In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 mei 2019 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een geitenstal. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel op 20 december 2018. Verzoekers, die bezwaar hadden gemaakt tegen deze vergunning, vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter had eerder op 17 mei 2019 al een schorsing van de vergunning uitgesproken, met uitzondering van de werkzaamheden voor het storten van de fundering.
Tijdens de zitting op 24 mei 2019 zijn de verzoekers, bijgestaan door hun gemachtigde, verschenen, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door verschillende ambtenaren en de vergunninghouder ook aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er onduidelijkheden waren over de verleende omgevingsvergunning, met name over de milieu-neutrale uitbreiding en de brandveiligheidseisen. De verzoekers hebben betoogd dat de uitbreiding niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand en dat er onvoldoende eisen zijn gesteld aan de brandveiligheid.
De voorzieningenrechter heeft besloten de schorsing van de omgevingsvergunning te handhaven tot 1 september 2019, om ruimte te geven voor nader onderzoek naar de milieu-impact van de uitbreiding. Tevens heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoekers, die zijn vastgesteld op € 4.349,38, inclusief griffierecht en reiskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.