In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 15 juli 2019 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, die sinds 2 juni 2009 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met één jaar te verlengen, in plaats van de gevorderde twee jaar, beoordeeld. De betrokkene is eerder veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege en de maatregel is in het verleden al meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapporten van deskundigen die de psychische toestand van de betrokkene hebben beoordeeld. Deze rapporten wijzen op een narcistische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en een hoog recidiverisico bij het wegvallen van het huidige kader. De rechtbank heeft ook de standpunten van de betrokkene en zijn raadsman gehoord, die pleitten voor een kortere verlenging vanwege de voortgang in de behandeling en resocialisatie. Echter, de rechtbank concludeert dat de betrokkene nog steeds begeleiding en behandeling nodig heeft en dat het risico op recidive nog steeds aanwezig is. Daarom heeft de rechtbank besloten om de maatregel van tbs met één jaar te verlengen, zodat de voortgang van de resocialisatie kan worden gemonitord en de betrokkene kan leren omgaan met spanningen en confrontaties.