Uitspraak
1.1. De procedure
€ 81.000,-.
mr. M.W.G.J. IJsseldijk, een preliminair verweer gevoerd, inhoudende dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging alsmede in de ontnemingsvordering tegen verdachte.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 22 november 2019 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een verdachte, geboren in 1953. De officier van justitie had aanvankelijk gevorderd dat de rechtbank het bedrag vaststelt van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat door de officier was geschat op € 81.000,-. Tijdens de zitting op dezelfde datum heeft de raadsman van de verdachte, mr. M.W.G.J. IJsseldijk, een preliminair verweer gevoerd. Dit verweer hield in dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in de vervolging en in de ontnemingsvordering tegen de verdachte. De rechtbank heeft dit preliminaire verweer toegewezen en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de verdere vervolging van de verdachte. Gezien deze beslissing heeft de rechtbank ook het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters in de zitting aanwezig waren en de uitspraak ter openbare terechtzitting is gedaan.