ECLI:NL:RBGEL:2019:2210
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening en handhaving bij permanente bewoning van recreatiewoning met persoonsgebonden overgangsrecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 20 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten. De verzoekster, die in een recreatiewoning woont, heeft een last onder dwangsom opgelegd gekregen omdat haar partner bij haar in de recreatiewoning woont, wat volgens de gemeente in strijd is met het bestemmingsplan. De gemeente stelt dat het persoonsgebonden overgangsrecht alleen op verzoekster van toepassing is en niet op haar partner. De verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
Tijdens de zitting op 14 mei 2019 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De verzoekster beroept zich op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op respect voor privé- en gezinsleven waarborgt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de redelijke uitleg van het persoonsgebonden overgangsrecht inhoudt dat het gezin van de hoofdbewoner mag worden uitgebreid, maar dat extra bewoners niet dezelfde bescherming genieten. De voorzieningenrechter concludeert dat zolang verzoekster in de recreatiewoning woont, er geen sprake is van gebruik in strijd met het bestemmingsplan en dat de gemeente niet bevoegd is om handhavend op te treden.
De voorzieningenrechter verklaart het beroep gegrond, vernietigt het besluit op bezwaar van de gemeente en herroept de last onder dwangsom. Tevens wordt bepaald dat de gemeente het door verzoekster betaalde griffierecht vergoedt. De uitspraak benadrukt het belang van het gezinsleven van verzoekster in de recreatiewoning en de beperkte ruimtelijke belangen van de gemeente.