ECLI:NL:RBGEL:2019:3454

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 juli 2019
Publicatiedatum
30 juli 2019
Zaaknummer
05/760068-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling ex-militair voor ontuchtige handelingen met minderjarige

In deze zaak heeft de Militaire Kamer van de Rechtbank Gelderland op 29 juli 2019 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 33-jarige ex-militair, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer, die op dat moment nog geen zestien jaar oud was. De verdachte heeft ontkend de feiten te hebben gepleegd, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar en gedetailleerd waren. De militaire kamer heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was, waaronder een WhatsApp-gesprek dat de seksuele contacten tussen de verdachte en het slachtoffer bevestigde. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de daden van de verdachte op het slachtoffer en haar familie. De verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn positie en het vertrouwen dat het slachtoffer en haar ouders in hem stelden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, waarbij ook een schadevergoeding aan het slachtoffer is toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/760068-17
Datum uitspraak : 29 juli 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
raadsman: mr. N. Vogelaar, advocaat te Haarlem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 juli 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 26 april 2017 tot
en met 17 jun 2017, in ieder geval op 17 juni 2017, te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] , in ieder geval tussen haar schaamlippen, en/of
- het brengen van zijn penis in de anus van die [slachtoffer] , en/of
- het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en/of het zich door die [slachtoffer] aan zijn penis laten likken, en/of
- het brengen van zijn penis tegen de billen en/of de anus van die [slachtoffer] , en/of
- het brengen van één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] en/of het (met één of meer van zijn vingers) betasten van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het tongzoenen van die [slachtoffer] ;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 26 april 2017 tot en met 17 jun 2017, in ieder geval op 17 juni 2017, te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd te weten
- het brengen van zijn penis tegen de vagina en/of tegen de anus van die [slachtoffer] , en/of;
- het (met één of meer van zijn vingers) betasten van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het zich door die [slachtoffer] aan zijn penis laten likken, en/of
- het tongzoenen met die [slachtoffer] ;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2012 tot en met 25 april 2017, te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van twaalf jaren niet had bereikt, (telkens) één of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te
weten
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] , in ieder geval tussen haar schaamlippen, en/of
- het brengen van zijn penis in de anus van die [slachtoffer] , en/of
- het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en/of het zich door die [slachtoffer] aan zijn penis laten likken, en/of
- het brengen van zijn penis tegen de billen en/of de anus van die [slachtoffer] , en/of
- het brengen van één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] en/of het (met één of meer van zijn vingers) betasten van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het tongzoenen van die [slachtoffer] ;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 25 april 2017, te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van zestien jaren niet had bereikt, één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het brengen van zijn penis tegen de vagina en/of tegen de anus van die [slachtoffer] , en/of;
- het (met één of meer van zijn vingers) betasten van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het zich door die [slachtoffer] aan zijn penis laten likken, en/of
- het tongzoenen met die [slachtoffer] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar en gedetailleerd zijn en voldoende worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. [slachtoffer] heeft consistent en congruent verklaard.
Met name de aangetroffen chat op de telefoon van [slachtoffer] tussen haar en verdachte ondersteunt de verklaring van [slachtoffer] . De verklaring van verdachte ten aanzien van de chat is ongeloofwaardig. Daarnaast spreekt de inhoud van de chat voor zich volgens de officier van justitie.
De chat dateert van 17 juni 2017, maar uit de inhoud blijkt dat er eerder seksueel contact is geweest. Zij heeft ook verklaard dat zij heel veel seksuele dingen heeft gedaan met verdachte én dat dit op meerdere plekken in de woning heeft plaatsgevonden Dit is een duidelijke aanwijzing dat het vaker heeft plaatsgevonden. Ook was [slachtoffer] zeer frequent aanwezig in de woning van verdachte, terwijl zijn vrouw (nog) niet aanwezig was. Verdachte en zij hadden fysiek contact in de vorm van stoeien.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat verdachte sinds zijn aanhouding de tenlastegelegde feiten stellig heeft ontkend. Er zijn geen aanwijzingen voor misbruik aangetroffen tijdens het lichamelijk onderzoek van [slachtoffer] . Bovendien ontbreekt forensisch-technisch bewijs. De raadsman vindt dit ontlastend voor verdachte.
De moeder van [slachtoffer] heeft verklaard dat [slachtoffer] al van jongs af aan problemen heeft met haar genderidentiteit en dat zij meer (psychische) problemen heeft. De raadsman denkt dat [slachtoffer] een rijke fantasie heeft of mogelijk is [slachtoffer] wel iets overkomen, maar verdachte heeft hier niets mee te maken. De rechter-commissaris heeft de vordering tot inbewaringstelling ook afgewezen in verband met het ontbreken van steunbewijs en er is sindsdien geen bewijs bijgekomen.
De raadsman heeft geconcludeerd dat er onvoldoende steunbewijs is voor de verklaringen van [slachtoffer] . Verdachte dient daarom integraal te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer stelt voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het feit dat in de regel slechts twee personen aanwezig zijn bij de veronderstelde seksuele handelingen: het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. Wanneer dan, zoals in dit geval, de verdachte het hebben van seksuele contacten ontkent, leidt dat ertoe dat op die punten alleen de verklaring van het veronderstelde slachtoffer, als wettig bewijs beschikbaar is. Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is de enkele verklaring van het veronderstelde slachtoffer onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Hier staat echter tegenover dat soms een geringe mate van steunbewijs in combinatie met de verklaringen van het veronderstelde slachtoffer reeds voldoende kan zijn
om aan het wettelijk bewijsminimum te voldoen. Om onterechte veroordelingen te voorkomen, dient de feitenrechter behoedzaam te zijn bij het gebruik van dergelijk steunbewijs.
De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, lid 2, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
Inhoud van de bewijsmiddelen
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , is op zaterdag 17 juni 2017 rond 14.00/14.30 uur naar verdachte is gegaan om scheenbeschermers terug te brengen. Ze is volgens haar moeder ongeveer een half uur à drie kwartier weg gebleven. [2] ’s Avonds gaf [slachtoffer] aan dat ze last had van haar vagina. Ze gaf aan dat het jeukte en pijn deed en ze vroeg om er zalf op te smeren. De volgende dag klaagde ze weer dat ze last had van haar vagina en ze wilde dat haar moeder er naar keek. Toen zei [slachtoffer] dat het meer aan de binnenkant en aan de achterkant zat. Aan de buitenkant zag haar vagina er normaal uit, maar aan de binnenkant zag moeder een rood geïrriteerd randje. Moeder zei dat ze er niets aan kon doen en dat het leek alsof er iets in was geweest. [slachtoffer] is vervolgens naar haar kamer gegaan en lag met haar hoofd voorover in het kussen. Nadat moeder vroeg wat er aan de hand was, gaf [slachtoffer] aan dat ze zich heel erg schaamde en bang was dat haar moeder boos zou worden. Ik heb gezegd dat ze het maar moest vertellen omdat ik haar anders niet zou kunnen helpen. Moeder lag vervolgens bij haar op bed en toen vertelde [slachtoffer] dat ze seks had gehad met de buurman, [verdachte] (verdachte). Volgens moeder klonk het erg volwassen en alsof het iets was wat ze samen hadden gedaan. [slachtoffer] vertelde meteen dat zij al langer seks hadden en dat het vrij snel begon nadat verdachte naast hen is komen wonen. [3] [slachtoffer] ging regelmatig alleen naar de buren. [4]
De moeder van [slachtoffer] heeft verder verklaard dat [slachtoffer] het laatste jaar of driekwart jaar niet meer zo vaak last had van haar vagina. Daarvoor had zij regelmatig last van haar vagina, namelijk maandelijks. Dan was haar vagina ook vaak aan de buitenkant rood en geïrriteerd. De vurigheid van haar schaamlippen viel moeder op, die zat ook bij haar billen. [5]
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte heel veel seksuele dingen met haar heeft gedaan. Dit gebeurde in het begin heel vaak en de laatste tijd minder vaak. [6] Op zaterdag 17 juni 2017 is zij rond 14.30 uur voor het laatst naar verdachte gegaan. Zij had als eerste "Hoi" naar verdachte geWhatsAppt en hij reageerde met "Hoi". Ze heeft daarna in dat WhatsApp gesprek gezegd dat ze geen seks meer wou en maar wel heel af en toe kwam. Toen vroeg hij "Wat wil je doen dan?". Daarna is zij naar de buren gegaan, de vrouw van verdachte was een weekend weg. [7] Verdachte lag op het bed in de logeerkamer en vroeg of ze ook kwam. Zij durfde geen nee te zeggen en hij trok haar bovenop zich. [8] Zij heeft zelf haar broek uitgetrokken, omdat het verdachte niet lukte. Verdachte heeft zelf zijn broek uitgetrokken. Toen trok verdachte haar weer op zich en ze hebben met tong gezoend. [9] Verdachte ging met zijn piemel langs haar vagina en een klein stukje in haar vagina. Ze voelde dat de piemel hard was. Ze voelde dat ze klaarkwam. Dat klaarkomen voelde alsof ze moest plassen. [10] Verdachte is niet klaargekomen, want ze zag geen sperma. Hierna wilde verdachte stoeien, tijdens het stoeien kwam de piemel ook tegen haar vagina, billen en tegen het gaatje in haar billen, maar niet echt erin. [11] Ze heeft het zondag verteld omdat ze zich er niet prettig bij voelde en ze wist dat het niet goed was. [12]
[slachtoffer] heeft verklaard dat de eerste keer dat het gebeurde ongeveer vier jaar geleden was, toen de buren er ongeveer een jaar woonden. Het gebeurde
meestalals hij uit zijn werk kwam en soms in het weekend als zijn vrouw voetbalde. Eerst gebeurde het één keer per week en sinds een half jaar eens per drie weken en twee maanden voor 17 juni 2017 niet. Op maandag gebeurde het niet, want dan was de vrouw van verdachte vrij. [13] Soms gebeurde het wel wanneer zijn vrouw thuis was. Dan stopte verdachte tijdens verstoppertje spelen zijn hand in haar broek, onder haar onderbroek. Dan ging hij met zijn vinger heen en weer bij haar plasser. Soms, als zijn vrouw nog niet thuis was, ging verdachte tijdens het koken op het aanrecht zitten. Dan moest zij aan zijn piemel likken. En dan ging hij altijd nog met zijn piemel langs haar kont omdat hij dat lekker vond. Hij ging dan met zijn piemel bij het gaatje van haar kont, soms een beetje erin. Dat gebeurde wel lang geleden. [14] Dat vond ze niet fijn. Ze denkt dat hetgeen gebeurde op het aanrecht een jaar geleden voor het laatst is gebeurd. Hij ging dan een beetje op en neer met zijn piemel in haar mond. Ze weet niet hoe vaak dat is gebeurd. Dat hij met zijn piemel een stukje in haar gaatje ging gebeurde ook tijdens ‘het
normale’. Dat gebeurde op de logeerkamer. [15]
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar ook likte. Hij ging dan
gewooneen beetje heen en weer met zijn tong, bij haar plasser, haar vagina. Dan stopte het als ze was klaargekomen. Soms lag ze op hem en dan likten ze elkaar. Zij likte dan aan zijn piemel en hij aan haar plasser. Dat stopte als hij of zij was klaargekomen, meestal als hij was klaargekomen. Dan kwam er een beetje sperma uit. Meestal bij haar kont. Ze denkt dat hij dat deed zodat hij niets hoefde schoon te maken. [16] Normaalals ze het deden ging hij
gewooneen beetje heen en weer met zin piemel tegen haar vagina en kont. Hij is een keer tijdens het kijken van een film met zijn piemel tegen haar kont en een beetje in haar kont gegaan. Toen ging hij een beetje op en neer en kwam klaar in haar kont. Ze ging eerst naar de wc om het eraf te halen. Ze liet die dag allemaal natte scheetjes waardoor het eruit kwam. [17]
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze het soms niet prettig vond. Als ze naar verdachte ging, dacht ze “ik wil seks hebben” omdat haar lichaam dat fijn vond. Maar haar hoofd vond het niet fijn. [18]
Ze heeft het een keer tegen [getuige 1] , het neefje van verdachte, gezegd als grapje. [19]
Verdachte heeft verklaard dat hij en zijn vrouw vanaf 2012 in Amersfoort woonden. Sinds zij de katten hebben, kregen zij meer contact met de buren en kwam [slachtoffer] vaker bij hen. Zij hebben de katten in juli 2013 gekregen. Verdachte heeft verklaard dat er een periode is geweest dat [slachtoffer] wekelijks langskwam, soms een paar minuten en soms de hele avond. [slachtoffer] heeft in september of oktober van 2016 geroepen tegen zijn neefje [getuige 1] dat hij, verdachte, een kinderverkrachter is. Het klopt dat hij op 17 juni 2017 een appgesprek met [slachtoffer] heeft gehad waarin zij aangeeft dat zij af en toe seks wil. [20]
De vrouw van verdachte heeft verklaard dat verdachte op woensdag, donderdag en vrijdag rond 17.15 uur thuis was en zij om 18.00 uur. Op die dagen kookte verdachte altijd. [slachtoffer] was dan vaak bij hen en hielp verdachte mee met koken. Als zij thuiskwam ging [slachtoffer] weg en gingen zij en haar man eten. Verdachte en [slachtoffer] stoeiden met elkaar. [21] Ze heeft verklaard dat [slachtoffer] een periode ongeveer twee keer per week bij hen was, maar dat ze de laatste tijd veel minder vaak kwam. [22]
Op de telefoon van [slachtoffer] is een verwijderd appgesprek aangetroffen tussen haar en verdachte. De inhoud en tijdstippen van de appberichten zijn als volgt, waarbij de militaire kamer begrijpt dat ‘ME’ [slachtoffer] betreft en dat met ‘he’ wordt gedoeld op verdachte: [23]
Bewijsoverwegingen
De militaire kamer zal eerst ingaan op de vraag of de verklaringen van [slachtoffer] als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. Uit de gedetailleerde verklaringen van [slachtoffer] volgt – kort gezegd – dat zij, vrij kort nadat verdachte naast haar is komen wonen, in het begin ongeveer wekelijks in de woning van verdachte seksueel contact met hem heeft gehad. Later was het minder frequent. Dit seksueel contact omvatte mede seksueel binnendringen. Verdachte heeft zijn penis in de vagina, anus en mond van aangeefster gebracht, hij heeft haar vagina betast en gelikt en zij hebben getongzoend. [slachtoffer] heeft ook verklaard over een aantal concrete incidenten en zij heeft beschreven hoe bepaalde handelingen (daarna)
voelden. Hieruit blijkt naar het oordeel van de militaire kamer dat zij ervaring heeft met deze handelingen. Ook komt haar verklaring over het WhatsApp gesprek overeen met het verwijderde gesprek dat later op haar telefoon is aangetroffen. De militaire kamer is van oordeel dat dit een goede ondersteuning is voor de betrouwbaarheid van haar verklaring, [slachtoffer] kon immers ten tijde van het afleggen van deze verklaring niet weten dat dit door haar verwijderde appgesprek teruggevonden zou worden. Ook komt haar verklaring ten aanzien van de momenten dat zij alleen was met verdachte overeen met de verklaringen van verdachte en zijn vrouw.
[slachtoffer] heeft in haar verklaringen consistent, eenduidig en zeer gedetailleerd verklaard over de aan verdachte verweten ontuchtige handelingen. De militaire kamer is dan ook van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] als betrouwbaar kan worden aangemerkt.
Steunbewijs
Verdachte zelf heeft verklaard dat hij op 17 juni 2017 aan het gamen was tijdens het WhatsApp gesprek en geen aandacht besteedde aan de opmerking van [slachtoffer] om 14:09:35 uur met als inhoud “
Over dat sexs bedoel ik niet nooit meer doen maar heel af en toe”. Verdachte heeft verder verklaard dat hij aan haar vroeg of ze langs kwam, omdat zij scheenbeschermers zou terugbrengen. Ten aanzien van de geheimhouding waarover werd gesproken in het WhatsApp gesprek heeft verdachte verklaard dat dit betrekking had op het gesprek dat hij eerder met haar had over genderproblematiek.
De militaire kamer is van oordeel dat de verklaring van verdachte ten aanzien van het WhatsApp gesprek ongeloofwaardig is. De berichten volgen zeer kort op elkaar en vormen een lopend gesprek. De woorden ‘scheenbeschermers’ of ‘genderproblematiek’, of woorden van gelijke strekking, worden niet gebruikt. Ook een impliciete verwisseling van deze onderwerpen acht de militaire kamer onaannemelijk, mede omdat verdachte wel duidelijk van onderwerp wisselde nadat hij vroeg naar het voetbal.
De militaire kamer is van oordeel dat uit het WhatsApp gesprek duidelijk blijkt dat wordt gesproken over seks die eerder moet hebben plaatsgevonden tussen [slachtoffer] en verdachte. [slachtoffer] geeft aan dat ze dit nog wel af en toe wil en verdachte vraagt hierop direct of zij langskomt. De militaire kamer is van oordeel dat dit WhatsApp gesprek, wat pas na de vordering tot inbewaringstelling is aangetroffen, van een objectieve bron afkomstig is en voldoende steunbewijs biedt voor de verklaringen van [slachtoffer] .
Daarnaast heeft de moeder van [slachtoffer] de dag na 17 juni 2018 waargenomen dat de binnenkant van de vagina van [slachtoffer] een rood randje had, nadat [slachtoffer] aangaf dat zij last had van haar vagina. Deze waarneming van moeder biedt naar het oordeel van de militaire kamer extra steunbewijs. Tot slot weegt de militaire kamer nog mee dat verdachte zelf heeft verklaard dat [slachtoffer] ooit tegen [getuige 1] heeft gezegd dat verdachte een kinderverkrachter is, hetgeen overeenkomt met de verklaring van [slachtoffer] daarover.
Conclusie
De militaire kamer is op basis van de gebezigde bewijsmiddelen van oordeel dat overtuigend bewezen kan worden dat verdachte seksuele handelingen met [slachtoffer] heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen.
Periode, feit 1
Alhoewel de militaire kamer van oordeel is dat uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat het misbruik gedurende een langere periode hebben plaatsgevonden kan ten aanzien van feit 1 alleen de seksuele handelingen op 17 juni 2017 wettig en overtuigend worden bewezen. [slachtoffer] heeft immers verklaard dat het vóór 17 juni 2017 twee maanden niet heeft plaatsgevonden. De militaire kamer acht daarom ten aanzien van feit 1 bewezen dat verdachte op 17 juni 2017 seksuele handelingen heeft verricht met [slachtoffer] en niet in de gehele ten laste gelegde periode.
Periode, feit 2
Ten aanzien van de ten laste gelegde periode voor feit 2 overweegt de militaire kamer als volgt.
De militaire kamer heeft zoals eerder overwogen geen reden om te twijfelen aan de verklaringen van [slachtoffer] . Er is ook geen reden om te twijfelen aan haar verklaring ten aanzien van de periode. Haar woordgebruik – ‘meestal’, ‘gewoon’, ‘normaal’ – ondersteunt ook dat het misbruik al gedurende een zodanig lange tijd plaatsvond, dat zij het als (bijna) vanzelfsprekend is gaan ervaren.
Haar verklaring ten aanzien van de periode wordt ondersteund door de verklaring van moeder dat [slachtoffer] langer dan een jaar of driekwart jaar eerder regelmatig een vurig rode vagina en billen had. [slachtoffer] heeft verder tegen haar moeder gezegd dat verdachte had aangegeven dat het na zijn huwelijk moest stoppen, maar dat het toch gewoon door ging. [24] Verdachte is op 22 juni 2014 getrouwd. [25] Hieruit leidt de militaire kamer af dat het misbruik al voor 22 juni 2014 plaatsvond, wat ook overeenkomt met de verklaring van [slachtoffer] dat het misbruik al vier jaar duurde.
Verder blijkt uit de tekst van het hiervoor aangehaalde WhatsApp bericht dat de seksuele contacten in het verleden vaker hebben plaatsgevonden. [slachtoffer] schreef namelijk “over dat sexs bedoel ik niet nooit meer doen maar heel af en toe”, wat verwijst naar gebeurtenissen uit het verleden die minder frequent zouden moeten gaan plaatsvinden. Verdachte zelf heeft voorts verklaard dat [slachtoffer] in oktober of september 2016 tegen [getuige 1] heeft geroepen dat hij een kinderverkrachter is. Ook dit ondersteunt dat het misbruik al langer plaatsvond.
De militaire kamer sluit tot slot aan bij het moment dat verdachte katten heeft gekregen, te weten in juli 2013, omdat toen het contact intensiveerde.
De militaire kamer heeft dan ook de overtuiging dat verdachte in de ten laste gelegde periode seksuele handelingen heeft gepleegd met [slachtoffer] , mede bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
(op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 26 april 2017 tot
en met 17 juni 2017, in ieder gevalop 17 juni 2017, te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
(telkens)buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] ,
in ieder geval tussen haar schaamlippen,en
/of
- het brengen van zijn penis in de anus van die [slachtoffer] , en/of
- het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en/of het zich door die [slachtoffer] aan zijn penis laten likken, en/of
- het brengen van zijn penis tegen de billen en
/ofde anus van die [slachtoffer] , en
/of
- het brengen van één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] en/of het (met één of meer van zijn vingers) betasten van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] , en/of
- het tongzoenen met die [slachtoffer] ;
2.
hij
(op meerdere tijdstippen
)in of omstreeks de periode van 3 juli 2013 tot en met 25 april 2017, te Amersfoort, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die de leeftijd van twaalf jaren niet had bereikt,
(telkens
)één of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te
weten
- het brengen van zijn penis in de vagina van die [slachtoffer]
, in ieder geval tussen haar schaamlippen, en
/of
- het brengen van zijn penis in de anus van die [slachtoffer] , en
/of
- het brengen van zijn penis in de mond van die [slachtoffer] en
/ofhet zich door die [slachtoffer] aan zijn penis laten likken, en
/of
- het brengen van zijn penis tegen de billen en
/ofde anus van die [slachtoffer] , en
/of
- het brengen van één of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] en
/ofhet (met één of meer van zijn vingers) betasten van de vagina van die [slachtoffer] , en
/of
- het likken van de vagina van die [slachtoffer] , en
/of
- het tongzoenen met die [slachtoffer] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
Ten aanzien van feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van beide ten laste gelegde feiten, en rekening houdend met het ad informandum gevoegde feit, zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. De officier van justitie heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de handelingen, de zeer jonge leeftijd van [slachtoffer] en haar kwetsbaarheid in het bijzonder. Volgens de officier van justitie kan gezien de ernst van het feit worden volstaan met de enkele constatering dat er sprake is van een (beperkte) schending van de redelijke termijn.
Beslag
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht geen beslissing te nemen ten aanzien van de in beslag genomen telefoons, kleding en beddengoed. Deze goederen dienen beschikbaar te blijven voor (nader) onderzoek zolang er geen onherroepelijk vonnis is. Nadat er een onherroepelijke uitspraak is, kunnen deze goederen worden terug gegeven aan de eigenaar.
De harde schijf waarop de kinderporno is aangetroffen dient onttrokken te worden aan het verkeer.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Er is geen strafmaatverweer gevoerd.
Verdachte heeft wel verzocht om teruggave van de in beslag genomen goederen. Subsidiair heeft verdachte verzocht om in elk geval de vakantiefoto’s terug te geven door deze van de harde schijf over te zetten naar een door hem aan te leveren harde schijf.
Beoordeling door de rechtbank
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 31 mei 2019;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 27 juni 2019.
Verdachte heeft gedurende een lange periode op onaanvaardbare wijze misbruik gemaakt van zijn overwicht op zijn buurmeisje, nog een kind. Hij heeft daarmee telkens opnieuw inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn buurmeisje. Toen zij bij hem kwam spelen en hij op dat moment de zorg over haar had, heeft hij seksuele handelingen gepleegd, mede bestaande uit het brengen van zijn penis in haar mond, vagina en anus. Hij heeft ook haar vagina gelikt en tijdens het spelen van verstoppertje haar vagina betast. Verdachte heeft hiermee op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van zijn buurmeisje geschonden. Verdachte heeft misbruik gemaakt van haar kwetsbaarheid, maar ook van haar spontaniteit, openheid en aanhankelijkheid naar hem en heeft haar vertrouwen in hem op ernstige wijze geschonden.
Hij heeft bevrediging gezocht van zijn eigen seksuele verlangens, zonder daarbij rekening te houden met het feit dat slachtoffers van dergelijke ontuchtige handelingen nog jaren later psychische schade kunnen ondervinden van wat hen is aangedaan. Hiermee is de normale en gezonde seksuele ontwikkeling van [slachtoffer] doorkruist. Daarnaast heeft hij het vertrouwen dat haar ouders in hem stelden zeer ernstig beschaamd. Uit de ter zitting voorgedragen slachtoffer-verklaringen blijkt dat het handelen van verdachte op zowel [slachtoffer] als haar ouders een enorme impact heeft gehad. Verdachte heeft bij dit alles kennelijk niet stilgestaan en heeft enkel zijn eigen behoeften vooropgesteld. De militaire kamer neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Anderzijds houdt de rechtbank er ook rekening mee dat de aanhouding en verdenking gevolgen voor het leven van verdachte hebben gehad. Verdachte moest verhuizen en is geschorst van zijn werk. Voorts houdt de militaire kamer ermee rekening dat verdachte door een veroordeling zal worden ontslagen. De militaire kamer houdt ten slotte, meer dan de officier van justitie, nadrukkelijk rekening met het tijdsverloop.
Er is sprake van zeer ernstige feiten die maatschappelijk als onaanvaardbaar worden gezien. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur is daarom de enige passende straf.
De militaire kamer ziet geen reden om een contactverbod op te leggen, omdat verdachte is verhuisd en er geen contact meer is tussen (de familie van) het slachtoffer en verdachte.
Ad informandum gevoegde zaak
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met de ad informandum gevoegde zaak. Verdachte heeft erkend dit strafbare feit te hebben gepleegd. De officier van justitie heeft toegezegd ter zake van dit feit geen afzonderlijke strafvervolging te zullen instellen indien dit wordt verdisconteerd in de strafoplegging. Het betreft het feit dat verdachte in de periode van 1 januari 2010 tot en met 23 juni 2017, te Amersfoort een afbeelding - of een gegevensdrager bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad.
Beslag
De militaire kamer overweegt dat artikel 353 Wetboek van Strafvordering een verplichting oplegt aan de strafrechter om te beslissen over in beslag genomen en niet terug gegeven voorwerpen. Daarom zal de militaire kamer niet voldoen aan het verzoek van de officier van justitie om af te zien van een dergelijke beslissing. Immers, de tenuitvoerlegging van na te melden beslissingen zal pas plaatsvinden nadat dit vonnis onherroepelijk is geworden.
De militaire kamer zal de teruggave gelasten van de na te melden voorwerpen aan de verdachte, dan wel de na te noemen als rechthebbende aan te merken personen:
  • kussenslopen ( [nummer 1] en [nummer 2] ) aan verdachte;
  • dekbedovertrekken ( [nummer 3] en [nummer 4] ) aan verdachte;
  • laken ( [nummer 5] ) aan verdachte;
  • handdoek( [nummer 6] ) aan verdachte;
  • boxershorts ( [nummer 7] ) aan verdachte;
  • onderbroek ( [nummer 8] ) aan verdachte;
  • Microsoft telefoon (goednummer [nummer 9] ) aan verdachte;
  • Laptop Acer (goednummer [nummer 10] ) aan verdachte;
  • Laptop Asus (goednummer [nummer 11] ) aan verdachte;
  • Samsung telefoon (goednummer [nummer 12] ) aan verdachte.
  • sportbroek ( [nummer 13] ) aan (de ouders van) [slachtoffer] ;
  • onderbroek ( [nummer 14] ) aan (de ouders van) [slachtoffer] ;
  • Samsung telefoon (goednummer [nummer 15] ) aan (de ouders van) [slachtoffer] ;
  • Huawei telefoon (goednummer [nummer 16] ) aan (de ouders van) [slachtoffer] .
De in beslag genomen en nog niet teruggegeven harde schijf (merk Lacie, goednummer [nummer 17] ), met betrekking tot welk het ad informandum gevoegde feit is begaan, dient te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het van zodanige aard is dat het bezit daarvan in strijd is met de wet. De militaire kamer merkt op dat het de officier van justitie vrij staat om de foto’s en video’s – die niet kinderpornografisch materiaal van aard zijn – te kopiëren naar een door verdachte te verstrekken gegevensdrager.
7a. De beoordeling van de civiele vordering, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 20.579,20.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij in het geheel toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 135 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de vordering niet betwist en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de militaire kamer.
Beoordeling door de militaire kamer
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van verdachtes bewezen verklaarde handelen rechtstreeks materiele en immateriële schade heeft geleden. Verdachte is hiervoor naar burgerlijk recht aansprakelijk. Verdachte heeft ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van [slachtoffer] en haar daarmee in haar persoon aangetast. Deze immateriële schade is daarom naar het oordeel van de militaire kamer toewijsbaar. De verdediging heeft dit ook niet betwist.
De militaire kamer acht ter zake van de onderhavige feiten toekenning van een vergoeding wegens immateriële schade van € 20.000,- billijk.
De militaire kamer is ook van oordeel dat de gevorderde materiële schade ten bedrage van
€ 579,20 toewijsbaar is. De schade is voldoende onderbouwd en niet betwist.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 1 juli 2015, waarbij de militaire kamer is uitgegaan van het midden van de ten laste gelegde periode.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank voorts aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van hetzelfde bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f, 57, 240b, 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De meervoudige militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven harde schijf (merk Lacie, goednummer [nummer 17] );
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan de rechthebbende [slachtoffer] , te weten:
  • sportbroek ( [nummer 13] );
  • onderbroek ( [nummer 14] );
  • Samsung telefoon (goednummer [nummer 15] );
  • Huawei telefoon (goednummer [nummer 16] );
 gelast de
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
  • kussenslopen ( [nummer 1] en [nummer 2] );
  • dekbedovertrekken ( [nummer 3] en [nummer 4] );
  • laken ( [nummer 5] );
  • handdoek( [nummer 6] );
  • boxershorts ( [nummer 7] );
  • onderbroek ( [nummer 8] );
  • Microsoft telefoon (goednummer [nummer 9] );
  • Laptop Acer (goednummer [nummer 10] );
  • Laptop Asus (goednummer [nummer 11] );
  • Samsung telefoon (goednummer [nummer 12] ).
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
 veroordeelt verdachte ten aanzien van feiten 1 en 2 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 20.579,20(twintigduizendvijfhonderdnegenenzeventig euro en twintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 20.579,20(twintigduizendvijfhonderdnegenenzeventig euro en twintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 135 (honderdvijfendertig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.B. Heijmans (voorzitter) en mr. P.C. Quak, rechters, en
Kolonel mr. C.E.W. van de Sande (militair lid), in tegenwoordigheid van mr. M. Langstraat, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 juli 2019.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam] van de Koninklijke Marechausse, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 17072509003265 (onderzoek Lewinsbrook), gesloten op 12 september 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte [wettelijk vertegenwoordiger] , p. 91.
3.Het proces-verbaal van aangifte [wettelijk vertegenwoordiger] , p. 92.
4.Het proces-verbaal van aangifte [wettelijk vertegenwoordiger] , p. 93.
5.Het proces-verbaal van aangifte [wettelijk vertegenwoordiger] , p. 94.
6.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 125.
7.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 125.
8.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 125.
9.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 128.
10.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 129.
11.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 132.
12.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 131.
13.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 133.
14.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 134.
15.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 135.
16.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 136.
17.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 137.
18.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 138.
19.Het proces-verbaal van het studioverhoor van [slachtoffer] , p. 140.
20.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 juli 2019.
21.Het proces-verbaal van verhoor van getuige verhoor [getuige 2] , p. 109.
22.Het proces-verbaal van verhoor van getuige verhoor [getuige 2] , p. 108.
23.Het proces-verbaal onderzoek mobiele telefoon, p. 310 en p. 311.
24.Het proces-verbaal van aangifte van [wettelijk vertegenwoordiger] , p. 95.
25.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 juli 2019.