Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
subsidiairindien de vrouw ontvankelijk zou worden verklaard verzoekt de man de rechtbank het Egyptisch recht toe te passen en op grond daarvan een verzoeningspoging te doen tussen partijen;
meer subsidiairindien de vrouw ontvankelijk zou worden verklaard en het Egyptisch recht niet zou worden toegepast vanwege het ontbreken van een Egyptische nationaliteit aan de zijde van de vrouw, het Palestijnse recht toe te passen en op grond daarvan een verzoeningspoging te doen tussen partijen;
subsidiairindien de rechtbank de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 3] bij de vrouw zou bepalen:
4.De beoordeling
de gewone verblijfplaats van verzoekster sedert tenminste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan het onderhavige verzoek zich in Nederland bevindt.
onbekend” in “
Staatloos”. Gelet op de inhoud van deze brief, is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de vrouw de Palestijnse nationaliteit heeft. Mitsdien zal de rechtbank ook de subsidiaire stelling van de man passeren.
“wilaya”genoemd. In de eerste plaats is dat de vader van het kind en in zijn afwezigheid de (over)grootvader van vaders zijde (artikel 1 Decreet-wet 119). Vrouwen zijn in beginsel belast met het zorgrecht over kinderen. Het zorgrecht wordt ook wel
“hadana”genoemd. Het zorgrecht over zowel jongens als meisjes eindigt op het moment bij het bereiken van de leeftijd van vijftien jaar (art. 20 Wet 25 van 1929). De rechter kan het zorgrecht verlengen voor jongens tot de meerderjarige leeftijd en voor meisjes tot zij in het huwelijk treden. De personen belast met het zorgrecht zijn in eerste instantie de moeder van het kind en in haar afwezigheid de (over)grootmoeder van moeders zijde (art. 20 Wet 25 van 1929). In hun afwezigheid komt het zorgrecht toe aan vrouwelijke familieleden van de vader van het kind (in eerste instantie de grootmoeder).
hoofdverblijf [minderjarige 1] en [minderjarige 2]
De beslissing
[minderjarige 3];