Uitspraak
- op 31 december 2015 in Kerkdriel samen met een ander of anderen dan wel alleen met voorbedachten rade [slachtoffer 1] om het leven heeft gebracht, dan wel dat hij met die anderen of alleen [slachtoffer 1] opzettelijk heeft gedood (feit 1);
- op 31 december 2015 in Kerkdriel samen met een ander of anderen dan wel alleen geprobeerd heeft [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] met voorbedachten rade om het leven te brengen, dan wel dat hij met die anderen of alleen opzettelijk heeft geprobeerd [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te doden (feit 2);
- in de periode van 27 december 2015 tot en met 30 december 2015 in Kerkdriel, Amsterdam en/of Capelle aan den IJssel de liquidatie van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft voorbereid (feit 3).
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
- voor Ennetcom B.V. meerdere werknemers werkten die toegang hadden tot de servers. Zo ook bij de door Ennetcom ingehuurde bedrijven [bedrijfsnaam 1] en [bedrijfsnaam 2] , de resellers van de PGP-telefoons en [naam serververhuurder] , de verhuurder van de server in Canada. Wie er allemaal over de wachtwoorden kon beschikken is onduidelijk, maar alle Ennetcom-data konden worden benaderd en ontsleuteld als men de beschikking had over al de benodigde wachtwoorden. Na de ontsleuteling konden berichten worden gelezen, gekopieerd, verplaatst en aangepast;
- door het retentiebeleid op de S/MIME-server grote hoeveelheden e-mailberichten zijn bewaard terwijl deze berichten na korte tijd automatisch zouden worden verwijderd;
- de eigenaar en bestuurder van Ennetcom door het Openbaar Ministerie wordt verdacht van het onderhouden van nauwe relaties met bekende criminelen en criminele organisaties;
- er hardnekkige geruchten zijn dat Ennetcom gefinancierd is door partijen die stevig verankerd zijn in het internationale drugsmilieu en dat deze partijen een stevige vinger in de pap hebben gehouden bij het bedrijf om informatie te krijgen over anderen in het criminele milieu en om zelf een sturende rol te kunnen spelen;
- uit de beschikbare Ennetcom-data blijkt dat er beveiligingsproblemen waren bij Ennetcom, te weten bij de behandeling van kopieer- en wipe verzoeken, dat het “stelen” van een Ennetcom-adres mogelijk was en dat e-mails werden ontvangen die niet bestemd waren voor de ontvanger;
- beheer en manipulatie van versleutelde communicatie voor criminele groeperingen aantrekkelijk is, wat volgt uit het Marengo-onderzoek waar de criminele groepering over een eigen reseller (van PGP-telefoons) zou kunnen beschikken en men probeerde om de schuld van een vergismoord bij [medeverdachte 1] te leggen.
verder: Sv) en kunnen slechts als bewijsmiddel gelden “in verband met den inhoud van andere bewijsmiddelen”. Voorts is de bewijskracht van de Ennetcom-data door de kwetsbaarheid en de manipuleerbaarheid zwakker dan de bewijskracht die volgens de CAG bij het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO9193, aan door verbalisanten uitgewerkte tapverslagen kan worden toegekend.
- als het geschrift in belangrijke mate steun vindt in ander bewijsmateriaal;
- waarbij de rechter in gevolge het bepaalde in artikel 360 Sv het gebruik van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een onbekend gebleven persoon moet motiveren.
- de integriteit van het Ennetcom-systeem niet is onderzocht en het dossier nauwelijks informatie bevat over de werking van, de toegang tot, de beveiliging en het beheer van de servers en de Ennetcom-data;
- dit nog meer klemt omdat de berichten die in april 2019 zijn gevoegd een andere opmaak kennen en de metadata ontbreken, en;
- de techniek onbekend is en niet onfeilbaar, het uitgangspunt niet kan zijn dat de Ennetcom-data authentiek en betrouwbaar zijn. Dit geldt nog te meer nu informatie over bugs, spyware en backdoors ontbreekt en er door de politie ook geen onderzoek naar is gedaan.
- in het onderzoek 26DeVink meer bekend is over de techniek van en de menselijke bemoeienis bij Ennetcom, maar deze informatie niet in het dossier van de onderhavige zaken is gevoegd;
- de verdediging de belangrijkste getuigen over de technische aspecten niet heeft kunnen bevragen, en
- voor zover de verdediging verbalisanten en de getuigen heeft kunnen ondervragen, zij bij deze bevraging een wezenlijke informatieachterstand had.
- uit het arrest van de Hoge Raad van 2004 volgt dat “andere geschriften”, inhoudende de weergave van telefoontaps, kunnen worden bevestigd door de weergave van andere telefoontaps, ook zijnde “andere geschriften” in de zin van artikel 344 Sv. Dit geldt ook voor de weergave van Ennetcom-berichten;
- de Ennetcom-berichten zijn middels processen-verbaal van bevindingen in het dossier gevoegd, en de inhoud van deze berichten wordt in deze processen-verbaal bevestigd door andere bewijsmiddelen;
- er daarom geen sprake is van een situatie waarin het unus-testis beginsel geldt, het gaat immers niet om het aannemen van een gebeurtenis op basis van één getuigenverklaring;
- ook uit de unus-testis jurisprudentie volgt niet dat sprake moet zijn van twee bewijsmiddelen die de verdachte als dader aanwijzen.
- de verdediging wel stukken uit het onderzoek 26DeVink heeft ontvangen;
- de verdediging in de gelegenheid is gesteld om de verbalisanten van 26DeVink onbeperkt te bevragen, en
- de verdediging in de gelegenheid is gesteld om zelf onderzoek te doen in de datasets van Bosnië, IJshamer en Brandberg.
- de betrouwbaarheid en authenticiteit van het Ennetcom-systeem en de Ennetcom-data wordt betwist;
- het recht op een eerlijk proces, in het bijzonder de equality of arms, zou zijn geschonden;
- het recht op een eerlijk proces zou zijn geschonden omdat de rechter-commissaris in strijd met artikel 1 Sv toestemming heeft verleend voor het gebruik van Ennetcom-data in de onderhavige stafzaken, door middel van een procedure waarin de wet niet voorziet.
- Brandberg, naar de liquidatie van [slachtoffer 4] op 7 november 2015 te Krommenie;
- IJshamer, naar een poging tot liquidatie van [slachtoffer 5] op 3 april 2016 te Amsterdam;
- Maan, naar voorbereidingshandelingen voor de liquidatie van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op 20/21 november 2015 te Utrecht.
- het moet gaan om een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert;
- het belang van het onderzoek moet dringend vorderen dat toegang tot de gegevens wordt verkregen, en
- het moet gaan om gegevens die klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, of met betrekking tot welke gegevens klaarblijkelijk het strafbare feit is gepleegd.
“Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien”.In deze bepaling is het legaliteitsbeginsel voor het strafprocesrecht vastgelegd. De overheid wordt bij het maken van inbreuk op vrijheden of rechten van haar burgers gebonden aan de wet. De uitvoerende macht, politie en het Openbaar Ministerie, en de rechterlijke macht mogen geen nieuwe opsporingsbevoegdheden scheppen, waardoor inbreuken op rechten en vrijheden van burgers mogelijk worden. Hieronder valt ook de inbreuk op het recht op privacy. Zoals hiervoor reeds is vermeld, kent de Nederlandse wet geen bepaling die is geschreven voor de toetsing die de Canadese rechter als voorwaarde stelt aan het gebruik van Ennetcom-data in andere strafzaken. Voor de beantwoording van de vraag of artikel 1 Sv zo strikt moet worden uitgelegd dat daarom het onderzoek aan de Ennetcom-data in deze strafzaken onrechtmatig is geweest, vindt de rechtbank het volgende van belang:
- De Canadese rechter heeft nadrukkelijk de mogelijkheid opengelaten dat ook in andere strafrechtelijke onderzoeken naar ernstige misdrijven gebruik werd gemaakt van de Ennetcom-data, en waarbij de toetsing daarvan wordt overgelaten aan een Nederlandse rechter.
- Als de Ennetcom-servers in Nederland hadden gestaan, dan was de inbeslagneming van de Ennetcom-data in de opsporingsonderzoeken 26Koper, 13Rooibos, 13Rendlia en 26DeVink volgens artikel 126ng Sv mogelijk geweest en had de officier van justitie toestemming kunnen verlenen om deze informatie ook in andere opsporingsonderzoeken te gebruiken.
- Ook als de Canadese rechter voorafgaand aan het gebruik van de Ennetcom-data in andere strafzaken geen toets door een rechter had geëist, had de officier van justitie toestemming kunnen verlenen om deze informatie ook in andere strafzaken te gebruiken.
- Uit het stelsel van de wet volgt dat bij een inbreuk op de vrijheden of rechten van burgers de autoriteit die toestemming moet verlenen, hoger moet zijn als de ernst van de inbreuk toeneemt (bij een beperkte inbreuk is de bevoegdheid verleend aan alle verbalisanten en naar mate de ernst van de inbreuk toeneemt, is de bevoegdheid verleend aan respectievelijk een hulpofficier van justitie, een officier van justitie of een rechter-commissaris). Toestemming voor ernstige inbreuken op vrijheden of rechten kan alleen worden verleend voor de opsporing van zware misdrijven (het proportionaliteitsbeginsel). Ook wordt alleen toestemming verleend als het doel niet op andere wijze dan door een inbreuk op rechten of vrijheden kan worden bereikt (het subsidiariteitsbeginsel).
- Onder andere door de snelle technische ontwikkelingen in de afgelopen decennia is in de rechtspraktijk het bewustzijn ontstaan dat niet elk strafvorderlijk handelen van een functionaris gebaseerd kan zijn op een expliciet in de wet geformuleerde bevoegdheid. Zo bepaalde de Hoge Raad in het Zwolsman-arrest dat opsporingsmethoden alleen bij ernstige of stelselmatige inbreuken op grondrechten een expliciete wettelijke basis in de zin van artikel 1 Sv nodig hebben. Lichtere inbreuken op grondrechten vallen onder de algemene bevoegdheidstoewijzing van artikel 3 van de Politiewet. Ook heeft de wetgever het in de rechtspraktijk ontwikkelde toetsingskader voor de inbreuk op grondrechten gelegaliseerd. Een deel van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (verder: Wet BOB) is hier een voorbeeld van.
- niet alle informatie uit het onderzoek 26DeVink over de techniek van en de menselijke bemoeienis bij Ennetcom B.V. en de Ennetcom-data heeft ontvangen;
- de belangrijkste getuige over de technische aspecten niet heeft kunnen bevragen, en
- een wezenlijke informatieachterstand had bij het horen van verbalisanten en getuigen.
- wel relevante stukken uit het onderzoek 26DeVink hebben verstrekt;
- alle beschikbare Ennetcom-data over de door de politie aan verdachte toegeschreven e-mailaccounts op CD-rom hebben verstrekt;
- in de gelegenheid hebben gesteld om zelf onderzoek te doen in de datasets van Bosnië, IJshamer en Brandberg en eventuele aanvullende stukken die uit dit onderzoek voortkwamen in het dossier te voegen.
- De verdediging heeft gesteld dat uit het Marengo-onderzoek is af te leiden dat een criminele organisatie [medeverdachte 1] de schuld probeerde te geven van een vergismoord. Als deze stelling al waar is, volgt uit hetgeen de verdediging ter onderbouwing heeft aangevoerd enkel dat hierover is gecommuniceerd met PGP-telefoons, niet dat de valse beschuldiging tot stand is gekomen door het vervalsen van PGP-berichten.
- De verdediging heeft gewezen op communicatie tussen gebruikers en helpdeskmedewerkers van Ennetcom, waaruit zou volgen dat data van het ene naar het andere account konden worden gekopieerd, er fouten zijn gemaakt bij de uitvoering van wipe-verzoeken en een gebruiker e-mails heeft ontvangen die niet voor hem bestemd waren. Dit is onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat het gehele Ennetcom-systeem onbetrouwbaar is. Ten eerste kende Ennetcom ongeveer 19.000 gebruikers en het gaat slechts om enkele voorbeelden. Ten tweede kan sprake zijn van menselijke fouten van een of meer gebruikers en een of meer helpdeskmedewerkers.
- De PGP-communicatie die via de S/MIME-server verliep, kende een retentiebeleid waarbij berichten automatisch na één dag werden verwijderd. Als berichten werden verplaatst naar een andere map op de server, was dit retentiebeleid niet meer van kracht. Door een bericht handmatig te wissen, werd dit bericht naar de map “prullenbak” verplaatst. Ook door de “verplaatsing naar de prullenbak” werd het bericht niet meer automatisch en definitief gewist. Anders dan de verdediging gaat de rechtbank uit van een systeemfout en niet van boze opzet om berichten tegen de zin van de gebruiker te bewaren. Dit omdat:
- De berichtenuitwisseling tussen de verschillende gebruikers van de PGP-telefoons verloopt adequaat. Ondanks dat e-mailberichten slechts gedeeltelijk zijn bewaard, valt uit de bewaarde data te concluderen dat men weet met wie men mailt en (een deel) van de berichten sluit op elkaar aan.
- Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, wordt een deel van de berichten gerelateerd aan gebeurtenissen die bevestigd worden door andere onderzoeksresultaten. Hierdoor wordt het account niet alleen gelinkt aan een gebruiker, maar wordt ook het tijdstip en de datum van verzending bevestigd.
- de moord op [slachtoffer 1] op 31 december 2015 te Kerkdriel;
- de poging tot moord op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op 31 december 2015 te Kerkdriel;
- de voorbereidingshandelingen voor de liquidatie van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in de periode van 27 december 2015 tot en met 30 december 2015 te Kerkdriel, Amsterdam en/of Capelle aan den IJssel.
rechtbank: [slachtoffer 2]) haalde daarop een gewonde man, zijn broertje (
rechtbank: [slachtoffer 1]), uit de auto. De derde betrokken persoon
(rechtbank: [slachtoffer 3] )– met een verwonding aan zijn heup – belde bij de overburen aan, waar hij vervolgens in elkaar zakte. [6]
[X 9] en [X 10]) konden aan de hand van nader onderzoek worden aangemerkt als automatische wapens van het merk [merknaam 1] . [19]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- [beschrijving auto]
- .
(rechtbank: hoogste gradatie van het NFI) dat de hulzen uit groep І (AAIP8558NL, -60NL, -61NL, -62NL, -63NL, -81NL, -82NL, -86NL, -87NL, -88NL en -89NL) zijn verschoten met het geweer [X 10] dan dat zij zijn verschoten met één of meer vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
(rechtbank: hoogste gradatie van het NFI) dat zij zijn verschoten met het geweer [X 9] dan met één of meerdere wapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Verder zijn 12 kogels dan wel delen van munitie uit het lichaam van [slachtoffer 1] veiliggesteld (
SIN: AAJA3703NL). Daarvan wordt geconcludeerd dat het 10 tot 100 keer waarschijnlijker is dat de kogelmanteldelen (
AAJA3703NL#8.1 en -#11) zijn afgevuurd uit de loop van het geweer [X 10] dan uit het geweer [X 9] of een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde kenmerken. [21]
(rechtbank: schutter 1)
(rechtbank: schutter 2)
- 28 december 2015 tussen 20:38 uur en 20:48 uur (bezoek 1);
- 29 december 2015 tussen 03:20 en 03:36 uur (bezoek 2);
- 29 december 2015 tussen 20:42 en 23:06 uur (bezoek 3);
- 30 december 2015 tussen 19:20 en 20:54 uur (bezoek 4);
- 31 december 2015 tussen 17:35 uur en 18:15 uur (bezoek 5).
de rechtbank begrijpt onder meer de [automerk 1] met kenteken [kenteken 4]) in gebruik heeft gehad. [39] Hij verklaart echter ook dat hij de auto in de periode van 28 tot en met 31 december 2015 heeft uitgeleend (p. 4270). Deze alternatieve verklaring acht de rechtbank niet aannemelijk. De rechtbank overweegt hiertoe dat, zoals zal volgen, bij alle bezoeken één of meerdere telefoonnummers van [verdachte] meereizen met de [automerk 1] . Daar komt nog bij dat [verdachte] ook meermalen praat over
zijnauto (m’n waggie/wakkie), te beginnen op 25 december 2015:
- de gebruikers van de telefoons, [verdachte] en [medeverdachte 3] , op 28 december 2015 met behulp van de [automerk 1] samen naar Kerkdriel zijn gereisd en daar omstreeks het tijdstip van het eerste bezoek allebei op de camping zijn geweest;
- [verdachte] en [medeverdachte 3] een paar uur later op 29 december 2015 (’s nachts) wederom samen naar Kerkdriel afreizen en daar – gelet op de registratie van de telefoon van [verdachte] – opnieuw de camping hebben bezocht;
- in ieder geval de gebruiker van de PGP-telefoon met account [X 3] , [verdachte] , zowel voor, tijdens als enkele minuten na het tijdstip van het derde bezoek op de camping aanwezig is geweest;
- bij bezoek 4 de gebruikers van de telefoons, [verdachte] en [medeverdachte 3] , opnieuw samen hebben gereisd en omstreeks het tijdstip van het bezoek (vanaf vijf minuten ervoor) de camping hebben bezocht; en
- de gebruikers van de PGP-telefoons, [medeverdachte 3] en [verdachte] , omstreeks het tijdstip van aankomst van de schutters opnieuw op de camping aanwezig zijn geweest en tot slot (gedeeltelijk) samen terug reizen.
(opmerking rechtbank: de relevante periode voor het tenlastegelegde)hebben uitgeleend. [verdachte] wil echter niet verklaren aan wie hij zijn telefoons zou hebben uitgeleend, zodat zijn verklaring op geen enkele wijze te verifiëren is. De rechtbank acht deze verklaring om die reden al niet geloofwaardig. Daar komt bij dat ook uit het dossier meerdere aanwijzingen naar voren komen dat [verdachte] – ook in de periode van 28 december 2015 t/m 31 december 2015 – wel degelijk zelf de gebruiker was van de telefoons. Dit blijkt onder meer uit het volgende.
hierna te noemen: [X 4]) beschikbaar en wordt [X 4] ook in andere accounts opgeslagen. [70] De contactnamen waaronder dit is gebeurd zijn ‘ [naam 26] ’, ‘ [naam 27] ’, ‘ [naam 18] ’, ‘ [naam 19] ’ (2x), ‘ [naam 25] ’, ‘ [naam 20] ’, ‘ [naam 21] ’, ‘ [naam 23] ’, ‘ [naam 28] ’, ‘ [naam 29] ’, ‘ [naam 30] ’, ‘ [naam 31] .’, ‘ [naam 22] ’ en ‘ [naam 32] ’. [71]
hierna te noemen: [X 16]) plaats:
(de rechtbank begrijpt: auto)weggrijden van mij als vluchtauto is ook fuckingg heet he gaan we nooit meer doen man
(de rechtbank begrijpt: auto)neetoch
. [80]
- dat het account van [verdachte] op 31 december 2015 voor het laatst actief was en [X 4] op 1 januari 2016 vervolgens actief werd;
- deze twee e-mailadressen in andere accounts onder soortgelijke namen worden opgeslagen;
- deze namen grotendeels afgeleid zijn van de bijnamen van [verdachte] , te weten ‘ [naam 20] ’ en ‘ [naam 30] ’;
- [X 4] op 1 januari 2016 mailt dat hij net klaar is met het eten bij snackbar [X 25] , [adres 66] Amsterdam en de telefoon [X 11] van [verdachte] op hetzelfde moment in de directe omgeving van deze snackbar aanwezig is geweest;
- [X 4] een gesprek heeft met [X 16] over de [automerk 1] op naam van [verdachte] , als zijnde zijn auto;
- [X 4] en [verdachte] dezelfde afspraak hadden op 5 februari 2016 bij de [X 26] in Amsterdam Noord;
- [X 4] en [verdachte] op 15 februari 2016 rond dezelfde tijd naar een afspraak met de [naam 17] aan de Keizersgracht zijn geweest,
hierna te noemen: [X 27]) was onder die naam opgeslagen. [88] [naam 37] herkent [naam 35] van een foto als deze [naam 36] . Zij kent geen andere [naam 36] . [89] De stem van de gebruiker van [X 27] wordt bovendien herkend als zijnde de stem van [medeverdachte 3] . [90]
hierna te noemen: [X 17]).
(de rechtbank begrijpt: auto)(…)
´(…) zeg tegen hem, [naam 44] is wel teleurgesteld, [naam 44] zegt tegen je euh, je vraagt niet of [naam 44] wat nodig heeft of zo, he! Zeg tegen hem [naam 44] is teleurgesteld.’ [98]
- om 15:05:45 uur [adres 68] in Rotterdam;
- om 15:21:14 uur [adres 69] 2 in Rijswijk;
- om 15:24:57 uur [adres 70] in Den Haag;
- om 16:43:13 uur [adres 71] in Amsterdam;
- om 18:04:36 uur [adres 72] in Amsterdam;
- om 20:17:07 uur [adres 73] in Amsterdam.
(de rechtbank begrijpt: Amsterdam)(…)
(de rechtbank begrijpt: telefoon)ophalen dan timer ik gewoon op je want ik [getuige 17] niet in [naam 44] meer begrijp je. (…)
- het gesprek tussen de [X 17] en [verdachte] erop wijst dat [X 17] betrokken is bij de verkoop van de [automerk 1] ;
- [medeverdachte 3] vervolgens heeft verklaard dat hij de auto van [verdachte] heeft verkocht aan [naam 38] ;
- [naam 38] zijn auto heeft gekocht van ‘ [naam 45] ’;
- [X 17] in andere accounts grotendeels wordt opgeslagen onder afgeleiden van de bijnamen ‘ [naam 45] ’ en ‘ [naam 44] ’;
- ‘ [naam 45] ’ en ‘ [naam 44] ’ bijnamen van [medeverdachte 3] zijn, en
- de [X 17] vanuit Den Haag naar Amsterdam vertrekt om een nieuwe telefoon te kopen en de reisbeweging van de telefoon van [medeverdachte 3] op dat moment exact daarbij past,
- [medeverdachte 3] een nieuwe telefoon gaat halen op 3 maart 2016;
- 14 minuten na het laatste bericht van [medeverdachte 3] [X 22] in gebruik wordt genomen;
- op 3 maart 2016 – vlak na het in gebruik nemen van [X 22] – mails worden verzonden vanaf [X 22] waarin wordt aangegeven dat het gaat om het nieuwe mailadres van ‘ [naam 44] ’,
- [medeverdachte 3] zichzelf regelmatig ‘ [naam 44] ’ noemt;
- [X 22] onder grotendeels dezelfde contactnamen wordt opgeslagen als in het account [X 29] van [medeverdachte 3] , en
- twee gebruikers de [X 22] onder identieke contactnamen opslaan als in het account [X 29] van [medeverdachte 3] ,
- [X 23] (
- [X 16] (
hierna te noemen: IMEI [X 30]), IMSI [X 31] en Sim-ID [X 32] .
- zijn 61 unieke e-mailaccounts opgeslagen als contact door zowel [X 23] als [X 16] ;
- van deze 61 unieke e-mailaccounts 53 e-mailaccounts zijn die onder een identieke contactnaam zijn opgeslagen door zowel [X 23] als [X 16] ;
- zijn er in totaal 39 unieke e-mailaccounts waarvan de gebruikers zowel [X 23] als [X 16] hebben opgeslagen;
- van deze 39 unieke e-mailaccounts 10 e-mailaccounts zijn waarvan de gebruikers een identieke contactnaam hebben gegeven aan zowel account [X 23] als [X 16] ;
- van deze 39 unieke e-mailaccounts 14 e-mailaccounts zijn waarvan de gebruikers een zeer gelijkende contactnaam hebben gegeven aan zowel account [X 23] als [X 16] .
- [medeverdachte 1]
- [slachtoffer 4] : vermoord op 7 november 2015;
- [slachtoffer 6] : vermoord op 13 juli 2014;
- [slachtoffer 7] : vermoord op 29 december 2012;
- [slachtoffer 8] : vermoord op 3 september 2014;
- [slachtoffer 9] : vermoord op 18 oktober 2012;
- [slachtoffer 10] : vermoord op 25 mei 2013;
- [naam 11] [naam 80] .
hierna te noemen: [X 23]).
hierna te noemen: de telefoon van [X 23]) verstrekt over de periode van 23 september 2015 tot en met 2 november 2015. [125] Deze gegevens zijn samengevat in onderstaande tabel. [126]
‘Ik ga morgen naar tanger (…)’
‘Ok rij rustig ik rij nu kech(de rechtbank begrijpt: Marrakech)
uit’
´Ok ben zelf in het buitenland’
´gewoon thuis heb je hajar gesproken? (…) avond rond 22.30 ik ga daarna ochtendvlucht pakken naar mocro’(de rechtbank begrijpt: Marokko)
‘heel marokko praat erover. (…) iedereen is hier toch met nieuwjaar’
- is vastgesteld dat [X 23] en [X 16] dezelfde gebruiker hebben;
- [medeverdachte 1] de enige persoon is die bedoeld kan worden met het bericht aan [X 23] over het artikel in Het Parool inzake de moord op [slachtoffer 4] ;
- telefoonnummers van de [naam 56] en broer van [medeverdachte 1] staan opgeslagen in zowel [X 23] als [X 16] ;
- [medeverdachte 1] van en naar Marokko reist op exact dezelfde momenten dat [X 23] en [X 16] zendmasten op en rondom luchthaven Schiphol registreren, en
- e-mailberichten, verzonden met [X 23] en [X 16] , er op wijzen dat de gebruiker in Marokko is, net als [medeverdachte 1] op dat moment,
- [X 23] en [X 16] : [medeverdachte 1] ;
- [X 3] en [X 4] : [verdachte] ;
- [X 17] en [X 22] : [medeverdachte 3] .
rechtbank: op 21 november 2015 nabij
“Ik heb 2kleine voor je maar
rechtbank: [slachtoffer 2]) belangrijker vinden. De
rechtbank: [slachtoffer 1] en niet [slachtoffer 2] is overleden)
,waarmee [verdachte] “kkk blij” is. De andere “brada” was ook bijna “loesoe”, aldus [verdachte] . Dit past bij [slachtoffer 2] , bij wie een kogel net langs zijn hoofd is gegaan (wel een schampwond). [verdachte] geeft vervolgens aan dat “we” leip op ze hebben gelost. Dit duidt naar het oordeel van de rechtbank, in samenhang met de eerder genoemde reisbewegingen en de camerabeelden, op het zijn van [verdachte] van één van de schutters bij de liquidatie van [slachtoffer 1] en de poging tot liquidatie op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
(rechtbank: 50.000)goed?
de rechtbank begrijpt: de broers [slachtoffers 1 en 2]) wel meer waard zijn dan die aap, duiden naar het oordeel van de rechtbank op de betrokkenheid van [verdachte] bij de eerdere liquidatie van [slachtoffer 4] op 7 november 2015.
de rechtbank: duizend euro), geeft [medeverdachte 1] tot slot nog aan dat als “ [naam 44] ” het vraagt [verdachte] moet zeggen dat hij “bankoe”
(rechtbank: 50.000)– de ‘normale’ prijs voor een hitter – heeft gekregen. Zoals overwogen betreft [naam 44] / [naam 42] een bijnaam voor [medeverdachte 3] . Dit voorgaande duidt, ook tegen de achtergrond van de reisbewegingen, naar het oordeel van de rechtbank op [naam 44] / [medeverdachte 3] als tweede schutter (hitter).
rechtbank: dood)
rechtbank: die kale) en die andere hoop ik snel ook
de rechtbank begrijpt: 50.000) had gekregen.
- Op 31 december omstreeks 18:14 uur – na een aankomst om 17:35 uur – wordt door twee schutters, allebei meer dan tien keer, op de [automerk 2] met daarin [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] geschoten;
- [verdachte] en [medeverdachte 3] zijn aldus de historische gegevens, omstreeks dit tijdstip op de camping geweest;
- [medeverdachte 3] en [verdachte] – met daarbij in het bijzonder het loopje – passen in de signalementen van de schutters zoals op de beelden te zien;
- de [automerk 3] (met daarin ook de wapens die zijn gebruikt bij de schietpartij) is vervolgens tot Zaltbommel als vluchtauto gebruikt;
- de schutters hebben toen hun weg vervolgd met de [automerk 1] van [verdachte] ;
- [verdachte] geeft na de schietpartij op 1 januari 2016 met betrekking tot de liquidatie aan dat ze leip op hun hebben gelost – waarbij het ook wel heet was om zijn auto als vluchtauto te gebruiken – en onderhandelt vervolgens met [medeverdachte 1] over wat er op hun hoofd staat en aan hem als hitter moet worden betaald;
- [medeverdachte 1] geeft na de onderhandelingen aan dat [verdachte] tegen [medeverdachte 3] moet zeggen dat hij € 50.000,- krijgt;
- [medeverdachte 3] geeft naar aanleiding van de liquidatie aan dat ze het goed hebben gedaan, en
- [medeverdachte 3] zegt in een gesprek over de liquidatie van de broers [slachtoffers 1 en 2] dat hij, wat hij gedaan heeft, het graf mee in neemt.
- [medeverdachte 1] en [verdachte] zich allebei in augustus/september 2015 al bezig houden met het achterhalen van de verblijfplaatsen en/of auto’s van de broers [slachtoffers 1 en 2] ;
- de broers [slachtoffers 1 en 2] en in het bijzonder [slachtoffer 2] een doelwit vormen van [medeverdachte 1] ;
- [medeverdachte 1] dit in oktober 2015 ook concreet maakt door deze ‘actie’/klus aan de gebruiker van PGP-account [X 37] te geven (het onderzoek Maan);
- na de mislukte actie [medeverdachte 1] in december 2015 opnieuw informatie vergaart over de verblijfplaats en auto van de broers [slachtoffers 1 en 2] (bungalow met jetski voor het strand, [adres 80] en kenteken [kenteken 1] );
- er volgens eind december ook vier bezoeken aan deze camping volgen;
- [verdachte] en [medeverdachte 3] op zowel 28 december 2015, 29 december 2015 (’s nachts) – en in ieder geval ook [verdachte] in de avond van 29 december 2015 – als 30 december 2015 omstreeks de tijdstippen van de bezoeken op de camping zijn geweest;
- tijdens het eerste bezoek is gevraagd naar een chalet in de nabijheid van het chalet van de slachtoffers ((
- bij de vervolgbezoeken vervolgens op vuurwapens gelijkende voorwerpen op de beelden zijn te zien;
- [verdachte] en [medeverdachte 3] ook passen in de signalementen van de mannen die tijdens deze bezoeken op de beelden zijn te zien – welke signalementen ook overeenkomsten vertonen – en die door de getuige [getuige 6] zijn beschreven; en tot slot;
- de uiteindelijke liquidatie op 31 december 2015 ook door [verdachte] en [medeverdachte 3] is uitgevoerd,
( [merknaam 2] )dan dat de inschotbeschadiging is veroorzaakt door munitie van het kaliber 9mm [merknaam 2] . [160]
- [naam 62] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 62] :
- [naam 62] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 62] : “
.In die telefoon komt als contactpersoon tweemaal de naam [naam 63] voor met de telefoonnummers eindigend op [X 41] en [X 42]
. [167] De vriendin van [slachtoffer 4] heeft verklaard dat [slachtoffer 4] op vrijdag 6 november 2015 om half acht in de avond wegging. Hij had met een vriend afgesproken en zij hoorde de naam [naam 63] vallen. Hij ging lopend naar het station in Krommenie en zou naar Amsterdam gaan. Vlak voor [slachtoffer 4] wegging, werd hij gebeld. Zij zag op het display dat er [naam 63] stond. [slachtoffer 4] zei tegen [naam 63] dat hij over een paar minuutjes de deur uit zou gaan. [168]
- [emailadres 4] (
- [emailadres 5] (
- [emailadres 6] (
- [emailadres 7] (
- [emailadres 9] (
hierna te noemen [telefoonnummer 2]) actief. Dit nummer werd gebruikt van 30 oktober 2015 tot en met de ochtend van 7 november 2015. [171] Aan het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is het Ennetcom-account [X 43] gekoppeld. [172]
“Ben met vrouwtje kan der niet alleen laten gaan”. [175]
“vertraging en shit ben in de trein zie je zo cap? Toch”Een minuut later bericht van [X 43] naar [X 49]
“Zijn trein heeft vertraging, hij is wel onderweg”. [177]
“Hij gaat zo de trein pakken”.
Ben bijna thuis”.
“Waar ben je? Hij is er bijna.” [178]
“Nog even lange a.u.b. Na deze actie kom je bij me op vakantie”en
“Lange en [naam 18] geen genade aub!!!”En op 9 november 2015
“gooi die shit weg a lange luister naar me aub” [181]
Oke bro is bijna man moest ook voorkomen voor witwas zogenaamd moest komen ben vet niet gegaan. En die recla lult ook miss gaan ze me op singa gooie”. [185]
Bro ik kan niet vliegen snap je dat niet denkje ik wil met de kk waggi na daar gaan alleen maar problemen voor niks man”.
Ik bel nu sander voor je op Op ze persoonlijke mobiel zondag thuis op de bank vraagg ik gwn kann hij vliegen jah of nee”.
Ja vraag voor me dan ben alleen niet na recla gegaan dus. Heb over 26 taakstraf dus moet wel terug gaan ook”. [187]
- [medeverdachte 2] aan [X 51] : “
- (...) [medeverdachte 2] aan [X 51] : “
- [X 51] aan [medeverdachte 2] :
- [medeverdachte 2] aan [X 51] : “
- [X 51] aan [medeverdachte 2] : “
- [X 51] aan [medeverdachte 2] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 51] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 51]
- [X 52] aan [medeverdachte 2] : “
- 6[X 52] aan [medeverdachte 2] [X 55] :
“Joker ze mail”. - [medeverdachte 2] aan [X 52] :
- [medeverdachte 2] aan [X 53] :
- [X 53] aan [medeverdachte 2] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 53] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 52] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 53] : “
- “Die andere zou morgen doekoe sturen , zodat ik goed kan bewegen voor weekend. Laat je t voor me brengen??”
- [X 53] aan [medeverdachte 2] : “
- [X 52] aan [medeverdachte 2] : (...) “
- [medeverdachte 2] aan [X 52] : “
- [X 52] aan [medeverdachte 2] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 52] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 52] : “
- [X 52] aan [medeverdachte 2] :
en [naam 62] anderzijds. En tussen [medeverdachte 2] en [X 52] .
- [medeverdachte 1] aan [verdachte] , [naam 67] en [naam 62] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 52] : “Nee.weet nie precies, ieder geval voor twaalf”.
- [X 52] aan [medeverdachte 2] : “Voor 12 uur ga je hem zien.? Of ga je hem af zetten bij station”.
- [medeverdachte 2] aan [X 52] : “Zeg maar wat zuipen en zo rond 7 en voor twaalf pakt die altijd de trein .... Maar dat hoor wel van me”.
- [X 52] aan [medeverdachte 2] : “Ok broer is goed we staan klaar mail mij gewoon”.
- [medeverdachte 1] aan [verdachte] ,
- [naam 67] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [verdachte] : “
- [naam 67] aan [naam 62] : “
- [verdachte] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [naam 67] : “
- [naam 62] aan [verdachte] : “
- [naam 67] aan [naam 62] : “
- [verdachte] aan [naam 62] : “
- 18.19 uur [medeverdachte 2] naar [X 59] :
- 18.23 uur [X 59] naar [medeverdachte 2] : “
- 18.22 uur [medeverdachte 2] naar [X 49] : “
“Ben thuis zou net de deur uit gaan je tel stond uit”. [199]
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
- [medeverdachte 2] aan 7758: “
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 49] : “
- [medeverdachte 1] aan [verdachte] , [naam 69] en Lange: “
“Vertraaging en shit ben in de trein zie je zo cap? Toch”. [201]
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
- [medeverdachte 2] aan [X 49] :
- [medeverdachte 2] aan [X 60] : “
“Laat ze alvast staan bij de station in de buurt van krom. Ik kan zo niet smsn... Je hoort zo van me??” [203]
- [medeverdachte 2] aan [X 59] : “Ben met hem. Laat me zo afzetten bij. Amsterdam CS”.
- [medeverdachte 1] aan [naam 67] , [naam 62] en [verdachte] : “Hij gaat de trein in!!! Ga alvast daar staan”.
- [medeverdachte 2] aan [X 49] :
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “Ja broo is hij alleen? Is die al op station centraal”.
- [medeverdachte 2] aan [X 49] : “Nee, ik laat je zo weten als ie in de trein’. [204]
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “Yoo al daar?”
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “Ja in dd bosjes”.
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “Top”. [205]
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [medeverdachte 1] aan [verdachte] [naam 67] en [naam 62] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [naam 67] :
- [medeverdachte 2] aan [X 49] :
- Om 00.09 bericht [medeverdachte 1] aam [verdachte] , [naam 67] en [naam 62] :
- Om 00.09 bericht [medeverdachte 1] aan [naam 62] :
- Om 00.17 bericht [medeverdachte 2] aan [X 49] :
- Om 00.18 bericht [medeverdachte 1] aan [verdachte] , [naam 67] en [naam 62] :
- Om 00.24 uur bericht [medeverdachte 2] aan [X 49] :
“Wis alle berichten bro. Ze staan in bosjes te wachten hij gaat ze vangen die kankkerrat??”
“00.50 is ie daar”.
- [medeverdachte 2] aan [X 49] : “
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “Ja bro ik laat je zo weten zitten uren in bosjes en heb iemand op het station ook bro die gaat hem zoiezo zien die ziet exact hoe die loopt”.
- Om 00.49 uur bericht [medeverdachte 2] aan [X 49] : “Hij is nog in Amsterdam”.
- Om 00.55 bericht [X 49] aan [medeverdachte 2] :“Maar zit hij in trein of is uitgestapt of niet ingestapt snap niet?”
- “Die hond moest overstappen op sloterdijk, hij wacht daar nu op de trein”.
- En om 01.08: “Die gast was bij sloterdijk uistgestapt om op zn vriendin te wachten. Hij komt met half uur”.
“Met ze chika?”
Denkt wel, maar pop zn kk moer. Deze kans krijg ik niet meer”.
: “Lange en [naam 18] geen genade aub !!!”
- [medeverdachte 2] aan [X 49] : “
- [naam 62] aan [naam 67] :
- [medeverdachte 2] aan [X 49] : “
- [X 61] aan [medeverdachte 2] “
- [medeverdachte 1] aan [naam 67] en [naam 62] :
- [medeverdachte 2] aan [X 49]
- [X 49] aan [medeverdachte 2] : “
“Ben bijna thuis”. [211]
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] :
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] :
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] ” “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] :
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] :
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] :
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] :
“Op internet staat ook dat er maar 1 schot is gelost. En ze hebben die waggie gevonden. Helemaal uitgebrand bij meteorenweg”.Tussen 03.43 en 03.55 uur berichtenwisseling tussen [medeverdachte 1] en [naam 62] .
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 62] :
- [naam 62] aan [medeverdachte 1] : “
- [verdachte] aan [naam 62] : “
- [verdachte] aan [naam 62] : “
- [naam 62] aan [verdachte] :
- [naam 62] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 62] : “
“Jaaaa man ik heb gelezen kanker gruwelijk brol We hebben naam gemaakt bij die fucking orga het gaat goed komen [naam 18] we gaan kapot maken ee wis die gesprken alles alles oke”. [218]
(hierna te noemen het telefoonnummer eindigend op [X 62] )zijn de historische gegevens opgevraagd. Door de provider zijn deze gegevens verstrekt van 15 maart 2016 tot en met 18 april 2016. [verdachte] heeft met dit telefoonnummer op 18 april 2016 een politieambtenaar in Amsterdam gebeld. Van het telefoonnummer eindigend op [X 62] en het IMEI nummer [X 64] zijn van 18 april 2016 tot en met 20 april 2016 gesprekken opgenomen en uitgeluisterd. Op 19 april 2016 noemt de gebruiker van het telefoonnummer zich [verdachte] . Tijdens de telefoontap was het telefoonnummer eindigend op [X 62] geplaatst in het toestel met het IMEI nummer [X 64] . [237]
- 21:33:28 uur, een inkomend SMS bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] , op naam van [X 65] , [adres 1] via KPN zendmast [adres 85] ;
- 21:33:40 uur, een inkomend SMS bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] , op naam van [X 65] , [adres 1] via KPN zendmast [adres 85] ;
- 21:34:00 uur, een uitgaand SMS bericht naar het telefoonnummer [telefoonnummer 6] , op naam van [X 65] , [adres 1] via KPN zendmast [adres 85] ;
- 22:19:19 uur, een uitgaand gesprek van 80 seconden naar het telefoonnummer 1244 via KPN zendmast [adres 86] ;
- 22:20:58 uur, een uitgaand gesprek van 83 seconden naar het telefoonnummer 1244 via KPN zendmast [adres 86] .
( [X 68] )Br k zag net die [naam 75] op de snelweg [automerk 20]
( [medeverdachte 1] )Serieus? Oke thnx bro
,
(….)
(de bijnaam van [slachtoffer 5] ). Op 28 maart 2016 stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 3] het bericht ‘Oke we hebben een actie. Gister heeft [medeverdachte 4] iemand gezien die we moeten hebben. Een kale mocro genaamd [naam 75] .’. Vervolgens wordt er naar meer informatie over deze persoon gezocht. In het verlengde hiervan meldt [verdachte] op 30 maart 2016 aan [medeverdachte 3] dat Soes van half negen tot twee uur ‘aan het timeren was bij die flikker’, hetgeen inhoudt dat de man in de gaten werd gehouden. In de dagen daarna vinden er tussen [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] berichtenwisselingen plaats over het (al dan niet) plaatsen van een gps-tracer. Duidelijk is ook uit die berichtgeving dat [medeverdachte 1] wil dat er pas geschoten wordt, als de tracer eraf is. [medeverdachte 3] laat vervolgens aan [medeverdachte 1] weten dat de vluchtroute is bekeken, dat [verdachte] en Soes de gps-tracer eraf zullen halen en de man in de gaten houden tot hij wegrijdt en dat hij, [medeverdachte 3] , met [medeverdachte 4] de man zal ‘doen’. Op 3 april 2016 wordt [medeverdachte 1] door [verdachte] op de hoogte gehouden van het eraf proberen te halen van de tracer door hem en Soes, wat uiteindelijk lukt. Diezelfde dag stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 3] vanaf 22.22.41 uur ‘Ee kom na huiss snellll’ en ‘Bro kommmmmm’. Ondertussen stuurt [medeverdachte 1] aan [verdachte] ‘Pff gruwelijk. Laat ze het doen dan’. [verdachte] antwoordt dat ze niet in ‘osso’
(straattaal voor huis)west zijn maar dat hij op wacht staat en zegt dat hij hen zal mailen als ‘hij’ er staat. De rechtbank concludeert hieruit dat [verdachte] aan de schutters zal melden wanneer [slachtoffer 5] er is. [verdachte] stuurt dan ook naar de [X 38] dat ‘hij’ er nog is en ‘je kan hem niet missen’. Even later stuurt de [X 38] aan [verdachte] ‘Kom op de weg bro’. De poging liquidatie vindt rond 22.40 uur plaats. Daarna neemt [medeverdachte 3] via de telefoon van [X 67] contact op met [medeverdachte 1] om te melden dat ze de man te pakken hebben gehad, maar dat het wapen weigerde. Hij zegt de man er in ieder geval één voor zijn neus te hebben gegeven en daarna nog drie tijdens de achtervolging. [verdachte] stuurt om 22.46.44 uur nog het bericht naar [medeverdachte 1] dat Soes drie schoten hoorde en naar zijn wakkie
(straattaal voor auto)rende en dat ze zijn weg gereden. [verdachte] heeft naderhand de scooter in het water gegooid. Ondanks dat het mislukt is, wil [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] toch uit eigen zak 10kop
(straattaal voor tienduizend euro)geven voor deze actie. Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] de opdrachtgever is van de aanslag. [verdachte] is degene die in de dagen voor de aanslag een gps-tracer op de auto van [slachtoffer 5] heeft geplaatst en vlak voor de aanslag weer heeft verwijderd. Daarna heeft hij [slachtoffer 5] gevolgd en stuurt hij de schutter naar de verblijfplaats van [slachtoffer 5] . Tijdens de aanslag is hij in de buurt en nadien gooit hij de scooter in het water. [medeverdachte 3] is de schutter.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks31 december 2015 te Kerkdriel,
in elk geval in degemeente Maasdriel, tezamen en in vereniging met
een of meerander
(en
),
althans alleen, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedag 3] 1988) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met
een of meer (automatisch
(e
))vuurwapen
(s
) een of meerkogel
(s
)in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten;
of omstreeks31 december 2015 te Kerkdriel,
in elk geval in degemeente Maasdriel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofander
(en
),
althans alleen, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedag 5] 1985) en
/of[slachtoffer 3] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met
een of meer (automatische
)
(s
)op/in de richting van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 3] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 27 december 2015 tot en met 30 december 2015 te Kerkdriel en/of Amsterdam en/of Capelle aan den IJssel, ter voorbereiding van het met anderen
of een anderte plegen misdrijf van moord
en/of doodslagin vereniging (te weten de liquidatie van [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] ),
in ieder geval van enig misdrijf waarop een gevangenisstraf van tenminste 8 jaren is gesteld, (telkens
)opzettelijk
een of meer(automatische) vuurwapen
(s
)en
/of een of meervoertuig
(en
)(te weten een [automerk 3] en
/ofeen [automerk 1] ), bestemd tot het in vereniging begaan van
dat misdrijf/die misdrijven,
heeft verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/ofvoorhanden heeft gehad, en
/of is/zijndaarmee
(telkens
)naar camping [naam 6] te Kerkdriel is gereden.
of omstreeks07 november 2015 te Krommenie, gemeente Zaanstad
, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,[slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door tezamen met zijn mededader
(s
),
althans alleen,
(meerdere malen
)met twee, in elk geval één,
(automatisch
[e])vuurwapen
(s),te weten een geweer (merk [merknaam 2] , kaliber 7,62x39mm) en
/ofeen pistool (merk [merknaam 3] , kaliber 9 mm [merknaam 2] ),
een ofmeerdere kogel
(s
)op die [slachtoffer 4] af te
/ofzijn borst
, althans in zijn lichaam,werd geraakt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 4] is overleden.
/ofzijn mededader
(s
)op
of omstreeks03 april 2016 te Amsterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5]
en/of een onbekend gebleven persoonopzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met
een of meer (automatische
)vuurwapens
een of meerkogels hebben
/heeftafgeschoten
en/of die onbekend gebleven persoon,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straf
- de moord op [slachtoffer 1] op 31 december 2015 te Kerkdriel;
- de poging tot moord op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] op 31 december 2015 te Kerkdriel;
- de voorbereidingshandelingen voor de liquidatie van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in de periode van 27 december 2015 tot en met 30 december 2015 te Kerkdriel;
- de moord op [slachtoffer 4] op 7 november 2015 te Krommenie, en
- de poging tot moord op [slachtoffer 5] op 3 april 2016 te Amsterdam.
- het plaatsen van mensen op een dodenlijst;
- het zoeken naar en volgen van mensen die op de dodenlijst zijn geplaatst, waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van peilbakens die onder auto’s worden geplakt;
- het gebruik van automatische wapens bij de liquidaties, schietpartijen waarbij letterlijk met kogels wordt gesproeid;
- het uitvoeren van deze liquidaties in woonwijken, waarbij de mogelijkheid wordt geaccepteerd dat anderen gewond raken of gedood worden;
- dat de schutters zich al meerdere malen hebben “vergist”. Er zijn verschillende mensen vermoord die geen enkele band hadden met een criminele organisatie;
- het stelen van auto’s en nummerplaten voor de liquidaties, die later in de brand worden gestoken.
- [automerk 1] met sleutel;
- vier telefoons:
- een kentekenbewijs van kenteken [kenteken 4] ten name van [naam 38] , en
- vier kentekenplaten van kentekens [kenteken 8] en [kenteken 9] .
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
levenslange gevangenisstraf.
verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven goederen, te weten:
- [automerk 1] met sleutel;
- vier telefoons:
- een kentekenbewijs van kenteken [kenteken 4] ten name van [naam 38] , en
- vier kentekenplaten van kentekens [kenteken 8] en [kenteken 9] .
teruggavevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan veroordeelde, te weten: een groen laken.
- veroordeelt verdachte ten aanzien van 05/880583-16 feit 1 primair tot betaling van
- verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- wijst af de vordering tot schadevergoedingtot een bedrag van
€ 4.635,-, - verklaart de