In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 september 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot erkenning van een buitenlandse adoptie van een minderjarige, geboren in Taiwan. Verzoekers, echtgenoten die in Nederland wonen, hebben toestemming gekregen van de Minister voor Rechtsbescherming om de minderjarige op te nemen ter adoptie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie is uitgesproken door een bevoegde autoriteit in Taiwan en dat aan de voorwaarden voor erkenning van de adoptie volgens het Nederlandse recht is voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat de erkenning van de buitenlandse adoptie in het belang van de minderjarige is en dat er geen gronden zijn om de erkenning te onthouden. De rechtbank heeft tevens gelast dat een latere vermelding van de adoptie aan de akte van de burgerlijke stand wordt toegevoegd.
Daarnaast hebben verzoekers verzocht om de adoptie om te zetten naar Nederlands recht, maar dit verzoek is afgewezen omdat de adoptie in Taiwan een 'sterke adoptie' betreft, waarbij de familierechtelijke banden met de biologische ouders al zijn verbroken. De rechtbank heeft ook de wijziging van de voornaam van de minderjarige gelast en vastgesteld dat de minderjarige de geslachtsnaam van de verzoeker zal dragen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.