Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
de rechtbank begrijpt: september) is bij het Klantcontactcentrum van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) een melding gedaan van vermoedelijke aantasting van het dierenwelzijn op het veebedrijf van verdachte, gevestigd aan de [adres 2] . Het veebedrijf van verdachte is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland geregistreerd voor het houden van runderen en schapen onder het unieke bedrijfsnummer [nummer 1] . [1]
3.Bewezenverklaring
of omstreeks3 oktober 2017 te [plaats] in de gemeente Buren, tezamen en in vereniging met één
of meerander
en,
althans alleen,als houder van runderen en
/ofschapen,
althans een aantal dieren, al dan nietopzettelijk, er geen zorg voor heeft gedragen dat:
/of
/of
/of
, althans één of meer rund(eren)(met werknummer [nummer 4] en [nummer 5] in de stal, het derde hok) (zie blz 9 pv 138292/104953/6026060) een voor die
/datrund
(eren
)toereikende hoeveelheid gezond en voor de soort en de leeftijd geschikt voer kre
(e)egen toegediend op een wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier, zulks terwijl voornoemde overtreding
(en
)plaatsvond
(en
)in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
of omstreeks30 januari 2018 te [plaats] in de gemeente Buren, tezamen en in vereniging met één
of meerander
en,
althans alleen,als houder van runderen en
/ofschapen,
althans een aantal dieren, al dan nietopzettelijk, er geen zorg voor heeft gedragen dat:
, althans één of meer rund(eren)(jongvee, zie blz 7 pv 141109/107423/6026060) over een toereikende behuizing beschikte
(n
)onder voldoende hygiënische omstandigheden, immers waren de hokken c.q. betonroosters vervuild met mest, en
/of
, althans één of meer rund(eren)(jongvee, zie blz 7 en 8 pv 141109/107423/6026060) toegang hadden tot een toereikende hoeveelheid water van passende kwaliteit of op een andere wijze aan hun behoefte aan water konden voldoen, en
/of
, althans één of meer stier(en)(zie blz 8 pv 141109/107423/6026060) over een toereikende behuizing beschikte
(n
)onder voldoende hygiënische omstandigheden, immers waren de betonroostervloeren vervuild met mest, en
/of
, althans één of meer rund(eren)(in de Hollandse stal) (zie blz 8 pv 141109/107423/6026060) over een toereikende behuizing beschikte
(n
)onder voldoende hygiënische omstandigheden, immers lag op de roosters een dikke laag mest, zulks terwijl voornoemde overtreding
(en
)plaatsvond
(en
)in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren aangewezen soorten of categorieën worden gehouden.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
de rechtbank: deze feiten zijn niet ten laste gelegd). Op 30 januari 2018 is het bedrijf weer aan een controle onderworpen. Daarbij werd geconstateerd dat een groot aantal runderen niet kon beschikken over schone en droge ligplaatsen en dat enkele runderen niet konden beschikken over drinkwater.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 14a, 14b, 14c, 23 en 24c van het Wetboek van Strafrecht;
- 2.2 en 8.11 van de Wet Dieren;
- 1, 2, 6 en 7 van de Wet op de Economische Delicten.
9.De beslissing
geldboetevan
€ 2.000,- (tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
1 (één) jaar.
mr. W.W. Monteiro, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 mei 2019.