Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 december 2018 tot en met2 januari 2019 te Lievelde, gemeente Oost Gelre, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,uit een
(vakantie)woning en/of de daarbij behorendeschuur gelegen aan de [adres 2] een heggenschaar/takkenschaar,
althans tuingereedschap,en
/ofgoederen van hun gading,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en
/ofhaar mededader
(s)toebehoorden, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofhaar mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen
goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de meervoudige strafkamer in het arrondissement Gelderland van 18 mei 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer gelegd te worden. Echter op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal de rechtbank in plaats daarvan een taakstraf gelasten, gedurende het hierna te vermelden aantal uren.
De rechtbank is ten aanzien van de vordering van de officier van justitie van 27 februari 2018 tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in het arrondissement Gelderland 14 augustus 2018 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van oordeel dat – gelet artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht - het niet mogelijk is om de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf om te zetten naar een werkstraf – en zal om die reden de bij die eerdere veroordeling vastgestelde proeftijd met één (1) jaar verlengen.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) dagen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
heft ophet geschorste bevel tot
voorlopige hechtenis;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] .
benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijkin haar vordering;
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling met
parketnummer 05/840076-17
in plaats van de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Gelderland van 18 mei 2017 -:
110 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
55 dagen;
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling met parketnummer 05/042753-18
verlengt de proeftijdals vermeld in het vonnis van de politierechter van de rechtbank Gelderland van 14 augustus 2018
met een termijn van 1 jaar;
mr. I. Draisma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 april 2019.