Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 18 december 2015 t/m 13 april 2016 te [plaatsnaam] , gemeente Zaltbommel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk - in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf - althans(telkens) opzettelijk heeft geteeld en
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad(in
(een)schuur/schuren bij en
/ofin een woning aan de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 381 hennepplanten en
/of5984 gram hennep(toppen),
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 381 hennepplanten en
/of5984 gram hennep)toppen)
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan);
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 18 december 2015 t/m 13 april 2016 te [plaatsnaam] , gemeente Zaltbommel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in/uit een woning aan de [adres 2] aldaar heeft weggenomen een
of meerhoeveelheid
/-hedenelektriciteit,
in elk
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,waarbij verdachte
en/of zijn mededaderszich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen elektriciteit onder zijn
/haar/hunbereik heeft gebracht door middel van
braak en/ofverbreking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde voor het einde van de
proeftijd die op twee jarenwordt bepaald, te weten:
taakstrafgedurende
60 (zestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen.