ECLI:NL:RBGEL:2019:6290

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 juli 2019
Publicatiedatum
3 maart 2020
Zaaknummer
C/05/356614 / ZJ RK 19-705
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met pleegouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 juli 2019 een beschikking gegeven met betrekking tot een geschil over de toestemming voor een vakantie van een minderjarige met haar pleegouders. De gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Gelderland, had verzocht om vervangende toestemming voor de pleegouders om met de minderjarige naar Frankrijk op vakantie te gaan, omdat de biologische vader en stiefmoeder geen toestemming gaven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die onder toezicht staat, vorig jaar met haar pleegouders op vakantie is geweest en dit als positief heeft ervaren. De kinderrechter heeft geprobeerd de vader en stiefmoeder telefonisch te horen, maar zij waren niet bereikbaar. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van de minderjarige is om met haar pleegouders op vakantie te gaan en heeft de pleegouders vervangende toestemming verleend voor de periode van 24 juli 2019 tot en met 5 augustus 2019. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/356614 / ZJ RK 19-705
Datum uitspraak: 23 juli 2019

beschikking geschillenregeling

in de zaak van
de gecertificeerde instelling,
Jeugdbescherming Gelderland, regio midden,
hierna te noemen de GI,
gevestigd te Doetinchem,
betreffende:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
hierna te noemen [de minderjarige].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
  • [belanghebbende 1], hierna te noemen de vader,
  • [belanghebbende 2],hierna te noemen de stiefmoeder,
beiden wonende in de Verenigde Staten van Amerika.
De kinderrechter merkt als informant aan:
  • [pleegmoeder],
  • [pleegvader],
tante en oom vaderszijde tevens pleegmoeder en pleegvader van [de minderjarige],
hierna samen te noemen de pleegouders,
beiden wonende te [woonplaats].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 18 juli 2019, ingekomen bij de griffie op
18 juli 2019;
- het e-mailbericht van de stiefmoeder van 22 juli 2019.
Op 23 juli 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
  • [de minderjarige], die apart is gehoord,
  • de pleegmoeder,
  • een vertegenwoordigster van de GI.
De rechtbank heeft geprobeerd de vader en de stiefmoeder, zoals van tevoren aangekondigd, telefonisch te horen, omdat zij in de Verenigde Staten van Amerika wonen en verblijven. De oproepen werden echter niet beantwoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de vader en de stiefmoeder.
Bij beschikking van deze rechtbank van 5 juli 2019 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot 5 juli 2020. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verleend voor zes maanden, te weten tot
5 januari 2020 en de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden.

Het verzoek

De GI heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de uitvoering van de ondertoezichtstelling. De GI heeft verzocht een beslissing te nemen op het onderhavige geschil, te weten dat [de minderjarige] in de periode van 24 juli 2019 tot en met 5 augustus 2019 met haar pleegouders naar Frankrijk op vakantie wenst te gaan. De vader en de stiefmoeder geven echter geen toestemming voor de vakantie. De GI heeft verzocht toestemming te geven voor de vakantie naar Frankrijk. Daarnaast heeft de GI verzocht de te geven beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Het standpunt van de minderjarige en belanghebbenden

[de minderjarige]
heeft ter zitting verklaard dat zij graag met haar tante en oom op vakantie wil. Ze is vorig jaar ook met hen op vakantie geweest in Amerika. Zij vond deze vakantie leuk.
De pleegmoeder
De pleegmoeder heeft ter zitting verklaard dat het gezin morgen naar Frankrijk gaat. Zij gaan eerst naar een vakantiehuisje en daarna naar familie. De pleegmoeder vindt het belangrijk dat [de minderjarige] meegaat op vakantie. Een alternatief is dat [de minderjarige] bij opa en oma verblijft als de pleegouders op vakantie zijn. De pleegouders willen [de minderjarige] echter niet in Nederland achterlaten. Als er geen toestemming wordt gegeven, zullen zij niet op vakantie gaan.
De vader en de stiefmoeder
De vader en de stiefmoeder zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De rechtbank heeft tevergeefs getracht hen telefonisch te horen.

De beoordeling

Op grond van artikel 1:262b van het Burgerlijk Wetboek kunnen geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De kinderrechter neemt op verzoek van de gecertificeerde instelling een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. Hij beproeft alvorens te beslissen een vergelijk tussen de betrokkenen.
De kinderrechter stelt vast dat een vergelijk tussen partijen niet mogelijk is en acht de volgende beslissing in het belang van [de minderjarige] wenselijk.
De kinderrechter is op grond van de stukken en de behandeling ter zitting van oordeel dat het verzoek van de GI moet worden toegewezen en overweegt daartoe als volgt. Gebleken is dat [de minderjarige] vorig jaar ongeveer vier weken met haar pleegouders in Amerika op vakantie is geweest. [de minderjarige] en de pleegouders hebben dit als een prettige vakantie ervaren. De kinderrechter acht het in het belang van [de minderjarige] dat zij ook dit jaar met de pleegouders op vakantie kan gaan. Dat de pleegouders ervoor zouden kiezen niet op vakantie te gaan als de toestemming niet wordt verleend, acht de kinderrechter niet in het belang van [de minderjarige]. Ook acht de kinderrechter het niet in het belang van [de minderjarige] dat zij gedurende de vakantie zou worden gescheiden van de pleegouders door bij opa en oma in Nederland te blijven.
De vader en de stiefmoeder hebben geen toelichting ter zitting gegeven. Uit wat zij schriftelijk aan de kinderrechter kenbaar hebben gemaakt, is niet duidelijk geworden waarom het niet in het belang van [de minderjarige] zou zijn dat de toestemming om op vakantie te gaan wordt gegeven.
De kinderrechter zal, gelet op het voorgaande, de pleegouders vervangende toestemming verlenen om met [de minderjarige] naar Frankrijk op vakantie te gaan in de periode van 24 juli 2019 tot en met 5 augustus 2019 en daarbij bepalen dat deze beslissing de vereiste toestemming van de vader en de stiefmoeder vervangt.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent de pleegouders:
  • [pleegmoeder], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], en
  • [pleegvader], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
vervangende toestemming om in de periode van 24 juli 2019 tot en met 5 augustus 2019 met
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
op vakantie te gaan naar Frankrijk en bepaalt dat deze beslissing de vereiste toestemming van de vader en de stiefmoeder vervangt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2019 door mr. E.G. de Jong, kinderrechter, in tegenwoordigheid van R.A. Ramkhewan, als griffier.