Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- Bij [bedrijf 2] bleek op 29 augustus 2014 het wachtwoord “ [wachtwoord] ” te zijn gekozen.
- Op 19 mei 2014 stuurde [bedrijf 5] een welkomstmail ter attentie van dhr. [verdachte] .
- Op 18 februari 2015 stuurde [bedrijf 3] een welkomstmail gericht aan dhr. [verdachte] .
- Op 14 februari 2017 stuurde [bedrijf 4] een welkomstmail met de tekst: “Beste [verdachte] . Hartelijk dank, uw account is aangemaakt. Hieronder treft u uw inloggegevens:
Uit de beschikkingen van de gemeente Arnhem komt naar voren dat verdachte bij de gemeente nooit melding heeft gemaakt van de door hem verrichte werkzaamheden. Dit leidt tot de conclusie dat verdachte de ingevolge artikel 17, eerste lid van de Wet werk en bijstand en artikel 17, eerste lid, van de Participatiewet op hem rustende informatieplicht heeft geschonden gedurende de ten laste gelegde periode. De rechtbank merkt hierbij op dat de schending van de informatieplicht niet bewezen is in de periode van 15 december 2015 tot en met 2 maart 2016, nu verdachte in die periode in detentie heeft verbleven en de uitkering voor hem was stopgezet.
3.Bewezenverklaring
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 februari 2011 tot en met 28 februari 2017 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,in strijd met een hem en/of medeverdachtes bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 Wet werk en bijstand en
/ofartikel 17 Participatiewet, opzettelijk heeft
/hebbennagelaten tijdig de benodigde gegevens aan de gemeente, dan wel aan het bestuur van die gemeente te verstrekken, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofmedeverdachte
(telkens
)niet
(volledig)aan genoemde instantie
(s)gemeld - zakelijk weergegeven- dat verdachte
en/of medeverdachtewerkzaamheden heeft
/hebbenverricht en/of inkomsten heeft
/hebbengenoten en
/of ofdat verdachte en/of medeverdachte over vermogen
heeft/hebben beschikt en/of
heeft/hebben kunnen beschikken
hetwelk het (zogenaamde) bescheiden vermogen (ver) te boven gingen dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een (bijstands)uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Het niet doorgeven van de juiste informatie heeft geleid tot een bevoordeling van zichzelf en van [medeverdachte] . De gemeente heeft de uitkering van verdachte en [medeverdachte] beëindigd. De gemeente heeft vastgesteld dat, gelet op het beleid ten aanzien van oncontroleerbare inkomsten waartoe de autohandel wordt gerekend, ten onrechte een uitkering is verstrekt tot een bedrag van € 104.467,62.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;