ECLI:NL:RBGEL:2019:2036

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 april 2019
Publicatiedatum
13 mei 2019
Zaaknummer
C/05/351734 KZ RK 19-52
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens tijdsoverschrijding en misbruik van recht

In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 1 april 2019 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. J.A. van Schagen, rechter bij de rechtbank Gelderland. Het verzoek is ontvangen op 3 april 2019, maar de wrakingskamer oordeelt dat verzoeker niet-ontvankelijk is omdat het verzoek niet tijdig is ingediend. Verzoeker heeft klachten geuit over de rechter, waaronder beschuldigingen van vooringenomenheid en partijdigheid, en heeft aangegeven dat hij niet in staat is om op de geplande zittingstijden te verschijnen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker zijn verzoek te laat heeft ingediend, aangezien de klachten betrekking hebben op brieven uit december 2018 en januari 2019. Bovendien is er sprake van misbruik van recht, omdat verzoeker pas kort voor de zitting tot indiening van het verzoek is overgegaan. De wrakingskamer heeft besloten dat het verzoek niet in behandeling zal worden genomen en dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat dit niet binnen de bevoegdheden van de wrakingskamer valt. De beslissing is openbaar uitgesproken op 3 april 2019.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Wrakingskamer
Zaaknummer: C/05/351734 KZ RK 19-52
Beslissing van 3 april 2019
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
hierna te noemen: verzoeker,
wonende te [postcode] [woonplaats],
[adres].
strekkende tot de wraking van
mr. J.A. van Schagen,
rechter in deze rechtbank, hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

Bij brief van 1 april 2019, ontvangen door de wrakingskamer op 3 april 2019, heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend.
Er heeft geen mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek plaatsgevonden.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter, belast met de behandeling van de procedures onder zaaknummers 18/2033, 18/2035, 18/2038, 18/2040, 18/2041, 18/2148, 18/2925, 18/3223, 18/3519, 18/3639, 18/3699, 18/3642, 18/3850, 18/4018, 18/4675, 18/5443 en 18/6634. In die zaken is een zitting gepland op donderdag 4 april 2019 om 10.00 uur (locatie Zutphen).
2.2
Verzoeker heeft het volgende aan het wrakingsverzoek ten grondslag gelegd.
De rechter geeft blijk van vooringenomenheid en partijdigheid en maakt zich schuldig aan discriminatie. Verzoeker is niet in staat zo vroeg in de ochtend de rechtbank te bereiken. De rechter bevoordeelt het CAK en benadeelt verzoeker. De wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht zijn in Nederland drie handen op één buik. Nederland is een slavenmaatschappij. De opsomming van zaken in de brief van 20 december 2018 is strijdig met de brief van 10 januari 2019; de brief van 22 januari 2019 geeft evenmin duidelijkheid. Het is onmogelijk zoveel zaken op dezelfde zitting te behandelen zonder het leven van verzoeker in gevaar te brengen. Verzoeker is al eens ontsnapt aan een moordaanslag door de Zutphense afdeling van de rechtbank. Corrupte rechters maken de dienst uit op de rechtbank. De rechter gedraagt zich als een lakei van het CAK. Twee uur is te kort voor de zitting. Als de rechter niet alsnog griffierecht voor een enkele zaak in rekening brengt, is verzoeker slachtoffer van oplichting door de rechter. Verzoeker kan niet alle stukken dragen. De zitting zou verzoekers leven in gevaar brengen. De zitting had eerder kunnen plaatsvinden. Verzoeker wil dat maximaal één zaak per maand wordt behandeld. De rechter bedrijft klassenjustitie en is bezig met een heksenproces.
Verzoeker wil dat zijn zaak wordt behandeld door rechters uit een andere rechtbank, omdat elk vertrouwen in de rechters van de rechtbank Gelderland misplaatst is. Verzoeker wil dat de wrakingskamer één wrakingszaak per maand behandelt. Verzoeker vraagt verder om een dwangsom van € 4.540,-- en een vergoeding van € 100.000,-- voor door criminele functionarissen van het CAK veroorzaakte schade.

3.De beoordeling

3.1
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2
De wrakingskamer is van oordeel dat het verzoek kan worden behandeld door rechters uit de rechtbank Gelderland. Uitgangspunt van de wettelijke regeling is dat op dergelijke verzoeken binnen het eigen gerecht wordt beslist. In dit geval is er geen enkele reden om van dat uitgangspunt af te wijken.
3.3
De wrakingskamer is verder van oordeel dat het wrakingsverzoek niet tijdig is ingediend. Verzoeker klaagt over brieven uit december 2018 en januari 2019. Indien en voor zover deze brieven al aanleiding zouden geven voor een wrakingsgrond, dan is verzoeker daarmee te laat. Niet gezegd kan worden dat het wrakingsverzoek is ingediend zodra de feiten en omstandigheden daartoe aan verzoeker zijn gebleken. Dit betekent dat verzoeker niet kan worden ontvangen in zijn verzoek tot wraking. Nu dit evident is, heeft de wrakingskamer de rechter niet in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoekschrift en is bepaald dat op het verzoek zonder behandeling ter zitting wordt beslist. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek komt de wrakingskamer daarom niet toe.
3.4
De wrakingskamer overweegt verder dat aan de zijde van verzoeker sprake is van misbruik van recht. Pas zeer kort voor de zitting is verzoeker overgegaan tot indiening van het verzoek tot wraking. Daarnaast leiden diens verzoeken om slechts een (wrakings)zaak per maand te behandelen tot vertraging, waarvoor geen gerechtvaardigde aanknopingspunten zijn. In het verzoek worden verder door verzoeker omstandigheden genoemd die betrekking hebben op alle rechters in de rechtbank Gelderland; voor dergelijke onvrede is het wrakingsmiddel niet bedoeld. De wrakingskamer zal derhalve bepalen dat een volgend wrakingsverzoek in de zaken waarvan op donderdag 4 april 2019 vanaf 10.00 uur de behandeling plaatsvindt, niet in behandeling zal worden genomen. Voor zover daarbij meer zaaknummers zijn ingepland, dan door verzoeker genoemd, strekt deze beslissing zich ook tot die zaken uit.
3.5
Het verzoek om toekenning van schadevergoeding wordt afgewezen, nu dit niet tot de bevoegdheden van de wrakingskamer behoort. Wat meer of anders door verzoeker is aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel.
4. De beslissing
De wrakingskamer;
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van de rechter;
- bepaalt dat een volgend verzoek om wraking in de onderhavige zaken niet in behandeling wordt genomen;
- bepaalt dat het wrakingsverbod zich uitstrekt tot alle zaken, waarin is bepaald dat op donderdag 4 april 2019 vanaf 10.00 uur de mondelinge behandeling plaatsvindt;
- wijst af wat meer of anders is verzocht of gevorderd.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.C. van der Mei, voorzitter, mr. P.J.C. Cremers en
mr. E. Schippers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.F.M. Houbiers, griffier, en in openbaar uitgesproken op 3 april 2019.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.