ECLI:NL:RBGEL:2019:5821

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 november 2019
Publicatiedatum
16 december 2019
Zaaknummer
NL18.21130
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over beheersovereenkomst en betalingsverplichtingen tussen Jachthaven Maasbommel B.V. en Stichting Bewonersbelangen Gouden Kust

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 8 november 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Jachthaven Maasbommel B.V. (eiseres) en Stichting Bewonersbelangen Gouden Kust (verweerster) over de uitvoering van een beheersovereenkomst en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen. Jachthaven Maasbommel vorderde betaling van openstaande facturen voor beheerskosten en gaslevering, terwijl SBGK betwistte dat zij tot betaling verplicht was. De rechtbank oordeelde dat SBGK als debiteur van Jachthaven Maasbommel moet worden aangemerkt en dat de vordering tot betaling van de beheerskosten voor 2017 en 2018 opeisbaar was. De rechtbank verwierp het verweer van SBGK dat zij niet in verzuim was en dat de vordering niet toewijsbaar was. De rechtbank oordeelde dat de langdurige betalingspraktijk tussen Jachthaven Maasbommel en de eigenaren van de recreatiebungalows, die niet partij waren bij de beheersovereenkomst, niet in de weg stond aan de vordering van Jachthaven Maasbommel. De rechtbank wees de vordering tot betaling van het openstaande bedrag van € 157.826,31 toe, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd SBGK veroordeeld in de proceskosten en beslagkosten. De vordering tot vergoeding van schade door weggelekt gas en buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen.

Uitspraak

vonnis

_________________________________________________________________ _

RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer: NL18.21130
Vonnis van 8 november 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JACHTHAVEN MAASBOMMEL B.V.,
gevestigd te Appeltern,
eiseres, hierna te noemen: Jachthaven Maasbommel,
advocaat mr. S.T.W. Verhaagh te Nijmegen,
tegen
de stichting
STICHTING BEWONERSBELANGEN GOUDEN KUST,
gevestigd te Maasbommel,
verweerster, hierna te noemen: SBGK,
advocaat mr. M. van Olden te Nijmegen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de procesinleiding,
- het verweerschrift,
- de mondelinge behandeling op 19 juni 2019.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
SBGK is opgericht in 2004. Zij heeft als doel het behartigen van de belangen van de eigenaren van de 46 recreatiebungalows op het recreatiepark Gouden Kust te Maasbommel.
2.2.
Op 1 juli 2004 is er een beheersovereenkomst tot stand gekomen tussen SBGK (in de overeenkomst: ‘de stichting’) en Beheersmaatschappij Maasbommel, de rechtsvoorganger van Jachthaven Maasbommel. In die overeenkomst staat onder meer:
in aanmerking nemende dat:
a) De stichting ten doel heeft de belangen van de eigenaren en gebruikers van de woningen binnen het park Gouden Kust te behartigen;
Onder eigenaar dient tevens te verstaan het recht van gebruik vanwege het gevestigde appartementsrecht;
b) De stichting de eigenaren verplicht heeft om deel te nemen en te blijven van de stichting zolang hij het juridisch eigendom van een woning heeft;
c) De eigenaar zich verplicht heeft om een overeenkomst te sluiten ten aanzien van de wijze van beheer van zijn woning, of heeft zich middels erkenning van de statuten van de stichting verplicht de bepalingen in deze overeenkomst te eerbiedigen;
(...)
Partijen verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1
Beheerstaken:
1.1
Beheersmaatschappij Maasbommel, draagt zorg, ziet erop toe en controleert dat:
a. De aard en het karakter van het park Gouden Kust zoveel mogelijk gehandhaafd blijft;
b. De rust en orde in het park Gouden Kust zoveel mogelijk gehandhaafd blijft;
c. In de directe nabijheid (in het gebied De Gouden Ham) een receptiefunctie ten behoeve van de gebruikers van het park (...) geopend zal zijn;
d. Te allen tijde personeel voor noodgevallen bereikbaar is; (...)
e. Centrale postverzorging plaats zal vinden voor diegene die langdurig in het park verblijven;
f. Er voldoende centrale afvalcontainers voor regulier huisvuil worden geplaatst en regelmatig geledigd;
g. Levering van het signaal ten behoeve van de kabel-t.v.;
h. Vanuit de betaalde beheersvergoedingen een reservering ten behoeve van het 5 jaarlijks schilderwerk buitenzijde van de woningen van € 300,- per jaar per woning;
i. Preventieve maatregelen worden genomen ter voorkoming van calamiteiten.
j. Toegezien wordt dat het in overleg met de stichting op te stellen parkreglement wordt nageleefd.
Artikel 2
Onderhoud woning, tuin, steiger
(...)
Artikel 3
Beheer gemeenschappelijke voorzieningen:
3.1
De beheerder draagt zorg voor het normale onderhoud van de algemene beplanting, parkverlichting en automatische slagbomen.
Artikel 4
Kosten verbruik energie:
4. 1 De kosten voor het gebruik van gas, water en licht zijn voor rekening van de eigenaren. De beheerder draagt zorg voor de doorberekening van de kosten aan iedere eigenaar. Doorberekening van de kosten van gas, elektra en water vind plaats op basis van het gebruik per woning volgens de verbruiksmeters van de desbetreffende woning. De bepaling van de hoogte van de doorberekening van het gas en elektra vindt plaats op basis van het tarief zoals deze berekend worden door nutsbedrijven kleinverbruik plus 10%. Indien er geen tarief op basis van het kleinverbruik (meer) bestaat, dan bedraagt het tarief: alle kosten van inkoop + l0%.
Artikel 5
Vergoeding beheerstaken en betalingstermijnen:
5.1
Voor de hiervoor onder artikel 1 en artikel 2 te verrichten werkzaamheden, reservering en controles zal aan de eigenaar een bedrag van € 1900,- (...) excl. BTW per woning per jaar door de beheerder in rekening worden gebracht. Voormelde vergoeding is ook verschuldigd indien niet van alle hiervoor genoemde diensten gebruik mocht worden gemaakt. (...)
5.2
Het hiervoor in lid 1 genoemde bedrag zal jaarlijks op een januari worden aangepast aan de hand van het verloop van het door het Centraal Bureau Statistieken vastgestelde consumentenprijsindexcijfer (CPI alle huishoudens, 2000=100)). Toepassing van het indexcijfer zal voor het eerst plaatsvinden per 1 januari 2005.
5.3
Afrekening van alle verschuldigde bedragen vanuit de beheer en verbruik energie zal eenmaal per jaar plaatsvinden. Bij wijze van voorschot zal de eigenaar iedere maand door de beheerder vast te stellen redelijk voorschotbedrag voldoen.
5.4
Deze bedragen dienen binnen l maand na facturering te zijn voldaan. (...) Bij niet of een te late betaling is de eigenaar, zonder een voorafgaande waarschuwing, de wettelijke rente verschuldigd en de in redelijkheid gemaakte incassokosten.
2.3.
De beheersovereenkomst is op 14 februari 2006 aangevuld. In de ‘aanvulling op de beheersovereenkomst’ staan aanvullingen op de artikelen 2.1, 2.4, 3.1, 3.2, 6 en 8.
2.4.
Vanaf het sluiten van de beheersovereenkomst in 2004 tot 2017 heeft Beheersmaatschappij Maasbommel facturen voor haar beheerswerkzaamheden en voor de levering van gas, licht en elektra gestuurd aan de individuele eigenaren van de recreatiebungalows op het park Gouden Kust, die deze facturen hebben betaald.
2.5.
Beheersmaatschappij Maasbommel is op 21 december 2016 ontbonden. Jachthaven Maasbommel heeft haar activiteiten voortgezet.
2.6.
Bij brief van 17 maart 2017 van haar jurist heeft SBGK aan Jachthaven Maasbommel bericht:
(...)
5. Inmiddels is er voor cliënte, alsmede de individuele eigenaren, een onacceptabele situatie ontstaan; uw cliënte voert haar beheerstaken niet correct uit en geeft geen transparantie over de (forse) bedragen die zij doorbelast, daarnaast verstuurt uw cliënte facturen die niet voldoen aan de wettelijke eisen. Voorts weigert uw cliënte de budgetten voor schilderwerkzaamheden, calamiteiten en promotionele activiteiten over te dragen aan cliënte. Deze brief kwalificeert derhalve als een formele ingebrekestelling.
6. Voor wat betreft de beheerstaken – zoals deze zijn opgesomd in de beheersovereenkomst – voert uw cliënte deze niet, althans ondeugdelijk, uit waaronder (doch niet uitsluitend):
a. Er heeft geen reservering vanuit de beheersvergoeding plaatsgevonden ten behoeve van het 5 jaarlijks schilderwerk voor de buitenzijde van de woningen van € 300 per jaar per woning (artikel 1.1 sub h en artikel 5.1), deze bedragen zij door uw cliënte namelijk aanvullend gefactureerd. Weliswaar worden deze bedragen gecrediteerd, dit neemt niet weg dat er binnen de beheersvergoeding een reservering dient plaats te vinden. Voorts is er nimmer een plan gemaakt voor de schilderwerkzaamheden, waartoe uw cliënte gehouden is.
b. Er is geen financiële externe rapportage uitgebracht, waartoe uw cliënte gehouden is op basis van de aanvullende beheerafspraken;
c. Er zijn/worden geen preventieve maatregelen ter voorkoming van calamiteiten genomen (artikel 1.1 sub i);
d. Aan het onderhouden en/of repareren van de aanlegsteigers (aanvulling op artikel 2.1) is tot op heden geen c.q. nauwelijks uitvoering gegeven waardoor de aanlegsteigers in slechte danwel gebrekkige staat verkeren,
e. Beheer voor normale onderhoud van algemene beplanting, parkverlichting en automatische slagbomen, gemeenschappelijke oevers en waterpartijen (artikel 3.1 en aanvulling op artikel 3.1) is nauwelijks uitgevoerd.
(...)
13. Op haar beurt verzoek ik namens cliënte, en voor zover nodig sommeer ik, dat uw cliënte:
a. binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief een deugdelijk beheersplan overlegt, waarin de beheerstaken – zoals opgesomd in de beheersovereenkomst en de aanvullingen daarop – worden gespecificeerd;
b. binnen 2 maanden na dagtekening van deze brief concreet invulling geeft aan de uitvoering van haar beheerstaken c.q. het daarop gebaseerde beheersplan zoals hierboven vermeld;
c. de budgetten c.q. fondsen voor schilderwerk, calamiteiten en promotie overdraagt aan cliënte middels overmaking op de bankrekening van cliënte;
d. volledige transparantie geeft over de berekening en de vaststelling van de energietarieven alsmede het rapport Berekening tarieven gas, water en elektriciteit 2016 aan een second opinion laat onderwerpen; en
e. uitsluitend indien en voor zover zij gehoor heeft gegeven aan de punten a, b, c en d, de eigenaren van de woningen voorziet van deugdelijke facturen en stopt met het verzenden van aanmaningen c.q. sommaties naar de individuele eigenaren.
14. Zolang de ingebrekestelling voortduurt (te weten: voor zover de tekortkomingen van de beheersovereenkomst niet zijn voldaan) en zolang uw cliënte in verzuim is, behoudt cliënte danwel behouden de individuele eigenaren zich het recht voor om hun betalingsverplichtingen jegens uw cliënte (gedeeltelijk) op te schorten.
(...)
2.7.
In antwoord op deze brief heeft Jachthaven Maasbommel bij brief van haar advocaat van 7 april 2017 betwist dat zij in de uitvoering van enige aan haar toebedeelde beheerstaak is tekortgeschoten.
2.8.
Bij brief van haar advocaat van 7 november 2017 aan Beheersmaatschappij Maasbommel heeft SBGK de beheersovereenkomst opgezegd tegen 20 februari 2019.
2.9.
Op 8 juni 2018 heeft de kantonrechter van deze rechtbank een tussenvonnis gewezen in een procedure die Jachthaven Maasbommel aanhangig heeft gemaakt tegen één van de eigenaren van een recreatiebungalow op het park, [naam eigenaar recreatiebungalow] . In die procedure vordert Jachthaven Maasbommel van [naam eigenaar recreatiebungalow] betaling van facturen voor werkzaamheden en leveringen. In het vonnis staat onder meer:

2.Feiten

(...)
2.5.
De stichting Stichting Bewonersbelangen Gouden Kust te Maasbommel (verder: de Stichting Bewonersbelangen) sluit met de eigenaren/bewoners van de recreatiebungalows/ watervilla’s in het recreatiepark Gouden Kust een zogeheten beheerovereenkomst. In deze overeenkomst zijn in artikel 1 de verplichtingen van Stichting Bewonersbelangen opgenomen. Het gaat om werkzaamheden als het bewaren van de rust en orde op het park, het ophalen en afvoeren van straat- en huisvuil, onderhoud en instandhouding van bungalows en park en voorzieningen als de receptie. De overeenkomst bevat verder, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen en bedingen:

Artikel 2 - Vergoeding
Met betrekking tot de in artikel 1 genoemde beheerswerkzaamheden ontvangt de stichting de navolgende vergoeding van de eigenaar (van de recreatiebungalow, kantonrechter):
2.1.
.
De beheersvergoeding
De beheervergoeding en overige kosten bedragen voor het jaar 2004 € 1.900,= (excl. BTW) per bungalow/appartement, en heeft betrekking op de in art. 1 genoemde werkzaamheden en diensten (en de met deze werkzaamheden en diensten direct verband houdende kosten als personeelskosten, huisvestingskosten, kantoorkosten, kosten vuilafvoer, vervoerskosten, kosten groenonderhoud (tuin en openbaar groen) en de CAI-kosten e.d.) en dient tevens ter dekking van de door de stichting gemaakte overige kosten (bestuursvergaderingen, participantenvergaderingen, secretariaat, accountantskosten, kosten advies derden e.d.)
Artikel 3 - Betaling vergoedingen
3.1
Betaling van de vergoeding
Van de in art. 2 genoemde vergoeding wordt per kwartaal ¼ gedeelte in rekening gebracht bij de eigenaar.
Betaling door de eigenaar dient plaats te vinden binnen veertien dagen na ontvangst van de betreffende factuur. De eigenaar is omzetbelasting over dit bedrag verschuldigd. Bij niet-betaling binnen deze termijn van veertien dagen is de stichting gerechtigd de wettelijke rente over het verschuldigde bedrag in rekening te brengen.”
(...)

4.Beoordeling

(...)
4.4.
Beheersvergoeding
(...)
4.4.4.
De eigenaren/bewoners zijn krachtens de beheersovereenkomst tussen hen en de Stichting Bewonersbelangen gehouden tot betaling van een beheervergoeding en overige kosten van € 1.900,- (excl. BTW) per bungalow/appartement voor het jaar 2004. Uit artikel 3 van die overeenkomst valt af te leiden dat de eigenaren/bewoners het bedrag van deze vergoeding betalen aan de Stichting Bewonersbelangen. Waar de Beheersovereenkomst tussen de Stichting Bewonersbelagen en Jachthaven Maasbommel van 2004 in artikel 5 een afwijkende betalingsregeling bevat bindt zij [naam eigenaar recreatiebungalow] niet, omdat deze geen partij is bij die Beheersovereenkomst.
(...)
2.10.
Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat de zaak voor de kantonrechter thans op de rol van 22 november 2019 staat voor uitlating door partijen.
2.11.
Op 19 juni 2018 heeft Jachthaven Maasbommel facturen met nummers 180363 en 180364 aan SBGK gestuurd voor bedragen van respectievelijk € 103.307,72 en € 104.471,52, derhalve in totaal € 207.779,24 (inclusief btw). Deze facturen zien op de beheersvergoedingen voor 2017 respectievelijk 2018, kosten van legionella beheersmaatregelen en bijdragen aan het promotiefonds.
2.12.
Bij creditfactuur van 11 juli 2018 heeft Jachthaven Maasbommel een bedrag van € 2.640,00 gecrediteerd. Deze creditfactuur ziet volgens de omschrijving op:
3000 creditering gaslekkage (zie fac 70540).
2.13.
Bij brieven van 1 en 15 oktober 2018 heeft Jachthaven Maasbommel SBGK aangesproken tot betaling van de twee facturen van 19 juni 2018.
2.14.
Bij de stukken bevindt zich een factuur van 29 oktober 2018 waarmee Jachthaven Maasbommel aan SBGK opnieuw een bedrag van € 2.640,00 in rekening brengt met de omschrijving
3000 gasverlies ivm gaslekkage dienstleiding SBGK.
2.15.
Met verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 1 februari 2019 (toen deze zaak reeds aanhangig was) heeft Jachthaven Maasbommel bij exploot van 1 februari 2019 conservatoir derdenbeslag laten leggen onder Coöperatieve Rabobank U.A. te Amsterdam. Het exploot van beslaglegging is op 5 februari 2019 betekend aan SBGK.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
Jachthaven Maasbommel vordert in haar procesinleiding dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, SBGK veroordeelt tot betaling aan haar van:
1. inclusief btw, te vermeerderen met wettelijke rente;
2. € 8.452,84 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
3. de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Bij bericht van 24 mei 2019 heeft Jachthaven Maasbommel haar vordering vermeerderd met beslagkosten. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Jachthaven Maasbommel de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten verminderd tot € 2.390,57.
3.3.
De vordering tot betaling van de hoofdsom ziet op twee posten: de beide facturen van 19 juni 2018 voor beheerskosten en de factuur van 29 oktober 2018 voor weggelekt gas.
Beheerskosten, debiteur
3.4.
Aan de vordering tot betaling van de facturen voor beheerskosten legt Jachthaven Maasbommel het volgende ten grondslag. Zij heeft de kosten voor het uitvoeren van de beheerstaken en voor het leveren van gas, licht en elektra sinds de beheersovereenkomst van 2004 altijd in rekening gebracht bij de individuele eigenaren. Sinds 2016 is [naam eigenaar recreatiebungalow] het niet langer eens met deze wijze van factureren. Dat heeft geleid tot een procedure bij de kantonrechter, die nog niet is geëindigd. Wel heeft de kantonrechter in zijn tussenvonnis van 8 juni 2018 overwogen dat de eigenaren gehouden zijn tot betaling aan SBGK en dat zij geen partij zijn bij de beheersovereenkomst van 2004. Hoewel Jachthaven Maasbommel het niet eens is met dit oordeel, heeft zij er aanleiding in gezien de facturen voor de beheerskosten voor 2017 en 2018 aan de individuele eigenaren met terugwerkende kracht te crediteren en deze beheerskosten alsnog in rekening te brengen bij SBGK. Dat heeft zij gedaan met de twee facturen van 19 juni 2018. Van het in totaal gefactureerde bedrag van € 207.779,24 stond volgens Jachthaven Maasbommel ten tijde van dagvaarding nog € 157.826,31 open.
3.5.
SBGK voert gemotiveerd verweer. Zij wijst erop dat in artikel 5 van de beheersovereenkomst van 2004 staat dat voor de beheerswerkzaamheden een jaarlijkse vergoeding in rekening zal worden gebracht aan de eigenaar. Volgens haar wordt met het woord ‘eigenaar’ niet gedoeld op SBGK maar op de individuele eigenaren van de recreatiebungalows. Zij concludeert dat er voor haar geen verbintenis tot betaling uit deze beheersovereenkomst voortvloeit. Deze uitleg wordt volgens haar bevestigd door de betalingspraktijk over de periode van 2004 tot 2017, waarop Jachthaven Maasbommel zelf wijst. SBGK betoogt voorts dat het vonnis van 8 juni 2018 er niet toe leidt dat de betalingsverplichting van de eigenaren naar haar (SBGK) verschuift.
3.6.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Partijen zijn het erover eens dat Jachthaven Maasbommel de beheerskosten van 2004 tot 2016 in rekening heeft gebracht bij de eigenaren en dat de individuele eigenaren die kosten al die tijd aan Jachthaven Maasbommel hebben betaald. Jachthaven Maasbommel heeft deze langdurige betalingspraktijk beëindigd door de facturen aan de eigenaren voor de beheerskosten van 2017 en 2018 te crediteren en deze vervolgens in rekening te brengen aan SBGK. Zij heeft dat gedaan omdat de kantonrechter in de procedure tussen haar (Jachthaven Maasbommel) en een van de eigenaren bij tussenvonnis van 8 juni 2018 heeft overwogen dat deze eigenaar gehouden is tot betaling van de beheerskosten aan SBGK en dat deze eigenaar niet gebonden is aan de overeenkomst tussen de rechtsvoorganger van Jachthaven Maasbommel en SBGK omdat zij daarbij geen partij is. Ter zitting heeft Jachthaven Maasbommel hierop aangevuld dat zij door zo te doen is meegegaan in de wens van SBGK om aan SBGK te factureren. Hoewel Jachthaven Maasbommel in de procesinleiding betoogt dat de langdurige betalingspraktijk tussen haar en de eigenaren was gegrond op de overeenkomst van 2004 tussen haar rechtsvoorganger en SBGK, bij welke overeenkomst de eigenaren geen partij waren, begrijpt de rechtbank haar standpunt zo dat deze overeenkomst, gezien het vonnis van de kantonrechter van 8 juni 2018 en de in dat vonnis bij de feiten vermelde overeenkomst tussen SBGK en de eigenaren, thans zo moet worden begrepen dat deze SBGK verplicht de bedragen die de eigenaren aan haar betalen ter zake van de beheerskosten, aan Jachthaven Maasbommel door te betalen. De rechtbank volgt haar in dat standpunt. Zij heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling aan SBGK de situatie voorgehouden die zou ontstaan als Jachthaven Maasbommel de beheerskosten noch van de eigenaren, noch van haar (SBGK) zou kunnen vorderen, terwijl de eigenaren wel gehouden zijn tot betaling van deze kosten aan SBGK. Daarover heeft SBGK zich niet willen uitlaten. SGBK heeft wel verklaard dat ze vanwege de ontstane onenigheid tussen de eigenaren en SBGK enerzijds en Jachthaven Maasbommel anderszijds, de eigenaren om een mandaat heeft gevraagd om de zaak anders aan te pakken. Dat mandaat heeft SGBK van de eigenaren gekregen en daarop is SGBK de beheerskosten zelf aan de eigenaren gaan factureren. SGBK heeft ook verklaard dat zij de van de eigenaren ontvangen bedragen reserveert en dat zij voor het eerste kwartaal van 2017 heeft betaald aan Jachthaven Maasbommel. Naar het oordeel van de rechtbank kan het dan niet anders dan dat Jachthaven Maasbommel, SBGK en de eigenaren bij het maken van de verschillende afspraken, die niet goed op elkaar zijn afgestemd, de bedoeling hebben gehad dat de eigenaren voor het beheer van het park een vergoeding zijn verschuldigd aan Jachthaven Maasbommel, welke vergoeding al dan niet via SBGK aan Jachthaven Maasbommel wordt voldaan. Uit de feiten dat SGBK thans factureert aan de eigenaren, de facturen int bij de eigenaren, voor wat betreft het eerste kwartaal van 2017 de geïnde gelden heeft doorbetaald aan Jachthaven Maasbommel en de overige geïnde gelden reserveert, leidt de rechtbank af dat SGBK het wijzigen van de langdurige betalingspraktijk steunt en daar tot op zekere hoogte ook zelf op heeft aangestuurd. Aangezien SBGK niet betwist dat de eigenaren beheerskosten aan haar hebben betaald en dat de bedragen die Jachthaven Maasbommel aan haar (SBGK) in rekening heeft gebracht overeenkomen met de bedragen die zij (SBGK) van de eigenaren heeft ontvangen, dient SBGK deze bedragen aan Jachthaven Maasbommel door te betalen door voldoening van de facturen van Jachthaven Maasbommel.
Beheerskosten, verzuim
3.7.
SBGK betoogt voorts dat de vordering niet toewijsbaar is omdat het verzuim niet is ingetreden. Zij licht dat als volgt toe. Er is geen betalingstermijn overeengekomen die voor SBGK geldt. De betalingstermijn die is vermeld in artikel 5.4 van de beheersovereenkomst geldt voor de eigenaar, dat is dus niet SBGK. SBGK concludeert hieruit dat zij, zelfs als zij tot betaling gehouden zou zijn, niet van rechtswege in verzuim is geraakt toen zij de door Jachthaven Maasbommel gewenste betalingstermijn liet verstrijken.
3.8.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. De vordering van Jachthaven Maasbommel strekt tot nakoming van de beheersovereenkomst van 2004. Voor toewijzing van die vordering is niet vereist dat SBGK in verzuim is. De rechtbank begrijpt het verweer van SBGK zo dat zij betwist dat de vordering van Jachthaven Maasbommel opeisbaar is. Dat verweer wordt verworpen. De betalingstermijn die is vermeld in artikel 5.4 van de beheersovereenkomst geldt voor de debiteur van Jachthaven Maasbommel. Aangezien de rechtbank op grond van de hiervoor gegeven uitleg van de beheersovereenkomst oordeelt dat SBGK thans de debiteur is van Jachthaven Maasbommel, geldt de betalingstermijn van artikel 5.4 thans voor haar. Die termijn is verstreken, zodat de vordering van Jachthaven Maasbommel opeisbaar is. Dit verweer wordt daarom verworpen.
Beheerskosten, opschorting
3.9.
SBGK stelt dat de werkzaamheden van Jachthaven Maasbommel al jaren een bron van klachten zijn voor de eigenaren van de recreatiebungalows. Jachthaven Maasbommel komt de verplichtingen uit de beheersovereenkomst niet op behoorlijke wijze na. SBGK noemt in haar verweerschrift (onder 19) de gebreken die ook zijn opgesomd in de brief van haar jurist van 17 maart 2017 onder 6 (zie hierboven bij de feiten onder 2.6). Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft SBGK hieraan toegevoegd dat uit de beheersvergoeding niet alleen gelden moesten worden gereserveerd voor het periodieke schilderwerk maar ook voor het promotiefonds en dat dit niet is gebeurd. Verder heeft Jachthaven Maasbommel geen beheers- en calamiteitenplan opgesteld. Ten slotte verwijt SBGK Jachthaven Maasbommel dat haar bestuurder, [naam bestuurder] post van de eigenaren in de afvalcontainer gooit en eigenrichting pleegt.
Als de rechtbank zou oordelen dat SBGK gehouden is tot betaling aan Jachthaven Maasbommel, schort SBGK de nakoming van haar verbintenis daartoe op tot het moment dat Jachthaven Maasbommel de overeenkomst geheel en behoorlijk nakomt.
SBGK betoogt verder dat de kern van het geschil tussen de eigenaren en Jachthaven Maasbommel is dat het onduidelijk is waar de eigenaren nu precies voor betalen. Volgens SBGK is de beheersovereenkomst een overeenkomst van opdracht en moet Jachthaven Maasbommel daarom rekening en verantwoording afleggen (artikel 7:403 lid 2 BW).
SBGK heeft meermaals aan Jachthaven Maasbommel gevraagd om een specificatie van de werkzaamheden en de daarmee gemoeide kosten, maar Jachthaven Maasbommel heeft die specificatie niet gegeven. Als de rechtbank zou oordelen dat SBGK een vergoeding aan Jachthaven Maasbommel verschuldigd is, dan dient Jachthaven Maasbommel volgens SBGK voor de vaststelling van de hoogte daarvan een gedetailleerd overzicht over te leggen van de kosten die zij maakt ten behoeve van de eigenaren.
3.10.
Jachthaven Maasbommel voert het volgende verweer. Zij heeft het beheer in 2017 en 2018 conform de bestendige afspraken verricht. Er is daarom geen rechtvaardiging voor dat SBGK de beheersvergoeding daarvoor niet betaalt. SBGK stelt wel dat het beheer onvoldoende zou zijn geweest, maar zij maakt niet of nauwelijks concreet wat er niet goed zou zijn geweest en wat daarvan de gevolgen zijn. Zij wijst erop dat SBGK geen tegenvordering heeft ingediend strekkende tot nakoming of schadevergoeding. Jachthaven Maasbommel betwist voorts dat zij is gehouden haar kosten te specificeren en stelt dat zij daartoe ook niet in staat is. Volgens Jachthaven Maasbommel gaat het SBGK in werkelijkheid ook om iets anders. Hoewel permanent verblijf op het park niet is toegestaan, verblijven er in toenemende mate toch eigenaren permanent op het park. Zij zijn erop uit dit permanente verblijf te legaliseren. Bij permanent verblijf hebben de eigenaren minder behoefte aan beheer door Jachthaven Maasbommel, en wensen zij daarvoor dus minder te betalen. Volgens Jachthaven Maasbommel maakt SBGK aanspraak op kostenspecificaties om op basis daarvan een nieuw contract met Jachthaven Maasbommel of met een derde te kunnen uitonderhandelen.
3.11.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling is gebleken dat de partijen tot 2016 jaarlijks afspraken hebben gemaakt over de werkzaamheden die Jachthaven Maasbommel als beheerder zou uitvoeren en de vergoedingen die zij daarvoor zou ontvangen. Na 2016 zijn die afspraken niet meer gemaakt, mogelijk mede als gevolg van een bestuurswisseling van SBGK. Zoals ter zitting besproken, begrijpt de rechtbank het standpunt van SBGK in dat licht als volgt. Volgens SBGK staan de kosten die Jachthaven Maasbommel voor het beheer in rekening heeft gebracht over 2017 en 2018 niet in verhouding tot de werkzaamheden die zij heeft verricht. Daarom heeft SBGK behoefte aan inzicht daarin. SBGK schort de nakoming van haar verbintenis tot betaling van de beheersvergoeding niet op totdat concrete gebreken zijn hersteld of bepaalde werkzaamheden zijn verricht, maar totdat Jachthaven Maasbommel rekening en verantwoording heeft afgelegd conform artikel 7:403 lid 2 BW.
3.12.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. De beheersovereenkomst zoals die is uitgevoerd over de periode van 2004 tot en met 2016 is een overeenkomst van opdracht die ertoe strekt dat Jachthaven Maasbommel een jaarlijks af te spreken pakket aan beheerswerkzaamheden verricht tegen een vaste prijs. Daarbij past niet dat Jachthaven Maasbommel rekening en verantwoording aflegt in die zin dat zij haar afzonderlijke werkzaamheden specificeert en de specifiek daarvoor gemaakte kosten opgeeft. Daar komt bij dat tegenover de verbintenis van SBGK tot betaling van de beheerskosten in de zin van artikel 6:262 lid 1 BW de verbintenis van Jachthaven Maasbommel staat tot het verrichten van beheerswerkzaamheden en niet haar mogelijke verbintenis tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover. De conclusie is dat het beroep van SBGK op opschorting faalt.
Beheerskosten, slotsom
3.13.
Nu is geoordeeld dat SBGK heeft te gelden als de debiteur van Jachthaven Maasbommel met betrekking tot de beheerskosten voor 2017 en 2018, de vordering tot betaling van de daarvoor gestuurde facturen van 19 juni 2018 opeisbaar is en SBGK geen beroep toekomt op opschorting van de nakoming van haar verbintenis tot betaling, zal de vordering tot betaling van het onbetwist openstaande deel van die twee facturen worden toegewezen, dat is € 157.826,31. De wettelijke rente is eveneens verschuldigd als gevorderd.
Gaslek
3.14.
Aan de vordering tot betaling van de factuur voor weggelekt gas legt Jachthaven Maasbommel het volgende ten grondslag. De recreatiebungalows op het park hebben geen aansluiting bij de openbare nutsbedrijven. In de praktijk wordt gas geleverd aan Jachthaven Maasbommel, die het op haar beurt levert aan de eigenaren. De gasleiding die daarvoor wordt gebruikt, is eigendom van SBGK. In die gasleiding ontstaan herhaaldelijk lekkages. Dat komt doordat die leiding via een drijvende steiger loopt. Die steiger beweegt, waardoor de leiding gaat schuren. In 2017 is er weer een lekkage opgetreden. Jachthaven Maasbommel heeft die verholpen. De kosten van de reparatie zijn vergoed via het calamiteitenfonds. Jachthaven Maasbommel stelt dat zij ook schade lijdt doordat gas is weggelekt voordat het de gasmeters van de eigenaren is gepasseerd. Zij schat de hoeveelheid weggelekt gas op 3.000 m³ en begroot de schade die zij daardoor lijdt op € 0,88 per m³, in totaal € 2.640,00. Aanvankelijk heeft Jachthaven Maasbommel de kosten van het weggelekte gas ook verrekend met het calamiteitenfonds, maar SBGK is daar niet mee akkoord gegaan. Daarom heeft Jachthaven Maasbommel het bedrag van € 2.640,00 afzonderlijk bij SBGK in rekening gebracht en wel bij factuur van 29 oktober 2018. Jachthaven Maasbommel betoogt dat met het ontstaan van de schade en de daarvoor in rekening gebrachte kosten een betalingsverplichting voor SBGK als eigenaar van de gasleiding is ontstaan, en dat SBGK in verzuim is door deze niet na te komen. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft zij desgevraagd verklaard dat de vordering is gebaseerd op onrechtmatige daad.
3.15.
SBGK voert gemotiveerd verweer. Zij stelt daartoe het volgende. Nadat Jachthaven Maasbommel het gaslek had gerepareerd, heeft zij aan SBGK een factuur gestuurd waarmee zij zowel kosten voor de reparatie als kosten voor het weggelekte gas in rekening bracht. Daarop zijn partijen overeengekomen dat de kosten voor de reparatie voor rekening van SBGK zouden komen en de kosten van het gestelde gasverlies voor rekening van Jachthaven Maasbommel. Vervolgens heeft Jachthaven Maasbommel een creditnota gestuurd voor de kosten van het gasverlies (11 juli 2018). SBGK betwist daarbij dat zij de factuur van 29 oktober 2018 heeft ontvangen.
3.16.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft Jachthaven Maasbommel de door SBGK gestelde overeenkomst betwist. Zij oppert dat er een misverstand is ontstaan doordat Jachthaven Maasbommel de herstelkosten heeft verhaald op het calamiteitenfonds (spreekaantekeningen 27). In antwoord op een vraag van de rechtbank heeft zij nader verklaard dat SBGK de oorspronkelijke nota niet wilde betalen als daarop ook de kosten van het gasverlies stonden. Daarom heeft Jachthaven Maasbommel die factuur gesplitst en een creditnota gestuurd voor de kosten van het gasverlies. Dat was een oplossing om de kosten van de reparatie betaald te krijgen.
3.17.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. SBGK beroept zich bij wijze van verweer op een overeenkomst waarbij de partijen de kosten hebben gedeeld: de kosten van de reparatie voor SBGK, die van het gasverlies voor Jachthaven Maasbommel. SBGK wijst ter onderbouwing van het verweer op de creditfactuur die Jachthaven Maasbommel haar op 11 juli 2018 voor de kosten van het gasverlies heeft gestuurd. Jachthaven Maasbommel betwist niet dat zij die creditfactuur heeft gestuurd, maar voert aan dat zij dit heeft gedaan om de kosten van de reparatie betaald te krijgen. Zij heeft daarbij niet duidelijk gemaakt op grond waarvan zij de kosten van het gasverlies alsnog bij SBGK in rekening mocht brengen, ruim 3½ maand na de creditering en een week voordat zij SBGK in rechte aansprak tot betaling van de facturen voor de beheerskosten. Zij had immers ook eenvoudig de factuur kunnen splitsen in twee afzonderlijke facturen. Daarmee heeft zij het verweer van SBGK onvoldoende gemotiveerd weersproken. Dat verweer slaagt daarom. Dat leidt tot het oordeel dat de vordering tot vergoeding van schade door weggelekt gas wordt afgewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.18.
Jachthaven Maasbommel vordert de veroordeling van SBGK tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. In haar procesinleiding licht zij die vordering niet toe. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft zij haar vordering op dit punt verminderd (spreekaantekeningen 31), maar zij heeft die vordering ook toen niet toegelicht. De vordering wordt daarom afgewezen.
Samenvatting, proceskosten en beslagkosten
3.19.
Aldus wordt de vordering tot betaling van het openstaande deel van de facturen voor beheerskosten voor 2017 en 2018 toegewezen en worden de vorderingen tot vergoeding van schade door weggelekt gas en tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
3.20.
SBGK zal overwegend in het ongelijk worden gesteld. Zij zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
3.21.
Jachthaven Maasbommel heeft haar vordering vermeerderd met een vordering tot vergoeding van beslagkosten. SBGK heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. De rechtbank ziet geen aanleiding de eisvermeerdering ambtshalve buiten beschouwing te laten. Omdat SBGK wordt veroordeeld in de proceskosten, zal zij tevens worden veroordeeld in de kosten van het conservatoire beslag.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
veroordeelt SBGK tot betaling aan Jachthaven Maasbommel binnen twee dagen na betekening van dit vonnis van € 157.826,31 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 20 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening,
4.2.
veroordeelt SBGK in de proceskosten, tot aan dit vonnis aan de zijde van Jachthaven Maasbommel begroot op € 103,38 aan explootkosten, € 3.946,00 aan griffierecht en € 3.414,00 aan salaris voor de advocaat (2 punten, tarief V),
4.3.
veroordeelt SBGK in de nakosten, aan de zijde van Jachthaven Maasbommel bepaald op € 157,00 voor nasalaris advocaat, te vermeerderen, voor het geval betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en nodig is geweest, met € 82,00 voor nasalaris advocaat,
4.4.
veroordeelt SBGK in de beslagkosten, begroot op € 1.707,00 aan salaris voor de advocaat en € 291,37 aan explootkosten,
4.5.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2019.