Parketnummers : 05/185878-19, 18/720287-16 (TUL) en 18/720307-18 (TUL)
Datum uitspraak : 20 november 2019
vonnis van de meervoudige kamer
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans gedetineerd te PPC Den Haag,
raadsman: mr. J.H. Hofstede, advocaat te Doetinchem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 6 november 2019.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is verweten dat hij op of omstreeks 1 augustus 2019 [slachtoffer] heeft bedreigd door met een insulinenaald/pen gooiende en/of prikkende bewegingen te maken en te roepen: "als ik je spuit dan ga je dood" en/of "ik maak je dood" en/of "ik ga je verkrachten".
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de bedreiging van aangeefster, zowel met woorden als met de pen (inclusief naald).
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vanwege de ontkenning van verdachte vrijspraak bepleit van het onderdeel van de tenlastelegging dat ziet op de prikkende/gooiende beweging met de insulinepen en met name de naald. Verder levert de zinsnede “als ik je spuit dan ga je dood” niet zonder meer een bedreiging op. Tot slot heeft verdachte niet tegen [slachtoffer] persoonlijk geroepen “ik ga je verkrachten”.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij als begeleider bij Trajectum, gelegen aan de Panovenweg in Rekken, werkt. Op 1 augustus 2019 was zij aan het werk op afdeling De Stuw. Omstreeks 17:45 uur kwam verdachte terug op de groep, waarna hij om zijn medicatie vroeg. Aangeefster liep met verdachte mee.
Verdachte spoot zichzelf met de insulinepen in zijn buik en keek aangeefster toen aan. Hij stak zijn hand met daarin de insulinepen met naald (zonder dop) naar voren en zei daarbij: “wat is het resultaat als ik dit bij jou doe”. Verdachte vervolgde: “jij gaat dood, ik vermoord jou”. Op dat moment stond aangeefster nog geen meter van verdachte af. Verdachte zei: “Jij gaat dood als ik jou hier mee steek”. Verdachte heeft naast diabetes ook hepatitis en syfilis, aldus aangeefster.
Verdachte pakte de insulinepen stevig vast en veranderde zijn houding. Hij maakte vervolgens, met daarbij de insulinepen (met naald) stevig in zijn hand naar voren, een dartbeweging naar aangeefster. Aangeefster stapte naar achter en gaf met verheven stem aan dat hij zijn insulinepen neer moest leggen en de dop op de naald moest doen. Verdachte bleef herhalen dat hij haar ging vermoorden en verkrachten als hij buiten was. Uiteindelijk deed hij de dop op de insulinepen. Haar collega [getuige 1] opende de deur van de ruimte en verdachte liep daarop achteruit de kamer uit, waarbij hij haar dreigend bleef aankijken en bleef herhalen dat hij haar ging verkrachten en vermoorden. Toen verdachte haar vervolgens in het kantoor zag staan, riep hij nogmaals: “Jij gaat dood en ik ga jou verkrachten”.
De getuige [getuige 1] heeft verklaard dat verdachte, een cliënt woonachtig op de afdeling De Stuw van Trajectum in Rekken, zelf de insuline in zijn buik spoot. Nadat hij de insuline ingespoten had, wilde verdachte zijn collega [slachtoffer] prikken. Hij verklaart hierover: “Dat heb ik gezien en gehoord”. Hij hoorde verdachte namelijk zeggen: “Wat als ik jou nou zal prikken. Wat is het resultaat??”. Verdachte zei toen: “Je gaat dood. Ik maak je dood. Ik heb niets te verliezen”. Verdachte deed zijn ogen ver open en kwam zeer dreigend over.
De getuige zag dat hij met de insulinespuit bovenhands prikkende bewegingen, alsof je met een dartpijl gooit, naar [slachtoffer] maakte. De getuige kwam er tussen, maar verdachte bleef dreigend in de richting van [slachtoffer] . Tijdens het verplaatsen naar zijn kamer, zei verdachte: “Ik maak je dood. Ik ga je echt verkrachten”. Hij keek daarbij [slachtoffer] aan. De getuige hoorde verdachte verder vanuit zijn kamer schreeuwen: “Ik ben een echte verkrachter”. De getuige had sterk het gevoel dat verdachte het echt zou gaan doen, zijn houding/gedrag was zeer overtuigend.
De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte tegen [slachtoffer] ) zei “Ik ben een verkrachter. Ik ga jou verkrachten”. Volgens de getuige keek verdachte daarbij [slachtoffer] strak aan.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 1 augustus 2019 boos en verdrietig was. Hij zat in een kamer samen met aangeefster en had een insulinepen in zijn handen. Het klopt dat hij tegen [slachtoffer] zei “als ik je spuit dan ga je dood” en “ik maak je dood”. Hij maakte een wijzende/rechte beweging met zijn hand (en de pen) naar [slachtoffer] . Het klopt dat hij ook bovenhands een beweging maakte, van boven naar beneden.Deze beweging maakte hij zonder de insulinepen in zijn hand, aldus verdachte.
Ook heeft hij “ik ga je verkrachten” geroepen,maar dat was in zijn algemeenheid en niet naar [slachtoffer] .
Gelet op al het voorgaande ziet de rechtbank geen reden te twijfelen dat verdachte gooiende/prikkende bewegingen met een insulinepen met naald richting aangeefster heeft gemaakt. Dit volgt in het bijzonder uit de verklaringen van [slachtoffer] en haar collega [getuige 1] , waarbij aangeefster zeer specifiek verklaart over de insulinepen met naald en ook de getuige [getuige 1] verklaart over het horen en zien van verdachte die aangeefster met de insulinepen wilde prikken. Daarnaast heeft verdachte ook zelf verklaard dat hij een wijzende/rechte beweging met zijn hand richting aangeefster heeft gemaakt. Zijn verklaring dat dit met een insulinepen zonder naald zou hebben plaatsgevonden vindt de rechtbank, gelet op de hierboven genoemde verklaringen, niet aannemelijk. Dit geldt nog te meer nu verdachte zelf wisselend over het maken van de bewegingen en het al dan niet hebben van de pen in de hand heeft verklaard. Op grond van de aangifte en de verklaringen van getuige [getuige 1] en getuige [getuige 2] acht de rechtbank ook bewezen dat alle genoemde woorden tot aangeefster [slachtoffer] gericht zijn geweest en dat bij haar, zeker tegen de achtergrond van ook de insulinepen met naald, de redelijke vrees heeft kunnen ontstaan dat verdachte zijn woorden om zou zetten in daden. De rechtbank acht dan ook de bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht en de bedreiging met verkrachting bewezen.
3 Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks1 augustus 2019 te Rekken,
althans in de gemeente Berkelland
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling en/of met verkrachting, door met een
(insuline
)naald/pen,
althans met en scherp voorwerp,gooiende en/of prikkende bewegingen te maken in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] en
/ofdaarbij die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen "als ik je spuit dan ga je dood" en
/of"ik maak je dood"
en/of "ik ga je verkrachten";
hij op
of omstreeks1 augustus 2019 te Rekken,
althans in de gemeente Berkelland
[slachtoffer] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/ofmet verkrachting, door
met een (insuline)naald/pen, althans met en scherp voorwerp, gooiende en/of prikkende bewegingen te maken in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] en/of daarbijdie [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen
"als ik je spuit dan ga je dood" en/of "ik maak je dood" en/of"ik ga je verkrachten".
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met verkrachting.