ECLI:NL:RBGEL:2019:6351
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van adoptieverzoek van een kind uit de Palestijnse gebieden met betrekking tot voogdijmaatregelen en beginseltoestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 januari 2019 uitspraak gedaan over een verzoek tot adoptie van een minderjarige, geboren in Bethlehem, door een echtpaar dat oorspronkelijk uit Jordanië komt. De man en vrouw, die beiden de Nederlandse nationaliteit hebben, hebben in 2010 naar de Palestijnse gebieden verhuisd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige aan de zorg van verzoekers is toevertrouwd door de Nationale Palestijnse Autoriteit, maar dat er geen sprake is van een adoptie in de zin van het Nederlandse recht. De rechtbank oordeelt dat de man geen beginseltoestemming heeft aangevraagd bij de Minister van Veiligheid en Justitie, wat noodzakelijk is voor adoptie. De vrouw, die in het buitenland verblijft, kan ook geen adoptieverzoek indienen zonder dat er een gezinsonderzoek is uitgevoerd, wat niet mogelijk is omdat zij en de minderjarige in het buitenland verblijven. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek tot adoptie af te wijzen, omdat er onvoldoende zicht is op de huidige situatie van de minderjarige en de vrouw. De rechtbank concludeert dat het verzoek tot adoptie niet in het kennelijk belang van het kind is en wijst het verzoek af.