ECLI:NL:RBGEL:2019:2760

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
31 mei 2019
Publicatiedatum
21 juni 2019
Zaaknummer
C/05/353835/KG ZA 19-203
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Blokkade van oprit naar andermans perceel in kort geding met bodemprocedure over gebruiksrecht

In deze zaak, die op 31 mei 2019 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een kort geding waarin de eigenaar van een perceel, [eiser in conventie / verweerder in reconventie], vordert dat de blokkade van de oprit naar zijn perceel door [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] wordt opgeheven. De oprit, die gedeeltelijk eigendom is van [eiser in conventie / verweerder in reconventie], biedt toegang tot zijn perceel en is essentieel voor zijn transportbedrijf. De gedaagden hebben recentelijk obstakels geplaatst die de toegang belemmeren, wat aanleiding geeft tot deze spoedeisende procedure.

De voorzieningenrechter oordeelt dat er een redelijke verwachting bestaat dat de bodemrechter in een toekomstige procedure zal oordelen dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] recht heeft op gebruik van de oprit, hetzij op basis van een erfdienstbaarheid, hetzij op basis van een gebruiksrecht. De voorzieningenrechter wijst de vordering van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] toe en beveelt [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] om binnen 24 uur na betekening van het vonnis alle obstakels te verwijderen, op straffe van een dwangsom.

In reconventie vorderen de gedaagden een verbod voor [eiser in conventie / verweerder in reconventie] om zich op hun perceel te bevinden, wat door de voorzieningenrechter wordt afgewezen. De rechter oordeelt dat de vorderingen van de gedaagden onvoldoende zijn onderbouwd en dat er geen reden is om [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te verbieden zich op het perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te bevinden, behalve tijdens het rijden in een voertuig naar zijn eigen perceel.

De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 31 mei 2019, met de overwegingen die op 14 juni 2019 zijn vastgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/353835 / KG ZA 19-203 / 17 / 560
Vonnis in kort geding van 31 mei 2019
in de zaak van
[eiser in conventie / verweerder in reconventie],
wonende te Kekerdom,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. J.P. Hoegee te Nijmegen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1],
gevestigd te Millingen aan de Rijn,
2.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2],
wonende te Millingen aan de Rijn,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. B. van Treijen te Nijmegen (Lent).
Partijen zullen hierna [eiser in conventie / verweerder in reconventie] , [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties,
  • het e-mailbericht van 29 mei 2019 met producties van de zijde van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] ,
  • de brief van 29 mei 2019 met producties van de zijde van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] ,
  • de eis in reconventie met een productie,
  • de mondelinge behandeling,
  • de pleitnota van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] ,
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] .
1.2.
De voorzieningenrechter heeft in verband met de spoedeisendheid van de vordering op 31 mei 2019 uitspraak gedaan in een zogenaamd kopstaartvonnis. De feiten, het geschil en de beoordeling waarop de beslissing steunt, zijn hieronder schriftelijk uitgewerkt.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie / verweerder in reconventie] is sinds 1 april 1998 eigenaar van het perceel staande en gelegen te [kadastrale/adres gegevens 1] . [eiser in conventie / verweerder in reconventie] exploiteert vanaf de achterzijde van dit perceel een transportbedrijf in de vorm van een eenmanszaak. Ook slaat hij er stenen op, waarin hij handelt. Op de voorzijde van het perceel staat de woning van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] .
2.2.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] is eigenaar van het belendende, verder naar achteren (zuidwest) gelegen perceel [kadastrale gegevens 2] . Dat perceel is verhuurd aan derden, die het bedrijfsmatig gebruiken. [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] is middellijk bestuurder van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] . Hij woont niet op het perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] .
2.3.
De percelen [kadastrale gegevens 2] en [kadastrale/adres gegevens 1] vormden voorheen een geheel. Dat is gesplitst. Er zijn over en weer geen erfdienstbaarheden gevestigd ten laste of ten gunste van de nieuw gevormde percelen.
2.4.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] is tevens eigenaar van het perceel aan het adres [adres 1] , dat ten noordwesten van het perceel van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] ligt. Tussen het perceel van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] en dat perceel loopt een oprit. Die is over een breedte van (maximaal ongeveer) 1,5 meter eigendom van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] en voor het overige van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] . De oprit biedt toegang tot het aan derden verhuurde verder naar achteren gelegen perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] . Ook is via de oprit het terrein achter de woning van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te bereiken.
2.5.
In 2006 heeft [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] [eiser in conventie / verweerder in reconventie] onder meer schriftelijk bericht:
(...) je rijd nog steeds over mijn terrein heen waar we mee moeten stoppen (...) ik zeg het je nogmaals dat jij van de oprit niet altijd gebruik van kunt maken (...)
Nu de wagens van [naam 1] en zo allemaal aan de overzijde staan geparkeerd vraag ik het je nu nogmaals maar dan schriftelijk om daar ook gebruik van te maken. (...)
2.6.
Op 24 juli 2018 heeft [eiser in conventie / verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] betrokken in een bodemprocedure voor deze rechtbank (bekend onder nummer NL18.13781). Hij heeft gevorderd, verkort weergegeven, dat de rechtbank voor recht verklaart dat hij recht heeft de oprit te gebruiken op grond van een door verjaring ontstane erfdienstbaarheid, althans van een gebruiksrecht, en dat de rechtbank die oprit aanwijst als noodweg in de zin van artikel 5:57 BW. Voort heeft hij gevorderd [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] te veroordelen om zijn gebruik van de oprit te gedogen en hen te verbieden om dat gebruik te belemmeren, op straffe van een dwangsom. Verder heeft hij de veroordeling van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] gevorderd om de camera die is bevestigd aan het pand [adres 1] te verwijderen, eveneens op straffe van een dwangsom. Ten slotte heeft hij schadevergoeding gevorderd en de veroordeling van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] in de proceskosten. In deze bodemprocedure heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 13 maart 2019. Tijdens die mondelinge behandeling hebben partijen afgesproken hun geschil door mediation op te lossen. Dat is niet gelukt. [eiser in conventie / verweerder in reconventie] heeft vervolgens vonnis gevraagd. Het vonnis is aangehouden tot 24 juni 2019.
2.7.
Op 25 april 2019 is [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] begonnen een muur te bouwen op de oprit nabij de plaats waar de vrachtwagens van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] staan geparkeerd. Deze muur is gemaakt van betonnen elementen. Deze muur maakte het voor [eiser in conventie / verweerder in reconventie] niet onmogelijk zijn perceel met vrachtwagens te bereiken. Op 18 mei 2019 heeft [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] een tweede camera opgehangen. Op 20/21 mei 2019 heeft [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] over de hele lengte van de oprit (nog) een muur gebouwd, voorzien van een hekwerk dat de oprit volledig afsluit. Ook is er een graafmachine geplaatst die de doorgang blokkeert. Hierdoor kan [eiser in conventie / verweerder in reconventie] zijn perceel niet meer met vrachtwagens of met zijn personenauto bereiken.

3.De vordering in conventie

3.1.
[eiser in conventie / verweerder in reconventie] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis
1) alle geplaatste obstakels, de gebouwde muur, betonblokken, hekwerken en wat dies meer zij, volledig te verwijderen en verwijderd te houden zodanig dat door [eiser in conventie / verweerder in reconventie] onbelemmerd gebruik kan worden gemaakt van de volledige bestaande oprit en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] te veroordelen om [eiser in conventie / verweerder in reconventie] onbelemmerd toegang te verschaffen tot zijn eigen perceel, een en ander op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] in gebreke blijven met de voldoening aan deze veroordeling,
2) de geplaatste camera’s aan het pand [adres 1] (kadastraal gemeente [kadastrale gegevens 3] ) te verwijderen en verwijderd te houden en na te laten camera’s te plaatsen op enig ander perceel voor zover met die camera’s zicht bestaat op de gronden van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] , zulks op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] in gebreke blijven met de voldoening aan deze veroordeling,
3) met veroordeling van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] in de proceskosten.

4.De vordering in reconventie

4.1.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser in conventie / verweerder in reconventie] verbiedt
primair
1) om op de grond in eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te rijden of te laten rijden met vrachtwagens of andere motorrijtuigen die door [eiser in conventie / verweerder in reconventie] worden gebruikt,
2) om de grond in eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te blokkeren of de doorgang daartoe te verhinderen,
3) om voertuigen, dan wel diens inzittenden, te ontvangen of te beladen op het erf te [kadastrale/adres gegevens 1] , indien die voertuigen daarvoor over de naastgelegen toegangsweg in eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] hebben gereden,
4) om zich op een perceel in eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te bevinden,
5) om zich beledigend of bedreigend uit te laten tegen werknemers of hulppersonen van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] , daaronder in het bijzonder de heer [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] ,
6) om vrachtwagens en andere voertuigen op het erf van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te wassen of om andere handelingen te verrichten, waarbij (vloei)stoffen in de grond of op het erf van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] kunnen vloeien,
subsidiair
1) om langer dan twee minuten per rijbeweging, of vaker dan vier maal per dag, of buiten de tijden 07 uur en 23 uur, de grond in eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te betreden of te laten betreden met vrachtwagens of andere motorrijtuigen die door [eiser in conventie / verweerder in reconventie] worden gebruikt,
2) om de grond in eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] langer dan twee minuten te blokkeren of de doorgang daartoe te verhinderen,
3) als onder 3 primair,
4) om zich op een perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te bevinden anders dan tijdens het rijden in een motorrijtuig naar het eigen erf op het adres [kadastrale/adres gegevens 1] ,
5) als onder 5 primair,
6) als onder 6 primair,
zowel primair als subsidiair telkens op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.000,00 per dag dat een overtreding wordt geconstateerd, met een maximum van € 50.000,00, en met veroordeling van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] in de proceskosten.
Ter zitting is vastgesteld dat de vorderingen in reconventie, zowel primair als subsidiair, zijn ingesteld voor het geval dat de vordering in conventie (voor zover die ziet op het blokkeren van de oprit) wordt toegewezen.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
De partijen zijn het erover eens dat het onderhavige geschil ziet op het gebruik van de oprit die (grotendeels) eigendom is van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en op camera’s die door [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] zijn gemonteerd op haar perceel ten behoeve van de beveiling daarvan. Dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] , die directeur is van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] , handelingen verricht op basis van het recht van eigendom van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] , biedt op zichzelf geen grondslag voor een veroordeling van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] in persoon. Enige andere grondslag voor zijn veroordeling is gesteld noch gebleken. De vorderingen van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] zullen daarom worden afgewezen voor zover deze zijn gericht tot [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] .
5.2.
[eiser in conventie / verweerder in reconventie] baseert zijn vordering onder 1, die ertoe strekt [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te veroordelen een einde te maken aan de blokkade van de oprit, primair op een door verjaring onstane erfdienstbaarheid en subsidiair op een persoonlijk gebruiksrecht. Hij betoogt voorts dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] misbruik maken van hun bevoegdheid door de oprit af te sluiten of het gebruik daarvan te beperken (artikel 3:13 BW) dan wel dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat te doen. Volgens [eiser in conventie / verweerder in reconventie] is het uiteindelijk aan de bodemrechter om te beoordelen wat in deze zaak rechtens is, met name of door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan. Volgens hem is echter evident dat hoe dan ook sprake is van een gebruiksrecht op de oprit en dat het [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] niet zonder meer is toegestaan [eiser in conventie / verweerder in reconventie] dat recht van de ene op de andere dag te ontzeggen.
5.3.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] betoogt dat de vordering van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] met betrekking tot de oprit in de bodemprocedure geen kans maakt. Zij betwist dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] de oprit gebruikt sinds 1998, het moment dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] eigenaar is geworden van zijn perceel. Volgens haar is [eiser in conventie / verweerder in reconventie] de oprit gaan gebruiken vanaf 2006. [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] stelt dat zij vanaf dat moment aan [eiser in conventie / verweerder in reconventie] kenbaar heeft gemaakt dat hij geen recht heeft op het gebruik van de oprit en dat dit gebruik niet definitief kan zijn.
5.4.
Gezien de over en weer hierover ingenomen stellingen gaat de voorzieningenrechter er in het kader van dit kort geding van uit dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] de oprit in elk geval vanaf 2006 gebruikt. Dat betekent dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] de oprit in elk geval ruim elf jaar gebruikte toen hij [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] in de bodemprocedure betrok en ruim twaalf jaar toen [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] het gebruik van de oprit voor hem onmogelijk maakte door deze te blokkeren. Het is niet in geschil dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] de oprit gedurende die periode zowel bedrijfsmatig als privé gebruikte. De oprit verschaft hem immers toegang tot zijn perceel, waar hij ten behoeve van zijn onderneming vrachtwagens parkeert en onderhoudt en stenen opslaat, en waar hij ook zijn personenauto parkeert, waarmee hij zijn in het buitengebied gelegen woning bereikt.
5.5.
Zoals [eiser in conventie / verweerder in reconventie] terecht betoogt, is het uiteindelijk aan de bodemrechter om te beoordelen of er door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan of dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] een persoonlijk gebruiksrecht kan doen gelden of een recht van noodweg, op grond waarvan hij aanspraak kan maken op het gebruik van de oprit. Als valt te verwachten dat de bodemrechter het bestaan van een van deze rechten zal aannemen, dan dient de onderhavige vordering van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] die ertoe strekt dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] wordt veroordeeld een einde te maken aan de blokkade van de oprit te worden toegewezen. Maar ook in het geval dat de bodemrechter geen erfdienstbaarheid of persoonlijk gebruiksrecht of recht van noodweg zal aannemen, valt toch te verwachten dat de duur van het feitelijke gebruik van de oprit door [eiser in conventie / verweerder in reconventie] (in elk geval vanaf 2006) en de aard ervan (bedrijfsmatig en privé) aanleiding zal geven dat gebruik niet onmiddellijk te laten eindigen, maar pas na het verstrijken van een overgangsperiode die [eiser in conventie / verweerder in reconventie] in de gelegenheid zal stellen een redelijk alternatief te vinden om zijn perceel te bereiken. Het is anderzijds niet duidelijk geworden waarom [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] de uitkomst van de bodemprocedure niet heeft afgewacht en vooruitlopend daarop het gebruik van de oprit door [eiser in conventie / verweerder in reconventie] feitelijk onmogelijk heeft gemaakt. Het valt aldus te verwachten dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] in de bodemprocedure niet met onmiddellijk ingang zal worden verboden de oprit te gebruiken. Daarom zal de voorzieningenrechter [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis alle op de oprit geplaatste belemmeringen te verwijderen en verwijderd te houden zo dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] onbelemmerd toegang heeft tot zijn eigen perceel, als gevorderd, totdat in de bodemprocedure zal worden beslist. Ook de gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, met dien verstande dat deze zal worden gemaximeerd tot € 50.000,00.
5.6.
[eiser in conventie / verweerder in reconventie] stelt voorts dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] een beveilingscamera heeft laten installeren die zicht biedt op zijn perceel. [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] zou die camera verwijderen, maar zij heeft hem slechts verplaatst. Bovendien heeft [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] volgens [eiser in conventie / verweerder in reconventie] een tweede camera laten installeren, die mogelijk ook zijn perceel bestrijkt. [eiser in conventie / verweerder in reconventie] beschouwt dat als een inbreuk op zijn privacy en die van zijn gezin. Hij vordert daarom dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] wordt veroordeeld de camera’s te verwijderen.
5.7.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] voert verweer tegen de vordering de camera’s te verwijderen. Met de camera’s wordt de oprit bewaakt, die toegang geeft tot het achterliggende industrieterrein, dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] verhuurt met bewaking. Het is volgens [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] niet te voorkomen dat ook een deel van het perceel van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] in beeld komt, maar dat is volgens haar slechts (een stukje van) het bedrijfsmatig gebruikte deel.
5.8.
De voorzieningenrechter oordeelt hierover als volgt. Op de in het geding gebrachte beelden van de eerste camera, in het bijzonder producties 19 en 20, is de woning van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] niet te zien. Ter zitting heeft [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] via zijn smartphone live beelden getoond die worden gemaakt door de tweede camera. Op die beelden is weliswaar een randje van de voortuin van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te zien, maar niet zo dat het inbreuk maakt op zijn privacy. De camera’s bestrijken wel het achterste deel van het perceel van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] . Dat is een deel dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] bedrijfsmatig gebruikt. Uit hetgeen [eiser in conventie / verweerder in reconventie] heeft gesteld kan niet worden afgeleid dat inbreuk wordt gemaakt op zijn privacy doordat de camera’s dit bedrijfsmatig gebruikte deel van zijn perceel bestrijken. Omdat de camera’s zoals zij er nu hangen aldus geen inbreuk maken op de privacy van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] en zijn gezin, terwijl die camera’s het redelijke belang dienen van bewaking van de oprit naar het achterliggende industrieterrein van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] , zal de vordering tot verwijdering van de camera’s worden afgewezen.
5.9.
Omdat de partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
De vorderingen in reconventie komen aan de orde omdat de voorzieningenrechter [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] in conventie zal veroordelen een einde te maken aan de blokkade van de oprit.
6.2.
Uit het oordeel in conventie vloeit voort dat de primaire vorderingen in reconventie onder 1 en 4, die ertoe strekken [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te verbieden op de oprit te rijden dan wel er zich anderszins te bevinden, niet toewijsbaar zijn. Voor een veroordeling als subsidiair gevorderd onder 1, die ertoe strekt het gebruik dat van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] van de oprit maakt te beperken in duur en frequentie, ontbreekt een grondslag, nog daargelaten dat een dergelijke veroordeling licht aanleiding zou geven tot verdere escalatie van het geschil. Die vorderingen zullen daarom worden afgewezen.
6.3.
Aan de primaire en de subsidiaire vorderingen onder 2 en 3 legt [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] ten grondslag dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] regelmatig de oprit blokkeert, dat hij een illegale steenhandel op de oprit voert en dat hij daartoe klanten ontvangt die zich op de oprit begeven en er laden en dat er aanloop is van burgers die interesse hebben in de fraaie show-vrachtwagen van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] . [eiser in conventie / verweerder in reconventie] betwist dat hij de oprit geregeld voor langere tijd blokkeert. Ook betwist hij dat hij vanaf zijn perceel handelt in stenen. Hij slaat daar wel stenen op maar hij ontvangt er geen klanten. Hij erkent dat er een keer iemand naar zijn vrachtwagen is komen kijken, maar betwist dat er in dat verband een toeloop van mensen is. [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] heeft deze betwistingen niet voldoende gemotiveerd weersproken. Het is in het kader van dit kort geding dan ook niet aannemelijk geworden dat deze verwijten die [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] [eiser in conventie / verweerder in reconventie] maakt terecht zijn. Daarom zullen ook de primaire en subsidiaire vorderingen onder 2 en 3 worden afgewezen.
6.4.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] hebben ter zitting videobeelden getoond waarop onder meer is te zien dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] en [eiser in conventie / verweerder in reconventie] op de oprit ruzie met elkaar maken over het gebruik van die oprit en over de camera’s. Uit de beelden blijkt wel dat de emoties daarbij hoog oplopen, maar er kan niet uit worden afgeleid dat een van beide partijen daaraan in overwegende mate schuld heeft. Evenmin is gebleken van onrechtmatige uitlatingen van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] . Voor een verbod tot het doen van uitlatingen als primair en subsidiair gevorderd onder 5 ziet de voorzieningenrechter daarom geen grond. Wel ziet de voorzieningenrechter in de onderlinge verhoudingen tussen partijen zoals die hem zijn gebleken uit de videobeelden aanleiding om voor zover mogelijk confrontaties tussen [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 2] en [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te voorkomen en wel door [eiser in conventie / verweerder in reconventie] te verbieden zich op het perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te bevinden anders dan tijdens het rijden in een motorrijtuig naar zijn eigen perceel, zoals subsidiair gevorderd onder 4. Ook de gevorderde dwangsom zal worden opgelegd, met dien verstande dat deze zal worden beperkt tot € 500,00 per dag dat een overtreding wordt geconstateerd, en gemaximeerd tot € 10.000,00.
6.5.
[gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] stelt dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] iedere week zijn vrachtwagen op zijn perceel wast, waarbij soms het verontreinigde waswater op het perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] loopt. Zij vordert daarom primair en subsidiair onder 6 een verbod. [eiser in conventie / verweerder in reconventie] heeft aangevoerd dat hij op zijn eigen perceel een put met vetafscheiding heeft die door de omgevingsdienst is gecontroleerd en akkoord bevonden. Hij wijst erop dat op de foto’s die [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] als productie 19 heeft overgelegd inderdaad is te zien dat er wat water onder zijn hek loopt, maar hij stelt dat dit nog op zijn eigen perceel is. [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] heeft daarop herhaald dat het water over de weg haar put in stroomt. Dat dit zo is, blijkt niet uit de door haarzelf overgelegde foto’s noch uit iets anders. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
6.6.
Omdat de partijen over en weer gedeeltelijk in het ongelijk worden gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.

7.De beslissing

De voorzieningenrechter,
in conventie
7.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis
alle op de weg ten noordwesten van het perceel van [eiser in conventie / verweerder in reconventie] geplaatste obstakels, de gebouwde muur, betonblokken, hekwerken en wat dies meer zij, volledig te verwijderen en verwijderd te houden zodanig dat [eiser in conventie / verweerder in reconventie] onbelemmerd toegang heeft tot zijn eigen perceel, een en ander op straffe van verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] in gebreke blijft met de voldoening aan deze veroordeling met een maximum van € 50.000,00,
7.2.
compenseert de proceskosten zo dat elke partij de eigen kosten draagt,
7.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.4.
verbiedt [eiser in conventie / verweerder in reconventie] om zich op het perceel van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie sub 1] te bevinden anders dan tijdens het rijden in een motorrijtuig naar het eigen perceel op het adres [kadastrale/adres gegevens 1] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat een overtreding wordt geconstateerd, met een maximum van € 10.000,00,
7.5.
compenseert de proceskosten zo dat elke partij de eigen kosten draagt,
7.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2019. De overwegingen waarop de beslissing is gebaseerd zijn afzonderlijk vastgelegd op 14 juni 2019.