ECLI:NL:RBGEL:2019:3830

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2019
Publicatiedatum
27 augustus 2019
Zaaknummer
05/111525.18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor diefstal van gasleidingen met explosiegevaar

Op 22 augustus 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 11 maart 2018 in Silvolde gasleidingen uit een woning heeft gestolen. Deze daad leidde tot een gaslek, wat een aanzienlijk explosiegevaar veroorzaakte in de woning en de omliggende woningen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld door de leidingen te verwijderen, wat resulteerde in gevaar voor goederen en levens van omwonenden en hulpverleners. De verdachte ontkende de feiten, maar het bewijs, waaronder DNA-sporen, wees in zijn richting. De rechtbank achtte voorwaardelijk opzet bewezen, omdat de verdachte zich bewust was van de risico's van zijn handelen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 20 maanden, wat de rechtbank passend achtte gezien de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 20 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/111525.18
Datum uitspraak : 22 augustus 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonplaats] ,
raadsman: mr. W.K. Cheng, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 8 augustus 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 8 augustus 2019 is gewijzigd, is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 maart 2018 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, een gebouw, te weten een woning gelegen aan de [adres 1] aldaar, opzettelijk heeft vernield en/of beschadigd, door in/uit dat gebouw, één of meerdere gasleidingen en/of waterleidingen te vernielen en/of te beschadigen en/of onbruikbaar te maken en/of weg te nemen, terwijl hiervan:
- gemeen gevaar voor goederen (de inboedel van die woning en/of belendende woning(en) en/of bedrijfspand(en) en/of de inboedel daarvan), in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of
- levensgevaar voor anderen (medewerkers van de gealarmeerde hulpdiensten die in die woning aanwezig waren en/of personen die aanwezig waren in die belendende woning(en) en/of bedrijfspand(en) en/of personen die aanwezig waren in de directe omgeving van die woning), in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
en/of
hij op of omstreeks 11 maart 2018 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing te veroorzaken in een woning gelegen aan de [adres 1] , terwijl daarvan:
- gemeen gevaar voor goederen (de inboedel van die woning en/of belendende woning(en) en/of bedrijfspand(en) en/of de inboedel daarvan), in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen (medewerkers van de gealarmeerde hulpdiensten die (even later) in die woning aanwezig waren en/of personen die aanwezig waren in die belendende woning(en) en/of bedrijfspand(en) en/of personen die aanwezig waren in de directe omgeving van die woning), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was, met dat opzet:
- een of meerdere (openstaande) gasleidingen en/of waterleidingen in voornoemde woning heeft weggenomen (waardoor dat gas en/of dat water vrijelijk kon stromen), en/of
- ( vervolgens) voornoemde woning heeft verlaten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 11 maart 2018 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek een of meerdere (koperen) gasleidingen en/of waterleidingen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan Woningbouwvereniging Wonion, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 11 maart 2018 kreeg de politie de melding dat er een gaslucht was waargenomen aan de [adres 1] in Silvolde en dat er mogelijk sprake was van een gaslek in een leegstaande woning. Bij de woning was de brandweer al aanwezig. Die had geconstateerd dat de achterdeur van nummer [huisnummer 3] openstond toen zij arriveerden. De politie werd gevraagd de straat af te zetten tot een afstand van 50 meter van de woning met nummer [huisnummer 3] . De bewoners van huisnummer [huisnummer 1] moesten hun woning verlaten. De bewoners aan de overkant van de weg (geschatte afstand 30 meter) moesten in hun woning blijven en ramen en deuren sluiten. Volgens de bevelvoerder van de brandweer was er sprake van explosiegevaar. In de woning met nummer [huisnummer 3] was sprake van een gaslek. De leidingen uit de meterkast waren van de muur getrokken. Het percentage gas in de woning met nummer [huisnummer 2] (twee onder een kap met nr. [huisnummer 3] ) was dusdanig hoog dat ook daar explosiegevaar was. Volgens de officier van dienst van de brandweer was er sprake van een zeer gevaarlijke situatie voor zowel omwonenden als voor de hulpverleners ter plaatse. [2]
Namens woningbouwvereniging Wonion uit Ulft heeft [aangever] aangifte gedaan en verklaard dat de woningen aan de [adres 1] [huisnummer 2] en [huisnummer 3] in Silvolde op dat moment niet werden bewoond in verband met asbestsanering. [aangever] heeft gezien dat aan de achterzijde van de woning aan de [adres 1] een deur was geforceerd en dat de cilinder uit het slot was getrokken. In de kelderkast was de koperen waterleiding en gasleiding over een lengte van 3 meter weggenomen. Verder zijn een kraan en de watermeter weggenomen. [3]
Uit het proces-verbaal sporenonderzoek blijkt dat alle toevoer koperen buizen van water en gasleidingen waren doorgeknipt en deels weggenomen. [4]
Door de brandweer is een incidentrapportage opgemaakt. Daaruit komt naar voren dat het gas buiten te ruiken was. Bij het betreden van de woning aan de [adres 1] in Silvolde ging de explosiegevaarmeter direct in alarm en toonde een waarde van 100% LEL. Dat betekent dat er 100% gas/lucht verhouding van de onderste explosiegrens gemeten wordt en er direct een daadwerkelijke explosie kan plaatsvinden.
Het betroffen meerdere 2/1 kap woningen aan dezelfde straatzijde welke deels leeg stonden en nog deels bewoond waren. De genoemde concentraties in combinatie met een ontstekingsbron kunnen al een explosie veroorzaken. In deze situatie zou dat waarschijnlijk tot totale ontzetting van de beide woningen onder hetzelfde dak hebben geleid. Daarnaast was er veel nevenschade aan omliggende woningen te verwachten als gevolg van de drukgolf en rondvliegend puin bij die explosie. Eventuele bewoners en hulpverleners in de directe omgeving zouden gewond zijn geraakt.
Het op onprofessionele wijze verwijderen van de gas- en waterleidingen heeft er direct toe geleid dat er vrije uitstroom heeft plaatsgevonden van zowel gas als water. Door de (langdurige) uitstroom van het gas heeft de woning zich volledig gevuld met gas. Vanwege het type woning (2/1 kap) is het gas ook via de zolder naar de naastgelegen woning gelopen. Ook in deze woning zijn zeer hoge concentraties gas gemeten. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 en 2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor beide feiten vrijspraak bepleit. Hij heeft betoogd dat verdachte de feiten vanaf het begin heeft ontkend. Hij is daar niet geweest. Hij heeft die dag met zijn vriendin een pony opgehaald. Ten aanzien van de DNA-match heeft de raadsman betoogd dat de kans bestaat dat het betreffende spoor niet van verdachte afkomstig is. Dat kan het geval zijn als sprake is van verwantschap. In dat geval verandert volgens de raadsman het kanspercentage. De raadsman heeft verder naar voren gebracht dat niet is voldaan aan het bewijsminimum.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de feiten 1 en 2 gelet op hun nauwe samenhang tegelijk beoordelen, waarbij ieder bewijsmiddel wordt gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Naar het oordeel van de rechtbank komt uit de vaststaande feiten naar voren dat er op of omstreeks 11 maart 2018 is ingebroken in de woning aan de [adres 1] in Silvolde. Het slot van de achterdeur is geforceerd, waarna de dader de woning is ingegaan. In de woning zijn gas- en waterleidingen van de muur verwijderd en meegenomen, waardoor gas en water is uitgestroomd en de woning vulden.
Door het verwijderen van de gasleiding(en) was er een reëel explosiegevaar met gevaar voor goederen, te weten de woning aan de [adres 1] en belendende woning(en). Een explosie zou immers volgens de incidentrapportage hebben kunnen leiden tot het ontzetten van de woning en de belendende woning en door de drukgolf en rondvliegend puin zouden andere woningen in de directe omgeving schade hebben kunnen oplopen. Ook was er gevaar voor het leven van personen. Hierbij moet worden gedacht aan de medewerkers van de hulpdiensten en personen die in de directe omgeving van de woning aanwezig waren.
De rechtbank acht niet bewezen dat er door het weghalen van waterleidingen gevaar is ontstaan voor goederen en personen.
De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of het verdachte is geweest die de leidingen heeft weggenomen en verantwoordelijk kan worden gehouden voor het daardoor ontstane explosiegevaar.
Verdachte heeft ontkend dat hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
De rechtbank overweegt daarover als volgt.
In de woning aan de [adres 1] heeft een sporenonderzoek plaatsgevonden. Daarbij is onder meer geconstateerd dat in de keuken de waterkraan van de gootsteen was vernield en deels verwijderd/weggenomen. Ter hoogte van de plek waar de kraan had gezeten, waren vegen van een op bloed gelijkende substantie te zien. Ook op de wastafel, de vernielde kraan en de tegelvloer in de badkamer op de eerste verdieping zaten op bloed gelijkende vegen en een druppel. [6] Gezien de ruimtes waar en de plaatsen waarop de onderzochte bloedsporen zijn aangetroffen, namelijk op de wand bij de vernielde kraan en de vloer in de badkamer op de eerste verdieping en op de aanrechtwand ter hoogte van de weggenomen kraan op de begane grond (dus op drie plaatsen op twee verschillende verdiepingen), kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat de bloedsporen zijn achtergelaten door de dader.
De monsters van de op bloed gelijkende substantie, aangetroffen op de wand en vloer in de badkamer en op de aanrechtwand, zijn door het NFI getest. Volgens het NFI kan het celmateriaal in alle drie de sporen afkomstig zijn van verdachte, waarbij de matchkans kleiner is dan één op één miljard. [7]
De rechtbank is stelt voorop dat aan bevindingen van DNA-onderzoek in bloed een zeer grote bewijskracht toekomt. De aanwezigheid van het DNA van verdachte, in de voornoemde dadersporen, is op zichzelf redengevend voor het bewijs dat het verdachte is die in de woning heeft ingebroken en daar de leidingen heeft weggenomen. Van verdachte had mogen worden verwacht dat hij een verifieerbare, die redengevendheid ontzenuwende verklaring had gegeven voor de aanwezigheid van zijn DNA in de woning. Dat heeft hij echter niet gedaan. Verdachte heeft ter terechtzitting enkel verklaard dat hij nooit in de woning is geweest en dat het een raadsel voor hem is hoe zijn DNA daar terecht is gekomen.
De verklaring van verdachte dat hij die dag met zijn vriendin weg is geweest, en het dus niet zijn bloed kan zijn, acht de rechtbank onvoldoende. Deze verklaring is allereerst niet onderbouwd. Het ter terechtzitting overgelegde briefje heeft naar het oordeel van de rechtbank niet die waarde die verdachte daaraan wenst te geven. Niet kan worden vastgesteld dat het briefje is geschreven door de door verdachte opgegeven getuige, zoals door verdachte wordt gesteld. Ook heeft deze getuige geen verklaring afgelegd bij de politie of is daartoe een aanbod gedaan. Daarnaast verschaft de inhoud van het briefje, voor zover al van de juistheid daarvan zou moeten worden uitgegaan, verdachte geen alibi, omdat het slechts een verklaring geeft voor een deel van de periode waarin de strafbare feiten kunnen zijn begaan.
Voor zover de raadsman heeft betoogd dat de kans bestaat dat het betreffende spoor niet van verdachte afkomstig is, overweegt de rechtbank dat het verweer niet is onderbouwd. De rechtbank zal daarom aan het verweer voorbijgaan.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de woning aan de [adres 1] in Silvolde heeft ingebroken, de koperen gas- en waterleidingen heeft weggenomen en de woning schade heeft toegebracht.
De rechtbank moet vervolgens beoordelen of verdachte opzet heeft gehad op de onder 1 ten laste gelegde feiten.
[getuige] heeft verklaard dat hij en zijn vrouw op 11 maart 2018 omstreeks 11.00 uur langs het pand [adres 1] kwamen en iets gas hadden geroken. Om 18.00 uur kwamen ze opnieuw langs het pand en roken ze weer gas. [getuige] is met zijn zwager gaan kijken. Binnen roken zij gas en hoorden zij in de kelder het gas stromen. [8]
De officier van dienst van de brandweer heeft gezien dat het leidingwerk uit de meterkast was getrokken. Hij heeft vastgesteld dat hierdoor een gaslek was ontstaan en dat de veroorzaker dit gevolg moet hebben opgemerkt. Volgens de brandweer zou direct sprake moeten zijn geweest van een luid sissend geluid en een sterke gaslucht en is het onmogelijk geweest om het ontstane gaslek niet op te merken. [9]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij begrijpt wat er gebeurt als een leiding wordt losgetrokken: er is dan gasvorming. Ook heeft hij verklaard dat hij niet zulke gevaarlijke dingen doet. [10]
De rechtbank overweegt dat uit voornoemde bewijsmiddelen en uit de eerder vermelde incidentrapportage van de brandweer kan worden opgemaakt dat na het (onprofessioneel) verwijderen van de gasleiding(en) direct met een luid sissend geluid gas is uitgestroomd en dat het gas ook direct te ruiken moet zijn geweest. Verdachte heeft verklaard dat hij weet dat er gasvorming ontstaat als een gasleiding wordt losgetrokken. Daarnaast volgt uit zijn verklaring dat hij zich realiseert dat het lostrekken van een gasleiding gevaarlijk is.
De rechtbank overweegt dat vol opzet op het teweeg brengen van een ontploffing en het in gevaar brengen van goederen en personen door het verwijderen/vernielen van de leidingen niet kan worden bewezen. Wél acht de rechtbank voorwaardelijk opzet daarop bewezen. Het doorknippen en verwijderen van de gasleiding(en), en de daardoor veroorzaakte uitstroom van gas, heeft blijkens de bewijsmiddelen de aanmerkelijke kans in het leven geroepen dat er een ontploffing zou plaatsvinden in de woning, met gevaar voor goederen en personen tot gevolg. Verdachte was zich van die kans bewust en heeft die kans ook bewust aanvaard. Hij weet immers wat er gebeurt als een leiding wordt losgetrokken, en hij is vervolgens zonder maatregelen te treffen of iemand te waarschuwen uit de woning vertrokken.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft gepleegd.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op of omstreeks 11 maart 2018 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, een gebouw, te weten een woning gelegen aan de [adres 1] aldaar, opzettelijk heeft
vernield en/ofbeschadigd, door in/uit dat gebouw, één of meerdere gasleidingen
en/of waterleidingente vernielen
en/of te beschadigen en/of onbruikbaar te makenen
/ofweg te nemen, terwijl hiervan:
- gemeen gevaar voor goederen (
de inboedel vandie woning en/of belendende woning(en)
en/of bedrijfspand(en) en/of de inboedel daarvan), in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en
/of
- levensgevaar voor anderen (medewerkers van de gealarmeerde hulpdiensten die in die woning aanwezig waren
en/of personen die aanwezig waren in die belendende woning(en) en/of bedrijfspand(en)en
/ofpersonen die aanwezig waren in de directe omgeving van die woning), in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen, te duchten was;
en
/of
hij op of omstreeks 11 maart 2018 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing te veroorzaken in een woning gelegen aan de [adres 1] , terwijl daarvan:
- gemeen gevaar voor goederen (
de inboedel vandie woning en/of belendende woning(en)
en/of bedrijfspand(en) en/of de inboedel daarvan), in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en
/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen (medewerkers van de gealarmeerde hulpdiensten die (even later) in die woning aanwezig waren
en/of personen die aanwezig waren in die belendende woning(en) en/of bedrijfspand(en)en
/ofpersonen die aanwezig waren in de directe omgeving van die woning), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was, met dat opzet:
- een of meerdere
(openstaande)gasleidingen
en/of waterleidingenin voornoemde woning heeft weggenomen (waardoor dat gas
en/of dat watervrijelijk kon stromen), en
/of
- ( vervolgens) voornoemde woning heeft verlaten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 11 maart 2018 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek een of meerdere (koperen) gasleidingen en
/ofwaterleidingen,
in elk geval enig goed, die
geheel of ten deleaan een ander toebehoorden, te weten aan Woningbouwvereniging Wonion, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
en/of verbreking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1
Eendaadse samenloop van:
een gebouw opzettelijk beschadigen terwijl daardoor gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is;
en
poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Feit 2
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden. Hij heeft in dit verband naar voren gebracht dat verdachte drie dagen per week als vrijwilliger werkt bij een kringloopwinkel en dat hij in de schuldsanering zit.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een inbraak in een woning die vanwege een asbestsanering tijdelijk leeg stond. Hij heeft koperen gas- en waterleidingen weggehaald, waardoor gas en water is weggestroomd. Door het wegstromen van gas is fors explosiegevaar ontstaan in de woning en in de belendende woning. Vanwege dit explosiegevaar moest de weg tot 50 meter van de woning worden afgezet. De naastgelegen woning met nummer [huisnummer 1] moest worden ontruimd en van tegenover gelegen woningen moesten ramen en deuren gesloten blijven. Door zijn handelen heeft verdachte zich dan ook naast de diefstal van de leidingen schuldig gemaakt aan het beschadigen van een gebouw, te weten de woning op nummer [huisnummer 3] en poging tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing. Daarbij is gevaar ontstaan voor de woning en belendende woningen. Ook is er gevaar ontstaan voor personen, met name de medewerkers van hulpdiensten die aanwezig zijn geweest in de woning en omwonenden en andere personen die die dag in de directe omgeving van de woning zijn geweest.
Verdachte heeft met zijn handelen dat louter was gericht op eigen financieel gewin, getoond dat hij geen respect heeft voor andermans eigendom. Dergelijke feiten zijn hinderlijk en veroorzaken bij de gedupeerden schade en overlast. Het verwijderen van gasleidingen is daarnaast ook zeer gevaarlijk. Dergelijke misdrijven zorgen in de samenleving in het algemeen, en voor de betrokkenen in het bijzonder, voor gevoelens van onrust, angst en onveiligheid. Het had heel erg fout kunnen gaan. Er had zich zo veel gas opgehoopt, dat het aansteken van bijvoorbeeld een sigaret al rampzalige gevolgen had kunnen hebben. Verdachte heeft niets ondernomen om het gevaar weg te nemen; na de diefstal heeft hij de situatie, waarvan hij wist dat die gevaarlijk was, eenvoudigweg achter zich gelaten. De rechtbank vindt het zeer kwalijk dat verdachte geen verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor zijn gedrag en geen enkel inzicht heeft getoond in de ernst daarvan.
De rechtbank houdt rekening met het strafblad van verdachte. Daaruit komt naar voren dat verdachte veel vermogensdelicten, met name diefstallen en pogingen daartoe, heeft gepleegd. De veroordelingen daarvoor hebben hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat verdachte de strafbare feiten heeft gepleegd tijdens een proeftijd.
Gelet op de ernst van de feiten en gezien het strafblad van verdachte acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf van 20 maanden passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 45, 55, 57, 157, 170 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Vogel (voorzitter), mr. K.A.M. van Hoof en
mr. C.A.H. Pouwels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 augustus 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018107133, gesloten op 12 juli 2018, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7-8.
3.Proces-verbaal van aangifte door [aangever] , namens Woningbouwvereniging Wonion, p. 3-4.
4.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 22.
5.Incidentrapportage, p. 18.
6.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 22.
7.Rapport NFI, p. 27.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7.
10.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 augustus 2019.