Uitspraak
- hij op 31 december 2015 in Kerkdriel samen met een ander of anderen of alleen met voorbedachten rade [slachtoffer 1] om het leven heeft gebracht, dan wel dat hij dit feit heeft uitgelokt. Indien dit niet kan worden bewezen, wordt [verdachte] verweten dat hij aan dit feit medeplichtig is geweest (feit 1);
- hij op 31 december 2015 in Kerkdriel samen met een ander of anderen of alleen geprobeerd heeft [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] met voorbedachten rade om het leven te brengen, dan wel dat hij dit feit heeft uitgelokt. Indien dit niet kan worden bewezen, wordt [verdachte] verweten dat hij aan dit feit medeplichtig is geweest (feit 2).
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
- voor Ennetcom B.V. meerdere werknemers werkten die toegang hadden tot de servers. Zo ook bij de door Ennetcom ingehuurde bedrijven [naam 2] B.V. en [naam 3] B.V., de resellers van de PGP-telefoons en [bedrijfsnaam] , de verhuurder van de server in Canada. Wie er allemaal over de wachtwoorden kon beschikken is onduidelijk, maar alle Ennetcom-data konden worden benaderd en ontsleuteld als men de beschikking had over al de benodigde wachtwoorden. Na de ontsleuteling kunnen berichten worden gelezen, gekopieerd, verplaatst en aangepast;
- door het retentiebeleid op de [naam 13] -server grote hoeveelheden e-mailberichten zijn bewaard, terwijl deze berichten na korte tijd automatisch zouden worden verwijderd;
- de eigenaar en bestuurder van Ennetcom door het Openbaar Ministerie wordt verdacht van het onderhouden van nauwe relaties met bekende criminelen en criminele organisaties;
- er hardnekkige geruchten zijn dat Ennetcom gefinancierd is door partijen die stevig verankerd zijn in het internationale drugsmilieu en dat deze partijen een stevige vinger in de pap hebben gehouden bij het bedrijf om informatie te krijgen over anderen in het criminele milieu en om zelf een sturende rol te kunnen spelen;
- uit de beschikbare Ennetcom-data blijkt dat er beveiligingsproblemen waren bij Ennetcom, te weten bij de behandeling van kopieer- en wipe verzoeken, dat het “stelen” van een Ennetcom-adres mogelijk was en dat e-mails werden ontvangen die niet bestemd waren voor de ontvanger;
- beheer en manipulatie van versleutelde communicatie voor criminele groeperingen aantrekkelijk is, wat volgt uit het [naam 4] -onderzoek waar de criminele groepering over een eigen reseller (van PGP-telefoons) zou kunnen beschikken en men probeerde om de schuld van een vergismoord bij [verdachte] te leggen.
verder: Sv) en kunnen slechts als bewijsmiddel gelden “in verband met den inhoud van andere bewijsmiddelen”. Voorts is de bewijskracht van de Ennetcom-data door de kwetsbaarheid en de manipuleerbaarheid zwakker dan de bewijskracht die volgens de CAG bij het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO9193 aan door verbalisanten uitgewerkte tapverslagen kan worden toegekend.
- als het geschrift in belangrijke mate steun vindt in ander bewijsmateriaal;
- waarbij de rechter in gevolge het bepaalde in artikel 360 Sv het gebruik van een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een onbekend gebleven persoon moet motiveren.
- uit het arrest van de Hoge Raad van 2004 volgt dat “andere geschriften”, inhoudende de weergave van telefoontaps, kunnen worden bevestigd door de weergave van andere telefoontaps, ook zijnde “andere geschriften” in de zin van artikel 344 Sv. Dit geldt ook voor de weergave van Ennetcom-berichten.
- de Ennetcom-berichten zijn middels processen-verbaal van bevindingen in het dossier gevoegd, en de inhoud van deze berichten wordt in deze processen-verbaal bevestigd door andere bewijsmiddelen.
- er daarom geen sprake is van een situatie waarin het unus-testis beginsel geldt, het gaat immers niet om het aannemen van een gebeurtenis op basis van één getuigenverklaring.
- ook uit de unus-testis jurisprudentie volgt niet dat sprake moet zijn van twee bewijsmiddelen die de verdachte als dader aanwijzen.
verder PGP-telefoons) waarmee alleen versleutelde e-mails konden worden verstuurd en ontvangen en waarmee notities konden worden opgeslagen. De e-mailadressen bestonden uit een willekeurige, niet tot een persoon te herleiden, combinatie van cijfers en letters. De e-mailadressen werden door de gebruikers op de “telefoons” opgeslagen onder door hen gebruikte en bij hen bekende bijnamen. Door de versleuteling konden derden de e-mailberichten niet lezen en door het gebruik van bijnamen bleven de verzender en de ontvanger van de berichten voor derden anoniem. Ennetcom maakte gebruik van BlackBerry Enterprice Servers (verder: BES) gehuurd bij het bedrijf [bedrijfsnaam] in [plaatsnaam 1] , Canada. Ongeveer 19.000 mensen maakten gebruik van deze dienst van het bedrijf Ennetcom B.V.
- Brandberg, naar de liquidatie van [slachtoffer 4] op 7 november 2015 te Krommenie;
- IJshamer, naar een poging tot liquidatie van [slachtoffer 5] op 3 april 2016 te Amsterdam;
- Maan, naar voorbereidingshandelingen voor de liquidatie van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] op 20/21 november 2015 te Utrecht.
- het moet gaan om een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert;
- het belang van het onderzoek moet dringend vorderen dat toegang tot de gegevens wordt verkregen, en
- het moet gaan om gegevens die klaarblijkelijk van de verdachte afkomstig zijn, voor hem bestemd zijn, op hem betrekking hebben of tot het begaan van het strafbare feit hebben gediend, of met betrekking tot welke gegevens klaarblijkelijk het strafbare feit is gepleegd.
“Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien”.In deze bepaling is het legaliteitsbeginsel voor het strafprocesrecht vastgelegd. De overheid wordt bij het maken van inbreuk op vrijheden of rechten van haar burgers gebonden aan de wet. De uitvoerende macht, politie en het Openbaar Ministerie, en de rechterlijke macht mogen geen nieuwe opsporingsbevoegdheden scheppen, waardoor inbreuken op rechten en vrijheden van burgers mogelijk worden. Hieronder valt ook de inbreuk op het recht op privacy. Zoals hiervoor reeds is vermeld, kent de Nederlandse wet geen bepaling die is geschreven voor de toetsing die de Canadese rechter als voorwaarde stelt aan het gebruik van Ennetcom-data in andere strafzaken. Voor de beantwoording van de vraag of artikel 1 Sv zo strikt moet worden uitgelegd dat daarom het onderzoek aan de Ennetcom-data in deze strafzaken onrechtmatig is geweest, vindt de rechtbank het volgende van belang:
- De Canadese rechter heeft nadrukkelijk de mogelijkheid opengelaten dat ook in andere strafrechtelijke onderzoeken naar ernstige misdrijven gebruik werd gemaakt van de Ennetcom-data, en waarbij de toetsing daarvan wordt overgelaten aan een Nederlandse rechter.
- Als de Ennetcom-servers in Nederland hadden gestaan, dan was de inbeslagneming van de Ennetcom-data in de opsporingsonderzoeken [naam 9] , [naam 10] , [naam 11] en [naam 7] volgens artikel 126ng Sv mogelijk geweest en had de officier van justitie toestemming kunnen verlenen om deze informatie ook in andere opsporingsonderzoeken te gebruiken.
- Ook als de Canadese rechter voorafgaand aan het gebruik van de Ennetcom-data in andere strafzaken geen toets door een rechter had geëist, had de officier van justitie toestemming kunnen verlenen om deze informatie ook in andere strafzaken te gebruiken.
- Uit het stelsel van de wet volgt dat bij een inbreuk op de vrijheden of rechten van burgers de autoriteit die toestemming moet verlenen, hoger moet zijn als de ernst van de inbreuk toeneemt (bij een beperkte inbreuk is bevoegdheid verleend aan alle verbalisanten en naar mate de ernst van de inbreuk toeneemt, is de bevoegdheid verleend aan respectievelijk een hulpofficier van justitie, een officier van justitie of een rechter-commissaris). Toestemming voor ernstige inbreuken op vrijheden of rechten kan alleen worden verleend voor de opsporing van zware misdrijven (het proportionaliteits-beginsel). Ook wordt alleen toestemming verleend als het doel niet op andere wijze dan door een inbreuk op rechten of vrijheden kan worden bereikt (het subsidiariteits-beginsel).
- Onder andere door de snelle technische ontwikkelingen in de afgelopen decennia is in de rechtspraktijk het bewustzijn ontstaan dat niet elk strafvorderlijk handelen van een functionaris gebaseerd kan zijn op een expliciet in de wet geformuleerde bevoegdheid. Zo bepaalde de Hoge Raad in het Zwolsman-arrest dat opsporingsmethoden alleen bij ernstige of stelselmatige inbreuken op grondrechten een expliciete wettelijke basis in de zin van artikel 1 Sv nodig hebben. Lichtere inbreuken op grondrechten vallen onder de algemene bevoegdheidstoewijzing van artikel 3 van de Politiewet. Ook heeft de wetgever het in de rechtspraktijk ontwikkelde toetsingskader voor de inbreuk op grondrechten gelegaliseerd. Een deel van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (verder: Wet BOB) is hier een voorbeeld van.
- De verdediging heeft gesteld dat uit het [naam 4] -onderzoek is af te leiden dat een criminele organisatie [verdachte] de schuld probeerde te geven van een vergismoord. Als deze stelling al waar is, volgt uit hetgeen de verdediging ter onderbouwing heeft aangevoerd enkel dat hierover is gecommuniceerd met PGP-telefoons, niet dat de valse beschuldiging tot stand is gekomen door het vervalsen van PGP-berichten.
- De verdediging heeft gewezen op communicatie tussen gebruikers en helpdeskmedewerkers van Ennetcom, waaruit zou volgen dat data van het ene naar het andere account konden worden gekopieerd, er fouten zijn gemaakt bij de uitvoering van wipe-verzoeken en een gebruiker e-mails heeft ontvangen die niet voor hem bestemd waren. Dit is onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat het gehele Ennetcom-systeem onbetrouwbaar is. Ten eerste kende Ennetcom ongeveer 19.000 gebruikers en het gaat slechts om enkele voorbeelden. Ten tweede kan sprake zijn van menselijke fouten van een of meer gebruikers en een of meer helpdeskmedewerkers.
- De PGP-communicatie die via de [naam 13] -server verliep, kende een retentiebeleid waarbij berichten automatisch na één dag werden verwijderd. Als berichten werden verplaatst naar een andere map op de server, was dit retentiebeleid niet meer van kracht. Door een bericht handmatig te wissen, werd dit bericht naar de map “prullenbak” verplaatst. Ook door de “verplaatsing naar de prullenbak” werd het bericht niet meer automatisch en definitief gewist. Anders dan de verdediging gaat de rechtbank uit van een systeemfout en niet van boze opzet om berichten tegen de zin van de gebruiker te bewaren. Dit omdat:
- De berichtenuitwisseling tussen de verschillende gebruikers van de PGP-telefoons verloopt adequaat. Ondanks dat e-mailberichten slechts gedeeltelijk zijn bewaard, valt uit de bewaarde data te concluderen dat men weet met wie men mailt en (een deel) van de berichten sluit op elkaar aan.
- Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, wordt een deel van de berichten gerelateerd aan gebeurtenissen die bevestigd worden door andere onderzoeksresultaten. Hierdoor wordt het account niet alleen gelinkt aan een gebruiker, maar wordt ook het tijdstip en de datum van verzending bevestigd.
- Zoals de verdediging terecht opmerkt kan “het andere bewijsmiddel” dat het gebruik van “andere geschriften” voor het bewijs mogelijk maakt, ook “een ander geschrift” zijn. Gelet op de vaststelling hiervoor dat de rechtbank de berichten in beginsel als betrouwbaar heeft beoordeeld, hoeft hier niet terughoudend mee om te worden gegaan.
- De inhoud van de Ennetcom-data is vaak opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen waarin, naast de inhoud van de Ennetcom-data, vaak ook andere feiten en omstandigheden zijn opgenomen. Het gaat dan niet meer om een schriftelijk bescheid, maar om een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal.
- Voor zover de Ennetcom-data in de vorm van een schriftelijk bescheid voor het bewijs zijn opgenomen, gaat het om e-mailverkeer tussen twee of meer gebruikers van PGP-telefoons. Zelfs als de gebruiker of gebruikers van deze telefoons niet bekend zijn geworden, is geen sprake van een schriftelijk bescheid inhoudende de
- de moord op [slachtoffer 1] op 31 december 2015 te Kerkdriel, en
- de poging tot moord op [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] op 31 december 2015 te Kerkdriel.
rechtbank: [naam 18]). Ze reden naar de slagboom. De slagboom ging open en [slachtoffer 3] hoorde knallen. Zijn broertje [slachtoffer 1] schreeuwde, hij was geraakt. Er waren twee schutters. Ze werden van rechts en van voren beschoten. [slachtoffer 3] zag een schutter voor hem staan. Er ging door het portier een kogel langs zijn hoofd. [3]
rechtbank: [slachtoffer 3]) haalde daarop een gewonde man, zijn broertje (
rechtbank: [slachtoffer 1]), uit de auto. De derde betrokken persoon
(rechtbank: [slachtoffer 2] )– met een verwonding aan zijn heup – belde bij de overburen aan, waar hij vervolgens in elkaar zakte. [6]
SIN [nummer 6] en [nummer 7]) konden aan de hand van nader onderzoek worden aangemerkt als automatische wapens van het merk [merk 1] , type [type 3] met kaliber 7,62 mm. [19]
- Merk/Type: [merk auto 2] type 5 serie;
- Model [model] (stationwagen);
- Donkerkleurig/zwart carrosserie;
- Lijn van de koplichten behorende bij het model;
- Dakrails;
- Shadowline zijraam lijsten kleur zwart;
- Derde remlicht in achterruit;
- GPS antenne op het dak (driehoekige vorm);
- Naar binnen gebogen achterlichten;
- Richtingaanwijzer op spatschermen voor;
- Originele [merk auto 2] lichtmetalen velgen (dubbelspaak).
(rechtbank: hoogste gradatie van het NFI) dat de hulzen uit groep І (AAIP8558NL, -60NL, -61NL, -62NL, -63NL, -81NL, -82NL, -86NL, -87NL, -88NL en -89NL) zijn verschoten met het geweer [nummer 7] dan dat zij zijn verschoten met één of meer vuurwapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken.
(rechtbank: hoogste gradatie van het NFI) dat zij zijn verschoten met het geweer [nummer 6] dan met één of meerdere wapens van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken. Verder zijn 12 kogels dan wel delen van munitie uit het lichaam van [slachtoffer 1] veiliggesteld (
SIN: [nummer 8]). Daarvan wordt geconcludeerd dat het 10 tot 100 keer waarschijnlijker is dat de kogelmanteldelen (
#8.1 en -#11) zijn afgevuurd uit de loop van het geweer [nummer 7] dan uit het geweer [nummer 6] of een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde kenmerken. [21]
rechtbank: [naam 167]) had aangegeven dat hij “die broers” zou gaan pakken. Vanuit de groep van [naam 167] en [naam 29] werden [slachtoffer 3] en zijn broertje [slachtoffer 1] “de [naam 85] ” genoemd. [29]
(rechtbank: schutter 1)
(rechtbank: schutter 2)
- 28 december 2015 tussen 20:38 uur en 20:48 uur (bezoek 1);
- 29 december 2015 tussen 03:20 en 03:36 uur (bezoek 2);
- 29 december 2015 tussen 20:42 en 23:06 uur (bezoek 3);
- 30 december 2015 tussen 19:20 en 20:54 uur (bezoek 4 );
- 31 december 2015 tussen 17:35 uur en 18:15 uur (bezoek 5).
de rechtbank begrijpt onder meer de [merk auto 5] met kenteken [kenteken 4]) in gebruik heeft gehad. [39] Hij verklaart echter ook dat hij de auto in de periode van 28 tot en met 31 december 2015 heeft uitgeleend (p. 4270). Deze alternatieve verklaring acht de rechtbank niet aannemelijk. De rechtbank overweegt hiertoe dat, zoals zal volgen, bij alle bezoeken één of meerdere telefoonnummers van [medeverdachte 1] meereizen met de [merk auto 5] . Daar komt nog bij dat [medeverdachte 1] ook meermalen praat over
zijnauto (m’n waggie/wakkie), te beginnen op 25 december 2015:
- de gebruikers van de telefoons, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , op 28 december 2015 met behulp van de [merk auto 5] samen naar Kerkdriel zijn gereisd en daar omstreeks het tijdstip van het eerste bezoek allebei op de camping zijn geweest;
- [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] een paar uur later op 29 december 2015 (’s nachts) wederom samen naar Kerkdriel afreizen en daar – gelet op de registratie van de telefoon van [medeverdachte 1] – opnieuw de camping hebben bezocht;
- in ieder geval de gebruiker van de PGP-telefoon met account [naam 6] , [medeverdachte 1] , zowel voor, tijdens als enkele minuten na het tijdstip van het derde bezoek op de camping aanwezig is geweest;
- bij bezoek 4 de gebruikers van de telefoons, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , opnieuw samen hebben gereisd en omstreeks het tijdstip van het bezoek (vanaf vijf minuten ervoor) de camping hebben bezocht; en
- de gebruikers van de PGP-telefoons, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , omstreeks het tijdstip van aankomst van de schutters opnieuw op de camping aanwezig zijn geweest en tot slot (gedeeltelijk) samen terug reizen.
- een manpersoon met een Noord-Afrikaans/Arabisch uiterlijk;
- destijds 21 jaar;
- tenger postuur;
- lengte 1.79 centimeter
- kort zwart haar;
- zwarte/bruine ogen.
- een manspersoon met een Noord-Afrikaans/Arabisch uiterlijk;
- destijds 25 jaar;
- Breed/krachtig postuur;
- Lengte 1.85 centimeter;
- Kort/zwart haar;
- Zwarte/bruine ogen.
hierna te noemen: [naam 6]). [60] De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van Ennetcom-account [naam 6] en dat alle e-mailberichten met betrekking tot dit account aan [medeverdachte 1] zijn toe te schrijven. Hierna zal de rechtbank de gebruiker van [naam 6] aanduiden als [medeverdachte 1] .
hierna te noemen: [naam 32]) beschikbaar en wordt [naam 32] ook in andere accounts opgeslagen. [63] De contactnamen waaronder dit is gebeurd zijn ‘ [naam 45] ’, ‘ [naam 46] ’, ‘ [naam 38] ’, ‘ [naam 39] ’ (2x), ‘ [naam 47] ’, ‘ [naam 40] ’, ‘ [naam 48] ’, ‘ [naam 43] ’, ‘ [naam 49] .’, ‘ [naam 50] ’, ‘ [naam 51] ’, ‘ [naam 52] ’, ‘ [naam 42] ’ en ‘ [naam 53] ’. [64]
(de rechtbank begrijpt: auto)weggrijden van mij als vluchtauto is ook fuckingg heet he gaan we nooit meer doen man
(de rechtbank begrijpt: auto)neetoch
. [73]
hierna te noemen: [naam 33]):
- dat het account van [medeverdachte 1] op 31 december 2015 voor het laatst actief was en [naam 32] op 1 januari 2016 vervolgens actief werd;
- deze twee e-mailadressen in andere accounts onder soortgelijke namen worden opgeslagen;
- deze namen grotendeels afgeleid zijn van de bijnamen van [medeverdachte 1] , te weten ‘ [naam 40] ’ en ‘ [naam 51] ’;
- [naam 32] op 1 januari 2016 mailt dat hij net klaar is met het eten bij snackbar [naam 57] , [adres 84] en de telefoon [nummer 15] van [medeverdachte 1] op hetzelfde moment in de directe omgeving van deze snackbar aanwezig is geweest;
- [naam 32] een gesprek heeft met [naam 16] over de [merk auto 5] op naam van [medeverdachte 1] , als zijnde zijn auto;
- [naam 32] en [medeverdachte 1] dezelfde afspraak hadden op 5 februari 2016 bij de [naam 59] in Amsterdam Noord;
- [naam 32] en [medeverdachte 1] op 15 februari 2016 rond dezelfde tijd naar een afspraak met de reclassering aan de [straatnaam 11] zijn geweest,
hierna te noemen: [nummer 22]) was onder die naam opgeslagen. [81] [naam 62] herkent [medeverdachte 2] van een foto als deze [medeverdachte 2] . Zij kent geen andere [medeverdachte 2] . [82] De stem van de gebruiker van [nummer 22] wordt bovendien herkend als zijnde de stem van [medeverdachte 2] . [83]
hierna te noemen: [naam 33]).
(de rechtbank begrijpt: auto)(…)
´(…) zeg tegen hem, [naam 71] is wel teleurgesteld, [naam 71] zegt tegen je euh, je vraagt niet of [naam 71] wat nodig heeft of zo, he! Zeg tegen hem [naam 71] is teleurgesteld.’ [91]
- om 15:05:45 uur [adres 85] in Rotterdam;
- om 15:21:14 uur [adres 86] in Rijswijk;
- om 15:24:57 uur [adres 87] in Den Haag;
- om 16:43:13 uur [adres 88] in Amsterdam;
- om 18:04:36 uur [adres 89] in Amsterdam;
- om 20:17:07 uur [adres 90] in Amsterdam.
(de rechtbank begrijpt: Amsterdam)(…)
(de rechtbank begrijpt: telefoon)ophalen dan timer ik gewoon op je want ik [naam 165] niet in [naam 71] meer begrijp je. (…)
- het gesprek tussen de [naam 33] en [medeverdachte 1] erop wijst dat [naam 33] betrokken is bij de verkoop van de [merk auto 5] ;
- [medeverdachte 2] vervolgens heeft verklaard dat hij de auto van [medeverdachte 1] heeft verkocht aan [naam 64] ;
- [naam 64] zijn auto heeft gekocht van ‘ [naam 65] ’;
- [naam 33] in andere accounts grotendeels wordt opgeslagen onder afgeleiden van de bijnamen ‘ [naam 65] ’ en ‘ [naam 71] ’;
- ‘ [naam 65] ’ en ‘ [naam 71] ’ bijnamen van [medeverdachte 2] zijn, en
- de [naam 33] vanuit Den Haag naar Amsterdam vertrekt om een nieuwe telefoon te kopen en de reisbeweging van de telefoon van [medeverdachte 2] op dat moment exact daarbij past,
- [medeverdachte 2] een nieuwe telefoon gaat halen op 3 maart 2016;
- 14 minuten na het laatste bericht van [medeverdachte 2] het account [naam 37] in gebruik wordt genomen;
- op 3 maart 2016 – vlak na het in gebruik nemen van [naam 37] – mails worden verzonden vanaf [naam 37] waarin wordt aangegeven dat het gaat om het nieuwe mailadres van ‘ [naam 71] ’,
- [medeverdachte 2] zichzelf regelmatig ‘ [naam 71] ’ noemt;
- [naam 37] onder grotendeels dezelfde contactnamen wordt opgeslagen als het account [naam 76] van [medeverdachte 2] , en
- twee gebruikers de [naam 37] onder identieke contactnamen opslaan als het account [naam 76] van [medeverdachte 2] ,
- [e-mailadres 8] (
- [e-mailadres 3] (
hierna te noemen: IMEI [nummer 24]), IMSI [nummer 25] en Sim-ID [nummer 27] .
- zijn 61 unieke e-mailaccounts opgeslagen als contact door zowel [naam 15] als [naam 16] ;
- zijn er van deze 61 unieke e-mailaccounts 53 e-mailaccounts onder een identieke contactnaam opgeslagen door zowel [naam 15] als [naam 16] ;
- zijn er in totaal 39 unieke e-mailaccounts waarvan de gebruikers zowel [naam 15] als [naam 16] hebben opgeslagen;
- zijn er van deze 39 unieke e-mailaccounts 10 e-mailaccounts zijn waarvan de gebruikers een identieke contactnaam hebben gegeven aan zowel account [naam 15] als [naam 16] ;
- zijn er van deze 39 unieke e-mailaccounts 14 e-mailaccounts waarvan de gebruikers een zeer gelijkende contactnaam hebben gegeven aan zowel account [naam 15] als [naam 16] .
- [verdachte]
- [slachtoffer 4] : vermoord op 7 november 2015;
- [naam 78] : vermoord op 13 juli 2014;
- [naam 79] : vermoord op 29 december 2012;
- [naam 80] : vermoord op 3 september 2014;
- [naam 81] : vermoord op 18 oktober 2012;
- [naam 82] : vermoord op 25 mei 2013;
- [naam 167] .
‘Ik ga morgen naar tanger (…)’
‘Ok rij rustig ik rij nu kech(de rechtbank begrijpt: Marrakech)
uit’
´Ok ben zelf in het buitenland’
´gewoon thuis heb je hajar gesproken? (…) avond rond 22.30 ik ga daarna ochtendvlucht pakken naar mocro’(de rechtbank begrijpt: Marokko)
‘heel marokko praat erover. (…) iedereen is hier toch met nieuwjaar’
- is vastgesteld dat [naam 15] en [naam 16] dezelfde gebruiker hebben;
- [verdachte] de enige persoon is die bedoeld kan worden met het bericht aan [naam 15] over het artikel in [naam krant] inzake de moord op [slachtoffer 4] ;
- telefoonnummers van de [naam 85] en broer van [verdachte] staan opgeslagen in zowel [naam 15] als [naam 16] ;
- [verdachte] van en naar Marokko reist op exact dezelfde momenten dat [naam 15] en [naam 16] zendmasten op en rondom luchthaven Schiphol registreren, en
- e-mailberichten, verzonden met [naam 15] en [naam 16] , er op wijzen dat de gebruiker in Marokko is, net als [verdachte] op dat moment,
- [naam 15] en [naam 16] : [verdachte] ;
- [naam 6] en [naam 32] : [medeverdachte 1] ;
- [naam 33] en [naam 37] : [medeverdachte 2] .
rechtbank: op 21 november 2015 nabij
“Ik heb 2kleine voor je maar
rechtbank: [slachtoffer 3]) belangrijker vinden. De broer
rechtbank: [slachtoffer 1] en niet [slachtoffer 3] is overleden)
,waarmee [medeverdachte 1] “kkk blij” is. De andere “brada” was ook bijna “loesoe”, aldus [medeverdachte 1] . Dit past bij [slachtoffer 3] , bij wie een kogel net langs zijn hoofd is gegaan (wel een schampwond). [medeverdachte 1] geeft vervolgens aan dat “we” leip op ze hebben gelost. Dit duidt naar het oordeel van de rechtbank, in samenhang met de eerder genoemde reisbewegingen en de camerabeelden, op het zijn van [medeverdachte 1] van één van de schutters bij de liquidatie van [slachtoffer 1] en de poging tot liquidatie op [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] .
(rechtbank: 50.000)goed?
de rechtbank begrijpt: de broers [achternaam slachtoffers]) wel meer waard zijn dan die aap, duiden naar het oordeel van de rechtbank op de betrokkenheid van [medeverdachte 1] en [verdachte] bij de eerdere liquidatie van [slachtoffer 4] op 7 november 2015.
de rechtbank: duizend euro), geeft [verdachte] tot slot nog aan dat als “ [naam 71] ” het vraagt [medeverdachte 1] moet zeggen dat hij “bankoe”
(rechtbank: 50.000)– de ‘normale’ prijs voor een hitter – heeft gekregen. Zoals overwogen betreft [naam 71] / [naam 69] een bijnaam voor [medeverdachte 2] . Dit voorgaande duidt, ook tegen de achtergrond van de reisbewegingen, naar het oordeel van de rechtbank op [naam 71] / [medeverdachte 2] als tweede schutter (hitter).
rechtbank: dood)
rechtbank: die kale) en die andere hoop ik snel ook
de rechtbank begrijpt: 50.000) had gekregen.
- Op 31 december omstreeks 18:14 uur – na een aankomst om 17:35 uur – wordt door twee schutters, allebei meer dan tien keer, op de [merk auto 1] met daarin [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] geschoten;
- [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn aldus de historische gegevens, omstreeks dit tijdstip op de camping geweest;
- [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] – met daarbij in het bijzonder het loopje – passen in de signalementen van de schutters zoals op de beelden te zien;
- de [merk auto 2] (met daarin ook de wapens die zijn gebruikt bij de schietpartij) is vervolgens tot Zaltbommel als vluchtauto gebruikt;
- de schutters hebben toen hun weg vervolgd met de [merk auto 5] van [medeverdachte 1] ;
- [medeverdachte 1] geeft na de schietpartij op 1 januari 2016 met betrekking tot de liquidatie aan dat ze leip op hun hebben gelost – waarbij het ook wel heet was om zijn auto als vluchtauto te gebruiken – en onderhandelt vervolgens met [verdachte] over wat er op hun hoofd staat en aan hem als hitter moet worden betaald;
- [verdachte] geeft na de onderhandelingen aan dat [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] moet zeggen dat hij € 50.000,- krijgt;
- [medeverdachte 2] geeft naar aanleiding van de liquidatie aan dat ze het goed hebben gedaan, en
- [medeverdachte 2] zegt in een gesprek over de liquidatie van de broers [achternaam slachtoffers] dat hij, wat hij gedaan heeft, het graf mee in neemt.
- [verdachte] en [medeverdachte 1] zich allebei in augustus/september 2015 al bezig houden met het achterhalen van de verblijfplaatsen en/of auto’s van de broers [achternaam slachtoffers] ;
- de broers [achternaam slachtoffers] en in het bijzonder [slachtoffer 3] een doelwit vormen van [verdachte] ;
- [verdachte] dit in oktober 2015 ook concreet maakt door deze ‘actie’/klus aan de gebruiker van PGP-account [naam 87] te geven (het onderzoek Maan);
- na de mislukte actie [verdachte] in december 2015 opnieuw informatie vergaart over de verblijfplaats en auto van de broers [achternaam slachtoffers] (bungalow met jetski voor het strand, adres [adres 3] en kenteken [kenteken 1] );
- er volgens eind december ook vier bezoeken aan deze camping volgen;
- [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op zowel 28 december 2015, 29 december 2015 (’s nachts) – en in ieder geval ook [medeverdachte 1] in de avond van 29 december 2015 – als 30 december 2015 omstreeks de tijdstippen van de bezoeken op de camping zijn geweest;
- tijdens het eerste bezoek is gevraagd naar een chalet in de nabijheid van het chalet van de slachtoffers (
- bij de vervolgbezoeken vervolgens op vuurwapens gelijkende voorwerpen op de beelden zijn te zien;
- [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ook passen in de signalementen van de mannen die tijdens deze bezoeken op de beelden zijn te zien – welke signalementen ook overeenkomsten vertonen – en die door de getuige [getuige 3] zijn beschreven; en tot slot;
- de uiteindelijke liquidatie op 31 december 2015 ook door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] is uitgevoerd,
- [verdachte] verzamelt in augustus/september 2015 al informatie over de broers [achternaam slachtoffers] , ofwel de ‘ [naam 85] ’;
- [verdachte] stuurt in oktober 2015 vervolgens de gebruiker van PGP-account [naam 87] ook naar een actie gericht op de broers [achternaam slachtoffers] , waarbij hij aangeeft dat ze allebei weg moeten (
- [verdachte] laat [medeverdachte 1] als tussenpersoon optreden, waarna ook contacten tussen [medeverdachte 1] en de opdrachtnemer plaatsvinden over onder meer het adres waar de [achternaam slachtoffers] `s vaak komen;
- [verdachte] houdt zelf een vinger aan de pols bij de gebruiker van PGP-account [naam 87] en informeert hem over de verblijfplaats (“hij” – duidend op één van de broers [achternaam slachtoffers] – is binnen);
- op 21 november 2015 een aanslag op de broers [achternaam slachtoffers] is mislukt;
- [verdachte] daarna bezig blijft met het verkrijgen van de meest actuele informatie over de verblijfplaats(en) en voertuig(en) van de broers [achternaam slachtoffers] .
- [verdachte] in de voorbereiding een ander als tussenpersoon laat optreden om de (eerste) opdrachtnemer/hitter van de nodige informatie en onder meer wapens te voorzien;
- [verdachte] in de voorbereiding een vinger aan de pols houdt en informatie aan de bedoelde schutter blijft doorspelen;
- [verdachte] de beloning voor de uiteindelijke gelukte liquidatie bepaalt en betaalt;
- [verdachte] [medeverdachte 1] aanstuurt voor wat betreft het bedrag dat hij tegenover de andere schutter moet noemen en hij ook – met het oog op het bewijs – de instructie geeft om zijn kleding weg te gooien;
- [verdachte] zich opwindt over het vele praten over de liquidatie van het ‘ [naam 85] ’ – waarmee [medeverdachte 2] in verband wordt gebracht – en in de positie is om daar deze mensen op aan te spreken; en tot slot dat
- [verdachte] zich ook bezig houdt met andere liquidaties, zoals ook nog volgt in de onderzoeken IJshamer en Brandberg, waarin hij bij de uitvoering ook duidelijk een aansturende rol heeft en instructies aan de schutters geeft.
( [merk 4] )dan dat de inschotbeschadiging is veroorzaakt door munitie van het kaliber 9mm Parabellum. [153]
- [naam 97] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 97] :
- [naam 97] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 97] : “
.In die telefoon komt als contactpersoon tweemaal de naam [naam 98] voor met de telefoonnummers eindigend op 4524 en 6610
. [160] De vriendin van [slachtoffer 4] heeft verklaard dat [slachtoffer 4] op vrijdag 6 november 2015 om half acht in de avond wegging. Hij had met een vriend afgesproken en zij hoorde de naam [naam 98] vallen. Hij ging lopend naar het station in Krommenie en zou naar Amsterdam gaan. Vlak voor [slachtoffer 4] wegging, werd hij gebeld. Zij zag op het display dat er [naam 98] stond. [slachtoffer 4] zei tegen [naam 98] dat hij over een paar minuutjes de deur uit zou gaan. [161]
- [e-mailadres 11] (
- [e-mailadres 12] (
- [e-mailadres 13] (
- [e-mailadres 14] (
- [e-mailadres 15] (
“ Ben met vrouwtje kan der niet alleen laten gaan”. [168]
“vertraging en shit ben in de trein zie je zo cap? Toch”Een minuut later bericht van [nummer 34] naar [nummer 39]
“Zijn trein heeft vertraging, hij is wel onderweg”. [170]
“Hij gaat zo de trein pakken”.
Ben bijna thuis”.
“Waar ben je? Hij is er bijna.” [171]
“Nog even [naam 116] a.u.b. Na deze actie kom je bij me op vakantie”en
“ [naam 116] en [naam 38] geen genade aub!!!”En op 9 november 2015
“gooi die shit weg a [naam 116] luister naar me aub” [174]
Oke bro is bijna man moest ook voorkomen voor witwas zogenaamd moest komen ben vet niet gegaan. En die recla lult ook miss gaan ze me op singa gooie”. [178]
Bro ik kan niet vliegen snap je dat niet denkje ik wil met de kk waggi na daar gaan alleen maar problemen voor niks man”.
Ik bel nu [naam 104] voor je op ze persoonlijke mobiel zondag thuis op de bank vraagg ik gwn kann hij vliegen jah of nee”.
Ja vraag voor me dan ben alleen niet na recla gegaan dus. Heb over 26 taakstraf dus moet wel terug gaan ook”. [180]
- [medeverdachte 3] aan [naam 105] : “
- (...) [medeverdachte 3] aan [naam 105] : “
- [naam 105] aan [medeverdachte 3] :
- [medeverdachte 3] aan [naam 105] : “
- [naam 105] aan [medeverdachte 3] : “
- [naam 105] aan [medeverdachte 3] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 105] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 105]
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] : “
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] [naam 112] :
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] :
- [medeverdachte 3] aan [naam 110] :
- [naam 110] aan [medeverdachte 3] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 110] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 110] : “
- “Die andere zou morgen doekoe sturen , zodat ik goed kan bewegen voor weekend. Laat je t voor me brengen??”
- [naam 110] aan [medeverdachte 3] : “
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] : (...) “
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] : “
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] : “
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] :
en [naam 97] anderzijds. En tussen [medeverdachte 3] en [naam 111] .
- [verdachte] aan [medeverdachte 1] , [naam 102] en [naam 97] : “
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] : “Nee weet nie precies, ieder geval voor twaalf”.
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] : “Voor 12 uur ga je hem zien.? Of ga je hem af zetten bij station”.
- [medeverdachte 3] aan [naam 111] : “Zeg maar wat zuipen en zo rond 7 en voor twaalf pakt die altijd de trein .... Maar dat hoor wel van me”.
- [naam 111] aan [medeverdachte 3] : “Ok broer is goed we staan klaar mail mij gewoon”.
- [verdachte] aan [medeverdachte 1] ,
- [naam 102] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [medeverdachte 1] : “
- [naam 102] aan [naam 97] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [naam 102] : “
- [naam 97] aan [medeverdachte 1] : “
- [naam 102] aan [naam 97] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 97] : “
- 18.19 uur [medeverdachte 3] naar [nummer 39] :
- 18.23 uur [nummer 39] naar [medeverdachte 3] : “
- 18.22 uur [medeverdachte 3] naar [nummer 39] : “
“ Ben thuis zou net de deur uit gaan je tel stond uit”. [192]
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
- [medeverdachte 3] aan [nummer 53] : “
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “
- [verdachte] aan [medeverdachte 1] , [naam 102] en [naam 116] : “
“Vertraaging en shit ben in de trein zie je zo cap? Toch”. [194]
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] :
- [medeverdachte 3] aan [nummer 54] : “
“Laat ze alvast staan bij de station in de buurt van krom. Ik kan zo niet smsn... Je hoort zo van me??” [196]
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “ Ben met hem. Laat me zo afzetten bij. Amsterdam CS”.
- [verdachte] aan [naam 102] , [naam 97] en [medeverdachte 1] : “Hij gaat de trein in!!! Ga alvast daar staan”.
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] :
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “Ja broo is hij alleen? Is die al op station centraal”.
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “Nee, ik laat je zo weten als ie in de trein’. [197]
- [verdachte] aan [naam 97] : “Yoo al daar?”
- [naam 97] aan [verdachte] : “Ja in dd bosjes”.
- [verdachte] aan [naam 97] : “Top”. [198]
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [verdachte] aan [medeverdachte 1] [naam 102] en [naam 97] : “
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [naam 102] :
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] :
- Om 00.09 bericht [verdachte] aam [medeverdachte 1] , [naam 102] en [naam 97] :
- Om 00.09 bericht [verdachte] aan [naam 97] :
- Om 00.17 bericht [medeverdachte 3] aan [nummer 39] :
- Om 00.18 bericht [verdachte] aan [medeverdachte 1] , [naam 102] en [naam 97] :
- Om 00.24 uur bericht [medeverdachte 3] aan [nummer 39] :
- Om 00. 28 uur bericht [nummer 39] naar [medeverdachte 3] :
- bosjes te wachten hij gaat ze vangen die kankkerrat??”
“00.50 is ie daar”.
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “Ja bro ik laat je zo weten zitten uren in bosjes en heb
- Om 00.49 uur bericht [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “Hij is nog in Amsterdam”.
- Om 00.55 uur bericht [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “Maar zit hij in trein of is uitgestapt of niet ingestapt snap niet?”
- “Die hond moest overstappen op sloterdijk, hij wacht daar nu op de trein”.
- En om 01.08: “Die gast was bij sloterdijk uistgestapt om op zn vriendin te
“Met ze chika?”
Denkt wel, maar pop zn kk moer. Deze kans krijg ik niet meer”.
: “ [naam 116] en [naam 38] geen genade aub !!!”
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “
- [naam 97] aan [naam 102] :
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39] : “
- 7553 aan [medeverdachte 3] “
- [verdachte] aan [naam 102] en [naam 97] :
- [medeverdachte 3] aan [nummer 39]
- [nummer 39] aan [medeverdachte 3] : “
“ Ben bijna thuis”.r ben je
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 97] :
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [naam 97] aan [verdachte] :
- [verdachte] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 97] ” “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 97] :
“Broer hij is zoiezo geraakt in zijn bovenlichaam met [naam 117] ”. [205]
- [verdachte] aan [naam 97] :
- [naam 97] aan [verdachte] :
“Op internet staat ook dat er maar 1 schot is gelost. En ze hebben die waggie gevonden. Helemaal uitgebrand bij [straatnaam 13] ”.
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [verdachte] aan [naam 97] :
- [naam 97] aan [verdachte] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 97] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 97] : “
- [naam 97] aan [medeverdachte 1] :
- [naam 97] aan [medeverdachte 1] : “
- [medeverdachte 1] aan [naam 118] : “
“Jaaaa man ik heb gelezen kanker gruwelijk brol We hebben naam gemaakt bij die fucking orga het gaat goed komen [naam 38] we gaan kapot maken ee wis die gesprken alles oke”. [210]
(hierna te noemen het telefoonnummer eindigend op [nummer 40] )zijn de historische gegevens opgevraagd. Door de provider zijn deze gegevens verstrekt van 15 maart 2016 tot en met 18 april 2016. [medeverdachte 1] heeft met dit telefoonnummer op 18 april 2016 een politieambtenaar in Amsterdam gebeld. Van het telefoonnummer eindigend op [nummer 40] en het IMEI nummer [nummer 41] zijn van 18 april 2016 tot en met 20 april 2016 gesprekken opgenomen en uitgeluisterd. Op 19 april 2016 noemt de gebruiker van het telefoonnummer zich [medeverdachte 1] . Tijdens de telefoontap was het telefoonnummer eindigend op [nummer 40] geplaatst in het toestel met het IMEI nummer [nummer 41] . [229]
- 21:33: 28 uur, een inkomend SMS bericht van het telefoonnummer [nummer 42] , op naam van [naam 123] , [straatnaam 4] 361, [adres 110] via KPN zendmast [nummer 43] [adres 102] ;
- 21:33:40 uur, een inkomend SMS bericht van het telefoonnummer [nummer 42] , op naam van [naam 123] , [straatnaam 4] 361, [adres 110] via KPN zendmast [nummer 43] [adres 102] ;
- 21:34:00 uur, een uitgaand SMS bericht naar het telefoonnummer [nummer 42] , op naam van [naam 123] , [straatnaam 4] 361, [adres 110] via KPN zendmast [nummer 43] [adres 102] ;
- 22:19:19 uur, een uitgaand gesprek van 80 seconden naar het telefoonnummer 1244 via KPN zendmast 304012160, [adres 103] ;
- 22:20:58 uur, een uitgaand gesprek van 83 seconden naar het telefoonnummer 1244 via KPN zendmast 304012160, [adres 103] .
( [naam 133] )Br k zag net die [naam 121] op de snelweg [merk auto 15]
( [verdachte] )Serieus? Oke thnx bro
,
(….)
(de bijnaam van [slachtoffer 5] ). Op 28 maart 2016 stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 2] het bericht ‘Oke we hebben een actie. Gister heeft [naam 134] iemand gezien die we moeten hebben. Een kale mocro genaamd [naam 121] .’. Vervolgens wordt er naar meer informatie over deze persoon gezocht. In het verlengde hiervan meldt [medeverdachte 1] op 30 maart 2016 aan [medeverdachte 2] dat [naam 126] van half negen tot twee uur ‘aan het timeren was bij die flikker’, hetgeen inhoudt dat de man in de gaten werd gehouden. In de dagen daarna vinden er tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] berichtenwisselingen plaats over het (al dan niet) plaatsen en verwijderen van een gps-tracer. Duidelijk is ook uit die berichtgeving dat [verdachte] wil dat er pas geschoten wordt, als de tracer eraf is. [medeverdachte 2] laat vervolgens aan [verdachte] weten dat de vluchtroute is bekeken, dat [medeverdachte 1] en [naam 126] de gps-tracer eraf zullen halen en de man in de gaten houden tot hij wegrijdt en dat hij, [medeverdachte 2] , met [naam 134] de man zal ‘doen’. Op 3 april 2016 wordt [verdachte] door [medeverdachte 1] op de hoogte gehouden van het eraf proberen te halen van de tracer door hem en [naam 126] , wat uiteindelijk lukt. Diezelfde dag stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] vanaf 22.22.41 uur ‘Ee kom na huiss snellll’ en ‘Bro kommmmmm’. Ondertussen stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 1] ‘Pff gruwelijk. Laat ze het doen dan’. [medeverdachte 1] antwoordt dat ze niet in ‘ [naam 60] ’
(straattaal voor huis)west zijn maar dat hij op wacht staat en zegt dat hij hen zal mailen als ‘hij’ er staat. De rechtbank concludeert hieruit dat [medeverdachte 1] aan de schutters zal melden wanneer [naam 121] er is. [medeverdachte 1] stuurt dan ook naar de [naam 125] dat ‘hij’ er nog is en ‘je kan hem niet missen’. Even later stuurt de [naam 125] aan [medeverdachte 1] ‘Kom op de weg bro’. De poging liquidatie vindt rond 22.40 uur plaats. Daarna neemt [medeverdachte 2] via de telefoon van [naam 132] contact op met [verdachte] om te melden dat ze de man te pakken hebben gehad, maar dat het wapen weigerde. Hij zegt de man er in ieder geval één voor zijn neus te hebben gegeven en daarna nog drie tijdens de achtervolging. [medeverdachte 1] stuurt om 22.46.44 uur nog het bericht naar [verdachte] dat [naam 126] drie schoten hoorde en naar zijn wakkie
(straattaal voor auto)rende en dat ze zijn weg gereden. [medeverdachte 1] heeft naderhand de scooter in het water gegooid. Ondanks dat het mislukt is, wil [verdachte] [medeverdachte 2] toch uit eigen zak 10kop
(straattaal voor tienduizend euro)geven voor deze actie. Op grond van het voorgaande concludeert de rechtbank dat [verdachte] de opdrachtgever is van de aanslag. [medeverdachte 1] is degene die in de dagen voor de aanslag een gps-tracer op de auto van [naam 121] heeft geplaatst en vlak voor de aanslag weer heeft verwijderd. Daarna heeft hij [naam 121] gevolgd en stuurt hij de schutter naar de verblijfplaats van [naam 121] . Tijdens de aanslag is hij in de buurt en nadien gooit hij de scooter in het water. [medeverdachte 2] is de schutter.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks31 december 2015 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 4] ) opzettelijk en met voorbedachten rade,
althans opzettelijk, van het leven heeft beroofd, door met
een of meer-automatische- vuurwapens
een of meerkogels in het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten;
of omstreeksde periode van de maand oktober 2015 tot en met 31 december 2015 te Kerkdriel, gemeente Maasdriel, en/of Amsterdam, en/of (elders) in Nederland en/of in Marokko, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 5] ) en
/of[slachtoffer 2] opzettelijk en met voorbedachten rade,
althans opzettelijk, van het leven te beroven, een (moord-)aanslag op die [slachtoffer 3] en
/of(eventueel) personen in zijn directe nabijheid heeft
geregeld/gepland, waarna
verdachte en/ofverdachtes mededader
(s
)zich op 31 december 2015 hebben
/heeftbegeven naar de plaats delict (camping [naam 21] te Kerkdriel) en
/ofaldaar met
een of meer-automatische- vuurwapens op/in de richting van die [slachtoffer 3] en
/ofdie [slachtoffer 2] hebben
/heeftgeschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
of omstreeks07 november 2015 te Krommenie, gemeente Zaanstad
, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,[slachtoffer 4] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door tezamen met zijn mededader
(s
),
althans alleen,
(meerdere malen
)met twee, in elk geval één,
(automatisch
[e])vuurwapen
(s),te weten een geweer (merk [merk 4] , kaliber 7,62x39mm) en
/ofeen pistool (merk [merk 6] , kaliber 9 mm Parabellum),
een ofmeerdere kogel
(s
)op die [slachtoffer 4] af te
/ofzijn borst
, althans in zijn lichaam,werd geraakt, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 4] is overleden.
/ofzijn mededader
(s
)op
of omstreeks03 april 2016 te Amsterdam,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en
/ofverdachtes mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5]
en/of een onbekend gebleven persoonopzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met
een of meer (automatische
)vuurwapens
een of meerkogels hebben
/heeftafgeschoten
en/of die onbekend gebleven persoon, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van de straf
- de moord op [slachtoffer 1] op 31 december 2015 te Kerkdriel;
- de poging tot moord op [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] op 31 december 2015 te Kerkdriel;
- de moord op [slachtoffer 4] op 7 november 2015 te Krommenie, en
- de poging tot moord op [slachtoffer 5] op 3 april 2016 te Amsterdam.
- het plaatsen van mensen op een dodenlijst,
- het zoeken naar en volgen van mensen die op de dodenlijst zijn geplaatst, waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van peilbakens die onder auto’s worden geplakt,
- het gebruik van automatische wapens bij de liquidaties, schietpartijen waarbij letterlijk met kogels wordt gesproeid;
- het uitvoeren van deze liquidaties in woonwijken, waarbij de mogelijkheid wordt geaccepteerd dat anderen gewond raken of gedood worden;
- dat de schutters zich al meerdere malen hebben “vergist”. Er zijn verschillende mensen vermoord die geen enkele band hadden met een criminele organisatie;
- het stelen van auto’s en nummerplaten voor de liquidaties, die later in de brand worden gestoken.
- iPhone zwart, en
- simkaart.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
levenslange gevangenisstraf.
verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven goederen, te weten:
- veroordeelt verdachte ten aanzien van 05/780056-17 feit 1 primair tot betaling van
- verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
- wijst af de vordering tot schadevergoedingtot een bedrag van
€ 4 .635,-; - verklaart de