ECLI:NL:RBGEL:2019:1918

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 april 2019
Publicatiedatum
3 mei 2019
Zaaknummer
05/881649-18
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor oplichting, afdreiging, diefstallen, verduistering, bedreiging en wapenbezit

Op 24 april 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks ernstige delicten, waaronder oplichting, afdreiging, diefstallen, verduistering, bedreiging en wapenbezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met een mededader, op 2 juni 2018 in Duiven een slachtoffer heeft opgelicht door zich voor te doen als een minderjarige en hem onder druk te zetten om geld te betalen. Dit gebeurde via de chatsite BullChat, waar de verdachte contact zocht met het slachtoffer. De verdachte en zijn mededader dreigden met de politie en hebben uiteindelijk €500 van het slachtoffer afgedwongen.

Daarnaast heeft de verdachte op 16 juli 2018 in Arnhem met de bankpas van een ander slachtoffer, [slachtoffer 2], een bedrag van €1.028,97 gepind zonder toestemming. Op 4 november 2018 heeft de verdachte een ander slachtoffer, [slachtoffer 3], bedreigd met een vuurwapen, wat leidde tot een veroordeling voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een auto en het voorhanden hebben van een wapen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die schade hebben geleden door de daden van de verdachte. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/881649-18, 05/881332-18, 05/740462-16 (TUL) en 21/006336-16 (TUL) (gev. ttz)
Datum uitspraak : 24 april 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres 1] ,
thans gedetineerd te P.I. Arnhem - HvB Arnhem Zuid te Arnhem,
raadsman: mr. J.A. Schadd, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 februari 2019 en 10 april 2019.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is
onder parketnummer 05/881649-18na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 02 juni 2018 te Duiven, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1]
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld, te weten
een geldbedrag van ongeveer 500 euro,
door:
-op de website Bull-chat contact te zoeken met die [slachtoffer 1] en/of
-zich op die website voor te doen als een 15-jarige jongen en/of
-(nadat verdachte en/of zijn mededader de woning zijn binnengetreden) die
[slachtoffer 1] in de boeien te slaan en/of
-zich voor te doen als undercover agenten van een stichting ter bescherming
van jongeren onder de 18 jaar, die misbruikt worden door ouderen en/of
-die [slachtoffer 1] de keuze te geven om of mee te gaan naar het politiebureau en
uitleg te geven aan een leidinggevende of om een donatie te doen aan
de stichting en/of
-net te doen of zij, verdachten, de politie wilden gaan bellen en/of
-aan die [slachtoffer 1] een identiteitskaart (op naam van [naam 1] ) te
overhandigen en/of tonen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 02 juni 2018 te Duiven, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van
een geldbedrag van ongeveer 500 euro,
in elk geval enig geldbedrag,
dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] toebehoorde,
door:
-tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij een pedofiel is en/of
-tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat zij, verdachten, weten dat die [slachtoffer 1] tot
drie keer toe seksuele handelingen wilde verrichten met een 15-jarige jongen
en/of
-zich voor te doen als undercover agenten van een stichting ter bescherming
van jongeren onder de 18 jaar, die misbruikt worden door ouderen en/of
-die [slachtoffer 1] de keuze te geven om of mee te gaan naar het politiebureau en
uitleg te geven aan een leidinggevende of om een donatie te doen aan
de stichting en/of
-net te doen of zij, verdachten, de politie wilden gaan bellen;
2.
hij op of omstreeks 02 juni 2018 te Duiven, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen:
-een mobiele telefoon (LG),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 2 juni 2018 tot en met 3 juni 2018 te
Duiven en/of Arnhem, althans in Nederland,
een goed, te weten:
-een mobiele telefoon (LG),
heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,
terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit
goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij op of omstreeks 16 juli 2018 te Arnhem, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (telkens) van een ABN Amro
bankrekening (rekeningnummer: [nummer] )
heeft weggenomen:
-een bedrag van in totaal ongeveer 1028,97 euro,
in elk geval enig geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van een valse sleutel , door:
-zonder toestemming gebruik te maken van een bankpas op naam van die [slachtoffer 2]
en/of de (bij die bankpas behorende) pincode;
4.
hij op of omstreeks 04 november 2018 te Arnhem, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling
door:
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer 3]
te tonen en/of op die [slachtoffer 3] te richten en/of
-met een vuurwapen al dan niet op en/of in de richting van die [slachtoffer 3] te
schieten;
5.
hij in of omstreeks de periode van 31 oktober 2018 tot en met 06 november 2018
te Doetinchem en/of Arnhem, althans in Nederland,
opzettelijk
-een auto (Opel Corsa met kenteken: [kenteken 1] ),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als gebruiker
(tijdens het maken van een proefrit), onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
6.
hij op of omstreeks 6 november 2018 te Arnhem, althans in Nederland,
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten:
-een gaspistool, van het merk Reck, model Goliath, kaliber 9mm
zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool
en/of
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-2 patronen van het kaliber 9mm RK (merk: Pobjeda) en/of
-6 patronen van het kaliber 9mm P.A.K. (merk: Umarex),
voorhanden heeft gehad;
Aan verdachte is
onder parketnummer 05/881332-18na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat:
primair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2018 tot
en met 4 juli 2018 te 't Harde en/of Elburg en/of Nijmegen en/of Arnhem,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaarmaking van
een geheim,
[slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 10.800
euro, althans enig geldbedrag en/of (een) mobiele telefoon(s) en/of (een)
telefooncontract(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van (een)
telefoonabonnement(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s),
aan die [slachtoffer 6] medegedeeld dat hij de politie en de omgeving van die [slachtoffer 6]
op de hoogte zou brengen dat die [slachtoffer 6] seks met een minderjarige wilde in
het geval hij niet zou meewerken;
art 318 lid 1 Wetboek van Strafrecht
subsidiair:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2018 tot
en met 4 juli 2018 te 't Harde en/of Elburg en/of Nijmegen en/of Arnhem,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 6] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen
van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een
schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten een geldbedrag van 10.800 euro, althans enig geldbedrag en/of (een)
mobiele telefoon(s) en/of (een) telefooncontract(en),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als medewerkers van stichting kindermisbruik en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat hij de stichting financieel moest steunen door
een geldbedrag te betalen en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat hij dit geldbedrag in twee delen terug zou
krijgen en/of
- op verzoek van die [slachtoffer 6] hiervan een contract opgemaakt en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat hij de stichting een dienst kon bewijzen door
telefoons aan te schaffen en/of telefoonabonnementen af te sluiten en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat die abonnementen later zouden worden overgezet
naar de stichting,
waardoor die [slachtoffer 6] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
meer subsidiair:
[naam 2] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2018
tot en met 4 juli 2018 te 't Harde en/of Elburg en/of Nijmegen en/of Arnhem,
althans in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaarmaking van
een geheim,
[slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 10.800
euro, althans enig geldbedrag en/of (een) mobiele telefoon(s) en/of (een)
telefooncontract(en), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
die [naam 2] en/of tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van
(een) telefoonabonnement(en),
immers heeft die [naam 2] aan die [slachtoffer 6] medegedeeld dat hij de politie en de
omgeving van die [slachtoffer 6] op de hoogte zou brengen dat die [slachtoffer 6] seks met een
minderjarige wilde in het geval hij niet zou meewerken
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer
tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2018 tot en met 4 juli 2018
te 't Harde en/of Elburg en/of Nijmegen en/of Arnhem, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft, door (tegen betaling) de/een auto te
besturen/als chauffeur te fungeren;
meest subsidiair:
[naam 2] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2018
tot en met 4 juli 2018 te 't Harde en/of Elburg en/of Nijmegen en/of Arnhem,
althans in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid
en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een
dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld
en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten een geldbedrag van 10.800 euro, althans enig geldbedrag en/of (een)
mobiele telefoon(s) en/of (een) telefooncontract(en),
hebbende die [naam 2] met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voorgedaan als medewerker van stichting kindermisbruik en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat hij de stichting financieel moest steunen door
een geldbedrag te betalen en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat hij dit geldbedrag in twee delen terug zou
krijgen en/of
- op verzoek van die [slachtoffer 6] hiervan een contract opgemaakt en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat hij de stichting een dienst kon bewijzen door
telefoons aan te schaffen en/of telefoonabonnementen af te sluiten en/of
- tegen die [slachtoffer 6] gezegd dat die abonnementen later zouden worden overgezet
naar de stichting waardoor die [slachtoffer 6] (telkens) werd bewogen tot
bovenomschreven afgifte
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op één of meer
tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 juli 2018 tot en met 4 juli 2018
te 't Harde en/of Elburg en/of Nijmegen en/of Arnhem, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft, door (tegen betaling) de/een auto te
besturen/als chauffeur te fungeren;

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de (primair) ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de feiten die ten laste zijn gelegd onder parketnummer 05/881649-18 heeft de verdediging het volgende betoogd. Van de feiten 1, 2 (primair) en 4 dient verdachte vrijgesproken te worden wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Ook van feit 3 dient verdachte vrijgesproken te worden, omdat geen sprake is geweest van wederrechtelijke toeëigening. Aangever heeft zijn bankpas en de daarbij behorende code meegegeven aan verdachte. Ten aanzien van de feiten 5 en 6 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ten aanzien van het ten laste gelegde onder parketnummer 05/881332-18 heeft de verdediging zich eveneens op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 05/881649-18 [1]
Feiten 1 en 2
Aangever [slachtoffer 1] heeft het volgende verklaard. Op 2 juni 2018 zat [slachtoffer 1] op de website ‘BullChat’ te chatten met een persoon, die aangaf 15 jaar oud te zijn. [slachtoffer 1] heeft een afspraak gemaakt met deze persoon en zijn vriend. De afspraak was om 15:30 uur bij de woning van [slachtoffer 1] in Duiven. Rond dat tijdstip werd er door een Noord-Afrikaanse man (hierna: man 1) aangebeld bij [slachtoffer 1] . [2] Man 1 gaf aan dat hij de andere persoon wilde beschermen en sms’te vervolgens de andere persoon. Even later werd er weer aangebeld. [slachtoffer 1] heeft de persoon die toen binnen kwam (hierna: man 2) als volgt omschreven: ongeveer 40 jaar oud, blank uiterlijk, stoppelbaard, bril met ovaal montuur en een tattoo in zijn hals.
Toen man 2 binnen was, werd [slachtoffer 1] door man 2 in de handboeien geslagen. Man 1 gaf toen aan dat zij werkzaam waren als undercoveragenten van een stichting ter bescherming van jongeren onder de 18 jaar die misbruikt worden door ouderen. Man 1 gaf aan dat [slachtoffer 1] kon kiezen uit twee opties: meegaan naar het politiebureau en uitleg geven aan een leidinggevende of een donatie te doen aan voormelde stichting. Toen [slachtoffer 1] om het bankrekeningnummer van de stichting vroeg om geld over te boeken, gaf man 1 aan alleen contant geld te willen. Man 2 gaf een identiteitskaart (op naam van [naam 1] ) aan [slachtoffer 1] en zei hierbij dat hij een kopie mocht maken, zodat hij wist dat ze serieus waren. [3] Op enig moment zijn [slachtoffer 1] en man 1 naar een pinautomaat in Duiven gereden. Aldaar heeft [slachtoffer 1] € 500 gepind en dit geld aan man 1 gegeven. Toen [slachtoffer 1] thuis kwam, zag hij dat zijn mobiele telefoon weg was. [4]
De historische verkeersgegevens van de gestolen mobiele telefoon van aangever [slachtoffer 1] zijn door de politie geanalyseerd. Dat leverde de volgende resultaten op: [5]
 de telefoon had op 2 juni 2018 tussen 15:08 en 17:09 uur geen registraties;
 van 2 juni 2018 om 17:28 uur tot 3 juni 2018 om 14:21 uur werd gebruik gemaakt van een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 1] ;
 met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] zijn er 19 contacten geweest met [naam 3] (zoon van verdachte) en 18 contacten met [naam 4] (vriendin van verdachte);
 van 3 juni 2018 om 20:59 uur tot 19 juni 2018 om 14:11 uur werd gebruik gemaakt van een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 2] ;
 het telefoonnummer [telefoonnummer 2] staat op naam van [naam 4] ;
 [naam 4] heeft over het telefoonnummer [telefoonnummer 2] verklaard dat dit nummer in gebruik was bij verdachte.
[naam 1] heeft verklaard dat hij zijn identiteitskaart eerder in 2018 was verloren. [6]
De rechtbank is van oordeel dat het door [slachtoffer 1] gegeven signalement in het algemeen overeenkomt met het signalement van verdachte. Daar komt bij dat een specifiek kenmerk, namelijk een tattoo in de hals ook overeenkomt, nu verdachte een opvallende tattoo in zijn nek heeft. [7] Daarnaast is er een korte tijdspanne tussen het bezoek aan [slachtoffer 1] en de belactiviteiten met de telefoon van [slachtoffer 1] . Deze belactiviteiten betreffen een directe link met verdachte. Met de telefoon is namelijk veelvuldig gebeld naar de zoon van verdachte en de vriendin van verdachte. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander op 2 juni 2018 schuldig heeft gemaakt aan oplichting en dat hij de telefoon van [slachtoffer 1] heeft weggenomen.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 april 2019 dat hij de telefoon op Marktplaats heeft gekocht, acht de rechtbank gelet op de korte tijd tussen de oplichting en de belactiviteiten met de gestolen telefoon ongeloofwaardig.
Feit 3
Aangever [slachtoffer 2] heeft het volgende verklaard. Op 14 juli 2018 rond 16:00 uur kwam een man die zich [naam 5] (hierna: man 1) noemt samen met een vriend (hierna: man 2) langs om de computer te repareren. Toen [slachtoffer 2] de mannen had binnengelaten, zeiden zij dat [slachtoffer 2] kinderporno had en dat zij hem aan konden geven bij de politie. Man 2 zei dat hij alle sporen van kinderporno wel van de computer kon wissen, maar dat [slachtoffer 2] hiervoor moest betalen. Door man 2 is aan [slachtoffer 2] een identiteitskaart (op naam van [naam 1] ) getoond. Omdat [slachtoffer 2] geen contant geld had en vanwege een limiet maar € 250 per week kon pinnen, heeft man 2 de bank gebeld en het limiet van [slachtoffer 2] aangepast. Man 2 deed dit met de bankpas en bijbehorende pincode van [slachtoffer 2] . [8]
Op 16 juli 2018 kwam [slachtoffer 2] erachter dat hij zijn bankpas niet meer in zijn bezit had. [9]
In totaal werd op 16 juli 2018 van de rekening van [slachtoffer 2] (bankrekeningnummer: [nummer] – ABN AMRO) een totaalbedrag van € 1.028,97 gepind. [10] [slachtoffer 2] heeft hier geen toestemming voor gegeven. [11]
Verdachte heeft verklaard dat hij met de bankpas van [slachtoffer 2] € 900 geld heeft gepind in Arnhem en dat hij daarnaast onder meer sigaretten en spullen bij de Action heeft betaald met de bankpas. [12] Volgens verdachte moest hij het geld van [slachtoffer 2] pinnen en heeft hij dit geld in een envelop bij [slachtoffer 2] in de brievenbus gestopt.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte niet geloofwaardig. [slachtoffer 2] heeft hier zelf niets over verklaard. Daarnaast komt de werkwijze die is toegepast met betrekking tot feit 1 op essentiële punten overeen met de werkwijze zoals die is toegepast met betrekking tot feit 3. Zo wordt ook hier gebruik gemaakt van de (verloren) identiteitskaart van [naam 1] en wordt ook hier gedreigd met de politie. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op 16 juli 2018 schuldig heeft gemaakt aan diefstal door met de pinpas van [slachtoffer 2] geld van zijn bankrekening te pinnen.
Feit 4
Aangever [slachtoffer 3] heeft het volgende verklaard. Op 4 november 2018 omstreeks 16:45 uur was hij bij [naam 6] aan de [adres 2] in Arnhem. Op enig moment stond verdachte voor de deur en vroeg naar [slachtoffer 3] . Verdachte was samen met [naam 7] . Voor de deur is een conflict ontstaan, waarbij verdachte [slachtoffer 3] bij zijn jas heeft vastgepakt. [slachtoffer 3] is toen uit zijn jas gefloept en is de straat overgestoken. [slachtoffer 3] zag dat de auto waarin verdachte zat het parkeervak uitreed. [slachtoffer 3] hoorde een schot. Toen [slachtoffer 3] omkeek, zag hij dat verdachte achter het stuur zat en een wapen uit het raam op hem had gericht. [13]
Getuige [naam 6] heeft verklaard dat [slachtoffer 3] op 4 november 2018 bij haar in de woning was. Omstreeks 16:45 uur werd er aangebeld. Er stond een onbekende man voor de deur. Deze man vroeg of [slachtoffer 3] er was. [naam 6] heeft toen [slachtoffer 3] geroepen en is zelf naar de keuken gegaan. Op enig moment heeft zij een knal gehoord. [14]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat zij drie mannen zag vechten. Zij zag dat één van de mannen wegrende en dat een andere man op hem schoot. [getuige] heeft een harde knal gehoord en een flits gezien. [15]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 4 november 2018 samen met [naam 7] bij [naam 6] voor de deur is geweest en aldaar met [slachtoffer 3] heeft gesproken. [16]
Gelet op vorenstaande bewijsmiddelen is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door met een vuurwapen in de richting van [slachtoffer 3] te schieten.
Feit 5
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
 de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2019;
 het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] namens [slachtoffer 4] , p. 152-153.
Feit 6
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
 de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2019;
 het proces-verbaal van bevindingen, p. 175;
 het proces-verbaal onderzoek wapen, p. 178 t/m 180.
Ten aanzien van parketnummer 05/881332-18 [17]
Aangever [slachtoffer 6] heeft het volgende verklaard. Op de site ‘BullChat’ heeft verdachte voor 3 juli 2018 een afspraak gemaakt met een man die zich ‘ [naam 8] ’ noemde. [naam 8] zou samen met een vriendje van 17 jaar naar de woning van [slachtoffer 6] in ’t Harde komen. [18] Rond 22:30 uur stond [naam 8] voor de deur. Even later ging de bel en [naam 8] deed open. [slachtoffer 6] zag toen een man binnenkomen die hij als volgt heeft omschreven: ongeveer 50 jaar oud, kort donker haar, tattoos op de armen en in de nek. [naam 8] ging toen staan en zei: “Zo vriend, nu heb ik je. Wij zijn van de Stichting kindermisbruik. Je weet dat dit niet mag, maar je hebt toestemming gegeven voor een date met een minderjarige”. [naam 8] zei dat hij de politie en de omgeving van [slachtoffer 6] op de hoogte zou brengen als [slachtoffer 6] niet mee zou werken.
[naam 8] zei dat [slachtoffer 6] de stichting financieel kon ondersteunen. [naam 8] vroeg aan [slachtoffer 6] hoeveel geld hij op zijn bankrekening had staan. [slachtoffer 6] heeft daarop zijn ING bankierenapp geopend en zag dat hij € 12.000 op zijn rekening had staan. [naam 8] zei dat hij het geld contant wilde hebben en dat zij het geld nu zouden gaan ophalen. Het geldbedrag zou [slachtoffer 6] later in twee delen terug krijgen. [slachtoffer 6] heeft toen om een contract gevraagd, waarop de andere man een briefje schreef. Vervolgens zijn zij met zijn drieën op pad gegaan en heeft [slachtoffer 6] € 1.800 in ’t Harde gepind. Daarna zijn zij naar Elburg gereden. Daar heeft [slachtoffer 6] € 9.000 gepind. [19]
De verklaring van [slachtoffer 6] wordt ondersteund door de volgende bewijsmiddelen.
Het briefje dat in de woning van [slachtoffer 6] is geschreven, is door [slachtoffer 6] overhandigd aan de politie. In dat briefje wordt gesproken over een lening van € 10.000 die in twee termijnen zal worden terugbetaald. In de ondertekening van het briefje staan de woorden “stichting kind” vermeld, wat past bij het relaas van [slachtoffer 6] . Het briefje is ondertekend met de naam “ [naam 1] ”. [20]
Op een bankafschrift van de rekening van [slachtoffer 6] uit de periode 3 juli 2018-6 juli 2018 staan negen geldopnames bij twee pinautomaten voor een totaalbedrag van € 10.800,-, die zijn gedaan op 4 juli 2018 tussen 0.15 uur en 1.15 uur. [21]
Verdachte heeft verklaard dat hij samen met [naam 2] in de woning van [slachtoffer 6] is geweest. [22]
Op de telefoon van [naam 2] is op 3 juli 2018 om 23:14 uur gezocht naar “maximale pinopname bij de ING”. [23]
De rechtbank is van oordeel dat ook hier de toegepaste werkwijze (het benaderen via BullChat en zich voordoen als medewerkers van de Stichting kindermisbruik) op essentiële punten overeenkomt met de werkwijze zoals die is toegepast met betrekking tot de feiten 1 en 3 (parketnummer 05/881649-18). Daarnaast komt het door [slachtoffer 6] gegeven signalement overeen met het signalement van verdachte en wordt ook hier gebruik gemaakt van de naam [naam 1] .
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een ander op 3 juli 2018 schuldig heeft gemaakt aan afdreiging van [slachtoffer 6] .
De verklaring van verdachte, namelijk dat hij enkel mee was als chauffeur en dat [naam 2] een grote hoeveelheid erectiepillen zou verkopen, acht de rechtbank in het licht van de bewijsmiddelen niet geloofwaardig.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het afsluiten van telefoonabonnementen, omdat uit het dossier niet blijkt dat verdachte hierbij betrokken is geweest.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde
onder parketnummer 05/881649-18heeft begaan, te weten dat:
1. primair).
hij op
of omstreeks 02 juni 2018 te Duiven,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en
/ofvan een valse hoedanigheid en
/of
door listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 1]
heeft bewogen tot de afgifte van enig goed
, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het
teniet doen van een inschuld,te weten
een geldbedrag van ongeveer 500 euro,
door:
-op de website Bull-chat contact te zoeken met die [slachtoffer 1] en
/of
-zich op die website voor te doen als een 15-jarige jongen en
/of
-(nadat verdachte en
/ofzijn mededader de woning zijn binnengetreden) die
[slachtoffer 1] in de boeien te slaan en
/of
-zich voor te doen als undercover agenten van een stichting ter bescherming
van jongeren onder de 18 jaar, die misbruikt worden door ouderen en
/of
-die [slachtoffer 1] de keuze te geven om of mee te gaan naar het politiebureau en
uitleg te geven aan een leidinggevende of om een donatie te doen aan
de stichting en
/of
-net te doen of zij, verdachten, de politie wilden gaan bellen en
/of
-aan die [slachtoffer 1] een identiteitskaart (op naam van [naam 1] ) te
overhandigen en
/oftonen;
2 ( primair).
hij op
of omstreeks 02 juni 2018 te Duiven,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen:
-een mobiele telefoon (LG),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
3.
hij op
of omstreeks16 juli 2018 te Arnhem,
althans in Nederland,
meermalen,
althans eenmaal
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
(telkens
)van een ABN Amro
bankrekening (rekeningnummer: [nummer] )
heeft weggenomen:
-een bedrag van in totaal ongeveer 1028,97 euro,
in elk geval enig geldbedrag,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van een valse sleutel , door:
-zonder toestemming gebruik te maken van een bankpas op naam van die [slachtoffer 2]
en
/ofde (bij die bankpas behorende) pincode;
4.
hij op
of omstreeks 04 november 2018 te Arnhem,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
[slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling
door:
-een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer 3]
te tonen en/of op die [slachtoffer 3] te richten en/of
-met een vuurwapen al dan niet op en/of in de richting van die [slachtoffer 3] te
schieten;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 31 oktober 2018 tot en met 06 november 2018
te Doetinchem en/of Arnhem, althans in Nederland,
opzettelijk
-een auto (Opel Corsa met kenteken: [kenteken 1] ),
in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 5],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
en welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten als gebruiker
(tijdens het maken van een proefrit), onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
6.
hij op
of omstreeks6 november 2018 te Arnhem,
althans in Nederland,
een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te
weten:
-een gaspistool, van het merk Reck, model Goliath, kaliber 9mm
zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer, revolver en/ofpistool
en
/of
munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten:
-2 patronen van het kaliber 9mm RK (merk: Pobjeda) en
/of
-6 patronen van het kaliber 9mm P.A.K. (merk: Umarex),
voorhanden heeft gehad.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde
onder parketnummer 05/881332-18heeft begaan, te weten dat:
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
op3 juli 2018 tot
en met 4 juli 2018 te 't Harde en
/ofElburg
en/of Nijmegen en/of Arnhem,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of
(een
)ander
(en)wederrechtelijk te
bevoordelen door bedreiging met smaad,
smaadschrift en/of openbaarmaking van
een geheim,
[slachtoffer 6] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 10.800
euro,
althans enig geldbedrag en/of (een) mobiele telefoon(s) en/of (een)
telefooncontract(en), in elk geval van enig goed,geheel of ten dele
toebehorende aan die [slachtoffer 6] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van (een)
telefoonabonnement(en),
immers
heeft/hebben
hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s),
aan die [slachtoffer 6] medegedeeld dat hij de politie en de omgeving van die [slachtoffer 6]
op de hoogte zou brengen dat die [slachtoffer 6] seks met een minderjarige wilde in
het geval hij niet zou meewerken;
Voor zover er in de tenlasteleggingen kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/881649-18
feit 1 (primair):
medeplegen van oplichting
feit 2 (primair):
diefstal door twee of meer verenigde personen
feit 3:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
feit 4:
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
feit 5:
verduistering
feit 6:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
Ten aanzien van parketnummer 05/881332-18
medeplegen van afdreiging

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf conform het voorarrest op te leggen. Verdachte heeft aangegeven dat hij geholpen wil worden, dit zou in het kader van bijzondere voorwaarden kunnen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie van 14 januari 2019;
- een voorlichtingsrapportage van reclassering Iriszorg van 8 november 2018;
- een voorlichtingsrapportage van Vincent van Gogh geestelijke gezondheidszorg van 31 januari 2019;
- een Pro Justitia rapport van drs. W.J.P. Gaertner, GZ-psycholoog van 3 februari 2019.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks delicten, waaronder oplichting, afdreiging, diefstallen, verduistering, bedreiging en wapenbezit. Alle zijn zeer ernstige feiten.
De wijze waarop de oplichting en afdreiging plaatsvonden, getuigt van een verregaande mate van brutaliteit en van ongenaakbaar handelen. Verdachte is samen met een ander doelbewust en planmatig te werk gegaan door op een website contact met aangevers te zoeken en aangevers akkoord te laten gaan met contact met een (al dan niet schijnbaar) minderjarige. Vervolgens zijn aangevers door verdachte en een ander in hun eigen woningen geconfronteerd met de indringende mededeling dat zij als pedofiel betrapt zouden zijn. Verdachte en zijn medeverdachte hebben zware druk op aangevers uitgeoefend om aan hen geld te overhandigen. De druk hield in dat zij anders de politie op de hoogte zouden brengen van de activiteiten van de aangevers.
Ook nam verdachte een auto mee voor een proefrit en bracht deze vervolgens niet terug. Door op een dergelijke wijze auto’s te ontvreemden, wordt het vertrouwen dat autohandelaren moeten kunnen stellen in potentiële klanten ernstig geschaad. Autohandelaren, de consument en de maatschappij worden hierdoor benadeeld. Toen de auto later door de politie werd aangetroffen, lag er een vuurwapen en munitie in. Verdachte had dit wapen dus voorhanden op de openbare weg. Van het aanwezig hebben van een vuurwapen, ook al kon daar niet mee geschoten worden, gaat door het tonen en het afschieten van knalpatronen veel dreiging uit.
Verdachte heeft er geen blijk van gegeven enig inzicht te hebben in het laakbare van zijn handelen en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers en de maatschappij.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting verder rekening gehouden met het volgende af informandum gevoegd feit: diefstal van kentekenplaten ( [kenteken 2] ), gepleegd in de periode van 31 oktober 2018 t/m 1 november 2018 te Zeddam. Verdachte heeft erkend dit strafbare feit te hebben gepleegd. De officier van justitie heeft toegezegd ter zake van dit feit geen afzonderlijke strafvervolging te zullen instellen, indien dit wordt verdisconteerd in de strafoplegging.
De rechtbank ziet in de hoeveelheid en de ernst van de feiten redenen om de eis van de officier van justitie te volgen. De rechtbank zal daarom een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van het voorarrest opleggen.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen [slachtoffer 3] , [slachtoffer 6] en [slachtoffer 2] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de bewezenverklaarde feiten. Gevorderd wordt: een bedrag van € 943,05 door [slachtoffer 3] , een bedrag van € 12.340 door [slachtoffer 6] en een bedrag van € 1.028,97 door [slachtoffer 2] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen, met dien verstande dat ten aanzien van [slachtoffer 6] de kostenpost ‘telefoonabonnementen’ afgewezen dient te worden. De officier van justitie heeft voorts verzocht de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen en ten aanzien van [slachtoffer 6] voorts te bepalen dat de vordering hoofdelijk wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de immateriële schade niet is onderbouwd. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 3] (parketnummer 05/881649-18, feit 4)
Materiële schade
Ten aanzien van de kostenpost ‘nieuwe sloten voordeur’ is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen het vervangen van de sloten en het bewezen verklaarde handelen. De rechtbank zal om die reden dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. De overige kostenposten (€ 268,05) kunnen naar het oordeel van de rechtbank worden toegewezen, nu deze voldoende zijn onderbouwd en de rechtbank redelijk voorkomen.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade indien de verdachte het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen, indien de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen, de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of indien de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Om te spreken van aantasting in persoon moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of fundamenteel recht. Door de benadeelde partij is onvoldoende onderbouwd of sprake is van dergelijke aantasting in persoon. De benadeelde partij zal dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden in dit deel van haar vordering.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 4 november 2018.
[slachtoffer 6] (parketnummer 05881332-18)
Materiële schade
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot € 10.800 schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade indien de verdachte het oogmerk had zodanig nadeel toe te brengen, indien de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen, de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad of indien de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Om te spreken van aantasting in persoon moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of fundamenteel recht. Door de benadeelde partij is onvoldoende onderbouwd of sprake is van dergelijke aantasting in persoon. De benadeelde partij zal dan ook niet-ontvankelijk verklaard worden in dit deel van haar vordering.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 3 juli 2018.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader is of wordt voldaan.
[slachtoffer 2] (parketnummer 05/881649-18, feit 3)
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 3 (parketnummer 05/881649-18) bewezen verklaarde handelen tot € 1.028,97 schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is voor toewijzing vatbaar.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 16 juli 2018.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedragen ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
7a. De beoordeling van de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten, dient de bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 3 mei 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf en de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 augustus 2017 opgelegde gevangenisstraf ten uitvoer te worden gelegd.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op:
 de artikelen 36f, 47, 57, 285, 311, 318, 321en 326 van het Wetboek van Strafrecht;
 de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenvan de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente vanaf

1. [slachtoffer 3] € 268,05 4 november 2018

2. [slachtoffer 6] € 10.800,= 3 juli 2018

3. [slachtoffer 2] € 1.028,97 16 juli 2018

 verklaart de
benadeelde partijen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 6] voor het overige niet-ontvankelijkin hun vordering;
legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag Vervangende hechtenis

1. [slachtoffer 3] € 268,05 5 dagen

2. [slachtoffer 6] € 10.800,= 89 dagen

3. [slachtoffer 2] € 1.028,97 20 dagen

bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
 verstaat dat ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 6] indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
De beslissingen op de vorderingen na voorwaardelijke veroordeling

gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van rechtbank Gelderland van 3 mei 2017, te weten van:
144 (honderdvierenveertig) dagen gevangenisstraf;

gelast de tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 augustus 2017, te weten van:
3 (drie) maanden gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.P.M. Kester (voorzitter), mr. R.S. Croll en
mr. M.A. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van D. Waizy, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 april 2019.
De griffier is buiten staat dit
vonnis mede te ondertekenen

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de politie Oost Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2019014820, gesloten op 31 januari 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van verhoor aangever, p. 40.
3.Het proces-verbaal van verhoor aangever, p. 41.
4.Het proces-verbaal van verhoor aangever, p. 42.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 61, het proces-verbaal van bevindingen, p. 62 t/m 64 en het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 4] , p. 108.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 52.
7.Het schriftelijk bescheid, te weten informatiestaat SKDB-persoon (gelaatsfoto).
8.Het proces-verbaal van aangifte, p. 89.
9.Het proces-verbaal van aangifte, p. 90.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 95 en bankafschrift, p. 97.
11.Het proces-verbaal van verhoor aangever, p. 99.
12.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2019.
13.Het proces-verbaal van aangifte, p. 126-127.
14.Het proces-verbaal van verhoor getuige, p. 133.
15.Het proces-verbaal, p. 137.
16.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2019.
17.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2018534876, gesloten op 10 december 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
18.Het proces-verbaal van aangifte, p. 52.
19.Het proces-verbaal van aangifte, p. 53.
20.Bijlage bij het proces-verbaal van aangifte, p. 56.
21.afschrift betaalrekening [slachtoffer 6] , p. 258``````````````````````````````````.
22.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 april 2019.
23.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 115.