ECLI:NL:RBGEL:2019:480

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 februari 2019
Publicatiedatum
8 februari 2019
Zaaknummer
05/840383-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging en bedreiging van ex-partner met gevangenisstraf en contactverbod

Op 8 februari 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 44-jarige man uit Neede, die werd beschuldigd van belaging en bedreiging van zijn ex-partner. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, en heeft een contactverbod opgelegd. De zaak kwam aan het licht na meerdere meldingen van de ex-partner, die zich bedreigd voelde door de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte stelselmatig inbreuk had gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de ex-partner door haar te bedreigen via WhatsApp, sms en e-mail, en door zich in de nabijheid van haar woning op te houden. De bedreigingen waren van ernstige aard en de ex-partner had herhaaldelijk aangegeven niet gediend te zijn van het contact met de verdachte. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte ondanks waarschuwingen van de politie en hulpverlenende instanties doorging met zijn gedrag. De rechtbank achtte de feiten bewezen en legde de verdachte een straf op die rekening hield met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. Daarnaast werd een schadevergoeding van €1.000,- aan de benadeelde partij toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/840383-18
Datum uitspraak : 8 februari 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag 1] 1974 te [geboorteplaats 1] ,
wonende te [adres 1] .
Raadsman: mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 17 augustus 2018 en 25 januari 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2015 tot en met 16 mei 2018 te Neede, gemeente Berkelland en/of Eibergen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door die [slachtoffer] veelvuldig/meerdere malen (ongewenst) via whatsapp en/of email en/of sms berichten te sturen en/of achter te laten en/of die [slachtoffer] veelvuldig/meerdere malen te bellen (telkens) met onder andere teksten van
beledigende en/of bedreigende aard (zoals "Vieze vuile teringhoer" en/of "kankersnol" en/of "ik schop je van de fiets" en/of "ik maak je kapot") en/of zich meermalen in de(onmiddellijke) omgeving van de woning van die [slachtoffer] op te houden, (telkens) met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2015 tot en met 16 mei 2018 te Neede, gemeente Berkelland en/of Eibergen, althans in Nederland, (telkens) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen en/of berichten via
whatsapp en/of email en/of sms te versturen met onder meer de volgende teksten:
- " Jij gaat klappen krijgen" en/of
- " ik druk de hele strot van je dicht net zolang tot je je bek houdt" en/of
- " nu lach je nog. Straks ga ik flippen en dan kom ik dwars door je poort" en/of
- " ik maak je helemaal kapot. Jullie zullen het voelen 1 voor 1." en/of
- " ik schop je helemaal van je fiets. Ik schop je helemaal in elkaar." en/of
- " Ik sla je nog een keer helemaal verrot. Ik sla je nog en keer helemaal in elkaar.",
althans woorden en/of berichten van gelijke dreigende aard of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde belaging en bedreiging. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat verbalisant [verbalisant 2] aan verdachte op 30 juni 2017 heeft medegedeeld dat door aangeefster meerdere meldingen zijn gedaan van stalking door verdachte en verdachte daarbij heeft aangezegd niet meer langs het adres van aangeefster te gaan. [2] De rechtbank zal in haar overwegingen uitgaan van de activiteiten die verdachte na 30 juni 2017 heeft ondernomen, omdat het vanaf dat moment in ieder geval duidelijk moet zijn geweest dat [slachtoffer] niet van verdachtes contact en berichten gediend was. In onderstaande bewijsmiddelen zijn de activiteiten van verdachte in de richting van aangeefster [slachtoffer] vanaf 30 juni 2017 opgenomen.
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij 15 jaar een relatie heeft gehad met zijnde verdachte en dat deze relatie sinds 5 jaar verbroken is. Zij hebben samen een dochter. [3] Verdachte is altijd moeilijk is geweest in de omgang maar sinds hij in Neede is komen wonen (3 jaar geleden) is het veel erger geworden. Verdachte kwam regelmatig aan de voordeur van haar huis in Neede en schopte dan hard tegen de voordeur of klepperde constant met de brievenbus. Verdachte bedreigde haar en schold haar op straat uit voor trut, kankerhoer, rotwijf, of hij dreigde haar kapot te maken
.Ook maakte hij af en toe een handgebaar alsof hij haar hoofd eraf sneed. Verdachte bedreigde haar tevens via de mail, onder andere met teksten:
- ik druk de hele strot van je dicht net zolang tot je je bek houdt,
- nu hou ik mijzelf helemaal niet meer in,
- wacht maar tot het donker wordt,
- nu lach je nog, straks ga ik flippen en dan kom ik dwars door je poort,
- ik maak je helemaal kapot, jullie zullen het voelen 1 voor 1, en
- ik schop je helemaal van je fiets, ik schop je helemaal in elkaar.
Hierdoor voelde aangeefster zich bedreigd. Zij dacht dat verdachte in staat was om de bedreigingen daadwerkelijk uit te voeren, in het verleden heeft hij al eens koffie over haar gegooid. Op 24 februari 2018 heeft verdachte aangeefster bedreigd tijdens een gesprek bij de hulpverlening. [4] Verdachte heeft onder andere gezegd: Ik sla je nog een keer helemaal verrot, ik sla je nog een keer helemaal in elkaar. Aangeefster voelt zich niet meer veilig in haar eigen huis. [5] Aangeefster heeft uitdrukkelijk verklaard dat zij wenst dat tot vervolging van verdachte wordt overgegaan. [6]
Aangeefster heeft meerdere malen melding gemaakt van overlast door verdachte, welke bestond uit het op de deur slaan, op de ramen kloppen, schelden en dreigen de deur in te trappen en ’s nachts in de tuin lopen, waarbij verdachte zich telkens bij de woning van aangeefster bevond. [7]
In de periode 30 juni 2017 tot en met 1 maart 2018 zijn vanaf het emailadres [naam 1] @gmail.com diverse e-mailberichten naar aangeefster verstuurd met de volgende inhoud:
10-02-2018: (…) Nu zul je het ook ervaren (…) roep al je vriendjes neem me geweer mee (…) [8]
- je krijgt er van langs straks, druk die hele strot van je dicht netzolang je bek houdt!!!!!!! Gvd !! [9]
28-02-2018: Genoeg geweest jijgaat klappwn krijgen helemaal klaar meer Vieze vuile terunghoer [10]
01-03-2018: Krijg j3 nog wel En pak jullie heel hart terug Kankersnol [11]
In de periode 30 juli 2017 tot en met 24 januari 2018 zijn 78 e-mailberichten van [naam 1] @gmail.com naar aangeefster gestuurd over onder andere de omgang met dochter [naam 2] , het verkrijgen van contact met aangeefster en met verwijten. [12]
In de periode 16 maart 2018 tot en met 06 april 2018 zijn 12 e-mailberichten van [naam 1] @gmail.com naar aangeefster gestuurd, waarbij onder andere te lezen is: ik pak je nog wel terug [13] , ik schop je [14] , ik pak jullie nog terug, dat zweer ik [15] , vieze bitch [16] , ik krijg jullie nog wel [17] .
Verdachte heeft verklaard dat het e-mailadres [naam 1] @gmail.com van hem is. Hij heeft de e-mails uit frustratie verzonden. [18]
Vanaf telefoonnummer [nummer 1] zijn op 10 februari 2018 drie sms-jes naar aangeefster gestuurd met de tekst:
 kankerlijer krijg jullie nog wel
 kom je nog wel achter kom straks door je poort zit al buiten te wachten dus
 begin met jouw vanaaf dan pak ik de andere rest [19]
Aangeefster had 11 gemiste oproepen van telefoonnummer [nummer 2] in de periode 10 maart 2018 tot en met 25 april 2018 [20]
Getuige [getuige 1] , ambtenaar [afdeling] van de gemeente Berkelland en in die hoedanigheid betrokken bij een multidisciplinair overleg aangaande de overlast door verdachte, heeft verklaard dat zij op 24 januari 2018 een gesprek had met mevrouw aangeefster en verdachte (e.a.) en dat verdachte op een gegeven moment boos is weggelopen. Toen hij wegliep heeft getuige [getuige 1] verdachte iets horen zeggen tegen aangeefster in de trant van dat hij aangeefster fysiek iets zal aandoen. Zij kon het zich niet woordelijk herinneren, maar het klonk erg bedreigend. Hij zou aangeefster geweld aandoen. [21]
Getuige [getuige 2] , werkzaam bij het team [naam 3] (sociaal wijkteam binnen de gemeente Berkelland) en als regiehouder aanwezig geweest bij een multidisciplinair overleg in verband met overlast verdachte, heeft verklaard dat hij op 24 januari 2018 een gesprek gehad met (onder andere) aangeefster en verdachte. Tijdens dit gesprek is de verdachte geflipt en riep hij bedreigende woorden tegen aangeefster. Precieze bewoording wist zij niet meer, maar verdachte dreigde met geweld. [22]
De rechtbank overweegt dat uit het dossier blijkt dat verdachte aangeefster gedurende tien maanden heeft bestookt met WhatsApp-, sms- en e-mailberichten en telefoontjes. Verder heeft verdachte meermalen regelmatig aan de voordeur van haar huis gestaan en schopte dan hard tegen de voordeur of klepperde constant met de brievenbus. De rechtbank is gelet op de aard, de duur, de frequentie en intensiteit van deze gedragingen van oordeel dat sprake is van stelselmatigheid. Bovendien heeft verdachte een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Dit blijkt onder meer uit de aangifte, waarin aangeefster heeft verklaard dat zij zich niet meer veilig voelde in haar eigen huis. De gedragingen van verdachte hebben het leven van aangeefster ernstig verstoord, hetgeen in objectieve zin alleszins voorstelbaar is. De berichten die verdachte aan [slachtoffer] stuurden waren bedreigend van aard zoals blijkt uit het dossier. Uit de aangifte blijkt bovendien dat [slachtoffer] zich bedreigd heeft gevoeld en daadwerkelijk de vrees had dat verdachte zijn bedreigingen ten uitvoer zou legen. Aangeefster heeft herhaaldelijk aangegeven niet gediend te zijn van de handelwijze van verdachte. Ook is er een stop-gesprek geweest waarbij verdachte, aangeefster en de wijkagent betrokken waren. Dit gesprek heeft verdachte er niet van weerhouden door te gaan met zijn gedragingen richting aangeefster.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan belaging en bedreiging van [slachtoffer] .

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 30 juni 2017 tot en met 16 mei 2018 te Neede, gemeente Berkelland en/of Eibergen,
althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door die [slachtoffer] veelvuldig/meerdere malen (ongewenst) via WhatsApp en
/ofemail en
/ofsms berichten te sturen en
/ofachter te laten en
/ofdie [slachtoffer] veelvuldig/meerdere malen te bellen (telkens) met onder andere teksten van
beledigende en
/ofbedreigende aard (zoals "Vieze vuile teringhoer" en/of "kankersnol" en/of "ik schop je van de fiets" en/of "ik maak je kapot") en
/ofzich meermalen in de (onmiddellijke) omgeving van de woning van die [slachtoffer] op te houden,
(telkens
)met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij op
een of meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 30 juni 2017 tot en met 16 mei 2018 te Neede, gemeente Berkelland en/of Eibergen,
althans in Nederland, (telkens) [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen en/of berichten via
WhatsApp en
/ofemail en
/ofsms te versturen met onder meer de volgende teksten:
- " Jij gaat klappen krijgen" en
/of
- " ik druk de hele strot van je dicht net zolang tot je je bek houdt" en
/of
- " nu lach je nog. Straks ga ik flippen en dan kom ik dwars door je poort" en
/of
- " ik maak je helemaal kapot. Jullie zullen het voelen 1 voor 1." en
/of
- " ik schop je helemaal van je fiets. Ik schop je helemaal in elkaar." en
/of
- " Ik sla je nog een keer helemaal verrot. Ik sla je nog en keer helemaal in elkaar.",
althans woorden en/of berichten van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Belaging;
Ten aanzien van feit 2:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek waarvan twee maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaren, een taakstraf ter hoogte van 160 uren subsidiair 80 dagen vervangende hechtenis en een contactverbod in het kader van artikel 38v Wetboek van Strafrecht voor maximaal twee jaren. Verder heeft de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen aan verdachte in verband met de verzorging van de hond. Ten aanzien van de taakstraf en het contactverbod heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 5 juli 2018;
- de reclasseringsrapportages, gedateerd 18 mei 2018, 14 augustus 2018 en 22 januari 2019.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte zich in de periode van 30 juni 2017 tot en met 16 mei 2018 schuldig heeft gemaakt aan belaging. In genoemde periode heeft verdachte [slachtoffer] veelvuldig en op verschillende manieren benaderd. Daarbij heeft verdachte op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Verdachte heeft met het plegen van deze feiten doelbewust ernstige gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt bij aangeefster. Dat de gevolgen groot zijn voor aangeefster, blijkt ook uit hetgeen ter zitting naar voren is gekomen. De ervaring leert dat slachtoffers van stalking veelal langdurig ernstige psychische gevolgen daarvan ondervinden en verdachte is hier volledig aan voorbij gegaan. Verdachte is ondanks meerdere waarschuwingen van aangeefster, de politie en hulpverlenende instanties, en na het stopgesprek doorgegaan met het belagen en bedreigen van aangeefster bij haar huis en het veelvuldig sturen van bedreigende berichten naar aangeefster. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Op de eerste zitting heeft de rechtbank verdachte en aangeefster bereid gevonden deel te nemen aan een mediationtraject via de rechtbank. Meerwaarde voor dit traject werd gezien in het gedeelde ouderschap. In afwachting van het verloop van dit traject is de zaak toen aangehouden.
Uit het reclasseringsrapport van 22 januari 2019 komt naar voren dat het mediationtraject aanvankelijk naar wens verliep. Er is een vaststellingsovereenkomst ondertekend, er werd een omgangregeling afgesproken en de begeleide contacten tussen verdachte en zijn dochter verliepen goed. Nadat verdachtes dochter aangaf niet naar vader te willen, zijn de problemen opnieuw ontstaan, hetgeen heeft geleid tot overtreding van de voorwaarden. Verdachte laat zich in een ambulant kader niet sturen. Het recidivegevaar is gemiddeld tot hoog. De reclassering is van mening dat het het beste is dat er een lik-op-stuk beleid wordt gehanteerd, wat inhoudt dat verdachte wordt aangehouden op het moment dat aangeefster melding maakt van ongewenst contact zoeken door verdachte. Daarmee kan ook een juridisch dossier worden aangelegd waarmee op den duur strengere juridische maatregelen mogelijk worden. De reclassering adviseert geen bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat verdachte zich, naar het zich laat aanzien, niet door de reclassering laat beïnvloeden. Wel wordt geadviseerd om het contactverbod te laten bestaan, zodat er bij overtreding dossiervorming plaatsvindt.
Op zich is de rechtbank van oordeel dat voor feiten als de onderhavige een forse, deels voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank komt echter tot een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist, omdat de rechtbank verdachte van een deel van de ten laste gelegde periode vrijspreekt. Wel zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie strekkende tot het opleggen van een vrijheidsbenemende maatregel in het kader van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht volgen gelet op het rapport van de reclassering dat een “lik-op-stuk-beleid” moet worden gevoerd ten aanzien van verdachte. Tot slot is de rechtbank van oordeel dat de (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf en het contactverbod dadelijk uitvoerbaar moeten worden verklaard en dat daartoe aan de wettelijke vereisten is voldaan.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.500,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van benadeelde partij [slachtoffer] volledig toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden gematigd, gelet op de financiële situatie van verdachte en gelet op het feit dat het toewijzen van de vordering een nieuwe bron van spanning kan gaan vormen.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, is de rechtbank gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid van oordeel dat de immateriële schadevergoeding van € 1.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2018 (de datum van aangifte) tot aan de dag der algehele voldoening, voor toewijzing vatbaar is. De rechtbank is van oordeel dat de hoogte van de immateriële schade dient te worden gematigd omdat de rechtbank een aanzienlijk kortere periode bewezen heeft verklaard dan de officier van justitie. De vordering dient voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 36f, 38v, 57, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
  • bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
  • dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op de maatregel dat de veroordeelde gedurende een periode van twee jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 1976 te [geboorteplaats 2] en wonende te [adres 2] ;
 beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van de vervangende hechtenis bedraagt twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan;
 beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 primair tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 1.000,- (duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 1.000,- (duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 20 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 Heft op het bevel voorlopige hechtenis op het moment dat de duur van de voorlopige hechtenis gelijk is aan de opgelegde vrijheidsstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A. van Hoof (voorzitter), mr. A. Tegelaar en
mr. P.J.C. Cremers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Hoesstee, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 februari 2019.
Mr. Tegelaar is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018213846, gesloten op 17 mei 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen p. 70.
3.Proces-verbaal van aangifte p. 3.
4.Proces-verbaal van aangifte p. 4.
5.Proces-verbaal van aangifte p. 5.
6.Proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie, p. 53.
7.Proces-verbaal van bevindingen p. 25.
8.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 15.
9.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 16.
10.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 23.
11.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 22.
12.Proces-verbaal van bevindingen p. 55 t/m 68
13.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 38.
14.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 40.
15.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 41.
16.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 42.
17.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 44.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 87
19.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 14
20.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen p. 31 t/m 34
21.Proces-verbaal van verhoor getuige p. 7
22.Proces-verbaal van verhoor getuige p. 8 en 9