproken heeft gelaten, dat voor het sluiten van de geldleningsovereenkomst het CvK altijd instemming van de AKR moet hebben nu het aangaan van een geldlening niet bij vastgestelde begroting is voorzien. De geldlening maakt een onlosmakelijk onderdeel uit van de koopovereenkomst nu Mooi Vastgoed de volledige koopsom zou gaan lenen van de PGA. Op basis hiervan is voldoende aannemelijk dat voor de verkoop van het pand voorafgaande instemming van de AKR is vereist, alsmede dat deze instemming ook is vereist voor het sluiten van de geldleningsovereenkomst.
De AKR heeft ingestemd met de verkoop
4.5.
Mooi Vastgoed heeft aangevoerd dat de AKR voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst al op twee momenten haar toestemming heeft gegeven. Zo heeft de AKR het CvK vooraf instructies gegeven over hoe ver het CvK mocht gaan in de onderhandelingen. In dat kader heeft Mooi Vastgoed aangevoerd dat op 3 juli 2018 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Mooi Vastgoed en het CvK waarin door Mooi Vastgoed expliciet is gevraagd of het CvK een mandaat had en tot welk bedrag het CvK mocht gaan. Hierop heeft het CvK geantwoord dat zij een grensbedrag had meegekregen van het AKR en dat het CvK niet terug hoefde naar de AKR indien binnen de intern besproken bandbreedte gebleven zou worden, aldus Mooi Vastgoed. Verder is vanuit de PGA besloten om het goedkeuringsvereiste, dat was opgenomen in de concept koopovereenkomsten, niet meer op te nemen in de definitieve getekende koopovereenkomst. Blijkbaar omdat de AKR haar toestemming reeds had gegeven, aldus nog steeds Mooi Vastgoed.
4.6.
De PGA heeft gemotiveerd betwist dat de AKR vooraf haar goedkeuring al had gegeven. Zij heeft betwist dat er iets is meegedeeld over een mandaat of tot welk bedrag het CvK mocht gaan. Bovendien was het volgens de PGA voor Mooi Vastgoed duidelijk dat de AKR formeel akkoord moest gaan. Het stond immers vermeld bij de twee verkoopvoorstellen die het CvK bij brief van 4 juli 2018 (hiervoor opgenomen onder 2.8.) heeft gedaan aan Mooi Vastgoed. Ook heeft de PGA betwist dat door haar aan de makelaar de opdracht is gegeven de ontbindende voorwaarden in de concept koopovereenkomsten, die zagen op de vereiste goedkeuring door de AKR, weg te laten uit de definitieve koopovereenkomst omdat de vereiste toestemming niet meer aan de orde zou zijn.
4.7.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is, gelet op de gemotiveerde betwisting door de PGA, niet aannemelijk geworden dat de AKR al voor het tekenen van de overeenkomst op 25 juli 2018 haar goedkeuring zou hebben verstrekt. Wat er tijdens het gesprek op 3 juli 2018 is gezegd en door wie zal door middel van het horen van getuigen duidelijk moeten worden. Ook zal door het horen van getuigen duidelijk moeten worden door wie en waarom de opdracht is gegeven de ontbindende voorwaarde met betrekking tot de goedkeuring door de AKR te schrappen uit de definitieve koopovereenkomst. Voor nadere bewijslevering door middel van het horen van getuigen is in kort geding echter geen plaats.
Instemmingsbevoegdheid van de AKR in tijd beperkt
4.8.
Mooi Vastgoed heeft verder gesteld dat het weigeren van toestemming door de AKR op 20 september 2018 geen effect meer had omdat het door de PGA geformuleerde voorbehoud van goedkeuring in de concept koopovereenkomst was beperkt tot 1 september 2018. Als de AKR haar goedkeuring had willen onthouden dan had zij dat voor 1 september 2018 moeten doen, aldus Mooi Vastgoed.
Hierin ziet de voorzieningenrechter echter geen aanleiding voor toewijzing van gevorderde, al is het maar omdat deze beperking in de tijd niet terug komt in de definitieve koopovereenkomst. Waarom deze voorwaarde is geschrapt en door wie blijft vooralsnog ongewis. Bovendien heeft de PGA hiervan onweersproken gesteld dat het opstellen van de concept koopovereenkomsten en schrappen van voorwaarden daaruit zich heeft voltrokken buiten de waarneming van de AKR en dat de AKR daarin niet is gekend.
Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid.
4.9.
Mooi Vastgoed heeft tot slot gesteld dat zij erop mocht vertrouwen dat het CvK de PGA mocht binden. Volgens Mooi Vastgoed ligt het risico van de onbevoegde vertegenwoordiging in een geval als dit, waarin het erom gaat dat een orgaan van een rechtspersoon niet bevoegd zou zijn om de rechtspersoon te binden dan na instemming van een ander orgaan binnen dezelfde rechtspersoon, eerder bij de PGA. Van belang hierbij is dat de interne bevoegdheidsverdeling van de PGA volgt uit een eigen statuut waarvoor geen vorm- of publicatievereisten gelden en slechts is af te leiden uit mededeling afkomstig van leden of organen van de PGA. Een beroep op een interne bevoegdheidsverdeling komt de PGA dan ook niet toe voor zover die niet naar buiten toe kenbaar is gemaakt, bijvoorbeeld door publicatie op de website. Daar komt bij dat organisatie van de PGA buitengewoon ingewikkeld is, zodat op de PGA een zwaardere plicht rust om duidelijk te maken wie in welke gevallen bevoegd is, althans komt het risico van onbevoegde vertegenwoordiging eerder voor haar rekening. De PGA heeft via haar website de verwachting gewekt dat het CvK onvoorwaardelijk bevoegd was de PGA te binden. Overige omstandigheden die alle de PGA dan wel de AKR betreffen waaruit Mooi Vastgoed mocht afleiden dat geen goedkeuring van de AKR nodig was na 25 juli 2018 om de PGA te binden en dus rechtvaardigen dat de PGA het risico draagt van de onbevoegde vertegenwoordiging zijn:
  • het allereerste concrete bod in de onderhandelingen kwam van het CvK zelf,
  • de makelaar handelde in opdracht van de PGA,
  • de AKR had al besloten tot verkoop van het pand,
  • de voorzitter van het CvK had ook zitting in de AKR,
  • tijdens de bespreking op 3 juli 2018 is door het CvK expliciet benoemd dat het bevoegd was om binnen een door de AKR geschetste bandbreedte tot overeenstemming te komen,
  • door het CvK zijn de overeenkomsten getekend,
  • in diverse (online) kranten is melding gemaakt van de verkoop van het pand aan Mooi Vastgoed en is ook vanuit de PGA bevestigd dat het pand was verkocht,
  • de verkoop van het pand stond bovenaan de agenda van de PGA en de AKR is voortdurend betrokken geweest bij de aanstaande verkoop en
  • de AKR heeft twee maanden na het sluiten van de overeenkomsten niets van zich laten horen waaruit Mooi Vastgoed mocht afleiden dat de AKR akkoord was.
4.10.
De PGA heeft betwist dat zij de schijn van bevoegdheid heeft gewekt en dat Mooi Vastgoed gerechtvaardigd mocht vertrouwen op een of andere manier van vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Daarvoor heeft zij gewezen op de uitdrukkelijk in de voorstellen van 4 juli 2018 opgenomen vereiste van instemming van de AKR. Mooi Vastgoed was dus op de hoogte van het feit dat de AKR nog moest instemmen. Mooi Vastgoed heeft naderhand niet gevraagd of de toestemming al was verleend. Ook heeft de heer [lid sub 3 moderamen van het CvK] op 21 november 2018 verklaard dat hij een aantal keren expliciet aan Mooi Vastgoed heeft gezegd dat de AKR nog toestemming moest geven. Zo ook tijdens een gesprek begin juli buiten op de parkeerplaats van het pand over onder andere de inrichting heeft hij Mooi Vastgoed zeer expliciet aangegeven dat de AKR nog goedkeuring moest verlenen maar dat de tegenpartij ondertussen wilde doorgaan met zaken te regelen, aldus [lid sub 3 moderamen van het CvK] in zijn verklaring. De AKR heeft nimmer de schijn gewekt dat de ondertekenaars bevoegd waren om namens de AKR te handelen. Het is de bedoeling, zo blijkt een uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 8 juli 1991 (NJ 1992/89) dat juist bij kerkelijke organisaties de schijn van bevoegdheid niet snel gewekt zal zijn en derden niet snel rechten kunnen ontlenen aan eventuele vertegenwoordigingsgebreken.
4.11.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door de PGA zijn voorshands onvoldoende feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de PGA betreffen en die rechtvaardigen dat de PGA ten opzichte van Mooi Vastgoed het risico draagt van onbevoegde vertegenwoordiging. In de brief van 4 juli 2018 is door het CvK uitdrukkelijk gewezen op het voorbehoud van formele goedkeuring van de AKR en de formele goedkeuring van het Regionaal College voor de Behandeling van Beheerszaken van de PKN. Mooi Vastgoed was derhalve op de hoogte van de vereiste goedkeuring. Dat in de (online) krantenberichten en de nieuwsbrieven melding, al dan niet door de PGA, wordt gemaakt van de verkoop van het pand aan Mooi Vastgoed doet niet af aan de bekendheid van Mooi Vastgoed met het vereiste van goedkeuring van de AKR.
Verder is door de PGA betwist dat in het gesprek op 3 juli 2018 expliciet door het CvK is meegedeeld dat het bevoegd was om binnen een door de AKR geschetste bandbreedte tot overeenstemming te komen. Voorts verklaart de heer [lid sub 3 moderamen van het CvK] dat hij Mooi Vastgoed een aantal keren heeft gewezen op de vereiste goedkeuring. Tussen partijen is niet in geschil dat Mooi Vastgoed de gesprekken en onderhandelingen enkel heeft gevoerd met (afgevaardigden van) het CvK. Door de PGA is betwist dat de AKR betrokken is geweest bij de verkoop en op de hoogte was van de onderhandelingen. Ook heeft de PGA betwist dat de AKR de concept koopovereenkomsten heeft opgesteld en dat in opdracht van de PGA de vereiste goedkeuring is verwijderd uit de concepten. Daarbij is van belang dat, zoals hiervoor reeds is overwogen, voor nadere bewijslevering door middel van het horen van getuigen in onderhavige procedure geen plaats is.
Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat tussen partijen niet in geschil is dat een kerkgenootschap op grond van artikel 2:2 BW een bijzondere plaats inneemt en dat voor de vraag hoe de vertegenwoordigingsbevoegdheid precies is vormgegeven gekeken moet worden in de Kerkorde en Ordinanties. Mooi Vastgoed was ervan op de hoogte dat zij te maken hadden met een ander soort rechtspersoon en had er niet zonder meer op mogen vertrouwen dat het CvK bevoegd was om de PGA te binden dan wel dat de AKR haar goedkeuring had verleend.
4.12.
Resumerend komt de voorzieningenrechter tot het voorlopige oordeel dat voorafgaande toestemming van de AKR is vereist voor zowel de koopovereenkomst als de geldleningsovereenkomst. En dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat met het ondertekenen van de overeenkomsten door het CvK de PGA is gebonden aan de twee overeenkomsten. Het CvK was niet bevoegd vanwege het ontbreken van de vereiste instemming van de AKR en Mooi Vastgoed mocht er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat het CvK de PGA kon binden. De vorderingen worden derhalve afgewezen.
4.13.
Mooi Vastgoed zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van PGA worden begroot op:
- griffierecht € 1.992,00
- salaris advocaat
980,00
Totaal € 2.972,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Mooi Vastgoed in de proceskosten, aan de zijde van PGA tot op heden begroot op € 2.972,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A.M. Vrendenbarg-Elsbeek en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2019.
fo/vr