ECLI:NL:RBGEL:2019:6340

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 juni 2019
Publicatiedatum
5 juni 2020
Zaaknummer
NL18.11017
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een huurdersvereniging vanwege vervalsing van documenten

Op 5 juni 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Viverion en Huurdersvereniging Lochem. De zaak betreft de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders van de Huurdersvereniging Lochem voor vervalsing van diverse documenten. Stichting Viverion, vertegenwoordigd door advocaat B. Martens, heeft de Huurdersvereniging aangeklaagd wegens tekortkomingen in de nakoming van een samenwerkingsovereenkomst. De Huurdersvereniging is niet verschenen in de procedure, wat heeft geleid tot verstek voor enkele verweerders.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Huurdersvereniging tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en heeft hen aansprakelijk gesteld voor de schade die Stichting Viverion heeft geleden. De rechtbank heeft een schadevergoeding van € 110.482,00 toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast zijn ook enkele bestuurders van de Huurdersvereniging aansprakelijk gesteld voor hun actieve bijdrage aan de vervalsing van jaarstukken en andere documenten.

De rechtbank heeft verder geoordeeld dat Stichting Viverion rechtmatig haar financiële bijdrage voor het jaar 2018 heeft opgeschort en heeft de Huurdersvereniging en de betrokken bestuurders veroordeeld tot betaling van de kosten van een onderzoek, evenals de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van enkele verklaringen voor recht. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders binnen verenigingen en de gevolgen van onrechtmatig handelen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer: NL18.11017
Vonnis van 5 juni 2019
in de zaak van
de stichting
STICHTING VIVERION,
gevestigd te Lochem,
eiseres, hierna te noemen: Stichting Viverion,
advocaat B. Martens te Amsterdam,
tegen
1. de vereniging
HUURDERSVERENIGING LOCHEM,
gevestigd te Lochem,
verweerder, niet verschenen,
2.
[verweerder sub 2]
[adres],
verweerder, niet verschenen,
3.
[verweerder sub 3],
[adres],
verweerder, niet verschenen,
4.
[verweerder sub 4],
[adres],
verweerder, niet verschenen,
5.
[verweerder sub 5],
[adres],
verweerder, niet verschenen,
6.
[verweerder sub 6],
[adres],
verweerder, advocaat mr. W.H. van Zundert,
7.
[verweerder sub 7],
[adres],
verweerder, niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het incident van 30 januari 2019
- de akte overleggen stuk van Stichting Viverion
- de AKTE van 14 mei 2019 naar aanleiding van verzoek van de Rechtbank Gelderland
locatie Zutphen d.d. 9 mei 2019 tot in geding brengen van vaststellingsovereenkomst
- het tegen verweerders 1 tot en met 5 en 7 verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De procedure zal tegen de verweerders 2, 4, 5 en 6 (door Stichting Viverion in haar
laatste akte aangeduid als verweerders 1 tot en met 4) worden geroyeerd.
2.2.
Door mr. Van Zutphen is in zijn laatste akte betoogd dat uit de
vaststellingsovereenkomst die Stichting Viverion heeft gesloten met verweerders 2, 4, 5 en 6
volgt dat er een “integrale streep” onder de procedure zou worden gezet en jegens alle
verweerders zou worden geroyeerd. De rechtbank volgt dit standpunt niet. In de eerste
plaats geldt dat mr. Van Zundert in deze procedure enkel optreedt namens verweerder sub.
6, [verweerder sub 6]. Gesteld noch gebleken is dat hij in deze procedure bevoegd is de overige
verweerders te vertegenwoordigen. Voorts blijkt uit de overgelegde
vaststellingovereenkomst niet dat verweerders 1, 3 en 7 partij zijn bij die overeenkomst
noch dat de wel bij deze overeenkomst betrokken verweerders die overeenkomst zijn
aangegaan mede namens de verweerders 1, 3 en 7.
2.3.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of
ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.4.
Verweerders 1, 3 en 7 zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de
proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Stichting Viverion worden
begroot op:
- griffierecht 3.946,00
- salaris advocaat
5.121,00(3 punten × tarief € 1.707,00)
Totaal € 9.067,00

3.De beslissing

De rechtbank
ten aanzien van verweerders 2, 4, 5 en 6
3.1.
royeert de procedure
ten aanzien van verweerders 1, 3 en 7
3.2.
verklaart voor recht dat de Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1) tekort
is geschoten in de nakoming van de samenwerkingsovereenkomst jegens Stichting Viverion
en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de dientengevolge door haar geleden en te lijden
schade;
3.3.
veroordeelt de Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1) tot betaling van
schadevergoeding aan Stichting Viverion ten belope van € 110.482,00, te vermeerderen met
de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de datum van algehele voldoening;
3.4.
verklaart voor recht dat [verweerder sub 3] (verweerder sub. 3) en
[verweerder sub 7] (verweerder sub. 7) onrechtmatig jegens Stichting Viverion hebben gehandeld
door actieve bijdrage te leveren aan de vervalsing van jaarstukken en
verantwoordingsdocumenten, onbehoorlijke bestuur, het nalaten van controleren
van de boekhouding en het voeren van een dubbele boekhouding en het
onrechtmatig besteden van de financiële bijdragen als gevolg waarvan Stichting Viverion
schade heeft geleden,
3.5.
veroordeelt [verweerder sub 3] (verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7]
(verweerder sub. 7) hoofdelijk tot betaling van schadevergoeding aan Stichting Viverion ten
belope van € 110.482,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van
dagvaarding tot de datum van algehele voldoening; met dien verstande dat als de ene partij -
waaronder mede wordt begrepen Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1) - betaalt
de andere daarvan is bevrijd,
3.6.
verklaart voor recht dat Stichting Viverion rechtmatig haar financiële bijdrage voor
het jaar 2018 heeft opgeschort overeenkomstig artikel 11 lid 14 van de
samenwerkingsovereenkomst,
3.7.
veroordeelt Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1), [verweerder sub 3]
(verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7] (verweerder sub. 7) hoofdelijk om de
kosten van het onderzoek van [naam 1] te voldoen aan Stichting Viverion op grond van
artikel 6:96 lid 2 sub b BW, een bedrag groot € 17.609,71, vermeerderd met de wettelijke
rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling;
3.8.
veroordeelt Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1), [verweerder sub 3]
(verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7] (verweerder sub. 7) hoofdelijk in de
proceskosten, aan de zijde van Stichting Viverion tot op heden begroot op € 9.067,00,
vermeerderd met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat,
te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Huurdersvereniging Lochem (verweerder sub. 1),
[verweerder sub 3] (verweerder sub. 3) en [verweerder sub 7] (verweerder sub. 7)
niet binnen 7 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens
betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris
advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de
wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de achtste dag
na dagtekening van dit vonnis,
3.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de
verklaringen voor recht zoals uitgesproken bij de overwegingen 3.2., 3.4. en 3.6.,
3.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op
5 juni 2019.
PB/SK