ECLI:NL:RBGEL:2019:4725
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand voor kosten vordering Belastingdienst inzake kinderopvangtoeslag
Op 23 oktober 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak betreffende bijzondere bijstand voor de kosten van de kinderopvangtoeslag. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. E.P. Groot, had een beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe. De rechtbank had eerder op 10 april 2019 een tussenuitspraak gedaan, waarin verweerder werd opgedragen om het geconstateerde gebrek te herstellen. Eiseres had meer uren kinderopvang afgenomen dan 140% van haar gewerkte uren, en de rechtbank moest beoordelen of zij recht had op bijzondere bijstand voor deze extra kosten.
In de tussenuitspraak werd vastgesteld dat verweerder onvoldoende had onderzocht of flexibele kinderopvang daadwerkelijk mogelijk was voor eiseres. Verweerder had informatie ingewonnen bij gastouderbureaus, maar de rechtbank oordeelde dat de vragen niet duidelijk genoeg waren gesteld. De antwoorden gaven geen uitsluitsel over de flexibiliteit die eiseres nodig had. De rechtbank concludeerde dat verweerder het gebrek niet had hersteld en dat de kosten die eiseres had gemaakt voor de extra kinderopvang noodzakelijk konden zijn in de zin van de Participatiewet.
De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond en vernietigde de bestreden besluiten voor zover geen bijzondere bijstand was toegekend voor de extra uren kinderopvang. Verweerder werd opgedragen om binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 1.280,- werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank.