Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[gevoegde partij sub 1]
[gevoegde partij sub 2]
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van eis in reconventie tevens akte overlegging producties van [gedaagde sub 1]
- de brief van Drieklomp d.d. 9 mei 2019 met producties
- de brief van [gevoegde partij] d.d. 9 mei 2019, houdende een voorwaardelijke incidentele conclusie tot voeging
- de brief van [gedaagde sub 1] d.d. 9 mei 2019 met producties
- de brief van Drieklomp d.d. 10 mei 2019 met producties
- de e-mail van Drieklomp d.d. 10 mei 2019 om 15.06
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Drieklomp
- de pleitnota van [gedaagde sub 1]
- de eis in reconventie.
2.De feiten
dat [gedaagde sub 1] en [X] geen hoger beroep hebben ingesteld tegen de vonnissen in de vrijwaringsprocedures (…) en evenmin tegen het vonnis in de hoofdzaak (…)
dat zij zonder prijsgeving van hun standpunten zijn overeengekomen hun geschillen voor eens en altijd te beëindigen door het sluiten van de navolgende overeenkomst.
Drieklomp betaalt aan [gevoegde partij sub 1] en [gevoegde partij sub 2] gezamenlijk een bedrag van
3.Het geschil in voorwaardelijk incident
4.Het geschil in conventie
5.Het geschil in reconventie
6.De beoordeling in incident
NJ2008, 168).
7.De beoordeling in conventie
980,00
8.De beoordeling in reconventie
980,00(factor 1,0 × tarief € 980,00)