Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
Het (gewijzigde) verzoek, het verweer tevens zelfstandig verzoek en het verweer daarop
- het verzoek van de man de laatstelijk bij beschikking van het Gerechtshof Arnhem van 10 december 2009 vastgestelde onderhoudsverplichting jegens de vrouw te beëindigen niet-ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen als ongegrond, onredelijk en onbillijk alsook tevens daarbij af te wijzen het subsidiaire verzoek van de man de onderhoudsbijdrage op nihil te stellen per 1 maart 2019 alsook af te wijzen het meer subsidiaire verzoek dat de man slechts zou zijn verschuldigd het door de man niet gespecificeerde aandeel van de vrouw
- tevens te bepalen dat de man gehouden is zijn onderhoudsverplichting jegens de vrouw te continueren zonder eindtermijn te bepalen en zo wel een eindtermijn zou worden bepaald daarbij aan te geven dat verlenging daarvan mogelijk is.