ECLI:NL:RBGEL:2019:4108

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 september 2019
Publicatiedatum
11 september 2019
Zaaknummer
05/880393-14
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewoonteheling van luxe personenauto's door verdachte uit Apeldoorn

Op 10 september 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 45-jarige man uit Apeldoorn, die zich schuldig had gemaakt aan gewoonteheling van een groot aantal luxe personenauto's. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 4 maanden en een werkstraf van 240 uur. De verdachte had tussen 21 februari 2013 en 22 april 2014 in Twello, gemeente Voorst, een gewoonte gemaakt van het plegen van opzetheling. Hij had diverse gestolen voertuigen en auto-onderdelen verworven, voorhanden gehad en overgedragen, terwijl hij wist dat het om door misdrijf verkregen goederen ging. De rechtbank oordeelde dat de verdediging niet voldoende had onderbouwd dat het ne bis in idem-beginsel was geschonden, aangezien de feiten in België niet gelijk waren aan de tenlastelegging in Nederland. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn bij de strafoplegging. De benadeelde partijen hebben schadevergoeding gevorderd, waarbij de rechtbank de vordering van één benadeelde partij toewijsde en de andere partijen niet-ontvankelijk verklaarde. De rechtbank legde de verdachte ook een verplichting op tot betaling van de schadevergoeding aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/880393-14
Datum uitspraak : 10 september 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] te [woonplaats] ,
raadsman: mr. J. Michels, advocaat te Amersfoort.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 augustus 2019.

1.De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging moet worden verklaard. De verdediging heeft aangevoerd dat het ne bis in idem-beginsel wordt geschonden omdat verdachte voor de facto dezelfde feiten is vervolgd en vrijgesproken in België, namelijk voor deelname aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van vermogensfeiten. Thans staat verdachte terecht voor het voorhanden hebben van gestolen auto’s en auto-onderdelen. Gelet daarop is artikel 68, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht geschonden. Daarnaast heeft het tijdsverloop geleid tot uitholling van de waarde van de verklaring van verdachte en het niet reëel kunnen effectueren van het ondervragingsrecht ten aanzien van bijvoorbeeld getuigen. Ook heeft de officier van justitie consequent niet gereageerd op correspondentie vanaf de zijde van de verdediging. Tot slot heeft het Openbaar Ministerie tussentijds de in beslag genomen voorwerpen van verdachte vervreemd of vernietigd, zonder notificatie aan de verdediging.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht geen reden voor niet-ontvankelijkheid kan zijn. De redelijke termijn is aanzienlijk overschreden, maar dat leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Daarnaast is er geen sprake van ‘hetzelfde feit’. De feiten, zoals deze volgens de verdediging in België ten laste zijn gelegd, betroffen de vraag of verdachte onderdeel uitmaakte van een criminele organisatie. Verdachte nam kennelijk geen deel aan de criminele organisatie, nu hij in België is vrijgesproken. In dit strafdossier zijn zaken vermeld die betrekking (kunnen) hebben op de Belgische zaak, maar deze staan niet op de tenlastelegging. Verder wijkt het beschermd belang van de bepalingen opzetheling en deelname aan een criminele organisatie van elkaar af en zijn de feiten qua bestanddelen en elementen verschillend. Dat het tijdsverloop geleid zou hebben tot uitholling van de waarde van de verklaring van verdachte en het niet reëel kunnen effectueren van het ondervragingsrecht, kan niet gevolgd worden. Verdachte heeft bij de politie meerdere keren verklaard dat hij pas op de terechtzitting openheid van zaken zou geven. Vanuit de verdediging zijn nooit verzoeken gedaan om in deze zaak getuigen te horen. Tot slot heeft verdachte zelf bij de politie verklaard dat hij geen afstand van de inbeslaggenomen goederen kan doen omdat de goederen niet van hem zijn.
De beoordeling door de rechtbank
Door de verdediging is een beroep gedaan op het ne bis in idem-beginsel. De verdediging heeft betoogd dat verdachte reeds eerder is vervolgd voor de facto dezelfde feiten in België. Het is aan de verdediging om een dergelijk verweer handen en voeten te geven, bijvoorbeeld door het overleggen van de in België gewezen uitspraak. De verdediging heeft haar standpunt echter op geen enkele wijze onderbouwd, zodat de rechtbank daaraan voorbij gaat.
Daarnaast heeft de verdediging gewezen op het tijdsverloop en de gevolgen daarvan voor de verklaring van verdachte en het horen van eventuele getuigen. Het feit dat de zaak te lang is blijven liggen, maakt naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat daardoor te kort is gedaan aan verdachtes recht op een eerlijk proces. Verdachte heeft na zijn aanhouding direct een verklaring afgelegd bij de politie en heeft voor het overige verklaard dat hij ter terechtzitting verder zou verklaren. Daarnaast heeft de verdediging niet verzocht om het horen van getuigen. Het tijdsverloop leidt daarom niet tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Tot slot heeft de rechtbank geen aanleiding om te veronderstellen dat er privé eigendommen, zoals gereedschappen, in beslag zijn genomen en vernietigd. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer en verklaart het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging. Met de overschrijding van de redelijke termijn zal door de rechtbank bij een eventuele strafoplegging rekening worden gehouden.

2.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na een toegewezen vordering wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 februari 2013
tot en met 22 april 2014 in Twello, gemeente Voort, althans het arrondissement
Oost-Nederland, althans in Nederland,
een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft
verdachte (telkens) na te melden goederen verworven, voorhanden gehad en/of
overgedragen/ terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die goederen
(telkens) wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
- een auto van het merk BMW (X5) (grijs), (met het kenteken [kenteken 1] en/of
- een auto van het merk BMW (318 D) (zwart), (met het kenteken [kenteken 2] ) (Duitsland) en/of
- een auto van het merk BMW (118)(grijs), (met het kenteken [kenteken 3] ) en/of
- een auto van het merk Volkswagen (Transporter) (zwart), (met het kenteken [kenteken 4] ) en/of
- een auto van het merk Chevrolet (1500) (groen), (met het kenteken [kenteken 5] ) en/of
- een auto van het merk BMW (535)(zwart), (met het kenteken [kenteken 6] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 7] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (grijs), (met het kenteken [kenteken 8] ) en/of
- een auto van het merk BMW (3 serie coupe) (wit), (met het kenteken [kenteken 9] ) en/of
- een auto van het merk BMW (320D) (grijs), (met het kenteken [kenteken 10] ) en/of
- een auto van het merk BMW (3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 11] ) en/of
- een auto van het merk Mini Cooper (Clubman) (wit), (met het kenteken [kenteken 12] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (grijs), (met het kenteken [kenteken 13] ) en/of
- een auto van het merk Audi (A5) (zwart), (met het kenteken [kenteken 14] ) en/of
- een auto van het merk Audi (A4) (blauw), (met het kenteken [kenteken 15] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X3) (bronskleurig), (met het kenteken [kenteken 16] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X5) (zwart), (met het kenteken [kenteken 17] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X6) (zwart), (met het kenteken [kenteken 18] ) en/of
- een auto van het merk BMW (335 D) (beige), (met het kenteken [kenteken 19] ) en/of
- een auto van het merk BMW (3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 20] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X6) (zwart), (met het kenteken [kenteken 21] ) en/of
- een auto chassis (van het merk) BMW (grijs) en/of
- twee (2), althans een aantal, kentekenplaten [kenteken 22] en/of
- een (1) kentekenplaat [kenteken 23] en/of
- een (1) kentekenplaat [kenteken 24] en/of
- een (1) fietsenrek met kentekenplaat [kenteken 13] en/of
- een (1) deel chassis (schroefveerkoker) en/of
- twee (2), althans een aantal, kentekenplaten [kenteken 25] en/of
- acht (8), althans een aantal, motorblokken en/of
- honderdeenendertig (131), althans een aantal, autoportieren en/of
- een (1) aanhangwagen merk Bockman en/of
- een (1) (blauwe) krat met negentien (19), althans een aantal, kabelbomen en/of
- een (1) (blauwe) krat met vijftig (50), althans een aantal, (gedemonteerde)
bedieningspanelen/ cd wisselaars en/of navigatiesystemen en/of
- een (1) (blauwe) krat met een aantal restkabels en kabelbomen en/of
- een (1) (witte) krat voorzien van eenendertig (31), althans een aantal, zij
airbags en/of aandrijfmotoren;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks 21 februari 2013 tot en met 22 april 2014 te Twello,
gemeente Voorst,, althans het arrondissement Oost-Nederland, in elk geval in
Nederland, na te melden goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of
heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die nader te melden goederen redelijkerwijs had moeten vermoeden
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof:
- een auto van het merk BMW (X5) (grijs), (met het kenteken [kenteken 1] en/of
- een auto van het merk BMW (318 D) (zwart), (met het kenteken [kenteken 2] ) (Duitsland) en/of - een auto van het merk BMW (118)(grijs), (met het kenteken [kenteken 3] ) en/of
- een auto van het merk Volkswagen (Transporter) (zwart), (met het kenteken [kenteken 4] ) en/of
- een auto van het merk Chevrolet (1500) (groen), (met het kenteken [kenteken 5] ) en/of
- een auto van het merk BMW (535)(zwart), (met het kenteken [kenteken 6] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 7] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (grijs), (met het kenteken [kenteken 8] ) en/of
- een auto van het merk BMW (3 serie coupe) (wit), (met het kenteken [kenteken 9] ) en/of
- een auto van het merk BMW (320D) (grijs), (met het kenteken [kenteken 10] ) en/of
- een auto van het merk BMW (3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 11] ) en/of
- een auto van het merk Mini Cooper (Clubman) (wit), (met het kenteken [kenteken 12] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (grijs), (met het kenteken [kenteken 13] ) en/of
- een auto van het merk Audi (A5) (zwart), (met het kenteken [kenteken 14] ) en/of
- een auto van het merk Audi (A4) (blauw), (met het kenteken [kenteken 15] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X3) (bronskleurig), (met het kenteken [kenteken 16] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X5) (zwart), (met het kenteken [kenteken 17] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X6) (zwart), (met het kenteken [kenteken 18] ) en/of
- een auto van het merk BMW (335 D) (beige), (met het kenteken [kenteken 19] ) en/of
- een auto van het merk BMW (3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 20] ) en/of
- een auto van het merk BMW (X6) (zwart), (met het kenteken [kenteken 21] ) en/of
- een auto chassis (van het merk) BMW (grijs) en/of
- twee (2), althans een aantal, kentekenplaten [kenteken 22] en/of
- een (1) kentekenplaat [kenteken 23] en/of
- een (1) kentekenplaat [kenteken 24] en/of
- een (1) fietsenrek met kentekenplaat [kenteken 13] en/of
- een (1) deel chassis (schroefveerkoker) en/of
- twee (2), althans een aantal, kentekenplaten [kenteken 25] en/of
- acht (8), althans een aantal, motorblokken en/of
- honderdeenendertig (131), althans een aantal, autoportieren en/of
- een (1) aanhangwagen merk Bockman en/of
- een (1) (blauwe) krat met negentien (19), althans een aantal, kabelbomen en/of
- een (1) (blauwe) krat met vijftig (50), althans een aantal, (gedemonteerde) bedieningspanelen/ cd wisselaars en/of navigatiesystemen en/of
- een (1) (blauwe) krat met een aantal restkabels en kabelbomen en/of
- een (1) (witte) krat voorzien van eenendertig (31), althans een aantal, zij airbags en/of aandrijfmotoren.
3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit, zij het dat verdachte moet worden vrijgesproken van, kort gezegd, de opzetheling van de auto van het merk BMW X6 (zwart), met het kenteken [kenteken 21] omdat er geen aangifte van de diefstal van die auto in het dossier zou zitten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat niet van alle goederen vastgesteld kan worden dat verdachte wist dat deze door misdrijf zijn verkregen. Van een aantal goederen kan überhaupt niet worden vastgesteld dat deze uit misdrijf afkomstig zijn, zodat van die goederen vrijspraak dient te volgen. Tot slot is er onvoldoende om te kunnen spreken van het maken van een gewoonte.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte huurde vanaf 1 juli 2013 een bedrijfsruimte aan de [adres 2] te Twello. [2] Naar aanleiding van een melding is de politie op 22 april 2014 naar die bedrijfsruimte gegaan. In de bedrijfsruimte werden diverse auto’s, losse autoportieren en andere auto-onderdelen aangetroffen. Sommige auto’s waren volledig gestript en bij diverse autoportieren waren de ruiten verbroken en ontbraken er sloten. [3]
In de bedrijfsruimte zijn (onderdelen van) onder meer de volgende auto’s aangetroffen:
  • een gestripte BMW X5 met kenteken [kenteken 1] ;
  • een BMW 318D met kenteken [kenteken 2] ;
  • een gestripte BMW 118 met kenteken [kenteken 3] ;
  • een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 4] ;
- een Chevrolet 1500 met kenteken [kenteken 5] ; [5]
- een BMW 535 met kenteken [kenteken 6] ; [6]
- een BMW 3-serie met kenteken [kenteken 7] ; [7]
- een BMW 3-serie met kenteken [kenteken 8] ; [8]
- een BMW 3-serie met kenteken [kenteken 9] ; [9]
- een BMW 320D met kenteken [kenteken 10] ; [10]
- een BMW 3-serie met kenteken [kenteken 11] . [11]
- een fietsendrager, afkomstig van een BMW 3-serie met kenteken [kenteken 13] ; [12]
  • een stuergerat en kabelboom, afkomstig uit een Audi A5 met kenteken [kenteken 14] ;
  • een stuergerat, afkomstig uit een Audi A4 met kenteken [kenteken 15] ;
  • een kabelboom, afkomstig uit een BMW X3 met kenteken [kenteken 16] ;
  • een kabelboom, afkomstig uit een BMW X5 met kenteken [kenteken 17] ;
  • een kabelboom, afkomstig uit een BMW X6 met kenteken [kenteken 18] ;
- een radio/dvd speler, afkomstig uit een BMW 335D met kenteken [kenteken 19] ; [15]
  • een cd-wisselaar, afkomstig uit een BMW 3-serie met kenteken [kenteken 20] ;
  • een cd player/radio, afkomstig uit een BMW X6 met kenteken [kenteken 21] .
Ten aanzien van de auto’s is aangifte gedaan van diefstal, waarbij de auto’s volgens de aangiftes zijn gestolen tussen 25 augustus 2013 en 19 april 2014. [17] De auto’s waarvan of waaruit de onderdelen afkomstig zijn, zijn volgens de aangiftes tussen 5 augustus 2013 en 18 april 2014 gestolen. [18]
Verder zijn in de bedrijfsruimte ook de volgende goederen aangetroffen:
  • een blauwe krat met daarin 19 kabelbomen;
  • een blauwe krat met daarin 50 gedemonteerde bedieningspanelen/cd-wisselaars en navigatiesystemen;
  • een blauwe krat met daarin restkabels en kabelbomen;
  • een witte krat met daarin 31 airbags en aandrijfmotoren;
  • een chassis van het merk BMW;
  • acht motorblokken;
  • een aanhangwaren van het merk Bockman;
  • 131 autoportieren;
- diverse kentekenplaten ( [kenteken 22] , [kenteken 23] , [kenteken 24] [20] en [kenteken 25] [21] )
- een schroefveerkoker. [22]
De rechtbank overweegt verder als volgt.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat een groot deel van de aangetroffen goederen binnen een tijdsbestek van ruim 9 maanden zijn gestolen of afkomstig zijn uit auto’s die in voormeld tijdsbestek zijn gestolen. Onder de aangetroffen goederen bevonden zich volledig intacte en (deels) gestripte auto’s en een aanzienlijke hoeveelheid auto-onderdelen, zoals autoportieren zonder sloten en met verbroken ruiten.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij wist dat er “fout spul” in de loods stond. [23] Verdachte heeft alle in de bedrijfsruimte aangetroffen auto’s zelf naar binnen gereden. Hij werd dan gebeld en kon de auto’s op een afgesproken plek overnemen. [24] Verdachte heeft de aangetroffen BMW X5 in opdracht gestript en wist dat deze gestolen was. [25]
Volgens verdachte is hij in contact gekomen met een persoon, die verdachte heeft meegetrokken in zijn handel. Zo is verdachte erin gerold. [26] Verdachte werd voor zijn werkzaamheden contant betaald. Ook de huur voor de bedrijfsruimte (€ 1.600) kreeg hij contant van de opdrachtgever. [27] Ter zitting heeft verdachte aangegeven dat er nooit autopapieren aanwezig waren bij de auto’s. [28] Op de vraag wie zijn opdrachtgever(s) was/waren, heeft verdachte geen antwoord willen geven omdat hij bang was voor represailles.
Deze omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank de conclusie dat verdachte bij het voorhanden krijgen van de goederen wist dat de goederen van enig misdrijf afkomstig waren.
Op de tenlastelegging staan meerdere auto’s waarvan alleen onderdelen in de bedrijfsruimte zijn aangetroffen. Ten aanzien van die auto’s overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank gaat ervan uit dat verdachtes werk bestond uit het strippen van auto’s, die als complete auto’s de bedrijfsruimte werden ingereden en daar ter plaatse werden gestript. Uit de verklaring van de verdachte bij de politie leidt de rechtbank af dat de onderdelen van de gestripte auto’s naar Roemenië werden getransporteerd. [29] Verdachte moet dus de auto’s waarvan of waaruit de aangetroffen auto-onderdelen afkomstig zijn, op enig moment als complete auto’s voorhanden hebben gehad.
De rechtbank hecht geen waarde aan de verklaring van verdachte dat alle losse auto-onderdelen allemaal half februari 2014 naar de bedrijfsruimte zijn gebracht. Deze verklaring van verdachte kan immers niet kloppen, omdat er ook auto-onderdelen zijn aangetroffen afkomstig uit auto’s die na februari 2014 zijn gestolen.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het strippen van relatief nieuwe auto’s uit het luxere segment leidt tot een aanzienlijke waardevernietiging. De losse onderdelen zijn immers aanzienlijk minder waard dan de complete en werkende auto. Bij het uitvoeren van dergelijke werkzaamheden, in samenhang met de gang van zaken zoals die volgt uit de hierboven beschreven bewijsmiddelen, kan het niet anders zijn dan dat de betreffende goederen afkomstig waren van enig misdrijf en dat verdachte daarvan ook wetenschap had.
De rechtbank acht dan ook de primair tenlastegelegde opzetheling wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van de periode gaat de rechtbank uit van de ingangsdatum van het huurcontract van de bedrijfsruimte. Van de Mini Cooper met kenteken [kenteken 12] zal verdachte worden vrijgesproken omdat deze ruim voor deze datum is gestolen.
Gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen goederen en de lange periode waarin verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling, acht de rechtbank ook bewezen dat verdachte een gewoonte van opzetheling heeft gemaakt.

4.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 juli 2013
tot en met 22 april 2014 in Twello, gemeente Voorst,
althans het arrondissement
Oost-Nederland,althans in Nederland
,
een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft
verdachte (telkens) na te melden goederen
verworven,voorhanden gehad
en/of
overgedragen/terwijl hij ten tijde van
het verwerven ofhet voorhanden
krijgen van die goederen
(telkens
)wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof:
- een auto van het merk BMW (X5) (grijs), (met het kenteken [kenteken 1] en
/of
- een auto van het merk BMW (318 D) (zwart), (met het kenteken [kenteken 2] ) (Duitsland) en
/of
- een auto van het merk BMW (118)(grijs), (met het kenteken [kenteken 3] ) en
/of
- een auto van het merk Volkswagen (Transporter) (zwart), (met het kenteken [kenteken 4] ) en
/of
- een auto van het merk Chevrolet (1500) (groen), (met het kenteken [kenteken 5] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (535)(zwart), (met het kenteken [kenteken 6] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 7] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (grijs), (met het kenteken [kenteken 8] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (3 serie coupe) (wit), (met het kenteken [kenteken 9] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (320D) (grijs), (met het kenteken [kenteken 10] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 11] ) en
/of
- een auto van het merk Mini Cooper (Clubman) (wit), (met het kenteken [kenteken 12] ) en/of
- een auto van het merk BMW (Touring 3 serie) (grijs), (met het kenteken [kenteken 13] ) en
/of
- een auto van het merk Audi (A5) (zwart), (met het kenteken [kenteken 14] ) en
/of
- een auto van het merk Audi (A4) (blauw), (met het kenteken [kenteken 15] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (X3) (bronskleurig), (met het kenteken [kenteken 16] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (X5) (zwart), (met het kenteken [kenteken 17] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (X6) (zwart), (met het kenteken [kenteken 18] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (335 D) (beige), (met het kenteken [kenteken 19] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (3 serie) (zwart), (met het kenteken [kenteken 20] ) en
/of
- een auto van het merk BMW (X6) (zwart), (met het kenteken [kenteken 21] ) en
/of
- een auto chassis (van het merk) BMW (grijs) en
/of
- twee (2)
, althans een aantal,kentekenplaten [kenteken 22] en
/of
- een (1) kentekenplaat [kenteken 23] en
/of
- een (1) kentekenplaat [kenteken 24] en
/of
- een (1) fietsenrek met kentekenplaat [kenteken 13] en
/of
- een (1) deel chassis (schroefveerkoker) en
/of
- twee (2)
, althans een aantal,kentekenplaten [kenteken 25] en
/of
- acht (8)
, althans een aantal,motorblokken en
/of
- honderd eenendertig (131)
, althans een aantal,autoportieren en
/of
- een (1) aanhangwagen merk Bockman en
/of
- een (1) (blauwe) krat met negentien (19)
, althans een aantal,kabelbomen en
/of
- een (1) (blauwe) krat met vijftig (50)
, althans een aantal,(gedemonteerde)
bedieningspanelen/ cd wisselaars en
/ofnavigatiesystemen en
/of
- een (1) (blauwe) krat met een aantal restkabels en kabelbomen en
/of
- een (1) (witte) krat voorzien van eenendertig (31)
, althans een aantal,zij
airbags en
/ofaandrijfmotoren.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
‘van het plegen van opzetheling een gewoonte maken’

6.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

8.Overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot het verrichten van 240 uren taakstraf, te vervangen door 120 dagen hechtenis met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht en daarnaast tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft – gelet op de schending van de redelijke termijn – verzocht enkel een taakstraf op te leggen voor de duur van 50 à 100 uren.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en met de omstandigheden waaronder dit is begaan. Ook is rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie van 17 juli 2019.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gewoonteheling van een grote hoeveelheid auto’s en auto-onderdelen, waarbij de aandacht vooral gericht was op auto’s uit het duurdere segment. De auto’s werden in een bedrijfsruimte geheel gestript en ontdaan van alle waardevolle onderdelen. Door dit handelen heeft verdachte de eigenaren schade toegebracht en overlast bezorgd en voorts bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. Verdachte is professioneel te werk gegaan en heeft daarbij geen ander doel gehad dan er financieel beter van te worden.
Het is niet voor het eerst dat verdachte voor het plegen van strafbare feiten wordt veroordeeld. Uit het eerder aangehaalde uittreksel uit het justitiële documentatieregister blijkt dat verdachte al eerder wegens (onder meer) vermogensdelicten is veroordeeld. Wel is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
De door de officier van justitie geëiste straf doet naar het oordeel van de rechtbank geen recht aan de ernst van het feit. De rechtbank heeft gekeken naar straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd en heeft voor deze zaak een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden als uitgangspunt genomen. De rechtbank ziet echter in de schending van de redelijke termijn aanleiding om hiervan af te wijken. Alles afwegende, acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden en daarnaast een taakstraf voor de duur van 240 uren passend en geboden. De rechtbank ziet geen aanleiding om een deel van de op te leggen straf voorwaardelijk op leggen.
8a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 6.595,75 door [benadeelde 1] , € 1.388 door [benadeelde 2] en € 14.750 door [benadeelde 3] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in hun vordering te verklaren, nu de vorderingen niet zijn onderbouwd. Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde 1] heeft de officier van justitie verzocht de vordering integraal toe te wijzen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vordering te verklaren wegens het ontbreken van causaal verband. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de vorderingen te matigen.
Beoordeling door de rechtbank
De benadeelde partij [benadeelde 1]
Bij een delict als het onderhavige, kan een benadeelde partij zich voegen in het strafproces voor zijn schade. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad hangt het echter af van de omstandigheden of er voldoende verband bestaat tussen de uit de bewijsmiddelen blijkende gedragingen en de heling om te kunnen spreken van rechtstreekse schade.
Verdachte heeft er een gewoonte van gemaakt auto’s te strippen en daar geld voor te ontvangen van een vaste “toeleverancier”. Onder die omstandigheden komt de ontstane schade niet alleen voort uit de diefstal, maar zeker ook uit het handelen van verdachte; het strippen van de auto.
De dagwaarde van de auto van de benadeelde partij [benadeelde 1] is vastgesteld op € 7.000. De benadeelde partij heeft € 2.000 ontvangen voor die onderdelen van de auto die hij heeft teruggekregen en verkocht, zodat dit bedrag in mindering zal worden gebracht op de schade. De expertise kosten van € 95,75 moeten erbij op worden geteld. Gelet op het voorgaande, is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen € 5.095,75 schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Voor het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 3]
De benadeelde partijen zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, nu de gestelde kosten naar het oordeel van de rechtbank niet in de vordering zijn onderbouwd. Aanhouding van de zaak om de benadeelde partijen de gelegenheid te geven de vordering nader te onderbouwen, zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 36f, 63, 416 en 417 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 veroordeelt verdachte daarnaast tot een
taakstrafgedurende
240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
De beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 1], van een bedrag van
€ 5.095,75 (vijfduizend vijfennegentig euro en vijfenzeventig cent)en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 1] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag
te betalen van € 5.095,75 (vijfduizend vijfennegentig en vijfenzeventig cent)met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 60 (zestig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijkin haar vordering;
 verklaart de
benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijkin haar vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van der Hilst (voorzitter), mr. C.J.M. van Apeldoorn en
mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van D. Waizy, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 10 september 2019.
mr. A. van der Hilst en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de politie Oost Nederland, district Noord-Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2014055074, gesloten op 27 juni 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een schriftelijk bescheid, te weten ‘huurovereenkomst kantoorruimte’, p. 134-136.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 92.
4.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 321.
5.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 322.
6.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 330.
7.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 325.
8.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 326.
9.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 328.
10.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 329.
11.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 330.
12.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 181.
13.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 182.
14.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 183.
15.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 184.
16.Het proces-verbaal identificatie onderzoek onderdelen, p. 185.
17.De processen-verbaal van aangifte, p. 88-89, 191, 194-195, 197-198, 201-202, 212-213, 215-216, 219-220, 226-227, 230-231.
18.De processen-verbaal van aangifte, p. 230-231, 242-243, 245, 248-249, 251-252, 263-264, 268-269, 271-272.
19.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 293.
20.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 113
21.Het proces-verbaal, p. 285.
22.Het proces-verbaal, p. 285.
23.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 70.
24.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 74.
25.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 71.
26.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 71.
27.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 75.
28.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 27 augustus 2019.
29.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 77.