Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 december 2018 te Harderwijk, althans in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal,
heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
door zijn penis in haar vagina te brengen,
geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] op het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of geslagen en/of met een
sleutel in haar zij heeft gekrast en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij haar broek en (vervolgens) haar string uit moest doen en (vervolgens) dat zij zich moest omdraaien en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij bovenop hem moest komen zitten en/of
- die [slachtoffer] heeft vastgehouden en/of (aldus) misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke
overwicht t.o.v. die [slachtoffer] en/of
- (meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] , en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op of omstreeks 25 december 2018 te Harderwijk, althans in Nederland,
[slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] op het hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te slaan
- die [slachtoffer] met een sleutel in haar zij te krassen/snijden
- die [slachtoffer] aan haar haren te trekken.
3.Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks25 december 2018 te Harderwijk,
althans in Nederland,door geweld of een andere feitelijkheid en
/ofbedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaal,heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
door zijn penis in haar vagina te brengen,
/ofdie bedreiging met
geweld en
/ofdie één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] op het hoofd en
/ofhet lichaam heeft geschopt en
/ofgeslagen en
/ofmet een
sleutel in haar zij heeft gekrast en
/of- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij haar broek en (vervolgens) haar string uit moest doen en (vervolgens) dat zij zich moest omdraaien en
/of- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat zij bovenop hem moest komen zitten en
/of- die [slachtoffer] heeft vastgehouden en
/of(aldus) misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke
overwicht t.o.v. die [slachtoffer] en
/of- (meermalen) voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] , en
/of(aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op
of omstreeks25 december 2018 te Harderwijk,
althans in Nederland,[slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] op het hoofd en
/ofhet lichaam te schoppen en
/ofte slaan
- die [slachtoffer] met een sleutel in haar zij te krassen/snijden
- die [slachtoffer] aan haar haren te trekken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straf
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
- stelt als voorwaarde dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- stelt als voorwaarde dat veroordeelde medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
dadelijk uitvoerbaar zijn;
de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van €
4.925,77 (vierduizend negenhonderdvijfentwintig en zevenenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van€
4.925,77 (vierduizend negenhonderdvijfentwintig en zevenenzeventig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 59 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 15 maart 2018, te weten van:
40 (veertig) uren taakstraf.