Uitspraak
(5396210\ AZ VERZ 16-29)
1.De procedure
2.De beoordeling
één of meer deskundigen (…) ter schatting van de waarde van de activa en de passiva van de VOF Marhege per 31 maart 2016’. Immers, in de beschikking is geoordeeld dat voor een goede schatting twee deskundigen met verschillende kwaliteiten nodig zijn.
Markerink heeft aangevoerd dat het een door het recht erkend belang is dat een geschil waaromtrent een procedure is gevoerd, daarna tot een afsluiting komt en niet opnieuw aan de rechter kan worden voorgelegd. Begrepen wordt dat Markerink hiermee stelt dat de beschikking van 20 juni 2019 gezag van gewijsde heeft. Dit is terecht. In het gevoerde geding tussen partijen ging het (slechts) om de benoeming van een deskundige. Daarmee is de benoeming van de deskundige de rechtsbetrekking in geschil waarover de kantonrechter in de beschikking van 20 juni 2019 een beslissing heeft genomen. Dat leidt ertoe dat deze beslissing tussen Markerink en WBC bindende kracht heeft en in de weg staat aan toewijzing van het verzoek van WBC om een deskundige te benoemen.