Uitspraak
beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
1.De procedure
- verzoeker,
- de officier van justitie mr. T.G.C. Fölling met een collega.
Rechtbank Gelderland
Op 3 september 2019 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Nijmegen. Het verzoek was gericht tegen mr. A. Tegelaar, de rechter in een strafzaak tegen de verzoeker. De verzoeker had klachten over de manier waarop hij door de rechter was bejegend tijdens een eerdere zitting op 25 juni 2019. Hij vond de woordkeuze van de rechter onnodig grievend en ervoer deze als kwetsend. De verzoeker stelde dat er sprake was van vooringenomenheid aan de zijde van de rechter.
De officier van justitie, mr. T.G.C. Fölling, was van mening dat er geen sprake was van vooringenomenheid. Hij benadrukte dat de rechter de verzoeker voldoende gelegenheid had geboden om zijn zaak te bespreken en dat het de taak van de rechter is om kritisch te zijn tijdens de zitting. De rechtbank overwoog dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De klachten van de verzoeker betroffen in wezen de wijze van bejegening, waarvoor de wrakingsprocedure niet bedoeld is. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de schijn van partijdigheid konden onderbouwen.
Daarom werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.