ECLI:NL:RBGEL:2019:1845

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 april 2019
Publicatiedatum
30 april 2019
Zaaknummer
05/880103-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor medeplegen van bedrijfsinbraak bij juwelier met vrijspraak van overige feiten

Op 30 april 2019 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder diefstal met geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de meeste ten laste gelegde feiten, maar heeft hem wel veroordeeld voor het medeplegen van een bedrijfsinbraak bij een juwelier. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de andere feiten, waaronder geweld tegen slachtoffers en andere diefstallen. De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een inbraak waarbij een grote hoeveelheid horloges is gestolen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft een gevangenisstraf opgelegd gekregen die gelijk is aan de duur van het voorarrest, omdat de rechtbank minder feiten bewezen achtte dan de officier van justitie had geëist. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard wegens onvoldoende onderbouwing. De rechtbank heeft ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde geldboete gelast, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880103-16
Datum uitspraak : 30 april 2019
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1980 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. E.G.S. Roethof, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 april 2019, 28 augustus 2018, 26 juni 2018, 3 oktober 2017, 5 september 2017, 13 juni 2017 en 27 december 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 01 augustus 2014 te Zevenaar tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand ( [adres 2] ) heeft weggenomen een horloge (merk Rolex) en/of een hoeveelheid geld en/of bankpassen en/of creditcards en/of een portefeuille met inhoud en/of een IPad en/of een IPhone en/of een moneyclip, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) (met gezichtsbedekkende kleding)
- in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] is/zijn gerend en/of heeft/hebben geroepen "Overval, overval" en/of "Liggen" en/of
- de loop van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in/tegen de nek, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] , heeft/hebben gedrukt en/of
- ( met kracht) tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- een horloge (Rolex) van de pols van voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gehaald/gepakt en/of
- een sleutelbos heeft/hebben gepakt en/of (vervolgens) dreigend/dwingend heeft/hebben geroepen "Waar is de kluis, waar is de kluis?" en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen de kluis te tonen en/of daarbij een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, in/tegen de nek, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer 1] , heeft/hebben gedrukt en/of
- dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "Is dit alles, weet je zeker dat dit alles is, anders gaan we naar je vrouw en kinderen";
2.
hij op of omstreeks 30 oktober 2014 te Arnhem tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, ( [adres 3] ) heeft weggenomen een hoeveelheid sieraden, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum 1] ) en/of [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum 2] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die sieraden onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of
zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (met gezichtsbedekkende kleding)
- een ruit heeft/hebben ingeslagen en voornoemde woning is/zijn binnengegaan en/of
- voornoemde [slachtoffer 4] heeft/hebben vastgepakt en/of (met kracht)op/tegen de grond geduwd/gegooid en/of
- voornoemde [slachtoffer 4] bij de keel, althans het lichaam, heeft/hebben vastgepakt en/of
- een voet op de buik, althans het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 4] heeft/hebben gezet en/of
- dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "Kalm doen dan gebeurt er niks, liggen blijven dan gebeurt er niks" en/of "Als je je wild gedraagt dan nemen we andere maatregelen met een pistool of mes" en/of "Waar is de kluis" en/of "De kluis, money, money" en/of "Sta op, naar boven" en/of
- voornoemde [slachtoffer 3] (met kracht) heeft/hebben geduwd en/of (met kracht) bij de keel, althans het lichaam, heeft/hebben (vast)gepakt;
3.
hij op of omstreeks 23 maart 2015, althans in de periode 22 maart 2016 tot en met 23 maart 2016, te Velp, gemeente Rheden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een filiaal van Juwelier [naam 1] , heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid (56) horloges (merk [naam 5] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Juwelier [naam 1] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (het forceren van een rolluik en/of (gepantserd) glas);
4.
hij op of omstreeks 11 oktober 2015 te Rheden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning
( [adres 4] ) heeft weggenomen, een hoeveelheid sieraden (een ring en/of een horloge (merk Audemars Piket)) en/of een hoeveelheid geld en/of autosleutels behorende bij een personenauto (merk Mercedes ( [type] kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededaders (met gezichtsbedekkende kleding)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, aan voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben getoond en/of daarbij dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "Handen omhoog of ik schiet" en/of "it's real bullits" en/of
- een knie in/tegen de rug, althans het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben gegeven en/of
- ( vervolgens) beide armen heeft/hebben geboeid, terwijl voornoemde [slachtoffer 5] op de grond lag en/of
- voornoemde [slachtoffer 5] aan zijn voeten over de grond heeft/hebben gesleept en/of
- voornoemde [slachtoffer 5] naar de kluis heeft/hebben gebracht en/of
- dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "De code, de code, say it" en/of
- voornoemde [slachtoffer 5] , terwijl hij op de grond lag, heen en weer heeft/hebben getrokken en/of voornoemde [slachtoffer 5] (met kracht) heeft/hebben geschopt/getrapt en/of geslagen/gestompt en/of
- een fotolijstje met een foto van de zoon van voornoemde [slachtoffer 5] op het hoofd, althans het lichaam, van die [slachtoffer 5] heeft/hebben kapot geslagen en/of
- een hoeveelheid alcohol over het lichaam van voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben gegoten en/of daarbij dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd dat alles in brand zou worden gestoken en/of
- de armen van voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben los gemaakt en/of een plamuurmes onder de nagel van een vinger heeft/hebben geplaatst en/of daarbij dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "I cut you" of "Ik steek jou dood" en/of
- een (snoei)schaar op/tegen een vinger van voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben geplaatst en/of (daarbij) dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "I cut your finger" en/of
- ( vervolgens) die (snoei)schaar op/tegen een oorlel heeft/hebben geplaatst en/of (daarbij) dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "I cut your ear" en/of
- in het lichaam van voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben gestoken/gesneden en/of
- ( dreigend/dwingend) heeft/hebben gezegd: "Ik schiet je in de knieen" en/of
- ( vervolgens) voornoemde [slachtoffer 5] met een handboei heeft/hebben vastgemaakt aan de klink van de kluis en/of (met kracht) die [slachtoffer 5] heeft/hebben geschopt/getrapt en/of geslagen/gestompt en/of (daarbij) dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: "Ik steek je neer" en/of
- ( vervolgens) beide armen van voornoemde [slachtoffer 5] heeft/hebben geboeid en/of (met kracht) op/tegen het gezicht/hoofd en/of de knieen, althans het lichaam van die [slachtoffer 5] heeft/hebben geslagen en/of (daarbij) dreigend/dwingend heeft/hebben gezegd: " [naam 2] say it, open it";
5.
hij op of omstreeks 11 oktober 2015 te Rheden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een personenauto (merk Mercedes ( [type] kenteken [kenteken] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen personenauto onder zijn/haar/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten de originele autosleutels, welke door verdachte en/of zijn mededader(s) is/zijn weggenomen, en/of tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit.
De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Ten aanzien van feit 2
Op de slaapkamer van het slachtoffer is een breekijzer aangetroffen. Op het breekijzer is het DNA-mengprofiel van minimaal 4 personen aangetroffen, waaronder van verdachte. De rechtbank overweegt dat uit de enkele omstandigheid dat op het breekijzer DNA-sporen van verdachte zijn aangetroffen, niet zonder meer kan volgen dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de overval. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Ten aanzien van feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] namens [naam 1] , p. 50015;
- de rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 april 2015, p. 50154-50157;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 april 2019.
De rechtbank heeft geconstateerd dat ten laste is gelegd: “(…) op 23 maart 2015, althans in de periode van 22 maart 2016 tot en met 23 maart 2016 (…)”. Dat in de tenlastelegging het jaartal 2016 is opgenomen, moet naar het oordeel van de rechtbank worden beschouwd als een kennelijke verschrijving, gelet op het eerste deel van de tenlastelegging en gelet op de aangifte.
Ten aanzien van de feiten 4 en 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten. De verklaring van de bedreigde getuige vormt een sterk bewijsmiddel, mede gelet op de zeer gedetailleerde en juiste informatie die deze getuige gaf over de gang van zaken tijdens de overval. De verklaring van de bedreigde getuige wordt voldoende ondersteund door steunbewijs in het dossier. Aangever heeft een signalement gegeven van de overvallers, welke omschrijving verdachte niet uitsluit. In de tuin van aangever zijn gereedschappen aangetroffen, waarop DNA-sporen van verdachte zijn aangetroffen. Verder is in de telefoon van verdachte een zoekopdracht aangetroffen voor [naam 4] . Enkele uren na de overval is gezocht op het merk en type van het van aangever gestolen horloge. Dat uit onderzoek is gebleken dat de telefoon ten tijde van de overval is gebruikt door de broer van verdachte, is onvoldoende om verdachte vrij te pleiten van betrokkenheid bij de overval.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten. In de woning, in de auto en op de kleding van het slachtoffer zijn geen DNA-sporen aangetroffen van verdachte. De omschrijving van de persoon van wie aangever de bivakmuts heeft afgetrokken, komt niet overeen met het signalement van verdachte. Bovendien heeft geen fotoconfrontatie plaatsgevonden. Wat over blijft, zijn de DNA-sporen van verdachte op de gereedschappen, de verklaring van de bedreigde getuige en de zoekopdracht op de telefoon. Verplaatsbaar DNA dat op de plaats-delict wordt aangetroffen, is onvoldoende voor een bewezenverklaring als hard steunbewijs ontbreekt. Uit het zwijgen door verdachte kunnen geen gevolgen worden getrokken. Met de verklaring van de bedreigde getuige dient zeer terughoudend te worden omgegaan. De verdediging is onvoldoende in de gelegenheid gesteld om een effectief ondervragingsrecht uit te oefenen. De reden van wetenschap door de getuige is onbekend gebleven als gevolg van de beperkingen die de rechter commissaris oplegde. Nu de zoekopdracht naar het horloge van kort na de overval dateert, terwijl is gebleken dat de telefoon ten tijde van de overval in gebruik was bij een ander dan verdachte, kan die zoekslag niet aan verdachte worden tegengeworpen.
Beoordeling door de rechtbank
Volgens het eerste lid van artikel 344a van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend of in beslissende mate worden gegrond op schriftelijke bescheiden houdende verklaringen van personen wier identiteit niet blijkt.
Het dossier bevat een verklaring van een bedreigde getuige. Deze getuige heeft ten aanzien van verdachte een belastende verklaring afgelegd. Zo heeft de getuige verklaard dat verdachte betrokken is geweest bij de overval en heeft de getuige specifieke informatie gegeven over de gang van zaken tijdens de overval, welke informatie overeenkomt met de verklaring van aangever. Van de verklaring van de bedreigde getuige kan de rechtbank slechts gebruik maken, indien het dossier voldoende steunbewijs bevat. Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet het geval. Zij overweegt daartoe als volgt.
Aangever heeft een omschrijving gegeven van de overvaller van wie hij de bivakmuts heeft afgetrokken. De rechtbank acht deze omschrijving onvoldoende specifiek om vast te kunnen stellen dat verdachte deze overvaller is geweest. Ook de omschrijving van de andere overvallers is dusdanig algemeen, dat niet kan worden gezegd dat verdachte in één van deze signalementen past.
Ten aanzien van het forensisch onderzoek overweegt de rechtbank als volgt. De dag na de woningoverval zijn gereedschappen aangetroffen in de tuin van de woning van aangevers, te weten twee breekijzers en een schroevendraaier. Op de schroevendraaier is een afgeleid DNA-hoofdprofiel van verdachte aangetroffen, evenals DNA-nevenkenmerken van minimaal zes personen. Op één van de breekijzers is het DNA-profiel van verdachte aangetroffen. Daarbij is vastgesteld dat de matchkans met het celmateriaal van verdachte kleiner dan één op één miljard is. De rechtbank overweegt dat niet kan worden vastgesteld wanneer en hoe het celmateriaal van verdachte op het breekijzer is achtergelaten. Niet kan worden uitgesloten dat het DNA-spoor van verdachte op een ander tijdstip dan vlak voor, tijdens of vlak na de overval op het breekijzer terecht is gekomen. Ook kan niet worden uitgesloten dat iemand anders, later, gebruik heeft gemaakt van het breekijzer. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat uit de resultaten van het forensisch onderzoek onvoldoende steunbewijs bieden voor de verklaring van de bedreigde getuige dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de overval.
Ten aanzien van de zoekopdracht op de telefoon van verdachte merkt de rechtbank nog op dat uit onderzoek is gebleken dat het toestel ten tijde van de overal in gebruik is geweest bij de broer van verdachte. Niet kan worden uitgesloten dat die zoekopdracht, die dateert van enkele uren na de overval, door diezelfde persoon, of door een andere (onbekend gebleven) persoon, is verricht.
Naar het oordeel van de rechtbank is het voorgaande, ook in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende om als steunbewijs voor de verklaring van de bedreigde getuige te kunnen dienen. Om die reden kan de verklaring van de bedreigde getuige niet voor het bewijs worden gebruikt.
Gelet op het voorgaande is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor de aan verdachte ten laste gelegde feiten. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij
op of omstreeks 23 maart 2015, althansin de periode van 22 maart 2015 tot en met 23 maart 2015, te Velp, gemeente Rheden, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een filiaal van Juwelier [naam 1] ,
heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid (56) horloges (merk [naam 5] ),
in elk geval enig goed,geheel
of ten deletoebehorende aan Juwelier [naam 1] ,
in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
, verbrekingen
/ofinklimming (het forceren van een rolluik en
/of(gepantserd) glas).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de onder 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar en 6 maanden. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met de richtlijnen van het openbaar ministerie, de ernst van het feiten, strafverzwarende omstandigheden en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verder heeft de officier van justitie verzocht om het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte zijn straf ter zake van feit 3 al heeft uitgezeten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 6 maart 2019;
- een voorlichtingsrapportage met betrekking tot de voorlopige hechtenis van Reclassering Nederland, gedateerd 21 januari 2019.
Verdachte heeft, samen met anderen, op professionele wijze ingebroken bij een juwelierszaak. Zij zijn het pand binnen gekomen door een rolluik en gepantserd glas te forceren. Vervolgens hebben zij een grote hoeveelheid horloges van het merk [naam 5] , met een totale verkoopwaarde van ruim vier ton, weggenomen. Dit is een ernstig feit dat bij de gedupeerde veel schade heeft veroorzaakt. Verdachte heeft alleen oog gehad voor zijn eigen financiële belang en dat rekent de rechtbank hem aan.
De rechtbank houdt ook rekening met het strafblad van verdachte, waaruit blijkt dat hij vaker is veroordeeld wegens vermogensdelicten.
De rechtbank houdt verder rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De voorlopige hechtenis van verdachte is destijds onder voorwaarden geschorst. Uit een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland volgt dat verdachte zich goed aan de bijzondere voorwaarden houdt. Verdachte is inmiddels gestart met zijn behandelingen bij Kairos. Deze behandeling is mede gericht op traumaverwerking, naar aanleiding van een schietincident waarbij verdachte gewond is geraakt. Verdachte heeft inmiddels een baan, een relatie en een woning.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen, waarvan de duur gelijk is aan de duur van het reeds door verachte ondergane voorarrest. De straf valt lager uit dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank minder bewezen acht dan de officier van justitie.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De vordering van de benadeelde partij [naam 1]
Als vertegenwoordiger van [naam 1] heeft [naam 3] zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 3 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 87.000,- aan niet vergoede (materiële) schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Niet is gebleken dat [naam 3] gemachtigd was de vordering namens [naam 1] in te dienen. Verder ontbreekt een onderbouwing van het bedrag aan restante schade.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen dan wel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering.
Beoordeling door de rechtbank
Namens [naam 1] is een vordering tot schadevergoeding ingediend door vertegenwoordiger [naam 3] . Met de officier van justitie heeft de rechtbank geconstateerd dat geen schriftelijke volmacht of uittreksel uit het handelsregister is bijgevoegd. De rechtbank merkt op dat [naam 3] ook aangifte heeft gedaan van de diefstal. Uit die aangifte blijkt dat [naam 3] werkzaam is bij de directie van het bedrijf. Gelet op het vorengaande gaat de rechtbank ervan uit dat [naam 3] kennelijk bevoegd was om namens de benadeelde partij te vordering in te dienen.
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 518.635,- gevorderd aan materiële schade, bestaande uit de kosten van de gestolen horloges, beschadigde meubels, glasverzekering, schilder en omzetderving. Nu de verzekering een bedrag van € 431.635,- heeft vergoed, betreft de vordering een bedrag van € 87.000,- aan niet vergoede schade.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de vordering onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank merkt op dat bij de vordering van een dergelijk bedrag minimaal verwacht mag worden dat de vordering wordt onderbouwd door bijvoorbeeld aankoopfacturen. Nu dit niet is gebeurd, zal zij de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De benadeelde partij kan derhalve de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten. Nu verdachte is vrijgesproken van de onder 4 en 5 ten laste gelegde feiten, zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
7a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Het standpunt van de officier van justitie
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling vordert de officier van justitie de tenuitvoerlegging van een geldboete van € 500,-, te vervangen door 10 dagen hechtenis, die door de politierechter te Arnhem op 15 juli 2013 voorwaardelijk is opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het een andersoortig feit betreft en heeft verzocht de proeftijd te verlengen voor de duur van een jaar.
Beoordeling door de rechtbank
Nu is bewezen dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij vonnis van de politierechter te Arnhem van 15 juli 2013 (parketnummer 05/061853-12) voorwaardelijk opgelegde geldboete van € 500,-, te vervangen door 10 dagen hechtenis, ten uitvoer gelegd te worden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 36f en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1, 2, 4 en 5 tenlastegelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
  • een
  • beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

heft ophet bevel tot
voorlopige hechtenis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 1]
  • verklaart de
  • veroordeelt de benadeelde partij [naam 1] in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]

  • verklaart de
  • veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 5] in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling

gelast de tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 15 juli 2013 van de politierechter te Arnhem opgelegde voorwaardelijke geldboete van € 500,- (vijfhonderd euro), te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter), mr. J.M. Graat en
mr. G.J.H. Boerhof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 april 2019.
mr. J.M. Graat is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, Districtsrecherche Gelderland Midden, Overvallenteam, opgemaakte proces-verbaal, proces-verbaalnummer 2016570985, onderzoeksnummer ON4R015340 [naam 6] , gesloten op 24 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.