ECLI:NL:RBGEL:2019:2152

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 mei 2019
Publicatiedatum
16 mei 2019
Zaaknummer
05/740571-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van vier Roemenen voor koperdiefstal bij een bedrijf in Apeldoorn

Op 16 mei 2019 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen vier Roemenen die beschuldigd werden van koperdiefstal bij een bedrijf in Apeldoorn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten in de nacht van 28 op 29 november 2017 planmatig te werk zijn gegaan. Ze hebben een hek doorgeknipt om toegang te krijgen tot het terrein van het bedrijf, waar ze diverse haspels met kabels hebben weggenomen. De rechtbank heeft de verdachten zwaarder gestraft dan de officier van justitie had geëist, vanwege de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het gepleegd is. De verdachten zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen Fiat Ducato bevolen, die gebruikt is bij de diefstal. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij zij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak. De uitspraak is gedaan na een zitting op 2 mei 2019, waar de rechtbank de bewijsvoering en de verklaringen van de verdachten heeft beoordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740571-17
Datum uitspraak : 16 mei 2019
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 mei 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij in of omstreeks de periode van 28 november 2017 tot en met 29 november 2017 te Apeldoorn, gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een bedrijf (genaamd [naam 1] , (gelegen aan [adres] ) heeft weggenomen:
  • Eén of meerdere rol(len) (koperen) (grond)kabel en/of
  • Eén of meerdere haspel(s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan [naam 1] en/of [naam 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot dat bedrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak op en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel(s);
Subsidiair
hij op of omstreeks 29 november 2017 te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid (koperen) grondkabels en/of haspel(s), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die hoeveelheid koper en/of
haspel(s) wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. De officier van justitie heeft ter terechtzitting de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Beoordeling door de rechtbank
Op 28 november 2017 rond 23.24 uur zagen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dat er voertuigen op de carpoolplaats in Apeldoorn stonden, waaronder een Fiat Ducato met een Pools kenteken [kenteken 1] en een Opel Zafira met een Frans kenteken [kenteken 2] . Met betrekking tot beide voertuigen stonden er aandachtsvestigingen in de politiesystemen. Verbalisanten gaven hun bevindingen door aan de collega’s. [2]
Verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] controleerden de Fiat Ducato op 29 november 2017 rond 03:05 uur. In de auto zat één persoon, naar later bleek [verdachte] . Tijdens de controle werd [verdachte] meermalen gebeld. [3]
Diezelfde nacht rond 03:40 uur hoorden [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van collega’s dat de Fiat Ducato was aangetroffen op een industrieterrein in Apeldoorn. Er waren geen personen bij het voertuig aanwezig, maar in het voertuig lag allemaal koper. [verbalisant 3] en [verbalisant 4] reden op dat moment op de Kayersdijk in Apeldoorn en zagen vier personen onder het viaduct van de rijksweg A1 lopen. Één van hen herkenden zij als de persoon die zij eerder aantroffen in de Fiat Ducato. De vier personen kwamen uit de richting van de aangetroffen bus met koper gelopen. [verbalisant 3] en [verbalisant 4] zijn uit de auto gesprongen en hebben drie personen aangehouden. [4] Verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] konden de vierde verdachte aanhouden. [5] De aangehouden personen waren [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . [6]
In de Fiat Ducato lagen grijze kabels die waren gemerkt met de naam [naam 3] . De donkergrijze kabels waren gemerkt met de naam [naam 4] en op de groen-gele kabels stond geen naam.
Aangever [naam 2] heeft verklaard dat in de nacht van 28 november 2017 op 29 november 2017 van het binnenterrein van [naam 1] in Apeldoorn diverse haspels met kabels waren weggenomen. De spijlen van het hek waren doorgeknipt. [7] De volgende goederen waren weggenomen: 6 haspels met kabel met een grijze buitenmantel van de leverancier [naam 4] , 6 haspels met kabel met een groen-gele buitenmantel en 3 haspels met kabel met een grijze buitenmantel van de leverancier [naam 3] . [8]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat zij die nacht met vier waren. Zij hebben het hekwerk doorgeknipt met een soort zaag, zijn het terrein op gegaan en hebben vervolgens de kabels weggenomen. Zij waren van plan het koper te verkopen om drugs te kopen. [9]
De rechtbank overweegt dat in de nacht van 28 op 29 november 2017 omstreeks 03:00 uur op een carpoolplaats in Apeldoorn een Fiat Ducato wordt gecontroleerd. Daarin bleek [verdachte] te zitten. Op dat moment hebben verbalisanten geen kabels gezien. Omstreeks 03:40 uur worden verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] door de politie gezien en staande gehouden, terwijl zij uit de richting van de Fiat lopen. Bij controle van de Fiat bleek dat daarin op dat moment diverse kabels lagen, welke qua kleur en merk overeen kwamen met de kabels die bij [naam 1] waren weggenomen. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat zij met vier personen de kabels hebben weggenomen.
Gelet op genoemde voor verdachte belastende omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat een uitleg van verdachte mag worden verwacht. Verdachte heeft geen verklaring willen geven over wat hij in Apeldoorn deed. Verder heeft verdachte geen toereikende verklaring gegeven voor het feit dat hij in de Fiat zat en dat hij later in de buurt van de Fiat met daarin de weggenomen kabels is aangetroffen. De verklaring van verdachte, dat hij vlak daarvoor uit de Fiat is gestapt, de Fiat aan anderen heeft afgegeven, en met ene [naam 5] naar het viaduct is gelopen, acht de rechtbank niet aannemelijk. Gelet op deze omstandigheden, het korte tijdsverloop tussen het aantreffen van verdachte in een ‘lege’ bus en het staande houden van verdachte in de buurt van de bus met daarin de kabels en het ontbreken van een aannemelijke verklaring door verdachte, is de rechtbank van oordeel dat verdachte, [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] de diefstal tezamen en in vereniging hebben gepleegd.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte en zijn mededaders de kabels hebben weggenomen door middel van braak.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 28 november 2017 tot en met 29 november 2017 te
Apeldoorn, gemeente Apeldoorn,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uitvan een bedrijf (genaamd [naam 1] , (gelegen aan [adres] ) heeft weggenomen:
-
Eén ofmeerdere rol
(len
) (koperen
)(grond)kabel en
/of
-
Eén ofmeerdere haspel
(s
)
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorend aan [naam 1] en/of [naam 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot dat bedrijf
heeft/hebben verschaft
en/of die/dat weg te goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor
middel van braak
op en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel(s).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van primair:
Diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken met aftrek.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en met de omstandigheden waaronder dit is begaan. Daarnaast is rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie van 14 maart 2019.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van braak door met anderen in de nachtelijke uren koperen kabels en haspels weg te nemen. Verdachte en zijn mededaders zijn hierbij planmatig te werk gegaan door een hek door te knippen, via dat hek het binnenterrein van [naam 1] te betreden en vervolgens de kabels en haspels weg te nemen. Door de aanwezigheid van koper vertegenwoordigen de kabels een hoge waarde. Dit delict brengt schade toe en zorgt voor overlast en ergernis in de maatschappij. Verdachte, noch de medeverdachten beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Ook anderszins is niet gebleken van enige binding met Nederland. Kennelijk zijn verdachten en zijn mededaders naar Nederland gekomen met als enig doel hier in te breken en de gestolen goederen vervolgens te gelde te maken.. Het handelen van verdachte en zijn mededaders getuigt van weinig respect voor andermans eigendommen.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat verdachte in Nederland niet eerder voor soortgelijke feiten met justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte moet worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van zes weken met aftrek. De rechtbank is voorts van oordeel dat door het opleggen van een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan geëist, de ernst van het bewezen verklaarde feit en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd op meer passende wijze tot uitdrukking wordt gebracht.
7a. In beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de personenauto (Fiat Ducato) verbeurd moet worden verklaard.
De Fiat Ducato volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, is naar het oordeel van de rechtbank vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met betrekking tot welke het primair bewezenverklaarde is begaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: Fiat Ducato.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S.M. Bak (voorzitter), mr. C. Kleinrensink en mr. Y.M.J.I. Baauw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Hoesstee-ter Haar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 mei 2019.
Mr. Kleinrensink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 7] , hoofdagent van de politie eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apendoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018020312, gesloten op 23 januari 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 106.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 113.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 114.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 115.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 114.
7.Proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 96.
8.Proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 97.
9.Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1] , p. 50.