In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 1 februari 2019 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoekster, die door het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel een last onder dwangsom was opgelegd. De last hield in dat verzoekster de kunstgrasrollen die op haar perceel waren opgeslagen, diende te verwijderen en af te voeren naar een erkende locatie. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 24 januari 2019 hebben partijen overeenstemming bereikt over een verlenging van de termijn waarbinnen aan de lasten moest worden voldaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de begunstigingstermijn vastgesteld op 1 juli 2019. Dit biedt verzoekster de gelegenheid om te onderzoeken of verwerking van de kunstgrasrollen in Nederland mogelijk is, en om voorbereidingen te treffen voor verwerking in Denemarken. De voorzieningenrechter heeft de ordemaatregel van 21 december 2018 opgeheven en de begunstigingstermijn verlengd, zodat verzoekster kan voldoen aan de opgelegde last zonder direct geconfronteerd te worden met dwangsommen.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verweerder in de proceskosten van verzoekster wordt veroordeeld, en dat het door verzoekster betaalde griffierecht door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.