ECLI:NL:RBGEL:2019:2842
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van de kantonrechter in een civiele procedure na einduitspraak
Op 18 juni 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de kantonrechter die betrokken was bij een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op 28 mei 2019, na de einduitspraak van de kantonrechter op 14 mei 2019 in de hoofdzaak. De verzoeker stelde dat de kantonrechter vooringenomen was geweest in zijn oordeel. De wrakingskamer overwoog dat een verzoek tot wraking in beginsel ter zitting wordt behandeld, maar dat het verzoek zonder behandeling ter zitting kan worden afgewezen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid, indien het verzoek is ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak. Aangezien het wrakingsverzoek na de einduitspraak was ingediend, verklaarde de wrakingskamer de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek. De beslissing werd genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en werd in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.