Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
05/880824-16, na een toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
05/740027-19ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05/740027-19 heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd en is geen bewijsverweer gevoerd.
Alternatieve lezing verdachte
het kan zijn dat ik hem misschien een keer heb gebruikt om op internet iets op te zoeken”). Als hem door de politie wordt voorgehouden dat deze telefoon met dit nummer in Arnhem de mast op de [straatnaam 5] heeft aangestraald op 4 mei 2016 om 13:54:21 en 13:55:39, verklaart verdachte dat hij niet zeker weet van wie de telefoon is. Verdachte heeft vervolgens ter zitting op 28 mei 2019 verklaard dat de Acer met het nummer eindigend op [telefoonnummer] in de periode van “de inbraak” bij hem in gebruik was.
overdagde [straatnaam 5] in Arnhem heeft aangestraald. Op dat moment was de auto dus nog niet gestolen. Verdachte verklaart hierop dat hij een dag voor de diefstal van de auto met een andere auto ook al een keer samen met [naam 3] naar Arnhem is geweest. In totaal is hij dus drie keer naar Arnhem gereden, aldus verdachte - voor het eerst - tijdens die terechtzitting.
3.Bewezenverklaring
05/880824-16:
of omstreeks6 mei 2016 in de gemeente Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een grote hoeveelheid sieraden (ter waarde van in totaal
(ongeveer
)207.300,- euro) en
/ofeen contant geldbedrag van 7500 euro,
in elk geval enig goed/geldbedrag,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen genoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader
(s):
/ofeen hand op de mond van die [slachtoffer 1] heeft/hebben gehouden en
/of
/of
/ofde mond en
/ofde neus van die [slachtoffer 1] heeft
/hebbenvast getapet en
/of
/of
/of
/of
/ofhaar linkeroog en
/ofde
/of
/ophaar rechterzijde,
althans op haar lichaamheeft/hebben getrapt/geschopt en
/of
of
/of
/of
/of
05/740027-19:
of omstreeksde periode van 4 mei 2016 tot en met 5 mei 2016 te Purmerend,
althans in Nederland,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto, te weten een Volkswagen Passat (voorzien van kenteken [kenteken] ),
in elk geval enig goed,geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel tot welk gebruik hij, verdachte, niet gerechtigd was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.7. Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
- veroordeelt verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde onder parketnummer 05/880824-16 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , van een bedrag van € 231.707,48 (tweehonderd-eenendertigduizend zevenhonderdzeven euro en achtenveertig cent) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.