ECLI:NL:RBGEL:2019:6206

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 december 2019
Publicatiedatum
8 januari 2020
Zaaknummer
720164-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 2 december 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van opzetheling. De tenlastelegging omvatte verschillende feiten, waaronder het verwerven en voorhanden hebben van een gestolen auto en kentekenplaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 13 januari 2016 tot 27 mei 2016 samen met anderen betrokken was bij het voorbereiden van een misdrijf, waarbij een auto werd gestolen en kentekenplaten werden verworven. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het eerste feit, maar heeft hem schuldig bevonden aan de feiten 2 en 3, waarbij hij opzettelijk een auto en kentekenplaten heeft geheeld. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs was dat de verdachte wist dat de auto en kentekenplaten van diefstal afkomstig waren, vooral gezien zijn betrokkenheid bij een plofkraak waarbij de auto was gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 47, 57, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/720164-16
Datum uitspraak : 2 december 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
thans gedetineerd te [verblijfplaats]
raadsman: mr. J.W.E. Luiten, advocaat te Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 november 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 13 januari 2016 tot 27 mei 2016 te Winterswijk en/of Varsseveld en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenis van acht jaren of meer is gesteld, te weten misdrijf het opzettelijk samen en in vereniging, althans alleen, een ontploffing te weeg brengen en/of het opzettelijk samen en in vereniging, althans alleen, brand te stichten, opzettelijk een of meer voorwerp(en), te weten:
- een auto en/of
- ( een) kentekenpla(a)t(en) en/of
- een of meer gasflessen en/of gasslangen en/of
- een of meer (al dan niet volle) jerrycans en/of
- een (geel) breekijzer en/of
- een metalen lans met rode grip en/of
- een wit koord en/of
- een jammer,
bestemd tot het tezamen en in vereniging begaan van dat/die misdrijf/misdrijven, heeft/hebben verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft/hebben gehad;
2.
hij op of omstreeks 13 januari 2016 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een, op of aan de
[adres] geparkeerde, auto, merk Audi, type RS6, kenteken [kenteken] heeft/hebben weggenomen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen auto onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of valse sleutel;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 13 januari 2016 tot 27 mei 2016 te Varsseveld en/of Winterswijk en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een auto (Audi, type RS6) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 13 januari 2016 tot 27 mei 2016 te Varsseveld en/of Winterswijk en/of Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een auto (merk Audi RS6) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij op of omstreeks 24 mei 2016 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (vanaf een op of aan de
[adres] geparkeerde auto) heeft weggenomen (een) kentekenpla(a)t(en) (met
kentekennummer [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2016 tot 27 mei 2016 te Utrecht en/of Varsseveld en/of Winterswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten (een) kentekenpla(a)t(en) (met kentekennummer [kenteken] ) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
meer subsidiair
hij in of omstreeks de periode 24 mei 2016 tot 27 mei 2016 te Utrecht en/of Varsseveld en/of Winterswijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten (een) kentekenpla(a)t(en) (met kentekennummer [kenteken] )
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2a. Vrijspraak
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit heeft de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman op basis van de wettige bewijsmiddelen, niet de overtuiging dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. Om die reden zal verdachte van het onder 1 tenlastegelegde feit worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de onder 2 primair en 3 primair tenlastegelegde feiten overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat verdachte van deze feiten dient te worden vrijgesproken. Het dossier biedt onvoldoende concrete aanwijzingen dat verdachte bij deze feiten betrokken is geweest.
2b. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van de feiten 2 subsidiair en 3 subsidiair
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan onder 2 subsidiair en 3 subsidiair tenlastegelegde feiten, telkens opzetheling.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich ten aanzien van de feiten 2 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Voor wat betreft feit 2 heeft de raadsman van verdachte opgemerkt dat het eerste moment waarvan vaststaat dat verdachte de auto heeft gebruikt 20 mei 2016 is. Van de periode hieraan voorafgaand dient verdachte te worden vrijgesproken. Iets dergelijks geldt voor feit 3. Verdachte dient te worden vrijgesproken voor zover de tenlastegelegde periode ziet op de tijd voorafgaand aan het eerste moment waarvan vaststaat dat verdachte de vervalste kentekenplaten voorhanden heeft gehad, namelijk 25 mei 2016.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [aangever 1] heeft verklaard dat hij op 13 januari 2016 omstreeks 1:00 uur zijn personenauto, merk Audi type RS6 met kenteken [kenteken] had geparkeerd aan de [adres] . Omstreeks 2:30 uur zag hij dat zijn voertuig niet meer op de plek stond waar hij het had achtergelaten. [2]
Aangever [aangever 2] heeft verklaard dat hij op 24 mei 2016, omstreeks 17:00 uur zijn personenauto, merk Opel Meriva met kenteken [kenteken] , kleur blauw, had geparkeerd op de [adres] . Op dat moment zaten beide kentekenplaten nog op de auto bevestigd. Toen hij op 25 mei 2016, omstreeks 10:00 uur terugkwam bij zijn auto, zag hij dat aan de voor- en achterzijde de kentekenplaten van zijn auto waren weggenomen. [3]
Uit het proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat op 25 mei 2016 omstreeks 3:19 uur de verbalisanten te Winterswijk een personenauto zagen rijden, dat zij hun dienstauto op de weg parkeerden en dat de personenauto hun kant op reed. Dat die personenauto plots remde, achterwaarts een oprit inreed, keerde en met een verhoogde snelheid wegreed . Het betrof een Audi, type RS6 met kenteken [kenteken] . Het kenteken bleek afgegeven te zijn voor een personenauto, merk Opel, Meriva-A, kleur blauw. [4] In een soort politiefuik is het voertuig tot stoppen gedwongen. [5] Op 25 mei 2016 om 3:35 uur is verdachte op de locatie Twenteroute, Varsseveld, binnen de gemeente Oude IJsselstreek aangehouden. [6]
Verdachte heeft verklaard dat hij, de dag voordat hij werd aangehouden, samen met een andere persoon, de latere bestuurder van de Audi, naar Duitsland is gereden om de Audi RS6 op te halen om deze naar Nederland te brengen om deze te laten slopen. Op 20 mei 2016 was de Audi bij een plofkraak gebruikt waar verdachte ook bij betrokken was geweest. Na de plofkraak was de Audi in Duitsland in een garagebox geparkeerd. Verdachte ging ervan uit dat de Audi gestolen was, omdat voor plofkraken geen eerlijke auto’s worden gebruikt.
Ten aanzien van de gestolen kentekenplaten, had verdachte begrepen dat er gestolen kentekenplaten op die Audi zouden zitten, maar hij had de kentekenplaten niet gezien. [7]
Gelet op het voorgaande – in onderlinge samenhang bezien – is de rechtbank van oordeel, met name gelet op de verklaring van verdachte, dat het niet anders kan dat verdachte heeft geweten dat de auto en de kentekenplaten van diefstal afkomstig waren. Met name nu hij met deze auto een plofkraak heeft gepleegd en zij ten tijde van de aanhouding in de auto op weg waren om zich van deze auto te ontdoen. Verdachte heeft zich hiermee samen met een ander, in de tenlastegelegde periode schuldig gemaakt aan de onder feiten 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde, opzetheling.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 subsidiair en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
2.
hij in
of omstreeksde periode van 20 mei 2016 tot 25 mei 2016 te Varsseveld en
/ofWinterswijk
en/of Utrecht,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een goed, te weten een auto (Audi, type RS6) heeft
verworven,voorhanden gehad
en/of overgedragen,terwijl hij en zijn mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
(en
)dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij in
of omstreeksde periode van 24 mei 2016 tot 25 mei 2016 te
Utrecht en/ofVarsseveld en
/ofWinterswijk,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een goed, te weten
(een)kentekenpla
(a)t
(en
)(met kentekennummer [kenteken] ) heeft
verworven,voorhanden gehad
en/of overgedragen,terwijl hij en zijn mededader
(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
(en
)dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 2 en 3:
Medeplegen van opzetheling, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 2 en 3 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 dagen, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
Door de raadsman van verdachte is naar voren gebracht dat verdachte ruim twee maanden in voorarrest heeft gezeten voor de tenlastegelegde feiten. Daarnaast dat hij op 20 mei 2016 in Duitsland voor de plofkraak veroordeeld is en dat de tenlastegelegde feiten daarbij meegenomen hadden kunnen worden. De eis van de officier van justitie staat niet in verhouding met de feiten die bewezenverklaard kunnen worden. Gelet daarop heeft de raadsmanbepleit om verdachte schuldig te verklaren zonder oplegging van straf dan wel om hem een voorwaardelijke straf op te leggen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 7 oktober 2019;
- een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 23 augustus 2019.
De rechtbank heeft bewezenverklaard dat verdachte opzettelijk een personenauto en twee kentekenplaten heeft geheeld. Verdachte is als bijzitter aangetroffen in die auto, waarop die platen waren bevestigd. Zowel de auto, alsook de kentekenplaten waren (afzonderlijk) van diefstal afkomstig. De rechtbank houdt er rekening mee dat de auto is gebruikt voor een plofkraak.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op de inhoud van het uittreksel uit het algemeen documentatieregister van 7 oktober 2019 waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld.
De rechtbank is op grond van de ernst en de omvang van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijk gevangenisstraf 60 dagen passend is.
Vervolgens houdt de rechtbank rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, in verband met de veroordeling door de Politierechter Midden-Nederland van 1 augustus 2017. Anders dan de raadsman heeft bepleit vindt artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing bij een strafoplegging door een buitenlandse rechter. Ook houdt de rechtbank rekening met de ouderdom van de feiten. Daarnaast heeft verdachte zelf het Openbaar Ministerie aangespoord om zijn zaak eerder op zitting te plannen. Hiermee rekening houdend zal de rechtbank, verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen met aftrek van de tijd die hij in verzekering voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 47, 57, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde feiten.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) dagen;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Bertens, voorzitter, mr. C. Kleinrensink en
mr. J.M.J.M. Doon, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 december 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, dienst Regionale Recherche, Team Opsporing, ONRAA 16007 BATAVIER / ONRAA 16007, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2016255686, gesloten op 8 augustus 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 23.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 40.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 12 en 13.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 18, achtste, alinea..
6.Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte, p. 95.
7.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 november 2019.