In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland een 38-jarige voormalige militair veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 180 uur wegens verduistering. De veroordeelde en zijn echtgenote hebben tussen 2009 en 2015 misbruik gemaakt van hun toegang tot de bankrekening van de oma van de echtgenote, waarbij zij in totaal ongeveer € 40.000 hebben verduisterd. De oma is inmiddels overleden, en de rechtbank heeft in een afzonderlijk vonnis de man veroordeeld tot betaling van € 20.000 aan de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, terwijl zijn echtgenote voor het resterende bedrag is veroordeeld.
De militaire kamer heeft vastgesteld dat het gedrag van de man onwaardig is voor een officier bij de Landmacht, vooral omdat hij geen enkel bedrag van het verduisterde geld heeft terugbetaald. De rechtbank heeft de verduisteringen gekwalificeerd als ouderenuitbuiting, waarbij de schulden van de oma zo hoog opliepen dat zij uit haar woning dreigde te worden gezet. De opgelegde straf is gematigd vanwege het lange tijdsverloop sinds de feiten.
De zaak werd behandeld op 8 en 15 april 2019, waarbij de officier van justitie een ontnemingsvordering indiende. De militaire kamer heeft geoordeeld dat de veroordeelde en zijn echtgenote samen verantwoordelijk zijn voor het verduisterde bedrag en heeft het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 40.000, dat gelijkelijk over hen is verdeeld. De militaire kamer heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd om € 20.000 aan de Staat te betalen.