Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
op één of meer tijdstippenop
of omstreeks17 september 2018 te Hattem,
in ieder geval in Nederland,door geweld of een andere feitelijkheid, een persoon, te weten [aangever 1] , heeft gedwongen tot het dulden van
een of meerontuchtige handelingen, immers heeft verdachte die [aangever 1] (een meisje van [leeftijd 1] jaar oud) op de openbare weg benaderd en belaagd terwijl verdachte daarbij zichtbaar zijn penis had ontbloot en daarmee bewegingen maakte, waarbij verdachte die [aangever 1] heeft aangesproken en
/ofachtervolgd en
/oflaten struikelen en
/ofvastgepakt;
één of meertijdstippen op
of omstreeks17 september 2018 te Zwolle en/of Hattemerbroek,
in ieder geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid, een persoon, te weten [aangever 2] , heeft gedwongen tot het dulden van
een of meerontuchtige handelingen, immers heeft verdachte die [aangever 2] (een meisje van [leeftijd 2] jaar oud) op de openbare weg benaderd en belaagd terwijl verdachte daarbij zichtbaar zijn penis had ontbloot en waarbij verdachte die [aangever 2] heeft vastgepakt en
/ofachtervolgd;
meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 17 september 2018 tot en met 14 oktober 2018, op meerdere locaties in Nederland, de eerbaarheid heeft geschonden door zich telkens op of aan een plaats voor het openbaar verkeer bestemd, met ontbloot geslachtsdeel te bevinden, te weten
/ofaan de Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek;
/ofde Kamperdwarsweg te Dalfsen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat de ter beschikking gestelde
van overheidswege zal worden verpleegd;
heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [aangever 2], van een bedrag van
€ 300,-(driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 1], van een bedrag van
€ 200,-(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 3], van een bedrag van
€ 200,-(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 2], van een bedrag van
€ 200,-(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [aangever 2] , een bedrag
te betalen van € 300,-(driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 6 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag
te betalen van € 200,-(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 3] , een bedrag
te betalen van € 200,-(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 2] , een bedrag
te betalen van € 200,-(tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;