Uitspraak
18 oktober 2019 en 17 december 2019.
1.De inhoud van de tenlastelegging
- betasten van de schaamstreek en/of de vagina van [slachtoffer] ;
- wrijven van zijn penis tegen de vagina van [slachtoffer] , en;
- likken van de schaamstreek en/of de vagina van [slachtoffer] ;
- laten betasten en/of aftrekken van zijn penis, en;
- laten likken van zijn penis.
3.Bewezenverklaring
één ofmeerdere tijdstippen
in ofomstreeks de periode van juni 2018 tot en met 15 mei 2019 te Lobith
, althans in Nederland,ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2011, door
/of
/duwenvan zijn, verdachtes, penis tegen de vagina van [slachtoffer] en
/of
/of
/tussende schaamlippen van [slachtoffer] en
/of
/of
/of
/duwenvan zijn, verdachtes, penis in de mond van [slachtoffer] .
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
heel soms nie’. Zoals al overwogen, heeft de rechtbank geen aanleiding te twijfelen aan de verklaringen van [slachtoffer] . Uit haar verklaringen volgt dat het misbruik zeer structureel was en ook een zekere opbouw heeft gekend. Dat sprake is van structureel misbruik kan ook blijken uit het gemak waarmee [slachtoffer] daarover praat en laat zien dat seksuele handelingen voor haar ‘normaal’ zijn.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
1 (één) jaar,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op 5 (vijf) jaren wordt bepaald;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 5.261,16(vijfduizend tweehonderdéénenzestig euro en zestien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer]voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 5.261,16(vijfduizend tweehonderdéénenzestig euro en zestien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 61 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;