ECLI:NL:RBGEL:2019:6191

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 december 2019
Publicatiedatum
3 januari 2020
Zaaknummer
05/880980-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor gewelddadige overval met poging tot afpersing en vrijheidsberoving

Op 13 december 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 60-jarige man uit Arnhem en een 46-jarige man uit Rotterdam. Beide mannen zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar voor hun betrokkenheid bij een gewelddadige overval in Rozendaal op 2 mei 2018. De rechtbank oordeelde dat de mannen samen hebben geprobeerd het slachtoffer, een schoonmaker, af te persen door hem te bedreigen en te mishandelen. Het slachtoffer werd gedwongen om informatie te geven over gestolen munten en werd fysiek aangevallen. Een derde verdachte werd vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer en de forensische bewijzen, waaronder DNA-onderzoek, overtuigend. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een nauwe samenwerking tussen de verdachten, wat leidde tot de bewezenverklaring van de poging tot afpersing en de wederrechtelijke vrijheidsberoving. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vijf jaar, rekening houdend met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. Daarnaast werd een schadevergoeding van € 4.770,- toegewezen aan het slachtoffer, inclusief immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880980-18
Datum uitspraak : 13 december 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op 3 april 1959 te Groningen,
wonende te [adres 1] .
Raadsman: mr. J.W.D. Roozemond, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 29 november 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van enig goed (geld en/of munten) en/of
tot het ter beschikking stellen van gegevens te weten:
-informatie over de diefstal van geld en/of munten en/of
-informatie over de vindplaats van het gestolen geld en/of munten, in elk geval enig goed en/of gegeven, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorde,
-die [slachtoffer] van achteren heeft vastgepakt en op de grond heeft gegooid en/of
-meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of
gestompt en/of
-die [slachtoffer] op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn oor en/of hoofd en/of gezicht en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal tegen zijn rug en/of lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
-(dreigend) aan die [slachtoffer] heeft gevraagd: 'waar is het geld, waar zijn de rollen, waar zijn de munten, waar heb je het verstopt?' althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-(dreigend) tegen de [slachtoffer] heeft gezegd: ' [slachtoffer] , waar heb je die rollen verstopt. Waar heb je die munten. Zeg het [slachtoffer] , waar je het verstopt hebt. Ze doen je wat aan. Ik zit al twee maanden met die mannen' en/of 'Er zijn beelden, je staat erop' en/of ' [slachtoffer] , geef nou toe. Het kan slecht voor je aflopen. Hij heeft [naam 1] ook verrot geslagen', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-die [slachtoffer] (van een trap) op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of armen en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
-(met de mobiele telefoon in de hand) (dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: 'laat zien, laat zien', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-(dreigend) aan die [slachtoffer] de code van de tablet heeft gevraagd en/of
-(dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat er beelden van de diefstal zijn, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer] geen aangifte mocht doen, omdat hij anders zou worden omgelegd of koud gemaakt, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-de vingers van die [slachtoffer] achterover heeft getrokken en (dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij ze zou breken als die [slachtoffer] niet vertelde waar het geld was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van enig goed (geld en/of munten) en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens te weten:
-informatie over de diefstal van geld en/of munten en/of
-informatie over de vindplaats van het gestolen geld en/of munten, in elk geval enig goed en/of gegeven, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorde,
-die [slachtoffer] van achteren heeft vastgepakt en op de grond heeft gegooid en/of
-meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of
-die [slachtoffer] op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn oor en/of hoofd en/of gezicht en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal tegen zijn rug en/of lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
-(dreigend) aan die [slachtoffer] heeft gevraagd: 'waar is het geld, waar zijn de rollen, waar zijn de munten, waar heb je het verstopt?' althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-(dreigend) tegen de [slachtoffer] heeft gezegd: ' [slachtoffer] , waar heb je die rollen verstopt. Waar heb je die munten. Zeg het [slachtoffer] , waar je het verstopt hebt. Ze doen je wat aan. Ik zit al twee maanden met die mannen' en/of 'Er zijn beelden, je staat erop' en/of ' [slachtoffer] , geef nou toe. Het kan slecht voor je aflopen. Hij heeft [naam 1] ook verrot geslagen', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-die [slachtoffer] (van een trap) op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of armen en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
-(met de mobiele telefoon in de hand) (dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: 'laat zien, laat zien', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-(dreigend) aan die [slachtoffer] de code van de tablet heeft gevraagd en/of
-(dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat er beelden van de diefstal zijn, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer] geen aangifte mocht doen, omdat hij anders zou worden omgelegd of koud gemaakt, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-de vingers van die [slachtoffer] achterover heeft getrokken en (dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij ze zou breken als die [slachtoffer] niet vertelde waar
het geld was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 1 april 2018 tot en met 2 mei 2018, te Rozendaal, althans in
Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te benaderen en/of
-tegen die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te zeggen dat [slachtoffer] hem (verdachte) bestolen heeft en/of
-aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vragen om die [slachtoffer] te confronteren met de diefstal van geld en/of munten en/of verhaal te halen bij die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] bang te maken en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] met een auto op te halen en/of naar zijn (verdachtes) woning te brengen en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zijn (verdachtes) woning te laten zien en/of de kluis in die woning te laten zien en/of
-die [medeverdachte 1] te vertellen hoe laat die [slachtoffer] naar de woning van verdachte komt;
Meer Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van enig goed (geld en/of munten) en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens te weten:
-informatie over de diefstal van geld en/of munten en/of
-informatie over de vindplaats van het gestolen geld en/of munten, in elk geval enig goed en/of gegeven, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorde,
-die [slachtoffer] van achteren heeft vastgepakt en op de grond heeft gegooid en/of
-meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of
-die [slachtoffer] op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn oor en/of hoofd en/of gezicht en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of -(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal tegen zijn rug en/of lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of
-(dreigend) aan die [slachtoffer] heeft gevraagd: 'waar is het geld, waar zijn de rollen, waar zijn de munten, waar heb je het verstopt?' althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-(dreigend) tegen de [slachtoffer] heeft gezegd: ' [slachtoffer] , waar heb je die rollen verstopt. Waar heb je die munten. Zeg het [slachtoffer] , waar je het verstopt hebt. Ze doen je wat aan. Ik zit al twee maanden met die mannen' en/of 'Er zijn beelden, je staat erop' en/of ' [slachtoffer] , geef nou toe. Het kan slecht voor je
aflopen. Hij heeft [naam 1] ook verrot geslagen', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-die [slachtoffer] (van een trap) op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of armen en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
-(met de mobiele telefoon in de hand) (dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: 'laat zien, laat zien', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-(dreigend) aan die [slachtoffer] de code van de tablet heeft gevraagd en/of
-(dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat er beelden van de diefstal zijn, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer] geen aangifte mocht doen, omdat hij anders zou worden omgelegd of koud gemaakt, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en/of
-de vingers van die [slachtoffer] achterover heeft getrokken en (dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij ze zou breken als die [slachtoffer] niet vertelde waar het geld was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 2 mei 2018, te Rozendaal, althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, te weten door:
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te benaderen en/of
- tegen die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te zeggen dat [slachtoffer] hem (verdachte) bestolen heeft en/of
- aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vragen om die [slachtoffer] te confronteren met de diefstal van geld en/of munten en/of verhaal te halen bij die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] bang te maken en/of
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] met een auto op te halen en/of naar zijn (verdachtes) woning te brengen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zijn (verdachtes) woning te laten zien en/of de kluis in die woning te laten zien en/of
- die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vertellen hoe laat die [slachtoffer] naar de woning van verdachte komt;
2.
Primair
hij op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door in een woning, gelegen aan de [adres 2] :
-die [slachtoffer] van achteren vast te pakken en/of op de grond te gooien en/of
-de deuren van voornoemde woning af te sluiten en/of
-tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij niet weg mag en/of
-die [slachtoffer] vast te pakken en/of mee te sleuren naar/door verschillende vertrekken in voornoemde woning en/of
-die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal tegen zijn lichaam te slaan en/of
stompen en/of
-die [slachtoffer] op een stoel te laten plaatsnemen;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd
en/of beroofd gehouden, door in een woning, gelegen aan de [adres 2] :
-die [slachtoffer] van achteren vast te pakken en/of op de grond te gooien en/of
-de deuren van voornoemde woning af te sluiten en/of
-tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij niet weg mag en/of
-die [slachtoffer] vast te pakken en/of mee te sleuren naar/door verschillende vertrekken in voornoemde woning en/of
-die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal tegen zijn lichaam te slaan en/of stompen en/of
-die [slachtoffer] op een stoel te laten plaatsnemen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 2 mei 2018, te Rozendaal, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te benaderen en/of
-tegen die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te zeggen dat [slachtoffer] hem (verdachte) bestolen heeft en/of
-aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vragen om die [slachtoffer] te confronteren met de
diefstal van geld en/of munten en/of verhaal te halen bij die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] bang te maken en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] met een auto op te halen en/of naar zijn (verdachtes) woning te brengen en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zijn (verdachtes) woning te laten zien en/of de kluis in die woning te laten zien en/of
-die [medeverdachte 1] te vertellen hoe laat die [slachtoffer] naar de woning van verdachte komt;
Meer Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd
en/of beroofd gehouden, door in een woning, gelegen aan de [adres 2] :
-die [slachtoffer] van achteren vast te pakken en/of op de grond te gooien en/of
-de deuren van voornoemde woning af te sluiten en/of
-tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij niet weg mag en/of
-die [slachtoffer] vast te pakken en/of mee te sleuren naar/door verschillende vertrekken in voornoemde woning en/of
-die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal tegen zijn lichaam te slaan en/of
stompen en/of
-die [slachtoffer] op een stoel te laten plaatsnemen,
welk feit verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 2 mei 2018, te Rozendaal, althans in Nederland, opzettelijk heeft uitgelokt door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, te weten door:
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te benaderen en/of
-tegen die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te zeggen dat [slachtoffer] hem (verdachte) bestolen heeft en/of
-aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vragen om die [slachtoffer] te confronteren met de diefstal van geld en/of munten en/of verhaal te halen bij die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer] bang te maken en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] met een auto op te halen en/of naar zijn (verdachtes) woning te brengen en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] zijn (verdachtes) woning te laten zien en/of de kluis in die woning te laten zien en/of
-die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te vertellen hoe laat die [slachtoffer] naar de woning van verdachte komt;
3.
hij op of omstreeks 02 mei 2018 te Rozendaal, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
-een Iphone en/of
-een Ipad,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen in/uit een woning, gelegen aan de [adres 2] met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 2 mei 2018 om 18:23 uur belt aangever [slachtoffer] het alarmnummer 112. In dit gesprek met de meldkamer vertelt hij overvallen, gegijzeld, beroofd en mishandeld te zijn in een woning van een vriend van hem. [slachtoffer] klonk, volgens de verbalisant, op dat moment behoorlijk geëmotioneerd en paniekerig. [2]
[slachtoffer] is die dag naar de woning aan de [adres 2] in Rozendaal gegaan om daar, zoals afgesproken met [naam 2], de eigenaresse van de woning, schoon te maken. [3]
Verbalisanten die naar aanleiding van de 112 melding om 18:55 uur bij [slachtoffer] langs gaan, zien letsel in zijn aangezicht. [4]
Die avond is door een verbalisant als forensisch onderzoeker een forensisch onderzoek naar sporen verricht. Deze verbalisant heeft de hoofdhuid van [slachtoffer] bemonsterd en zijn jas in beslag genomen voor onderzoek. Tijdens het onderzoek zag de verbalisant bij [slachtoffer] zwellingen en rode verkleuringen aan zijn hoofdhuid, zoals beide oren, beide ogen, beide jukbeenderen/slaap en voor- en achterhoofd. Er is letsel zichtbaar op de foto’s die bij het door deze verbalisant opgemaakte proces-verbaal zijn gevoegd. [5]
Op 3 mei 2018 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van mishandeling, vrijheidsberoving en bedreiging. Bij deze aangifte zijn foto’s gevoegd van het aangezicht en het bovenlijf van aangever. Hierop is letsel zichtbaar. [6]
Uit de resultaten van het DNA-onderzoek van de bemonstering van de hoofdhuid van aangever volgt dat er een DNA mengprofiel is aangetroffen op de kruin van zijn achterhoofd. Uit het onderzoek volgt dat de hypothese dat de bemonstering DNA bevat van [slachtoffer] en medeverdachte [medeverdachte 1] meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dan de hypothese dat de bemonstering DNA bevat van [slachtoffer] en één willekeurige onbekende persoon. [7]
Uit het NFI rapport d.d. 24 oktober 2018 volgt dat een DNA mengprofiel is aangetroffen ter hoogte van het rechterschouderblad op de buitenzijde van de in beslaggenomen jas. Ook uit dit onderzoek volgt dat de hypothese dat de bemonstering DNA bevat van [slachtoffer] en medeverdachte [medeverdachte 1] meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is dan de hypothese dat de bemonstering DNA bevat van [slachtoffer] en één willekeurige onbekende persoon. [8]
Wanneer medeverdachte [medeverdachte 1] met de onderzoeksresultaten wordt geconfronteerd, verklaart hij dat hij in de woning was. [9] Hij heeft daarnaast bekend [slachtoffer] een paar tikken met de platte hand te hebben gegeven. [10]
Tot slot staat vast dat verdachte ten tijde van het vermeende feitencomplex ook in de woning aanwezig was. [11]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging afpersing, medeplegen van de wederrechtelijke vrijheidsberoving en medeplegen van de diefstal van een iPhone en iPad.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte vrijgesproken dient te worden van de tenlastegelegde feiten. Hiertoe is primair aangevoerd dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] onbetrouwbaar geacht moeten worden en derhalve uitgesloten moeten worden van het bewijs, gelet op verschillende inconsistenties in zijn verklaringen. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij op 2 mei 2018 naar het huis van [naam 2] is gegaan om medicijnen voor zijn zoon [naam 1] te halen. Hiervoor is steun te vinden in de getuigenverklaringen van [naam 3] en [naam 2]. Tot slot is aangevoerd dat verdachte zelf ook slachtoffer is van medeverdachte [medeverdachte 1] . In het geval de rechtbank de verklaringen van [medeverdachte 1] toch als bewijsmiddel gebruikt, heeft de verdediging subsidiair aangevoerd dat het bewijs ontbreekt dat verdachte de persoonlijke vrijheid zou hebben belet van het slachtoffer en er sprake is van een absoluut ondeugdelijke poging tot afpersing omdat er geen munten zijn geweest. Indien en voor zover de rechtbank een poging tot afpersing, uitlokking tot afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving aanneemt aan de zijde van medeverdachte [medeverdachte 1] , dan heeft verdachte geen van de in de tenlastelegging opgenomen gedragingen begaan.
Beoordeling door de rechtbank
Aanleiding incident 2 mei 2018
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 2 mei 2018 rond 14:10 uur bij de woning aan de [adres 2] is aangekomen. Hij heeft vervolgens het toegangshek met de hem bekende code geopend en zijn auto geparkeerd op het terrein bij de woning. Hij zag dat een auto type Mini en een Landrover hier ook al geparkeerd stonden. Aangever is de woning via de openstaande achterdeur binnen gegaan. Via de hal kwam [slachtoffer] in een tussenkamer van de woning terecht. [12]
Geweld
In deze tussenkamer is hij van achteren vast gepakt en dwingend op de grond gegooid door een grote man met een donkere huidskleur. Deze man heeft hem op verschillende momenten meerdere malen geslagen tegen zijn hoofd en armen. Zo is hij geslagen terwijl hij op de grond lag in een tussenkamer in de woning. Ook is hij, terwijl hij daar op de grond lag, tegen zijn rug en zij geschopt. Vervolgens moest hij zich naar de keuken begeven en is hij daar op de grond geduwd en daar diverse keren op zijn hoofd en armen geslagen. Op enig moment moest hij van de werkkamer naar de eetkamer lopen en daar op een stoel plaatsnemen. Op die stoel is hij eveneens diverse keren geslagen. [13] Ook is hij met vuisten geslagen. [14] Tot slot zijn enkele vingers van zijn handen achterover gebogen. [15]
Munten
Terwijl dit geweld plaatsvond, werd door de belager aan [slachtoffer] gevraagd:
"
Waar is het geld, waar zijn de rollen, waar zijn de munten, waar heb je het verstopt." [16]
Toen [slachtoffer] op de grond lag in de tussenkamer, zag hij verdachte ineens. Verdachte zei tegen hem:
"
[slachtoffer] waar heb je die rollen verstopt, waar heb je de munten, zeg maar [slachtoffer] waar je het verstopt hebt, ze doen je wat aan, ik zit al twee maanden met die mannen, zeg waar je het gelaten hebt." [17]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij tegen [slachtoffer] heeft gezegd: “geef die man zijn munten”. [18] Hierop heeft [slachtoffer] geantwoord dat hij niet wist waar hij het over had en wat hij bedoelde. Ondertussen lag hij nog steeds op zijn buik op de grond. De man die hem sloeg zei dat hij niet weg mocht. [19]
Op een gegeven moment moest hij zich van de belager naar de keuken begeven. Hij moest zijn iPhone en iPad pakken en de code invoeren. Hij deed dit omdat door de belager dwingend werd gezegd:

Laat zien, laat zien.
Vervolgens riep verdachte ineens dat er camerabeelden waren waarop [slachtoffer] te zien zou zijn terwijl hij munten stal. [20] Verdachte riep hierna meerdere malen:

[slachtoffer] geef nou maar toe. Het kan slecht voor je aflopen. Hij heeft [naam 1] ook verrot geslagen.” [21]
Zowel de belager als verdachte bleven roepen over de camerabeelden. Op enig moment is hij door de belager meegesleurd naar de werkkamer van [naam 2] waarbij de belager hem een vloerkluis aanwees. [slachtoffer] was niet bekend met deze kluis. De belager heeft hem in deze werkkamer ook drie verborgen camera’s aangewezen. [22]
De belager riep diverse keren dat hij geen aangifte mocht doen, want dan zou hij hem koud maken. Ook verdachte zei tegen [slachtoffer] dat de belager hem om zou leggen als hij dat wel deed. [slachtoffer] zat toen helemaal te trillen en was totaal van slag. [23] De belager heeft [slachtoffer] ook bedreigd dat hij hem altijd weet te vinden. [24]
Op enig moment is de belager vertrokken. [slachtoffer] heeft toen zijn tas en bril, die op tafel lag, gepakt. Zijn iPhone en iPad zaten niet meer in de tas. Hierna heeft [slachtoffer] de woning verlaten en is naar zijn huis gereden. De Mini cabrio stond toen niet meer op het terrein, de Landrover nog wel. [slachtoffer] was rond 16:55 uur weer in zijn woning in Arnhem. [25]
Achtergrond gebeurtenissen volgens medeverdachte [medeverdachte 1]
heeft verklaard dat hij naar de woning was gekomen op verzoek van verdachte, die hij de Italiaan noemde. Via een gezamenlijke vriend was hij gevraagd om “
iemand aan de tand te voelen over gestolen munten”. Hij kwam als vriendendienst verhaal halen. De gezamenlijke vriend en de Italiaan kende hij van het open kamp, de laatste fase van zijn detentie in Almelo. [26] De munten zouden in een kluis in de vloer in de werkkamer hebben gelegen en de enige die daar kwam was de schoonmaker. [27]
[medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat verdachte hem had verteld hoe laat de schoonmaker zou komen. Hij heeft [slachtoffer] gevraagd naar de munten. Met dat doel was medeverdachte [medeverdachte 1] immers vanuit Rotterdam naar Rozendaal gekomen. Ook heeft verdachte volgens [medeverdachte 1] tegen [slachtoffer] gezegd dat hij moest vertellen waar de munten waren, waarbij verdachte over beeldmateriaal van de diefstal is begonnen. Ook volgt uit de verklaring van [medeverdachte 1] dat [slachtoffer] de telefoon moest ontgrendelen. Verdachte heeft vervolgens in de zoekgeschiedenis van de iPhone gezocht naar informatie over de gestolen munten. Tot slot heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij in de Mini is weggereden, zoals was afgesproken met verdachte. [28]
Poging afpersing
Medeverdachte [medeverdachte 1] stelt dat hij [slachtoffer] drie tikken heeft gegeven, waaronder een tik om hem te laten praten. De rechtbank kan zich niet aan de indruk onttrekken dat medeverdachte [medeverdachte 1] het geweld dat hij heeft gebruikt, in zijn verklaring bagatelliseert. De rechtbank constateert dat de ernst en vorm van het letsel, zoals waargenomen door verbalisanten en op foto’s is te zien, aansluit bij de verklaring van [slachtoffer] en niet past bij “enkele tikken met een platte hand” of bij struikelen. Daar komt bij dat het DNA onderzoek uitwijst dat er DNA is aangetroffen ter hoogte van het rechterschouderblad op de jas van [slachtoffer] . Ook dit past bij de verklaring van [slachtoffer] dat hij door medeverdachte [medeverdachte 1] van achteren vast is gepakt en op de grond is gegooid. De rechtbank acht de verklaring ten aanzien van het door medeverdachte [medeverdachte 1] gebruikte geweld dan ook niet geloofwaardig.
Wel acht de rechtbank de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] geloofwaardig dat hij door verdachte, al dan niet via een tussenpersoon, was gevraagd om iemand aan de tand te voelen over uit een kluis gestolen munten. De rechtbank zal de verklaringen van [medeverdachte 1] om die reden ook niet uitsluiten van het bewijs. Zowel medeverdachte [medeverdachte 1] als verdachte hebben [slachtoffer] , blijkens de aangifte, ook daadwerkelijk naar munten en een vloerkluis gevraagd. Dit sluit aan bij de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] . Ook de verklaring van medeverdachte dat hij is weggereden met gebruikmaking van de van verdachte verkregen auto komt overeen met de aangifte van [slachtoffer] . De Mini stond volgens hem niet meer op het terrein toen hij wegging.
[slachtoffer] was bang ten tijde van het tenlastegelegde en is door medeverdachte [medeverdachte 1] geslagen en geschopt. De rechtbank stelt dan ook vast dat geprobeerd is door geweld of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot afgifte van munten dan wel informatie over de verblijfplaats van munten.
Ten aanzien van het verweer van verdachte dat hij toevallig in de woning aan de [adres 2] in Rozendaal moest zijn om de medicijnen van zijn zoon op te halen en hij dus niet betrokken is geweest bij de poging afpersing, overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van de bewijsmiddelen en hetgeen ter terechtzitting is verhandeld staat niet vast rond welk tijdstip de medicijnen nodig waren. Daar komt bij dat verdachte wisselende verklaringen heeft afgelegd over het WhatsApp-contact tussen hem en [naam 2]. Veel is onduidelijk gelet op de proceshouding van verdachte omdat hij eerst aangifte heeft gedaan en vervolgens – op het moment dat hij als verdachte werd aangemerkt – zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht tot aan de terechtzitting. Uitgaande van de laatste lezing van verdachte stelt de rechtbank vast dat de lezing van verdachte dat hij voor de medicijnen van zijn zoon in de woning aanwezig moest zijn, niet uitsluit dat hij reeds van plan was om in de woning aanwezig te zijn om aangever in de val te lokken. De rechtbank acht het onaannemelijk dat verdachte, zoals hij voor het eerst ter terechtzitting verklaarde, slechts medeverdachte [medeverdachte 1] heeft nagepraat en hij net als [slachtoffer] slachtoffer is. Daarnaast heeft aangever verklaard dat verdachte begon over camerabeelden waarop te zien zou zijn dat [slachtoffer] in de kluis was geweest. Ook past de verklaring van verdachte over het letsel wat medeverdachte [medeverdachte 1] bij hem zou hebben toegebracht niet bij het letsel zoals dat op de foto’s te zien is.
Tot slot overweegt de rechtbank ten aanzien van het verweer van de ondeugdelijke poging als volgt. Van belang is of is gehandeld “ter uitvoering van het door de verdachte voorgenomen misdrijf” op de grond dat de in de tenlastelegging omschreven en mitsdien te bewijzen gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van dat misdrijf. De enkele omstandigheid dat onzekerheid bestaat omtrent het antwoord op de vraag of er munten zijn geweest doet niet af aan de mogelijkheid dat de aan de verdachte tenlastegelegde gedragingen zijn begaan “ter uitvoering van het door de verdachte voorgenomen misdrijf” in de hiervoor bedoelde zin. Van die mogelijkheid is geen sprake indien de rechter aannemelijk acht dat er geen munten waren. Tot die laatste conclusie komt de rechtbank echter niet. De rechtbank verwerpt dan ook dit verweer.
Wederrechtelijke vrijheidsberoving
[slachtoffer] mocht de woning waarin hij alleen met medeverdachte [medeverdachte 1] en verdachte verbleef niet vrijwillig verlaten en moest blijven zolang medeverdachte wilde. Hij werd immers op de grond geduwd, werd ondertussen geslagen en geschopt, kreeg te horen dat hij niet weg mocht, werd meegesleurd naar bepaalde vertrekken in de woning en moest plaatsnemen op een stoel. Dit alles heeft meerdere uren geduurd. Toen medeverdachte [medeverdachte 1] weg leek te zijn, heeft [slachtoffer] de woning meteen verlaten en niet veel later in emotionele en gehavende toestand het alarmnummer 112 gebeld. Dit ondersteunt naar het oordeel van de rechtbank dat sprake was van een situatie van wederrechtelijke vrijheidsberoving. Daar komt bij dat hieruit ook volgt dat de hele vrijheidsbeneming zich in ieder geval over een dusdanig lange periode heeft uitgestrekt dat niet alleen sprake is van wederrechtelijke vrijheidsberoving van [slachtoffer] , maar ook sprake is van het wederrechtelijk beroofd houden van zijn vrijheid.
De rechtbank merkt op dat niet kan worden vastgesteld of medeverdachte [medeverdachte 1] of verdachte de deuren van de woning hebben afgesloten.
Diefstal
Uit het voorgaande volgt dat [slachtoffer] heeft verklaard dat hij zijn iPhone en iPad heeft moeten ontgrendelen en afgeven aan medeverdachte. Deze spullen heeft hij niet meer teruggekregen en lagen niet op tafel toen hij de woning verliet.
Anders dan de officier van justitie en met de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. De rechtbank ziet in het dossier weliswaar een aangifte waaruit blijkt dat [slachtoffer] zijn iPhone en Ipad op enig moment heeft moeten ontgrendelen en afgeven aan medeverdachte en dat hij deze niet heeft meegenomen toen hij de woning heeft verlaten, maar wat er verder met deze goederen is gebeurd is onduidelijk gebleven. Het ontbreekt aan wettig bewijs waaruit afgeleid kan worden of verdachte en/of medeverdachte de IPhone en IPad hebben weggenomen met het oogmerk om de goederen zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er te veel onduidelijkheid bestaat over de vraag of verdachte en/of medeverdachte de goederen van aangeefster hebben weggenomen. Verdachte zal dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt de rechtbank met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde het volgende af. Verdachte heeft, al dan niet indirect, aan medeverdachte [medeverdachte 1] gevraagd om de schoonmaker, te weten [slachtoffer] , aan de tand te voelen. Daarvoor is medeverdachte van Rotterdam naar Rozendaal gekomen. Medeverdachte heeft [slachtoffer] geslagen en geschopt en dreigend gevraagd naar de munten. Verdachte heeft mee gedaan in het afvuren van vragen op [slachtoffer] . Verdachte is daarnaast als eerste begonnen over camerabeelden en heeft gewezen op de vloerkluis. Ook heeft hij bijgedragen aan het verhogen van de angst bij [slachtoffer] . Zo heeft hij tegen [slachtoffer] gezegd dat de belager [naam 1] al verrot had geslagen en de belager hem om zou leggen als hij aangifte zou doen. Tot slot heeft verdachte de autosleutel van de Mini aan medeverdachte gegeven opdat hij hiermee kon vertrekken en het hek opengedaan.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
Primair
hij op
of omstreeks02 mei 2018 te Rozendaal
, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meerandere
n,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van enig goed (geld en/of munten) en/of
tot het ter beschikking stellen van gegevens te weten:
-informatie over de diefstal van geld en/of munten en/of
-informatie over de vindplaats van het gestolen geld en/of munten,
in elk geval enig goed en/of gegeven, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer]
toebehoorde,
-die [slachtoffer] van achteren heeft vastgepakt en op de grond heeft gegooid en/of
-meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen het gezicht en/of hoofd en/of lichaam van die [slachtoffer] heeft geslagen en/of
gestompt en/of
-die [slachtoffer] op en/of naar de grond heeft geduwd en/of
-(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt) meermalen,
althans eenmaalmet gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn oor en
/ofhoofd en
/ofgezicht en
/oflichaam heeft geslagen
en/of gestompten/of
-
(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt
)meermalen, althans eenmaal tegen zijn rug en
/oflichaam heeft geschopt
en/of getrapten
/of
-
(dreigend
)aan die [slachtoffer] heeft gevraagd: 'waar is het geld, waar zijn de rollen, waar zijn de munten, waar heb je het verstopt?' althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
-
(dreigend
)tegen de [slachtoffer] heeft gezegd: ' [slachtoffer] , waar heb je die rollen verstopt. Waar heb je die munten. Zeg het [slachtoffer] , waar je het verstopt hebt. Ze doen je wat aan. Ik zit al twee maanden met die mannen' en
/of'Er zijn beelden, je staat erop' en
/of' [slachtoffer] , geef nou toe. Het kan slecht voor je aflopen. Hij heeft [naam 1] ook verrot geslagen', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
-die [slachtoffer]
(van een trap)op en/of naar de grond heeft geduwd en
/of
-
(terwijl die [slachtoffer] op de grond ligt
)meermalen, althans eenmaal met gebalde vuist en/of vlakke hand tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of armen en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
-
(met de mobiele telefoon in de hand
) (dreigend
)tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: 'laat zien, laat zien', althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
-
(dreigend
)aan die [slachtoffer] de code van de tablet heeft gevraagd en
/of
-
(dreigend
)tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat er beelden van de diefstal zijn, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
-tegen die [slachtoffer] heeft gezegd -zakelijk weergegeven- dat die [slachtoffer] geen aangifte mocht doen, omdat hij anders zou worden omgelegd of koud gemaakt, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking en
/of
-de vingers van die [slachtoffer] achterover heeft getrokken en
(dreigend
)tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij ze zou breken als die [slachtoffer] niet vertelde waar het geld was, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
Primair
hij op
of omstreeks02 mei 2018 te Rozendaal,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft
/hebbenberoofd en
/ofberoofd gehouden, door in een woning, gelegen aan de [adres 2] :
-die [slachtoffer] van achteren vast te pakken en/of op de grond te gooien en
/of
-de deuren van voornoemde woning af te sluiten en/of
-tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij niet weg mag en/of
-die [slachtoffer] vast te pakken en
/ofmee te sleuren naar/door verschillende vertrekken in voornoemde woning en
/of
-die [slachtoffer] meermalen
, althans eenmaaltegen zijn lichaam te slaan en
/of
stompen en/of
-die [slachtoffer] op een stoel te laten plaatsnemen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen poging afpersing;
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gelet op de gevorderde vrijspraak geen strafmaatverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard. Ook is rekening gehouden met de omstandigheden waaronder dit is begaan en met de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 15 oktober 2019;
- het voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland, gedateerd 12 november 2019.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich samen met zijn mededader schuldig heeft gemaakt
aan een poging het slachtoffer af te persen, aan het beroven van zijn vrijheid. Het slachtoffer werd uit het niets geconfronteerd met fors geweld. Een dergelijke overval is voor slachtoffers in het algemeen een bijzonder traumatische ervaring, waar zij nog lang last van hebben. Het slachtoffer heeft dit in zijn slachtofferverklaring als volgt naar voren gebracht: “ik was een stabiele en zelfverzekerde man. Het delict van 2 mei 2018 heeft mij als mens totaal veranderd. Ik voel mij nu vaak een wrak. (..) Vaak denk ik aan die zwarte dag in mei 2018 en iedere keer loop ik tegen de beperkingen aan die ik sinds die dag heb”.
De rechtbank neemt het de verdachte en zijn mededader kwalijk dat zij misbruik hebben gemaakt van het slachtoffer. Het slachtoffer was ruim dertig jaar bevriend met verdachte en kwam regelmatig in de woning om zijn ex-partner, tevens eigenaresse van de woning, te ondersteunen bij het huishouden. Juist in die vertrouwde omgeving is het slachtoffer door verdachte en zijn mededader in de val gelokt. Verdachte heeft welbewust de hulp ingeschakeld van medeverdachte [medeverdachte 1] om het slachtoffer aan de tand te voelen.
Uit het uittreksel van de justitiële documentatie volgt dat verdachte op 31 maart 2004 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld is voor belastingfraude waarvoor aan hem een gevangenisstraf van vierentwintig maanden is opgelegd, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Verdachte is niet eerder veroordeeld voor het (mede)plegen van geweldsfeiten.
Reclassering Nederland heeft in het rapport van 12 november 2019 geadviseerd de zaak af te doen zonder reclasseringstoezicht, omdat verdachte geen openheid van zaken geeft en zich beroept op zijn zwijgrecht. Hierdoor kon de reclassering geen adequate inschatting maken.
Gelet op het voorgaande en de landelijke oriëntatiepunten waarin een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf het uitgangspunt is voor een poging tot afpersing en vrijheidsberoving komt de rechtbank tot het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij
[slachtoffer]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder feit 1 en feit 2 bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van in totaal
€ 12.203,00aan zowel materieel als immaterieel geleden schade met toewijzing van de schadevergoedingsmaatregel inclusief de wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot betaling van het bedrag van € 12.203,00 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag inclusief de wettelijke rente.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat gelet op de complexiteit van de vordering en de gevorderde vrijspraak de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Jas
Allereerst wordt een bedrag van €180,- gevorderd omdat de benadeelde zich meent te herinneren dat zijn jas van het merk Chevignong Togs Unlimited gescheurd was. De rechtbank zal deze post afwijzen, omdat op basis van deze enkele herinnering geen schade is vast te stellen terwijl op foto’s 7 (pagina 100) en 8 (pagina 101) geen schade aan de jas is te zien. De jas is bovendien in beslag genomen en niet valt in te zien dat de benadeelde partij de jas niet terug heeft kunnen ontvangen.
Bril
De benadeelde partij vordert voorts een bedrag van € 650,- in verband met schade aan de bril. Uit de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting is gebleken stelt de rechtbank vastdat het pootje van de bril als gevolg van het bewezen verklaarde handelen is afgebroken. De bril is in beslaggenomen voor onderzoek en ligt nu nog bij de politie. Anders dan de benadeelde partij ziet de rechtbank in de omstandigheid dat de hoogte van de schade nog niet is vastgesteld geen reden om op voorhand uit te gaan van onherstelbare schade. Gelet op de omstandigheid dat de hoogte van de schade nog niet kan worden bepaald, wordt de benadeelde partij in zoverre niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering.
Gestolen Ipad en Iphone
De benadeelde partij heeft een bedrag gevorderd ter grootte van € 794,- wegens diefstal van de iPad en de iPhone. De benadeelde partij wordt voor dit punt op grond van artikel 361 van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk verklaard, nu verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal.
Eigen risico2018 en 2019
De gevorderde bedragen voor eigen risico in 2018 en 2019 van totaal € 770,- wegens behandeling door een psychotraumatherapeut, KNO-arts, neuroloog en bezoek aan het ziekenhuis zullen worden toegewezen, nu aannemelijk is dat de benadeelde partij die kosten als gevolg van het bewezen verklaarde handelen heeft moeten maken.
Opgenomen verlof voor medische hulp, fysiek en psychisch
De benadeelde partij wordt niet ontvankelijk verklaard voor wat betreft het uit hoofde van opgenomen verlof gestelde schadebedrag van € 1.362,- nu hij met het als bijlage 6 overgelegde overzicht en de toelichting ter zitting niet voldoende heeft onderbouwd dat hij in totaal vijfentwintig hele vakantiedagen van acht uren heeft moeten opnemen ten behoeve van ziekenhuisbezoek en/of behandeling door specialisten.
Ten aanzien van het als verplaatste schade opgevoerde bedrag van € 422,- wegens verzorging en psychische bijstand door de zus van de benadeelde partij, geldt dat uit de bijlage 6a niet kan worden afgeleid dat de zus van de benadeelde die schade daadwerkelijk heeft gemaakt, zodat de vordering ook op dit punt niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Immateriële schade
In het algemeen kan worden gesteld dat een overval met geweld traumatiserend is en dat een slachtoffer daar nog jarenlang last van kan hebben. In het onderhavige geval is sprake van een nare afpersing en gijzeling door twee personen onder wie de goede vriend van het slachtoffer, waarbij ernstig dreigende woorden richting het slachtoffer zijn gebruikt.
De rechtbank acht aannemelijk dat de benadeelde partij fysiek letsel heeft overgehouden aan de overval. Er is sprake geweest van diverse bloeduitstortingen, migraineaanvallen, gehoorschade aan beide oren en een verergerde tinnitus-pieptoon. Verder is sprake van geheugenproblematiek en evenwichtsstoornis als gevolg van trauma’s die aan het hoofd van de benadeelde partij zijn toegebracht. Daarnaast hebben de overval en gijzeling ernstige psychische gevolgen gehad voor de benadeelde partij. Er is in dat verband een posttraumatische stress-stoornis bij hem geconstateerd, waarvoor hij EMDR-therapie heeft moeten volgen. De geheugenproblematiek is echter niet verminderd. De benadeelde partij is onzeker en angstig geworden en zijn vertrouwen in mensen is door toedoen van de verdachten ernstig geschaad. In de schriftelijke slachtofferverklaring is de impact van het voorval op de benadeelde partij indrukwekkend verwoord.
Op basis hiervan acht de rechtbank aannemelijk dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden als gevolg van de inbreuken op zijn lichamelijke en geestelijke integriteit.
Anders dan namens de benadeelde partij wordt voorgestaan, zie de rechtbank geen aanleiding om de immateriële schade in afzonderlijke componenten/elementen te onderscheiden en te waarderen en de aldus verkregen bedragen bij elkaar op te tellen als totaal geleden immaterieel geleden schade. Op basis van het onderhavige feitencomplex en de door de benadeelde partij aangehaalde jurisprudentie vindt de rechtbank een bedrag van
€ 4.000,- redelijk en billijk, zodat dit bedrag aan immateriële schadevergoeding zal worden toegewezen.
Resumé
De rechtbank bepaalt dat een bedrag ad € 770,- aan materiële schadevergoeding en € 4.000,- aan immateriële schadevergoeding zal worden toegewezen, dus in
totaal € 4.770,-.De wettelijke rente over € 4.000,- wordt toegewezen vanaf 2 mei 2018 tot aan de dag van volledige betaling. De gevorderde wettelijke rente over € 385,- (eigen risico 2018) wordt toegewezen vanaf 12 juni 2018 (start behandeling) tot aan de dag van volledige betaling. De gevorderde wettelijke rente over € 385,- (eigen risico 2019) zal de rechtbank gelet op de behandeldata toewijzen vanaf 1 mei 2019 tot aan de dag van volledige betaling.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
Op grond van artikel 6:166 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek is verdachte hoofdelijk aansprakelijk voor de toegebrachte schade. De rechtbank zal bepalen dat verdachte niet meer tot vergoeding gehouden is indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader is of wordt voldaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 45, 47, 57, 60a, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 3 tenlastegelegde;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vijf (5) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 en 2 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van in
totaal € 4.770(vierduizend zevenhonderdzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 De wettelijke rente over € 4.000,- (vierduizend euro) wordt toegewezen vanaf 2 mei 2018 tot aan de dag van volledige betaling. De gevorderde wettelijke rente over € 385,- (driehonderdvijfentachtig euro) (eigen risico 2018) wordt toegewezen vanaf 12 juni 2018 (start behandeling) tot aan de dag van volledige betaling. De gevorderde wettelijke rente over € 385,- (driehonderdvijfentachtig euro) (eigen risico 2019) wordt toegewezen vanaf 1 mei 2019 tot aan de dag van volledige betaling;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 4.770(vierduizend zevenhonderdzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente over € 4.000,- (vierduizend euro) vanaf 2 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, over € 385,- (driehonderdvijfentachtig euro) vanaf 12 juni 2018 en € 385,- (driehonderdvijfentachtig euro) vanaf 1 mei 2019, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 57 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Hamaker (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. C.A.H. Pouwels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Rokette, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 december 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, met BVH nummers 2018190327, 2018193231, zaaknummer 2019296705, in het onderzoek ON4RO18075 (Trein), gesloten op 8 juli 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2018 betreft uitwerking 112 gesprek, p. 81-82.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 mei 2018, p. 40.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2018 betreft verbalisanten ter plaatse, p. 38.
5.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 93-100.
6.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 54-55.
7.NFI rapport d.d. 5 oktober 2018 inzake DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval in een woning gepleegd in Roozendaal op 2 mei 2018, p. 104-107.
8.NFI rapport d.d. 24 oktober 2018 inzake onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een overval in een woning gepleegd in Rozendaal op 2 mei 2018.
9.Proces-verbaal verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 20 maart 2019, p. 143.
10.Proces-verbaal verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 20 maart 2019, p. 143.
11.Proces-verbaal aangifte verdachte d.d. 4 mei 2018, p. 59.
12.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 49-50.
13.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 50-52.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 mei 2018 betreft verbalisanten ter plaatse, p. 38, proces-verbaal sporenonderzoek, p. 94.
15.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 52, proces-verbaal sporenonderzoek, p. 94.
16.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 50.
17.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 50.
18.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 29 november 2019.
19.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 50.
20.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 50.
21.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 50-51.
22.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 51.
23.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 51.
24.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2018 betreft uitwerking 112 gesprek, p. 81.
25.Proces-verbaal aangifte [slachtoffer] d.d. 3 mei 2018 p. 51.
26.Proces-verbaal verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 21 maart 2019, p. 156.
27.Proces-verbaal verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 20 maart 2019 p. 144.
28.Proces-verbaal verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 20 maart 2019 p. 143-144.