ECLI:NL:RBGEL:2019:3768

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2019
Publicatiedatum
22 augustus 2019
Zaaknummer
05/740558-18 (ontnemingsvordering)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vaststelling van wederrechtelijk verkregen voordeel in het kader van ontnemingsvordering na veroordeling voor schuldheling

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 augustus 2019 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde die zich schuldig had gemaakt aan schuldheling. De veroordeelde, geboren in 1987, was eerder veroordeeld voor het verwerven, voorhanden hebben en overdragen van een grote hoeveelheid flessen champagne, waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door een misdrijf waren verkregen. De rechtbank heeft op basis van de vordering van de officier van justitie vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, geschat moet worden op € 7.232,39. Dit bedrag is gebaseerd op een berekening die rekening houdt met de totale opbrengst uit verkoop, inkoopkosten, veilingkosten en overige onkosten. De verdediging had verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie of afwijzing van de vordering, maar de rechtbank heeft de berekeningen van de verdediging als uitgangspunt genomen en de vordering van de officier van justitie gematigd. De rechtbank heeft de verplichting tot betaling aan de staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel opgelegd aan de veroordeelde, die ook de verplichting heeft om dit bedrag terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740558-18 (ontnemingsvordering)
Datum zitting : 8 augustus 2019
Datum uitspraak : 22 augustus 2019
Tegenspraak
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[veroordeelde](hierna: veroordeelde),
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. M.P. Waninge, advocaat te Groningen.

1.De procedure

Bij vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van deze rechtbank van
22 augustus 2018 is veroordeelde tot straf veroordeeld ter zake van het in de onderliggende strafzaak bewezen verklaarde feit, gekwalificeerd als:
schuldheling.

2.Vordering van de officier van justitie

De vordering van de officier van justitie strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht, wordt geschat en het aan veroordeelde opleggen van de verplichting tot betaling aan de staat van dat voordeel, bij het uitbrengen van de vordering geschat op
€ 22.504,00. Aan de vordering van de officier van justitie ligt ten grondslag een door de politie opgemaakt rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, waarin wordt uitgegaan van een onderzoeksperiode van 1 januari 2018 tot en met 4 december 2018.
Ter zitting van 8 augustus 2018 heeft de officier van justitie naar aanleiding van door de verdediging ingebrachte financiële gegevens het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel gematigd en overeenkomstig bepaald op € 7.232,39.

3.Standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft primair verzocht om niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie dan wel om afwijzing van de vordering onder verwijzing naar de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat het bedrag van de ontnemingsvordering moet worden verlaagd tot € 7.232,39. Daarbij heeft zij erop gewezen dat in de door de politie opgemaakte berekening wederrechtelijk verkregen voordeel is uitgegaan van een onjuiste c.q. te hoge opbrengst en geen rekening is gehouden met een aantal significante kostenposten, zoals veilingkosten. Voorts is in het rapport van de politie geen inkomstenbelasting in mindering gebracht op de winst, terwijl veroordeelde deze wel heeft voldaan. Ter onderbouwing heeft de raadsvrouw een uitgebreid overzicht overgelegd waarop over bovenstaande onderzoeksperiode per wijnsoort de omzet, kosten en winst van veroordeelde in beeld zijn gebracht.
4. De beoordeling van de vordering [1]
Op basis van het ter terechtzitting gehouden onderzoek, in samenhang met de inhoud van het procesdossier, het vonnis in de onderliggende strafzaak en de daaraan ontleende bewijsmiddelen, stelt de rechtbank vast dat veroordeelde zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, voorhanden hebben en overdragen van een grote hoeveelheid flessen champagne, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door een misdrijf waren verkregen.
Weliswaar beperkt de tenlastelegging en daarmee ook de bewezenverklaring, zich tot de heling van flessen champagne alsmede tot de periode van 1 november 2018 tot en met 4 december 2018, de rechtbank is hieraan bij de vaststelling van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel niet gebonden. Uit het dossier en hetgeen ter zitting is besproken, volgt dat veroordeelde in de onderzoeksperiode ook andere wijnen dan champagne heeft verworven en verkocht, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze uit misdrijf afkomstig waren. De verdediging heeft in haar eigen berekening, evenals de politie, ook deze andere wijnen meegenomen. De rechtbank acht het aannemelijk geworden dat veroordeelde door bovenstaand strafbaar handelen, te weten de aankoop en verkoop van wijnen die door een misdrijf - dat naar de wettelijke omschrijving wordt bedreigd met een geldboete van de vijfde categorie - zijn verkregen wederrechtelijk voordeel heeft genoten.
De rechtbank volgt de verdediging in haar standpunt dat de door de politie opgemaakte berekeningen onvolledig zijn. Deze zijn namelijk gebaseerd op een schatting en niet op de reële opbrengsten en kosten van veroordeelde uit de verkoop van bovenstaande wijn(en). De rechtbank ziet geen reden om aan de betrouwbaarheid van de door de verdediging ingebrachte omzetgegevens te twijfelen en zal deze dan ook als uitgangspunt nemen bij de berekening van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit leidt de rechtbank tot de volgende berekening.
Totale opbrengst uit verkoop (inclusief schadevergoedingen)
€ 62.982,00
Totale inkoopkosten
€ 46.423,00 -
Totale netto veilingkosten
€ 7.202,55 -
Reiskosten
€ 589,76 -
Overige onkosten
€ 15,50 -
Brutowinst
€ 8.751,19
Inkomstenbelasting
€ 1.519,00 -
Nettowinst
€ 7.232,39
In navolging van bovenstaande berekening zal de rechtbank het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel vaststellen op
€ 7.232,39.
De rechtbank ziet geen aanleiding tot matiging van de betalingsverplichting zodat zij deze eveneens zal vaststellen op
€ 7.232,39.

5.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

6.De beslissing

De rechtbank:
-stelt het bedrag waarop het door veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 7.232,39(zevenduizend tweehonderd tweeëndertig euro en negenendertig cent);
-legt aan veroordeelde, ter ontneming van het door hem wederrechtelijk verkregen voordeel, de verplichting op tot betaling aan de staat van bovenstaand bedrag van
€ 7.232,39(zevenduizend tweehonderd tweeëndertig euro en negenendertig cent.
Aldus gegeven door mr. J.M.J.M. Doon, voorzitter, mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. D.S.M. Bak, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.M. Fransen, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 augustus 2019.
De voorzitter is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam] van de politie Oost- Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019030602 Z, sloten op 27 december 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.