Uitspraak
- voor Ennetcom B.V. meerdere werknemers werkten die toegang hadden tot de servers. Zo ook bij de door Ennetcom ingehuurde bedrijven Dahvo B.V. en RIN B.V., de resellers van de PGP-telefoons en Bitflow, de verhuurder van de server in Canada. Wie er allemaal over de wachtwoorden kon beschikken, is onduidelijk, maar alle Ennetcom-data konden worden benaderd en ontsleuteld als men de beschikking had over al de benodigde wachtwoorden. Na de ontsleuteling kunnen berichten worden gelezen, gekopieerd, verplaatst en aangepast;
- door het retentiebeleid op de S/MIME-server grote hoeveelheden e-mailberichten zijn bewaard terwijl deze berichten na korte tijd automatisch zouden worden verwijderd;
- de eigenaar en bestuurder van Ennetcom door het Openbaar Ministerie wordt verdacht van het onderhouden van nauwe relaties met bekende criminelen en criminele organisaties;
- er hardnekkige geruchten zijn dat Ennetcom gefinancierd is door partijen die stevig verankerd zijn in het internationale drugsmilieu en dat deze partijen een stevige vinger in de pap hebben gehouden bij het bedrijf om informatie te krijgen over anderen in het criminele milieu en om zelf een sturende rol te kunnen spelen;
- uit de beschikbare Ennetcom-data blijkt dat er beveiligingsproblemen waren bij Ennetcom, te weten bij de behandeling van kopieer- en wipe verzoeken, dat het “stelen” van een Ennetcom-adres mogelijk was en dat e-mails werden ontvangen die niet bestemd waren voor de ontvanger;
- beheer en manipulatie van versleutelde communicatie voor criminele groeperingen aantrekkelijk is, wat volgt uit het Marengo-onderzoek waar de criminele groepering over een eigen reseller (van PGP-telefoons) zou kunnen beschikken en men probeerde om de schuld van een vergismoord bij [naam 19] te leggen.
- als het geschrift in belangrijke mate steun vindt in ander bewijsmateriaal;
- waarbij de rechter in gevolge het bepaalde in artikel 360 Sv het gebruik van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een onbekend gebleven persoon moet motiveren.
- de integriteit van het Ennetcom-systeem niet is onderzocht en het dossier nauwelijks informatie bevat over de werking van, de toegang tot, de beveiliging en het beheer van de servers en de Ennetcom-data;
- dit nog meer klemt omdat de berichten die in april 2019 zijn gevoegd een andere opmaak kennen en de metadata ontbreken; en
- omdat de techniek onbekend is en niet onfeilbaar, het uitgangspunt niet kan zijn dat de Ennetcom-data authentiek en betrouwbaar zijn en dit nog te meer geldt nu informatie over bugs, spyware en backdoors ontbreekt en er door de politie ook geen onderzoek naar is gedaan.
- in het onderzoek 26DeVink meer bekend is over de techniek van en de menselijke bemoeienis bij Ennetcom maar deze informatie niet in het dossier van de onderhavige zaken is gevoegd;
- de verdediging de belangrijkste getuigen over de technische aspecten niet heeft kunnen bevragen, en
- voor zover de verdediging verbalisanten en de getuigen heeft kunnen ondervragen, zij bij deze bevraging een wezenlijke informatieachterstand had.
- uit het arrest van de Hoge Raad uit 2004 volgt dat “andere geschriften”, inhoudende de weergave van telefoontaps, kunnen worden bevestigd door de weergave van andere telefoontaps, ook zijnde “andere geschriften” in de zin van artikel 344 Sv. Dit geldt ook voor de weergave van Ennetcom-berichten;
- de Ennetcom-berichten zijn middels processen-verbaal van bevindingen in het dossier gevoegd, en de inhoud van deze berichten wordt in deze processen-verbaal wordt bevestigd door andere bewijsmiddelen;
- er daarom geen sprake is van een situatie waarin het unus-testis beginsel geldt, het gaat immers niet om het aannemen van een gebeurtenis op basis van één getuigenverklaring;
- ook uit de unus-testis jurisprudentie niet volgt dat sprake moet zijn van twee bewijsmiddelen die de verdachte als dader aanwijzen.
- de verdediging wel stukken uit het onderzoek 26DeVink heeft ontvangen;
- de verdediging in de gelegenheid is gesteld om de verbalisanten van 26DeVink onbeperkt te bevragen, en
- de verdediging in de gelegenheid is gesteld om zelf onderzoek te doen in de datasets van Bosnië en Brandberg.
- de betrouwbaarheid en authenticiteit van het Ennetcom-systeem en de Ennetcom-data worden betwist;
- het recht op een eerlijk proces, in het bijzonder de equality of arms, zou zijn geschonden;
- het recht op een eerlijk proces zou zijn geschonden, omdat de rechter-commissaris in strijd met artikel 1 Sv toestemming heeft verleend voor het gebruik van Ennetcom-data in de onderhavige stafzaken door middel van een procedure waarin de wet niet voorziet.
- Brandberg, naar de liquidatie van [slachtoffer] op 7 november 2015 te Krommenie;
- IJshamer, naar een poging tot liquidatie van [naam 8] op 3 april 2016 te Amsterdam;
- Maan, naar voorbereidingshandelingen voor de liquidatie van [naam 5] en [naam 6] op 20/21 november 2015 te Utrecht.
- het moet gaan om een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert;
- het belang van het onderzoek moet dringend vorderen dat toegang tot de gegevens wordt verkregen, en
- het moet gaan om gegevens die klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, of met betrekking tot welke gegevens klaarblijkelijk het strafbare feit is gepleegd.
“Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien”.In deze bepaling is het legaliteitsbeginsel voor het strafprocesrecht vastgelegd. De overheid wordt bij het maken van inbreuk op vrijheden of rechten van haar burgers gebonden aan de wet. De uitvoerende macht, politie en het Openbaar Ministerie, en de rechterlijke macht mogen geen nieuwe opsporingsbevoegdheden scheppen, waardoor inbreuken op rechten en vrijheden van burgers mogelijk worden. Hieronder valt ook de inbreuk op het recht op privacy. Zoals hiervoor reeds is vermeld, kent de Nederlandse wet geen bepaling die is geschreven voor de toetsing die de Canadese rechter als voorwaarde stelt aan het gebruik van Ennetcom-data in andere strafzaken. Voor de beantwoording van de vraag of artikel 1 Sv zo strikt moet worden uitgelegd dat daarom het gebruik van de Ennetcom-data in deze strafzaken onrechtmatig is, vindt de rechtbank het volgende van belang:
- De Canadese rechter heeft nadrukkelijk de mogelijkheid opengelaten dat ook in andere strafrechtelijke onderzoeken naar ernstige misdrijven gebruik werd gemaakt van de Ennetcom-data, en waarbij de toetsing daarvan wordt overgelaten aan een Nederlandse rechter.
- Als de Ennetcom-servers in Nederland hadden gestaan, dan was de inbeslagneming van de Ennetcom-data in de opsporingsonderzoeken 26Koper, 13Rooibos, 13Rendlia en 26DeVink volgens artikel 126ng Sv mogelijk geweest en had de officier van justitie toestemming kunnen verlenen om deze informatie ook in andere opsporingsonderzoeken te gebruiken.
- Ook als de Canadese rechter voorafgaand aan het gebruik van de Ennetcom-data in andere strafzaken geen toets door een rechter had geëist, had de officier van justitie toestemming kunnen verlenen om deze informatie ook in andere strafzaken te gebruiken.
- Uit het stelsel van de wet volgt dat bij een inbreuk op de vrijheden of rechten van burgers de autoriteit die toestemming moet verlenen, hoger moet zijn als de ernst van de inbreuk toeneemt (bij een beperkte inbreuk is de bevoegdheid verleend aan alle verbalisanten en naar mate de ernst van de inbreuk toeneemt, is de bevoegdheid verleend aan respectievelijk een hulpofficier van justitie, een officier van justitie of een rechter-commissaris). Toestemming voor ernstige inbreuken op vrijheden of rechten kan alleen worden verleend voor de opsporing van zware misdrijven (het proportionaliteitsbeginsel). Ook wordt alleen toestemming verleend als het doel niet op andere wijze kan worden bereikt (het subsidiariteitsbeginsel).
- Onder andere door de snelle technische ontwikkelingen in de afgelopen decennia is in de rechtspraktijk het bewustzijn ontstaan dat niet elk strafvorderlijk handelen van een functionaris gebaseerd kan zijn op een expliciet in de wet geformuleerde bevoegdheid. Zo bepaalde de Hoge Raad in het Zwolsman-arrest dat opsporingsmethoden alleen bij ernstige of stelselmatige inbreuken op grondrechten een expliciete wettelijke basis in de zin van artikel 1 Sv nodig hebben. Lichtere inbreuken op grondrechten vallen onder de algemene bevoegdheidstoewijzing van artikel 3 van de Politiewet. Ook heeft de wetgever het in de rechtspraktijk ontwikkelde toetsingskader voor de inbreuk op grondrechten gelegaliseerd. Een deel van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (Verder: Wet BOB) is hier een voorbeeld van.
- niet alle informatie uit het onderzoek 26DeVink over de techniek van en de menselijke bemoeienis bij Ennetcom B.V. en de Ennetcom-data heeft ontvangen.
- de verdediging de belangrijkste getuige over de technische aspecten niet heeft kunnen bevragen; en,
- een wezenlijke informatieachterstand had bij het horen van verbalisanten en getuigen.
- wel relevante stukken uit het onderzoek 26DeVink hebben verstrekt;
- alle beschikbare Ennetcom-data over de door de politie aan verdachte toegeschreven e‑mailaccounts op cd-rom hebben verstrekt;
- in de gelegenheid hebben gesteld om zelf onderzoek te doen in de datasets van Bosnië, IJshamer en Brandberg en eventuele aanvullende stukken die uit dit onderzoek voortkwamen in het dossier te voegen.
- De verdediging heeft gesteld dat uit het Marengo-onderzoek is af te leiden dat een criminele organisatie [naam 19] de schuld probeerde te geven van een vergismoord. Als deze stelling al waar is, volgt uit hetgeen de verdediging ter onderbouwing heeft aangevoerd enkel dat hierover is gecommuniceerd met PGP-telefoons, niet dat de valse beschuldiging tot stand is gekomen door het vervalsen van PGP-berichten.
- De verdediging heeft gewezen op communicatie tussen gebruikers en helpdeskmedewerkers van Ennetcom, waaruit zou volgen dat data van het ene naar het andere account konden worden gekopieerd, er fouten zijn gemaakt bij de uitvoering van wipe-verzoeken en een gebruiker e-mails heeft ontvangen die niet voor hem bestemd waren. Dit is onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat het gehele Ennetcom-systeem onbetrouwbaar is. Ten eerste kende Ennetcom ongeveer 19.000 gebruikers en het gaat slechts om enkele voorbeelden. Ten tweede kan sprake zijn van menselijke fouten van een of meer gebruikers en een of meer helpdeskmedewerkers.
- De PGP-communicatie die via de S/MIME-server verliep, kende een retentiebeleid waarbij berichten automatisch na één dag werden verwijderd. Als berichten werden verplaatst naar een andere map op de server, was dit retentiebeleid niet meer van kracht. Door een bericht handmatig te wissen, werd dit bericht naar de map “prullenbak” verplaatst. Ook door de “verplaatsing naar de prullenbak” werd het bericht niet meer automatisch en definitief gewist. Anders dan de verdediging gaat de rechtbank uit van een systeemfout en niet van boze opzet om berichten tegen de zin van de gebruiker te bewaren. Dit omdat:
- De berichtenuitwisseling tussen de verschillende gebruikers van de PGP-telefoons verloopt adequaat. Ondanks dat e-mailberichten slechts gedeeltelijk zijn bewaard, valt uit de bewaarde data te concluderen dat men weet met wie men mailt en (een deel) van de berichten sluit op elkaar aan.
- Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, wordt een deel van de berichten gerelateerd aan gebeurtenissen die bevestigd worden door andere onderzoeksresultaten. Hierdoor wordt het account niet alleen gelinkt aan een gebruiker, maar wordt ook het tijdstip en de datum van verzending bevestigd.
(Ceska Zbrojovka)dan dat de inschotbeschadiging is veroorzaakt door munitie van het kaliber 9mm Parabellum. [18]
- [naam 11] aan [naam 2] : “
- [naam 2] aan [naam 11] :
- [naam 11] aan [naam 2] : “
- [naam 2] aan [naam 11] : “
.In die telefoon komt als contactpersoon tweemaal de naam [verdachte] voor met de telefoonnummers eindigend op [nummer 5] en 6610
. [25] De vriendin van [slachtoffer] heeft verklaard dat [slachtoffer] op vrijdag 6 november 2015 om half acht in de avond wegging. Hij had met een vriend afgesproken en zij hoorde de naam [verdachte] vallen. Hij ging lopend naar het station in Krommenie en zou naar Amsterdam gaan. Vlak voor [slachtoffer] wegging, werd hij gebeld. Zij zag op het display dat er [verdachte] stond. [slachtoffer] zei tegen [verdachte] dat hij over een paar minuutjes de deur uit zou gaan. [26]
- [e-mailadres 1] (hierna te noemen: [e-mailadres 1] );
- [e-mailadres 2] (hierna te noemen: [e-mailadres 2] );
- [e-mailadres 3] (hierna te noemen [e-mailadres 3] );
- [e-mailadres 4] (hierna te noemen [e-mailadres 4] );
- [e-mailadres 5] (hierna te noemen [e-mailadres 5] ).
- [e-mailadres 2] (hierna te noemen: [e-mailadres 2] );
- [e-mailadres 6] (hierna te noemen: [e-mailadres 6] ).
- zijn 61 unieke e-mailaccounts opgeslagen als contact door zowel [e-mailadres 2] als [e-mailadres 6] ;
- zijn van deze 61 unieke e-mailaccounts er 53 e-mailaccounts die onder een identieke contactnaam zijn opgeslagen door zowel [e-mailadres 2] als [e-mailadres 6] ;
- zijn er in totaal 39 unieke e-mailaccounts waarvan de gebruikers zowel [e-mailadres 2] als [e-mailadres 6] hebben opgeslagen;
- zijn er van deze 39 unieke e-mailaccounts 10 e-mailaccounts waarvan de gebruikers een identieke contactnaam hebben gegeven aan zowel account [e-mailadres 2] als [e-mailadres 6] ;
- zijn er van deze 39 unieke e-mailaccounts 14 e-mailaccounts waarvan de gebruikers een zeer gelijkende contactnaam hebben gegeven aan zowel account [e-mailadres 2] als [e-mailadres 6] .
- [naam 19] ;
- [slachtoffer] : vermoord op 7 november 2015;
- [naam 13] : vermoord op 13 juli 2014;
- [naam 1] : vermoord op 29 december 2012;
- [naam 14] : vermoord op 3 september 2014;
- [naam 15] : vermoord op 18 oktober 2012;
- [naam 16] : vermoord op 25 mei 2013;
- [naam 17] .
‘Ik ga morgen naar tanger (…)’
‘Ok rij rustig ik rij nu kech(de rechtbank begrijpt: Marrakech)
uit’
´Ok ben zelf in het buitenland’
´gewoon thuis heb je hajar gesproken? (…) avond rond 22.30 ik ga daarna ochtendvlucht pakken naar mocro’(de rechtbank begrijpt: Marokko)
‘heel marokko praat erover. (…) iedereen is hier toch met nieuwjaar’
- is vastgesteld dat [e-mailadres 2] en [e-mailadres 6] dezelfde gebruiker hebben;
- [naam 1] de enige persoon is die bedoeld kan worden met het bericht aan [e-mailadres 2] over het artikel in Het Parool inzake de moord op [slachtoffer] ;
- telefoonnummers van de zus en broer van [naam 1] opgeslagen staan in zowel [e-mailadres 2] als [e-mailadres 6] ;
- [naam 1] van en naar Marokko reist op exact dezelfde momenten dat [e-mailadres 2] en [e-mailadres 6] zendmasten op en rondom luchthaven Schiphol registreren, en
- e-mailberichten, verzonden met [e-mailadres 2] en [e-mailadres 6] , er op wijzen dat de gebruiker in Marokko is, net als [naam 1] op dat moment,
“Ben met vrouwtje kan der niet alleen laten gaan”. [53]
“vertraging en shit ben in de trein zie je zo cap? Toch”Een minuut later bericht van [e-mailadres 3] naar [telefoonnummer 4]
“Zijn trein heeft vertraging, hij is wel onderweg”. [55]
“Hij gaat zo de trein pakken”.
Ben bijna thuis”.
“Waar ben je? Hij is er bijna.” [56]
“Nog even [bijnaam 1] a.u.b. Na deze actie kom je bij me op vakantie”en
“ [bijnaam 1] en [bijnaam 2] geen genade aub!!!”En op 9 november 2015
“gooi die shit weg a [bijnaam 1] luister naar me aub” [59]
Oke bro is bijna man moest ook voorkomen voor witwas zogenaamd moest komen ben vet niet gegaan. En die recla lult ook miss gaan ze me op singa gooie”. [63]
Bro ik kan niet vliegen snap je dat niet denkje ik wil met de kk waggi na daar gaan alleen maar problemen voor niks man”.
Ik bel nu sander voor je op ze persoonlijke mobiel zondag thuis op de bank vraagg ik gwn kann hij vliegen jah of nee”.
Ja vraag voor me dan ben alleen niet na recla gegaan dus. Heb over 26 taakstraf dus moet wel terug gaan ook”. [65]
- [verdachte] aan [e-mailadres 9] : “
- (...) [verdachte] aan [e-mailadres 9] : “
- [e-mailadres 9] aan [verdachte] :
- [verdachte] aan [e-mailadres 9] : “
- [e-mailadres 9] aan [verdachte] : “
- [e-mailadres 9] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 9] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 9]
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] : “
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] [e-mailadres 12] :
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] :
- [verdachte] aan [e-mailadres 11] :
- [e-mailadres 11] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 11] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 11] : “
- “Die andere zou morgen doekoe sturen , zodat ik goed kan bewegen voor weekend. Laat je t voor me brengen??”
- [e-mailadres 11] aan [verdachte] : “
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] : (...) “
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] : “
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] : “
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] :
en [naam 11] anderzijds. En tussen [verdachte] en [e-mailadres 10] .
- [naam 1] aan [naam 2] , [naam 25] en [naam 11] : “
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] : “Nee weet nie precies, ieder geval voor twaalf”.
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] : “Voor 12 uur ga je hem zien.? Of ga je hem af zetten bij station”.
- [verdachte] aan [e-mailadres 10] : “Zeg maar wat zuipen en zo rond 7 en voor twaalf pakt die altijd de trein .... Maar dat hoor wel van me”.
- [e-mailadres 10] aan [verdachte] : “Ok broer is goed we staan klaar mail mij gewoon”.
- [naam 1] aan [naam 2] ,
- [naam 25] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 2] : “
- [naam 25] aan [naam 11] : “
- [naam 2] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 25] : “
- [naam 11] aan [naam 2] : “
- [naam 25] aan [naam 11] : “
- [naam 2] aan [naam 11] : “
- 18.19 uur [verdachte] naar [e-mailadres 14] :
- 18.23 uur [e-mailadres 14] naar [verdachte] : “
- 18.22 uur [verdachte] naar [telefoonnummer 4] : “Hij gaat nu komen naar Amsterdam, naar mij”.
“Ben thuis zou net de deur uit gaan je tel stond uit”. [77]
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “
- [naam 1] aan [naam 2] , [naam 25] en [bijnaam 1] : “
“Vertraaging en shit ben in de trein zie je zo cap? Toch”. [79]
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] :
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “
“Laat ze alvast staan bij de station in de buurt van krom. Ik kan zo niet smsn... Je hoort zo van me??” [81]
- [verdachte] aan [e-mailadres 14] : “Ben met hem. Laat me zo afzetten bij. Amsterdam CS”.
- [naam 1] aan [naam 25] , [naam 11] en [naam 2] : “Hij gaat de trein in!!! Ga alvast daar staan”.
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] :
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “Ja broo is hij alleen? Is die al op station centraal”.
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “Nee, ik laat je zo weten als ie in de trein’. [82]
- [naam 1] aan [naam 11] : “Yoo al daar?”
- [naam 11] aan [naam 1] : “Ja in dd bosjes”.
- [naam 1] aan [naam 11] : “Top”. [83]
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 1] aan [naam 2] [naam 25] en [naam 11] : “
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 25] :
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] :
- Om 00.09 bericht [naam 1] aan [naam 2] , [naam 25] en [naam 11] :
- Om 00.09 bericht [naam 1] aan [naam 11] :
- Om 00.17 bericht [verdachte] aan [telefoonnummer 4] :
- Om 00.18 bericht [naam 1] aan [naam 2] , [naam 25] en [naam 11] :
- Om 00.24 uur bericht [verdachte] aan [telefoonnummer 4] :
“Wis alle berichten bro. Ze staan in bosjes te wachten hij gaat ze vangen die kankkerrat??”
“00.50 is ie daar”.
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “Ja bro ik laat je zo weten zitten uren in bosjes en heb iemand op het station ook bro die gaat hem zoiezo zien die ziet exact hoe die loopt”.
- Om 00.49 uur bericht [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “Hij is nog in Amsterdam”.
- Om 00.55 bericht [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “Maar zit hij in trein of is uitgestapt of niet ingestapt snap niet?”
- “Die hond moest overstappen op sloterdijk, hij wacht daar nu op de trein”.
- En om 01.08: “Die gast was bij sloterdijk uistgestapt om op zn vriendin te wachten. Hij komt met half uur”.
“Met ze chika?”
Denkt wel, maar pop zn kk moer. Deze kans krijg ik niet meer”.
: “ [bijnaam 1] en [bijnaam 2] geen genade aub !!!”
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “
- [naam 11] aan [naam 25] :
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4] : “
- 7553 aan [verdachte] “
- [naam 1] aan [naam 25] en [naam 11] :
- [verdachte] aan [telefoonnummer 4]
- [telefoonnummer 4] aan [verdachte] : “
“Ben bijna thuis”.
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 1] aan [naam 11] :
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 11] aan [naam 1] :
- [naam 1] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 1] aan [naam 11] ” “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 1] aan [naam 11] :
- [naam 11] aan [naam 1] :
- [naam 1] aan [naam 11] :
- [naam 11] aan [naam 1] :
“Op internet staat ook dat er maar 1 schot is gelost. En ze hebben die waggie gevonden. Helemaal uitgebrand bij [straatnaam 3] ”.
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 1] aan [naam 11] :
- [naam 11] aan [naam 1] : “
- [naam 2] aan [naam 11] : “
- [naam 2] aan [naam 11] : “
- [naam 11] aan [naam 2] :
- [naam 11] aan [naam 2] : “
- [naam 2] aan [naam 11] : “
“Jaaaa man ik heb gelezen kanker gruwelijk brol We hebben naam gemaakt bij die fucking orga het gaat goed komen [bijnaam 2] we gaan kapot maken ee wis die gesprken alles alles oke”. [95]
3.Bewezenverklaring
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straf
- het plaatsen van mensen op een dodenlijst;
- het zoeken naar en volgen van mensen die op de dodenlijst zijn geplaatst, waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van peilbakens die onder auto’s worden geplakt;
- het gebruik van automatische wapens bij de liquidaties, schietpartijen waarbij letterlijk met kogels wordt gesproeid;
- het uitvoeren van deze liquidaties in woonwijken, waarbij de mogelijkheid wordt geaccepteerd dat anderen gewond raken of gedood worden;
- dat de schutters zich al meerdere malen hebben “vergist”. Er zijn verschillende mensen vermoord die geen enkele band hadden met een criminele organisatie;
- het stelen van auto’s en nummerplaten voor de liquidaties, die later in de brand worden gestoken.
- twee bivakmutsen;
- een USB-stick.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
- een gevangenisstraf voor de duur van
- beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven telefoons, te weten: