Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagden]
1.De procedure
- het tussenvonnis van 30 mei 2018,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 16 oktober 2018,
- de conclusie na enquête,
- de antwoordconclusie na enquête.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Gelderland op 29 mei 2019, ging het om een geschil tussen een eiser en gedaagden over de verwijdering van bomen die zich aan de erfgrens bevonden. De eiser had in januari 2015 verzocht om de bomen te verwijderen, maar de gedaagden stelden dat de rechtsvordering tot verwijdering was verjaard. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden met getuigenverklaringen hadden aangetoond dat de bomen al sinds januari 1995 boven de scheidsmuur uitgroeiden. De getuigen, waaronder buurtgenoten en een deskundige, bevestigden dat de bomen al lange tijd aanwezig waren en dat de hoogte van de bomen meer dan twee meter was. De rechtbank concludeerde dat de vordering tot verwijdering van de bomen was verjaard, omdat de eiser niet had aangetoond dat de bomen sinds de verjaring onder de twee meter waren teruggezet. De rechtbank wees de vorderingen van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten. Het vonnis werd openbaar uitgesproken door mr. S.J. Peerdeman.