ECLI:NL:RBGEL:2019:3621
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak met betrekking tot inbraak en wapenbezit
Op 12 augustus 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van inbraak en wapenbezit. De zaak was aanhangig gemaakt door de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland. De verdachte werd beschuldigd van het stelen van goederen van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) in Zutphen, waaronder vuurwapens, munitie en pepperspray, in de nacht van 29 op 30 juli 2018. Tijdens de zitting op 29 juli 2019 werd het bewijs besproken, waarbij de officier van justitie een gevangenisstraf van 54 maanden eiste.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen direct bewijs was dat de verdachte betrokken was bij de inbraak. Er waren geen camerabeelden of technisch bewijs, zoals vingerafdrukken of DNA, die de verdachte konden linken aan de plaats delict. De telefoon van de verdachte was op het moment van de inbraak niet in de buurt van de DV&O, en hoewel er chatgesprekken waren waarin de naam van de verdachte werd genoemd, was dit niet voldoende om zijn betrokkenheid te bewijzen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Dit leidde tot een volledige vrijspraak van de tenlastegelegde feiten. Daarnaast werd de Dienst Vervoer & Ondersteuning niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 12 augustus 2019.