In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een burenconflict tussen twee partijen over hoog opschietende bomen die te dicht bij de erfgrens staan. De eisers, beiden wonende te [woonplaats], hebben een vaststellingsovereenkomst gesloten met de gedaagde, wonende te [woonplaats], met betrekking tot de verwijdering van deze bomen. De eisers vorderen dat de rechtbank bevestigt dat de gedaagde zijn verplichtingen uit deze overeenkomst moet nakomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, ondanks het verweer van de gedaagde dat deze niet ondertekend was. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde zijn medewerking moet verlenen aan de uitvoering van de afspraken, waaronder het kappen van de bomen. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 250,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 10.000,00. De proceskosten zijn aan de zijde van de eisers begroot op € 1.476,91. Het vonnis is uitgesproken op 5 juni 2019.